BLOK 1 thema 1 Kennismaking
|
|
|
- Alexander Jacobs
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 BLOK 1 Leerinhoud Les 1 aanbrg van de woordschat Les 2 inoef van de woordschat in zinn Les 3 inoef veranker van de woordschat in zinn Woord zinn LES 1 LES 2 LES 3 Niveau 1 Niveau 2 hallo, dag Ik b Jij bt Wie b jij? dag, goeidag, goeiemorg, goeiemiddag, goeiavond Ik heet Hoe heet jij? Mijn naam is Wat is jouw naam? Ik kom uit (land). Uit welk land kom jij? Dit is Ik b e jong/meisje, hij/zij is e jong/meisje. dag, goeidag, goeiemorg, goeiemiddag, goeiavond Ik heet Hoe heet jij? Mijn naam is Wat is jouw naam? Mijn voornaam is Mijn familiaam is Ik kom uit (land). Uit welk land kom jij? Ik b jaar. Hoe oud b jij? Ik b e jong/meisje, jij bt e jong/ meisje, hij/zij is e jong/meisje. Mijn adres is Ik woon in e huis/appartemt op de verdieping. 7
2 Doel LES 1 Niveau 1 Niveau 2 - Leerling voel zich veilig. - Leerling voel zich veilig. LES 2 LES 3 - Leerling kunn zichzelf voorstell in e goede zin. - Leerling begroet iemand in e goede zin. - Leerling voel zich veilig. - Leerling kunn zichzelf voorstell in e goede zin. - Leerling begroet iemand in e goede zin. - Leerling voel zich veilig. - Leerling kunn zichzelf voorstell in e goede zin. - Leerling begroet iemand in e goede zin. - Leerling kunn zichzelf voorstell in e goede zin. - Leerling begroet iemand in e goede zin. - Leerling voel zich veilig. - Leerling kunn zichzelf voorstell in e goede zin. - Leerling begroet iemand in e goede zin. - Leerling voel zich veilig. - Leerling kunn zichzelf voorstell in e goede zin. - Leerling begroet iemand in e goede zin. - Leerling vull e fiche over zichzelf in. 8
3 LES 1 Lesverloop Materiaal Woordkaart blok 1 thema 1: ik Zelf te voorzi: Bal Blinddoek Werkwijze Kinder van beide niveaus kunn sam zitt. Tijds de les brg je de leerinhoud gelijktijdig door elkaar aan. Richt je expliciet tot die leerling voor wie de leerstof bedoeld is. Dat kan zonder dat er duidelijk onderscheid gemaakt wordt tuss kinder. Niveau 1 Ga sam met de leerling in e kring zitt. Zwaai naar de leerling zeg hallo. Doe dit uitgebreid naar alle leerling tot ze terugzwaai antwoord met hallo. Stel jezelf voor. Ik b juf/meester Leg je hand op je borst terwijl je dit verschillde ker traag herhaalt. Leg de nadruk op je beweging ik. Herhaal het zwaai hallo. Kijk uitdrukkelijk naar elke leerling afzonderlijk laat het kind antwoord met hallo. Herhaal ik b juf/meester vraag nu met opgesperde hand vragd gezicht: Wie b jij? Laat de leerling antwoord in e zin: Ik b. Gebruik ook de beweging bij de kinder ter ondersteuning. Herhaal dit bij alle leerling afzonderlijk. Sommige kinder kom niet tot het herhal van de zinn. Streef ernaar dat ze de betekis van de vraag Wie b jij? begrijp gepast kunn antwoord door hun naam te zegg. Oef de leerstof in door herhaling. Zeg: Ik b juf/meester Wie b jij? kijk naar de leerling naast je. De leerling antwoord in e zin stelt de vraag aan de volgde. Ga zo de ganse kring rond. Verander evtueel nog es van richting. Zeg: Ik b juf/meester Wie b jij? wijs e willekeurige leerling aan. De leerling antwoordt, stelt de vraag opnieuw wijst naar e andere leerling. Herhaal dit spel maar met e bal. Je gooit de bal naar e leerling in plaats van te wijz naar iemand. 9
4 Zeg over jezelf: Ik b juf/meester overloop alle leerling één voor één: Jij bt, jij bt, jij bt Wijs de kinder telks aan leg de nadruk op jij. Laat de leerling ook prober. Ze herhal alle nam van de leerling in e zin. Merk je dat het sprek in e zin niet lukt, beperk dan de oefing tot kel het noem van de nam van de leerling. Gooi de bal naar de leerling naast je zeg: Ik b juf/meester jij bt laat de leerling de bal teruggooi. Overloop alle leerling in e willekeurige volgorde. Laat de leerling de constructie Ik b jij bt herhal. Differtieer indi nodig door de eerste zin Ik b weg te lat of door de kinder alle de nam te lat noem. Blinddoek e leerling. Plaats e andere leerling voor de geblinddoekte vraag: Wie is dit? Laat de eerste leerling op de tast voel wie voor hem/haar staat. De leerling antwoord zoveel mogelijk in e zin. Kies e vrijwilliger, sommige kinder will liever niet geblinddoekt word. Respecteer die keuze. Niveau 2 Goeiemorg, mijn naam is Wees duidelijk dat juf of meester niet tot je naam behoort. Zeg: Mijn voornaam is Laat de leerling herhal. Stel telks de vraag: Wat is jouw naam? Leerling herhal: Mijn naam is Doe hetzelfde nogmaals met Wat is jouw voornaam? Mijn voornaam is Gebruik nu ook je familiaam. Zeg: Mijn voornaam is mijn familiaam is Laat de leerling hetzelfde do. Noteer voornaam familiaam. Oef op dezelfde wijze als in niveau 1. Varieer de opdracht speel het spel met de bal. Zeg: Ik heet (voornaam familiaam). Vraag aan e leerling: Hoe heet jij? De leerling antwoord met de zin Ik heet Oef opnieuw op verschillde manier. Doe dezelfde oefing als niveau 1 maar varieer nu tuss de verschillde zinn: - Wie b jij? Ik b - Wat is jouw naam? Mijn naam is - Hoe heet jij? Ik heet 10
