Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 1. Brieven aan bijna niemand anders

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Ahlberg en Tellegen 13-12-11 14:29 Pagina 1. Brieven aan bijna niemand anders"

Ivo Smeets
8 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 1 Brieven aan bijna niemand anders

2 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 2 ander werk van toon tellegen Theo Thijssenprijs 1997 Hendrik de Vriesprijs 2006 Constantijn Huygensprijs 2007 Misschien wisten zij alles (verzamelde dierenverhalen, 1995, 2007) De genezing van de krekel (roman, 1999, 2008) De Gouden Uil 2000 Morgen was het feest (dierenverhalen, met tekeningen van Ingrid Godon, 2008) Het vertrek van de mier (roman, 2009) Iedereen was er (meer verzamelde dierenverhalen, 2009) Wat dansen we heerlijk (prentenboek, met tekeningen van Annemarie van Haeringen, 2010) Het wezen van de olifant (roman, 2010) Het geluk van de sprinkhaan (roman, 2011) Een lied voor de maan (prentenboek, met tekeningen van Mance Post, 2012)

Ingrid Godon, 2008) Het vertrek van de mier (roman, 2009) Iedereen was er (meer verzamelde dierenverhalen, 2009) Wat dansen we heerlijk (prentenboek, met tekeningen van

3 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 3 toon tellegen Brieven aan bijna niemand anders Met tekeningen van jessica ahlberg Q Amsterdam Antwerpen Em. Querido s Uitgeverij bv 2012

4 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 4

5 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 5

6 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 6 Beste slak, Mag ik u vragen om een keer met mij te dansen, en wel boven op uw huisje? Een paar passen maar? Dat is mijn liefste wens. Ik zal heel voorzichtig dansen, zodat we niet door uw dak zullen zakken. Dat beloof ik. Maar zoiets weet je natuurlijk nooit helemaal zeker. De olifant 6

7 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 7 Beste olifant, Dank u wel voor uw brief. Later wil ik vast wel een keer met u dansen, op mijn dak. Dat weet ik bijna zeker. Ik denk dat ik heel goed kan dansen. Maar voorlopig komt het me helaas niet zo goed uit. De slak 7

8 Ahlberg en Tellegen :48 Pagina 8 8

9 Ahlberg en Tellegen :49 Pagina 9 Op een dag in de winter schreef de eekhoorn een brief aan de mier: Beste mier, Mier mier mier mier mier mier mier mier mier beste mier mier mier mier mier beste mier beste mier mier. De eekhoorn 9

mier, Mier mier mier mier mier mier mier mier mier beste

10 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 10 Het was een vreemde brief en de eekhoorn wist niet waarom hij hem geschreven had. Maar hij trok hem een jas aan en zette hem een muts op, want het was koud, legde hem uit hoe hij moest gaan en deed de deur open. De brief stapte voorzichtig naar buiten, klom langs de beuk naar beneden, liep door de sneeuw en tikte op het raam van de mier. Wie is daar? vroeg de mier. De brief, zei de brief. De brief? zei de mier en verbaasd deed hij zijn deur open. Ik ben voor u, zei de brief. Hij maakte een kleine buiging en nam zijn muts af. 10

De brief stapte voorzichtig naar buiten, klom langs de beuk naar beneden, liep door de sneeuw en tikte op het raam van de mier. Wie is daar?

11 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 11 De mier bekeek hem van alle kanten en maakte hem toen voorzichtig open. Ik zal je maar lezen, zei hij. Dat is goed, zei de brief. Toen de mier de brief uit had wreef hij in zijn handen en zei: Ga zitten, brief, ga zitten. Wat wil je hebben? Nou... zei de brief aarzelend. Dat weet ik eigenlijk niet. Iets zoets? vroeg de mier. Dat is goed! zei de brief en hij ritselde van plezier. De mier nam zijn pen en schreef iets zoets boven aan de brief en na enig nadenken ook nog iets warms onder aan de brief. Zelf nam hij honing. 11

Toen de mier de brief uit had wreef hij in zijn handen en zei: Ga zitten, brief, ga zitten. Wat wil je hebben? Nou... zei de brief aarzelend.

12 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 12 De brief knisperde van plezier en zijn hoeken krulden om. Lange tijd zaten ze bij elkaar, terwijl de mier af en toe opstond en iets aan de zijkanten van de brief schreef. Toen het donker werd nam de brief afscheid. Het sneeuwde en langzaam waadde hij door de sneeuw terug naar de beuk, klom naar boven en schoof zichzelf onder de deur van de eekhoorn door. Zo, zei de eekhoorn. Je bent weer terug. Ja, zei de brief, en terwijl de eekhoorn zich over hem heen boog vertelde de brief hem alles wat hij bij de mier had meegemaakt en ten slotte ook wat de mier van hem, de eekhoorn, vond. 12

Het sneeuwde en langzaam waadde hij door de sneeuw terug naar de beuk, klom naar boven en schoof zichzelf onder de deur van de eekhoorn door.

13 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 13 Wat dan? vroeg de eekhoorn. Lees maar, zei de brief. De eekhoorn las en toen hij de brief uit had vroeg hij hem of hij hem onder zijn kussen mocht leggen. Dat is goed, zei de brief. Buiten stormde het, het huis van de eekhoorn kraakte en de sneeuw viel in steeds dichtere vlokken. De wereld werd witter en witter. Maar de eekhoorn en de brief wisten daar niets van. Ze sliepen en droomden van woorden en zoete inkt. 13

14 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 14

15 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 15 Aan de onbekende die over het water gaat Geachte onbekende, Van de zalm heb ik gehoord dat u bestaat. Hij zegt dat u iemand bent. Maar hij weet niet hoe u eruitziet en hij weet ook niet wat u allemaal nog van plan bent met het water. Ik ben de karper. Misschien kent u mij. Misschien bent u zelfs 15

16 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 16 wel op mijn verjaardag geweest. Er waren zoveel dieren. Als u op mijn verjaardag bent geweest hebt u mij misschien iets horen voordragen. Of was u toen al weg? Als u er nog was, vond u het dan mooi? Ik schrijf u om u te zeggen dat ik heel blij ben met het water. Als u daarover gaat dan dank ik u. Wel zou het soms iets harder mogen stromen, met van die luchtbelletjes erin, en kleine draaikolken. Ik houd van draaikolken. Kleine draaikolken, tenminste. 16

Als u er nog was, vond u het dan mooi? Ik schrijf u om u te zeggen dat ik heel blij ben met het water.

17 Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 17 Kunt u daarvoor zorgen? U mag trouwens best ook weer eens een overstroming geven. Langs een boom omhoog zwemmen, dat is zo heerlijk... Als u dat eens wist, dan liet u het wel altijd overstromen. Maar misschien weet u dat wel, maar is het niet makkelijk, dat overstromen. Ik weet zelf ook dingen die niet makkelijk zijn en die ik toch graag wil. Springen bijvoorbeeld. De lucht in springen. Ik ben benieuwd of u dat kunt. Misschien weet u wel een goede manier daarvoor. Als dat zo is hoor ik dat graag van u. 17

Maar misschien weet u dat wel, maar is het niet makkelijk, dat overstromen.

18 Ahlberg en Tellegen :30 Pagina 18 Maar dat bevriezen, s winters, waarom doet u dat? Wat hebt u daaraan? Wilt u dat laten! De karper hield even op met schrijven en dacht na. Toen schreef hij weer door: Neemt u mij niet kwalijk dat mijn humeur mij even ontglipte, maar ik weet niet of u zelf wel eens vastgevroren in uw water hebt gezeten. Dat is verschrikkelijk! Nu ga ik weer zwemmen. 18

Toen schreef hij weer door: Neemt u mij niet kwalijk dat mijn humeur mij even ontglipte, maar ik

19 Ahlberg en Tellegen :30 Pagina 19 U mag zich trouwens best eens bekend maken. Of alleen aan mij, als u dat prettiger vindt. Ik kan zwijgen, daar kunt u op rekenen. Maar u mag ook onbekend blijven. Vindt u het goed dat ik u nu groet? Dan groet ik u. De karper 19

20 Ahlberg en Tellegen :30 Pagina 20 Eekhoorn, Ik ga weg en ik kom nooit meer terug. Je denkt natuurlijk: ja ja, dat zegt hij altijd. Maar nu is het echt zo! ik kom nooit meer terug. Als je hier was zou je zien hoe ik deze brief schrijf. Met grote vastberadenheid. Zo heet dat. Met grote vastberadenheid deel ik je mee dat ik wegga en nooit meer terugkom. Mijn besluit staat vast. 20

Als je hier was zou je zien hoe ik deze brief schrijf. Met grote vastberadenheid. Zo heet dat.

21 Ahlberg en Tellegen :30 Pagina 21 Als deze brief af is vertrek ik. Als je deze brief leest ben ik al ver weg. Als je me nog iets mee wilt geven voor onderweg, dan moet dat nu. Anders is het te laat. Honing of zoiets. Maar niet zo n grote pot. Die kan ik toch niet dragen. Alleen als het roomhoning is, daar mag wel een grote pot van, want van zo n pot kan ik twee kleinere potten maken. Of een kistje met gestoofde suiker, dat mag ook. In elk geval moet het zoet zijn. Voor ik vertrek kom ik nog wel even langs om het op te halen. En als het toch te groot is om mee te nemen, dan is dat niet erg. Dan eten we er net zoveel van op tot het klein genoeg is. Te klein is erger. Want wat dan? Maar daarna, eekhoorn, daarna ga ik toch weg. Tot straks, De mier 21

22 Ahlberg en Tellegen :30 Pagina 22

23 Ahlberg en Tellegen :30 Pagina 23 Op een ochtend, vroeg in de zomer, woei er een klein briefje onder de deur van de eekhoorn door. Eekhoorn, Ik ben op weg naar jou. Maar ik ben verdwaald. De olifant De eekhoorn las het briefje een paar keer, dacht diep na en schreef toen: Olifant, Waar ben je verdwaald? De eekhoorn Het was een eigenaardige vraag, dacht hij. Maar hij wist niets beters te bedenken en verstuurde zijn brief. 23

24 Ahlberg en Tellegen :30 Pagina 24 Niet lang daarna kwam er een brief terug: Eekhoorn, In een boom. De olifant Toen de eekhoorn die brief had gelezen keek hij uit zijn raam en zag de olifant boven op het topje van de eik staan wankelen. Vlug schreef hij: Olifant, Wacht even. Ik kom eraan. De eekhoorn Maar die brief bereikte de olifant pas halverwege de eik en hij las hem vlak voordat hij met een enorme klap op de grond terechtkwam. 24

Vergelijkbare documenten

Het geluk van de sprinkhaan

Het geluk van de sprinkhaan Ander werk van Toon Tellegen Theo Thijssenprijs 1997 Hendrik de Vriesprijs 2006 Constantijn Huygensprijs 2007 Misschien wisten zij alles (verzamelde dierenverhalen, 1995, 2007)