5 LES 2 Lesverloop Materiaal Woordkaart blok 1 thema 1: huis, appartemt Zelf te voorzi: Bal Wereldkaart Werkwijze Ook in deze les kunn de leerling van de verschillde niveaus sam zitt. Niveau 1 Herhaal de oefing van les 1 maar gebruik nu ook de zinn: Hoe heet jij? Ik heet Wat is jouw naam? Mijn naam is Zeg Ik b juf/meester Ik kom uit België. Toon België op de wereldkaart, zeg: Dit is België, ik b hier gebor. Wijs naar jezelf probeer duidelijk te mak dat je er gebor bt: doe bv. het huil van e baby na terwijl je doet alsof je e kind in je arm wiegt. Laat de leerling hun land van herkomst verwoord. Ze gebruik de zin: Ik kom uit Zeg opnieuw: Ik b juf/meester ik kom uit België. Stel nu de vraag aan de leerling naast je. Uit welk land kom jij? De leerling antwoord eerst met hun naam: Ik b zegg daarna uit welk land ze kom. Doe het spel met de bal. Gooi de bal naar e willekeurige leerling vraag: Uit welk land kom jij? De leerling antwoord in e zin. Gooi nu de bal naar de leerling naast je zeg: Ik kom uit België, jij komt uit Laat de leerling de bal teruggooi doe hetzelfde met alle leerling afzonderlijk. Laat de leerling hetzelfde do. Wanneer beide zinn te veel blijkt, kun je de leerling één opdracht gev: kel het land van herkomst van de leerling naar wie ze de bal gooi verwoord. Niveau 2 Herhaal de oefing van les 1. Introduceer de nieuwe inhoud: Ik kom uit Uit welk land kom jij? Gebruik dezelfde oefing als in niveau 1. 11
6 Zeg: Ik b jaar oud. Hoe oud b jij? Laat de leerling elk afzonderlijk hun leeftijd verwoord in e goede zin. Verduidelijk dat dit je leeftijd is. Zeg: Ik b jaar. Dat is mijn leeftijd. Vraag aan de leerling: Wat is jouw leeftijd? Noteer het woord leeftijd. Neem terug de bal. Gebruik nu alle vrag die de leerling geleerd hebb door elkaar. Gooi de bal telks naar e leerling terwijl je e vraag stelt. De leerling antwoordt gooit de bal terug. Stel e andere vraag aan e andere leerling. Doe dezelfde oefing maar zeg: Jij bt jaar. En gooi de bal naar e leerling. De leerling gooit de bal gewoon terug. Doe dit voor alle leerling afzonderlijk. Laat nu e leerling de leeftijd van de ander verwoord, steeds met de bal. Wijs naar jezelf zeg: Ik b e meisje/jong. Wijs de volgde leerling aan zeg: Jij bt e jong/meisje. Ga zo de ganse kring af. Vraag aan alle leerling afzonderlijk: B jij e jong of e meisje? De leerling antwoord in e zin. Voeg nu twee zinn sam, bv. Ik b ik b e meisje/jong. Laat de leerling voor zichzelf herhal. Zeg: Ik b e jong/meisje. Jij bt e jong/meisje. Doe dit voor alle leerling. Kijk h in de og wanneer je teg ze praat. Doe nu hetzelfde maar kijk nu naar één leerling terwijl je zegt: Ik b e jong/meisje, jij bt e jong/meisje, hij/zij is e jong/meisje. Overloop alle leerling terwijl je contact houdt met die e leerling. Laat de leerling herhal. Zeg: Ik woon in e huis/appartemt. Toon de afbeelding. Zeg: Dit is e huis dit is e appartemt. Vraag aan de leerling waar ze won. Ze verwoord telks in e zin. Ik woon in e huis/appartemt. Ik woon in e huis/appartemt. Mijn adres is K je jouw adres? Laat de leerling elk afzonderlijk hun eig adres verwoord vertell over hun huis. Is het groot of klein? Won ze er graag? Vertel nu alles over jezelf in de zinn die je geoefd hebt laat de leerling hetzelfde do. - Ik b juf/meester Mijn voornaam is, mijn familiaam is - Ik b e jong/meisje. - Ik kom uit België. - Ik woon in e huis/appartemt. - Mijn adres is - Ik b jaar. Dat is mijn leeftijd. - 12
7 LES 3 Lesverloop Materiaal Woordkaart blok 1 thema 1:, Mona Verhaalplat blok 1 thema 1 Werkblad 1 2 Zelf te voorzi: Wereldkaart, touw, duimspijkers of plakband Strook papier per leerling Kleurpotlod, stift Schaar lijm Niveau 1 Herhaal kort de leerinhoud zoals ingeoefd in les 1. Zeg Ik b juf/meester Ik kom uit België. Toon België op de wereldkaart, zeg: Dit is België, ik b hier gebor. Doe alsof je e kind in je arm wiegt om duidelijk te mak dat je er gebor bt. Laat de leerling hun land van herkomst verwoord. Ze gebruik de zin: Ik kom uit Nu mog alle leerling afzonderlijk hun land van herkomst aanduid op de wereldkaart. Zoek sam met de leerling of duid zelf aan. Neem de afbeelding van stel hem voor aan de groep. Zeg: Dit is. Geef de afbeelding door laat alle leerling herhal. Combineer nu twee zinn: Ik b dit is. Alle leerling herhal. Dit is hij is e jong. Sam. De leerling herhal allemaal sam. Als het moeilijk blijkt om de twee zinn te combiner, kun je evtueel in 2 zinn opsplits. Doe hetzelfde met Mona. Dit is Mona zij is e meisje. Sam. De afbeelding van gaat rond in de kring. De leerling zegg telks: Dit is hij is e jong. Doe hetzelfde met Mona. Leerling die de zinn goed onder de knie hebb kunn Mona sam voorstell. Leg de afbeelding van Mona ver uit elkaar. Zeg: Alle meisjes gaan bij Mona staan alle jongs gaan bij staan. Geef eerst het voorbeeld met jezelf. Laat nu alle leerling plaats nem bij de juiste afbeelding. Hou de afbeelding van Mona in de lucht zeg: Mona is e meisje. (Evtueel ook: Ik b ook e meisje. ) Vraag: Wie is nog e meisje? Sta maar recht. Alle meisjes moet recht gaan staan verwoord elk afzonderlijk: Ik b (ook) e meisje. Doe hetzelfde met voor alle jongs. 13
8 Laat nu alle jongs sam plaatsnem aan e bank daarna de meisjes. Geef de leerling e strook papier laat ze hun naam in grote letters noter versier. Doe voor wat je van h verwacht. Verzamel de strookjes neem de wereldkaart erbij. Hang de nam van de kinder rond de wereldkaart verbind voor elk kind de naam met het land van herkomst met behulp van e stukje touw. Werkblad 1: - Tek jezelf bovaan in het hokje bij het woord ik. - Knip uit kleef hem in het juiste hokje (toon waar hoort). - Knip Mona uit kleef haar in het juiste hokje. Niveau 2 Herhaal kort kele oefing van les 2. Laat e leerling zichzelf voorstell. Als kinder meer vertell dan ze leerd in de vorige les speel je daar op in. Verduidelijk voor de ander door te tek of uit te legg. Stel Mona voor. Zeg: Dit is hij is e jong. Dit is Mona zij is e meisje. Herhaal nog es duidelijk hij is e jong zij is e meisje. Leg de nadruk op hij zij. Laat de leerling herhal. Indi mogelijk zegg ze de twee zinn onmiddellijk na elkaar, anders één zin per keer. Neem verhaalplaat 1 vertel. Duid aan waarover je praat. Dit is. Hij is e jong. komt uit België. Hij is 8 jaar. Hij woont in e appartemt op de 2e verdieping. Zijn adres is Stestraat 5 in Oostde. Dit is Mona. Zij is e meisje. Ze komt ook uit België. Mona is 11 jaar oud. Ze woont ook in e appartemt, op hetzelfde adres als. Ze woont in de Stestraat 5 in Oostde. Wie kan zo veel mogelijk vertell over Mona? Help de leerling door gerichte vrag te stell zorg ervoor dat ze antwoord in e goede zin. Werkblad 2 Vul de fiche correct in. Klassikaal invull. 14
9 Het verhaal van verhaalplaat 1 verhaalplaat 2 verhaalplaat 3 verhaalplaat 4 Dag! Hallo, ik b. Wie b jij? Ik kom uit België. Uit welk land kom jij? Dag! Hallo, ik b Mona. Wie b jij? Ik kom uit België. Uit welk land kom jij? Het verhaal van Mona verhaalplaat 1 verhaalplaat 2 verhaalplaat 3 verhaalplaat 4 verhaalplaat 5 verhaalplaat 6 verhaalplaat 7 verhaalplaat 8 Hallo! Goeidag, ik heet. Ik b e jong. Ik b acht jaar. Dat is mijn leeftijd. Ik woon in Oostde. Dat is e stad. Oostde ligt in België. Dat is het land. Ik woon in de Stestraat nummer vijf. Dat is mijn adres. Hallo! Goeidag, mijn naam is Mona. Ik b e meisje. Ik b elf jaar. Dat is mijn leeftijd. Ik woon in Oostde. Dat is e stad aan zee. 15
10 verhaalplaat 9 verhaalplaat 10 verhaalplaat 11 Ik kom uit België. Dat is mijn land. Mijn adres is Stestraat nummer vijf. Dat is mijn huis. Het is e appartemt. Ik woon op de tweede verdieping. 16
11 Werkblad 1 Naam: Datum: ik Mona 17
12 Werkblad 2 Naam: Datum: ik Voornaam: Tek hier jezelf. Familiaam: Jong/meisje Adres: Huis/appartemt Leeftijd: Land van herkomst: school Naam school: Tek hier iets van de school. Adres school: Telefoonnummer school: Naam juf/meester: 18
LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: MIJN KAR MOOIE KAR
LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: MIJN KAR MOOIE KAR Omschrijving van de activiteit De leerlingen tunen een papieren schaalmodel van een auto op basis van geschreven instructies. Fase Overgang fase alfabetisering
Themales: met handen en voeten taalvrijwilliger/docent werkblad: Geef me de vijf. werkblad: Een handje helpen.
Themales: met handen en voeten taalvrijwilliger/docent Nodig: tekenblaadjes en stiften, werkblad: Geef me de vijf. werkblad: Een handje helpen. Opwarming: Zet de stoelen in een kring. Vraag aan de cursisten
Wie ben ik? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam
Kriebels in je buik Wie ben ik? 1 Wie ben ik? Groep 1 80 min Begrippen Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam Benodigheden Grote spiegel en/of handspiegeltjes
TASKFORCE VLUCHTELINGEN
TASKFORCE VLUCHTELINGEN Provincie West-Vlaanderen LESPAKKETTEN 1 1 Personalia Je leert iemand groeten. Je leert jezelf voorstellen. Je leert zeggen waar je vandaan komt. Je leert vertellen over je familie.
Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal
Dag van de Rechten van het Kind Kinderrechten Doelstellingen De kinderen leiden uit concrete ervaringen af wat een kinderrecht is. De kinderen zien in hoe belangrijk het is dat kinderrechten gerespecteerd
Wie ben ik? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam
Kriebels in je buik Wie ben ik? 1 Wie ben ik? Groep 1 80 min Begrippen Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam Benodigheden Grote spiegel en/of handspiegeltjes
Inhoud Voor de leerling Voor de leraar Algemeen
Vogel ABC Inhoud Voor de leerling... 2 Inleiding... 2 Aanpak... 2 Opdracht... 3 Evaluatie-formulier (groep 3-4)... 4 Voor de leraar... 5 Instructie en feedback... 5 Verbinding met hele groep... 5 Beoordeling...
8a De 'Los het op!-kaarf
MIDDEN / BOVENBOUW / BLOK 2 WE LOSSEN RUZIES ZELF OP LES8A 8a De 'Los het op!-kaarf Voorbeeldles SO/Mïdden/Bovenbouw/Blok 2 We lossen ruzies zelf op Les 8 a+b: De "Los het op!-kaart' Doel blok 2: Leerlingen
Liefde, voor iedereen gelijk?
Seksuele diversiteit graad 2 Lesvoorbereiding Liefde, voor iedereen gelijk? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print de verhalen 'Het geheim van Mirjam'
In je kracht. Werkboek voor deelnemers
In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers
Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie
Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie In tegenstelling tot de eerste vragenlijst is het doel van de taakspecifieke vragenlijst niet om over verschillende leersituaties heen het zelfregulerend
WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK
WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK VOORBESPREKING Een kinderreglement Kinderen laten nadenken over de rechten van het kind. Verzamel samen met de kinderen materiaal uit de media waarin kinderen betrokken
AAN DE SLAG DIT BEN IK
Peuters AAN DE SLAG DIT BEN IK Hoelahoep: Mijn lijf (liedje) Op Schooltv vind je het liedje Mijn Lijf van Hoelahoep. Dit liedje gaat over het uiterlijk en de functies van verschillende lichaamsdelen. De
Thema Op het vliegveld. Cursus vier, week acht deel b. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober cursus vier, week acht
Thema Op het vliegveld Cursus vier, week acht deel b Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. oktober 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus vier, week acht 1 Pragmatiek Dialoog dag een HZS oef. 28 (stukje blz. 28-29)
Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal
Dag van de Rechten van het Kind Kinderrechten Doelstellingen De kinderen leiden uit concrete ervaringen af wat een kinderrecht is. De kinderen zien in hoe belangrijk het is dat kinderrechten gerespecteerd
4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:
4 Vind me dan Er is altijd wel een verjaardag of een ander feestje om te vieren. En bij een feestje horen cadeautjes. Maar voor het zover is, wil je het cadeautje natuurlijk zo goed mogelijk verstoppen.
SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN
SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna
ikburgermeester.be Birger De Burger OP onderzoek in Brugge!
ikburgermeester.be Birger De Burger OP onderzoek in Brugge! BIRGER DE BURGER Hallo, ik ben Birger de Burger, EN WOON in mijn HAmburgerdoos in Brugge! Met mijn skateboard trek ik eropuit om nieuwe plaatsen
werkbladen thema 5 werk
werkbladen thema 5 werk 5.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Jan staat voor het uitzendbureau. Jan heeft werk. Tarik wil taxichauffeur
DIGIPRENTSERIE: OPA KLOKSPIN
DIGIPRENTSERIE: OPA KLOKSPIN Toelichting Bedankt voor het downloaden van het pakket OPA KLOKSPIN. Deze werkbladen zijn bedoeld om te gebruiken naar aanleiding van het verhaal OPA KLOKSPIN. Je vindt dit
LEERKRACHTGEDEELTE: LETTERS MET JE LIJF
LEERKRACHTGEDEELTE: LETTERS MET JE LIJF Omschrijving van de activiteit De leerlingen geven elkaar mondelinge instructies om met hun lichaam letters en korte woordjes te vormen; andere leerlingen moeten
Hotel Hallo - Thema 1 Hallo
Hotel Hallo - Thema 1 Hallo opdrachten VISITE 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en leg
W E R K B O E K 2 B L O K _Wiskanjers_Ljr2.indb :21
WERKBOEK 2 BLOK 3 2-3-13_Wiskanjers_Ljr2.indb 1 15-02-16 14:21 De maal- en deeltafel van 2, 10 en 5 Les 13 Dit kan ik al! Ik kan het keer- of maalteken benoemen en correct gebruiken. Ik kan de maal- en
- Laat de leerlingen afbeeldingen zien van gebouwen door de jaren heen met verschillende architectuur.
Een groot gebouw - 120 minuten (2 x 60) Lesuur 1 Benodigdhede n Tijdsduur Doen Vertellen/ vragen Doel Voorbereiding - Afbeeldingen van gebouwen in architectuur stijlen; Voor de les Materialen verzamelen
Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN
Hotel Hallo - Thema 2 Hallo opdrachten TELEVISIE KIJKEN 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer
Schoolbrede start (15 min) Zie hoofdstuk Schoolbrede start.
EERLIJK DELEN EN OPRUIMEN In dit hoofdstuk zijn de activiteiten voor beschreven. Voor begint de Grote Rekendag met een gesprek over de meubels en materialen die in iedere kleutergroep te vinden zijn. Iedere
Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord.
groep 4 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord. Materiaal Oefenblad
LEERJAAR 3 WERELDORIËNTATIE
VOORBEELDATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 3 WERELDORIËNTATIE P. 02-03 Thema 1 KLEUR SCHATTENEILAND De leerlingen ontwerpen een plattegrond van een eiland en maken daarbij een legende. P. 04-05 Thema 1 KLEUR
Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie.
Titel Vruchtentaart Groep / niveau Groep 5/6 Leerstofaspecten Benodigdheden Organisatie Bedoeling Voorwaardelijke vaardigheden Lesactiviteit Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie. Leerkracht:
WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA
WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA Verhalen van de Hodja: Hassan en de tijgers Introductie van het verhaal - DILIT-luisteren: o De cursisten gaan per 2 zitten (bij voorkeur 2 cursisten met dezelfde moedertaal
BROKKENKAARTEN IN DE KLAS
BROKKENKAARTEN IN DE KLAS 1 - EEN VERHAAL VOL GEVOEL emoticons - boek: Per ongeluk Laat een aantal leerlingen om de beurt één van de emoticons nadoen. Bespreek ze met de kinderen, laat hen het gezicht
Lesleidraad. Beste docent
2 Lesleidraad Beste docent De zomer van Atlas komt eraan. Honderden anderstaligen kunnen zich de laatste week van juni inschrijven voor het zomeraanbod bij Atlas. We willen de cursisten de kans geven om
Waarvoo Doen Nu r m t aak je? aa at m k j W e het? STANGENBILJART Wa? t a e ru h t i t b e k r e e sta W o w e a o h t H?
Doen Wat maak je? Nut Waarvoor maak je het? STANGENBILJART Hoe werkt het? Hoe Waaruit bestaat het? Wat Nut Maak je eigen volksspel DIT HEB JE NODIG Schrijfgerei Kladblaadje Dit werkblad OPDRACHT: -> Los
OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID
OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid
Leesboekje de school
Leesboekje de school Leesboekje De School Pagina 1 Dit is de juf. Dit is de meester. Dit is de leerling. Dit is de groep. Dit is de pen. Dit is het potlood. Dit is het boek. Dit is de map. Dit is het papier.
Algoritmes in het dagelijks leven:
U UNPLUGGED Algoritmes in het dagelijks leven: Papieren vliegtuigjes Lestijd: 20 minuten Deze basisles omvat alleen oefeningen. Er kunnen inleidende en afrondende suggesties worden gebruikt om dieper op
1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.
Opdracht 1 Ongeveer 150 jaar geleden stonden er veel steenfabrieken langs de IJssel. De stenen werden van klei gemaakt. Dat kon je langs de IJssel vinden. Als de rivier overstroomde, bleef er een laagje
Dag 1 Kaders vol kunst!
Dag 1 Kaders vol kunst! Domeinen: lezen, spreken, luisteren, schrijven Onderwerp: kunstwerken maken met letters en woorden Lesduur: 50 minuten Lesdoelen Hoofddoel van de les > Met taal en woorden tot een
Lessuggestie Pesten. Gedichtenbundel Warboel: Pagina 6-7
Lessuggestie Pesten Voor het lezen 5 minuten Laat de leerlingen de afbeelding (zie onderin document) in hun groepje bespreken. Bespreek vervolgens klassikaal de afbeelding a.d.h.v. de volgende vragen:
Verdiepingsbijeenkomst over hoe we in het Avondmaal verbonden zijn met Christus en met elkaar als één lichaam.
Je ziet het niet, toch gebeurt het Leeftijd: 9-12 Thema: avondmaal, Jezus, kerk, lichaam Verdiepingsbijeenkomst over hoe we in het Avondmaal verbonden zijn met Christus en met elkaar als één lichaam. Doelen
Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN
Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN Doelen De termen lay-out, cursief en vetjes correct gebruiken De bedoeling van een lay-out inzien De bedoeling van cursieve en vetgedrukte woorden inzien.
De Taalkanjers - Thema 1 HANDLEIDING
LES De Taalkanjers - Thema 1 HANDLEIDING SUGGESTIES VOOR LINKEN Een determinatietabel is vaak uitsluitend opgebouwd uit ja-neevragen. In de les WO kun je samen met de leerlingen een eenvoudige determinatietabel
Zonnevangers met een functie
U UNPLUGGED Zonnevangers met een functie Lestijd: 20 minuten Deze basisles omvat alleen oefeningen. Er kunnen inleidende en afrondende suggesties worden gebruikt om dieper op het onderwerp in te gaan als
getallenfeest 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, je hebt alle getallen gezien. 11 en 12 er ook nog bij zij sluiten de rij.
getallenfeest 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, je hebt alle getallen gezien. 11 en 12 er ook nog bij zij sluiten de rij. Tijd voor een getallenfeest! Doen jullie mee? Zoek de getallen en speel bij elk getal
Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.
7 Doe Maar Pa werkblad 1-1 Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord. Pa Doe Maar Zoals je daar nu zit, je haren (1) bijna/weldra wit De rimpels op je handen Zo (2)
Bron foto s: Pixabay
Vragen bij de dominoafbeelding: o Van wat zie je een deel afgebeeld staan? o Bij welke boom zou je graag wonen? o Krijg je een goed beeld van de boom als je maar een stukje ziet? Bekijk de volledige afbeelding:
De liefjes van Doe! 2 Geef de liefjes die bij elkaar horen dezelfde kleur. Getallenkennis
Getallenkennis De liefjes van doel Ik kan de hoeveelheid splitsen. Onze monsters hebben elk een liefje. Ze vormen altijd een paar zodat ze samen vormen. Ook al wisselen de twee monsters van plaats, ze
Dag 4 Een kilootje poëzie, alstublieft.
Dag 4 Een kilootje poëzie, alstublieft. 1 VOORBEREIDING > Print de pagina s van bronnenbladen 1 en hang ze op in de klas. Hang ze een beetje uit het zicht zodat de leerlingen er echt naar op zoek moeten.
Presenteren. Oriëntatie
Oriëntatie Dit ga je doen Je gaat een stand (marktkraam) inrichten om te laten zien wat je gedaan hebt tijdens dit project en wat je eindresultaat is. Je probeert jullie stand zo te maken dat het aantrekkelijk
Waarvoo Doen Nu r m t aak je? aa at m k j W e het? PLASTIC SOEP Wa? t a e ru h t i t b e k r e e sta W o w e a o h t H? t e a H t
Doen Wat maak je? Nut Waarvoor maak je het? PLASTIC SOEP Hoe werkt het? Hoe Waaruit bestaat het? Wat Nut Maak een uitvinding die het NIET drijvende plastic opruimt DIT HEB JE NODIG Schrijfgerei Kladblaadjes
LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT
LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT Omschrijving van de activiteit De leerlingen bedrukken een T-shirt met een eigen tekst op basis van instructies. Fase Overgang fase alfabetisering
Meningsvorming: jij en vluchtelingen
Meningsvorming: jij en vluchtelingen Korte omschrijving Het kan uw leerlingen bijna niet ontgaan zijn dat de Europese Unie te maken heeft met een grote stroom vluchtelingen. Sinds een paar maanden is dit
CODEBOEK VRAGENLIJST LEERLINGEN: ALGEMEEN
CODEBOEK VRAGENLIJST LEERLINGEN: ALGEMEEN Dit document werd ontwikkeld in het kader van het vak Pedagogische en sociaalagogische praxis (Universiteit Gent) en mag voor geen andere doeleinden gebruikt worden.
ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4
ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4 Wat zegt die grafiek? De indeling van de ochtend is als volgt: Schoolbrede start (15 minuten) Zie hoofdstuk Schoolbrede start. Deel 1 Tellen in een plaatje (20 minuten) De kinderen
Problemen kunnen oplossen
groep 7 8 Inhoud 1 Problemen kunnen oplossen De De leerlingen leren het oplossen van problemen aan de hand van elf stappen. In groep 6 hebben zij de eerste vijf stappen geleerd. Deze is een herhaling van
Dag 4 Een kilootje poëzie, alstublieft.
Dag 4 Een kilootje poëzie, alstublieft. 1 VOORBEREIDING > Print de pagina s van bronnenbladen 1 en hang ze op in de klas. Hang ze een beetje uit het zicht zodat de leerlingen er echt naar op zoek moeten.
LEERJAAR 2 WERELDORIËNTATIE
VOORBEELDATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 2 WERELDORIËNTATIE De leerlingen vertellen elkaar over hun familie. In de klas wordt P. 02-03 Klein en Groot JOUW AILIE AAN DE UUR een familiemuur gemaakt. De leerlingen
Juf Sabine en juf Maaike
Je moet daar heel wat voor kunnen: - Je moet goed kunnen lezen - En ook goed begrijpen wat je leest - Je moet goed kunnen opzoeken - En goed kunnen kiezen wat je wel en niet nodig hebt. - Je moet je verhaal
Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen,
VSO / BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4A ^ 4a Wie doet wal? Voorbeeldles VSO/Blok 1 We horen bij elkaar Les 4 a+b: Wie doet wat? Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen
4 In de tekst staat: Dit is een recept voor een toetje. Weet jij wat een recept is? Kruis de goede zin aan.
Blok 2 LB 16-17 LES 1 MAAK EEN TOETJE Lees de tekst in het leesboek nog niet. 1 Kijk naar de plaatjes. Nu weet je al heel veel. 1 Hier staat hoe je een toetje maakt. Hier staat hoe je een pop maakt. 2
Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken
Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.
Kwartetten met klinkers
Kwartetten met klinkers Onderwerp Woorden met een korte of lange klank die bestaan uit een of twee klankgroepen. Doel De kinderen leren het verschil tussen een korte en een lange klank. Ze leren dat ze
Jongens en meisjes. Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Jongens, meisjes, lichaam, piemel, vagina, seksestereotiep
Kriebels in je buik Jongens en meisjes 1 Jongens en meisjes Groep 2 55 min Begrippen Jongens, meisjes, lichaam, piemel, vagina, seksestereotiep gedrag Benodigheden Digibord Schaar Knutselspullen Werkbladen
verzinnen de kinderen rijmwoorden of woorden met eenzelfde begin- of eindrijm tijdens een spel met sneeuwballen van papier.
12. Sneeuwballenrijm Tijdens deze activiteit: verzinnen de kinderen rijmwoorden of woorden met eenzelfde begin- of eindrijm tijdens een spel met sneeuwballen van papier. Taal Ontluikende en beginnende
Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 2
Dag 2 van de eerste taalperiode Deze dag en al de volgende dagen verlopen op identiek dezelfde wijze als de 1e dag van de taalperiode, met één verschil: na de introductie van het dagthema volgt onmiddellijk
OPDRACHTEN BIJ THEMA 8 GESPREKSMODELLEN
OPDRACHTEN BIJ THEMA 8 GESPREKSMODELLEN Gespreksvoering is een kwestie van je gezond verstand gebruiken. INLEIDING Een professioneel gesprek is geen alledaags gesprek. Bij een professioneel gesprek heb
Mirjams mama en moekie
Seksuele diversiteit graad 1 Mirjams mama en moekie Lesvoorbereiding Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print 2 lege gedragspatroongrafieken af voor
Seksueel grensoverschrijdend gedrag
Kriebels in je buik Seksueel grensoverschrijdend gedrag 1 Seksueel grensoverschrijdend gedrag Groep 8 90 min Begrippen Seksuele grensoverschrijding, seksueel misbruik, vertrouwenspersoon, veilig thuis
Over taaie taboes en lastige liefdes
Seksuele diversiteit graad 3 Lesvoorbereiding Over taaie taboes en lastige liefdes Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print het artikel Huwelijken
Deze les bestaat uit twee delen. Het eerste deel kunnen de leerlingen zelfstandig in groepjes uitvoeren en het tweede gedeelte doe je klassikaal.
LESBRIEF 1 KM HOOP Handleiding leerkracht In de Week van de Hoop staat Team Hoop centraal, een groep superhelden die samen bijzondere avonturen beleven. De leerlingen ontdekken dat ze allemaal superhelden
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,
Maak zelf geld. Lesvoorbereiding. Verwondering. Kennis
Geld graad 1 Lesvoorbereiding Maak zelf geld Print 1 keer het verhaal Isaura s droom, Toon Isaura's foto op het smartboard Print de Braziliaanse munt, de real uit. Verwondering Lees het verhaal Isaura
Speak up! Wat is JA en wat NEE?
Les 3 Speak up! Wat is JA en wat NEE? Deze derde les gaat over het leren inzien en uitspreken van je wensen en grenzen bij intimiteit en seks. Hoe zorg je dat het leuk is en blijft? Het belangrijkste daarbij
OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK
OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK Van positieve feedback leer ik niets. INLEIDING Feedback geven en ontvangen moet je eerst oefenen en dan toepassen. In de opdrachten hieronder ga je ermee aan de slag. Doelstellingen
Werkblad: Vind me dan
Werkblad: Vind me dan Stap 1 Stap 2 Wat is het probleem? Vraag het de natuur! Hoe lost de natuur dit probleem op? Hoe zorgen planten en dieren ervoor dat ze niet opvallen? Kennen jullie voorbeelden? Schrijf
Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?
Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen
Thema 1 Activiteit 4. Een leesworm in de boekenhoek (2A) Ra ra ra, wat ben ik?
: Overzicht lesverloop 25 1 De leerlingen lezen individueel een aantal eenvoudige raadsels over voorwerpen uit een boekentas om ze daarna in duo s aan elkaar voor te lezen. Ze zoeken telkens samen naar
Welke supermens vliegt het verst?
Welke supermens vliegt het verst? In deze les laten we de leerlingen ervaringen opdoen met vliegen en windkracht. We maken een supermens (met een knipoog naar superman/superwoman) en onderzoeken hoe hij/zij
Introductie: Stel jezelf voor en leg uit wat je komt doen. Vertel kort over de samenwerking in 4 Vuurwerk Veilig (bijv. aan de hand van de logo s).
Algemene: Neem de presentatie en de notities die erbij zitten vooraf goed door, zodat je weet wat je gaat vertellen. Probeer de presentatie op maximaal een uur te houden. De concentratieboog van de kinderen
optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen
1 Basisstof t/m 10 Lesdoelen De kinderen: kunnen hoeveelheden t/m ; kunnen een optelsom met voorwerpen t/m in de abstracte vorm noteren; kunnen werken met de rekentekens en. Materialen Klassikaal: Per
China. Chinees porselein versieren. Vakgebied: Beeldende Vorming. Lesduur: 60 minuten
China Chinees porselein versieren Vakgebied: Beeldende Vorming Lesduur: 60 minuten China Pagina 1 - Chinees porselein versieren - Colofon Chinees porselein versieren Les voor groep 5/6 60 minuten Tekenen
Les 1. A Het alfabet. Rose Omar. Welkom! Welcome! Bienvenue! እንቛዕ ብደሓን መጻእኩም! Hallo, wat is jouw naam? Mijn naam is Rose. = ik mijn.
Les A Het alfabet Wat zeg je in jouw taal? Schrijf. Welkom! Welcome! Bienvenue! أهلا وسهلا! እንቛዕ ብደሓን መጻእኩም! خوش آمدید Schrijf je voornaam op een papiertje. Rose Omar Bekijk de foto en luister. Hallo,
DIGIPRENTSERIE: DE SNOEPSLANG
DIGIPRENTSERIE: DE SNOEPSLANG Toelichting Bedankt voor het downloaden van het pakket De Snoepslang. Deze werkbladen zijn bedoeld om te gebruiken naar aanleiding van het verhaal De Snoepslang. Je vindt
LESBESCHRIJVINGSFORMULIER
LESBESCHRIJVINGSFORMULIER Beroepstaak 1 Omgaan met kinderen in een leersituatie Stageschool Plaats Stagementor Stagegroep Aantal kinderen Gegevens Stageschool Datum Naam student Groep Vakgebied Gegevens
MOEILIJKHEIDSGRAAD: -**- Een spreekbeurt geven, vraagt veel voorbereiding. Je moet immers vlot kunnen vertellen en je moet je luisteraars boeien.
DOELGROEP: basisschool THEMA: spreekbeurt MOEILIJKHEIDSGRAAD: -**- ALS IK EEN... WAS... Een spreekbeurt geven, vraagt veel voorbereiding. Je moet immers vlot kunnen vertellen en je moet je luisteraars
plaatjesbrainstorm Afbeeldingen zorgen voor inspiratie tijdens het verzinnen van ideeën Ontwerpvaardigheid Denk alle kanten op Ontwerpstap
Werkvormen Plaatjesbrainstorm plaatjesbrainstorm Afbeeldingen zorgen voor inspiratie tijdens het verzinnen van ideeën Deelnemers Individueel Ontwerpvaardigheid Denk alle kanten op Ontwerpervaring Geen
Winkelen in het bos?
Winkelen in het bos? Natuur, tweede graad Doelstellingen Kinderen ervaren dat het bos uit verschillende delen en bewoners bestaat. Kinderen ontdekken verbanden tussen alle delen en bewoners van het bos.
Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?
Les 1: Een poëziekaart maken poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de ramadan voelen
de pen het boek de map de leerling de meester
Werkbladen bij thema de school: dag 1 Naam:................. 1. Lezen en overschrijven: de pen het boek de map de leerling. de meester LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 1 Pagina 1 2. Invullen:
Vollenhove Wonen op een havezate
D S T R K C N T Opdracht 1 Nodig: foto van jezelf als klein kind, fotoblad opdracht 1 In Vollenhove staat de havezate Oldruitenborgh. De havezate is al heel oud. Bijna 250 jaar geleden, rond 1770, woonden
LEERKRACHTGEDEELTE HOE-FILES: HOE ZIE IK ER SEXY UIT?
LEERKRACHTGEDEELTE HOE-FILES: HOE ZIE IK ER SEXY UIT? Omschrijving van de activiteit De leerlingen lezen een lijst met tips over hoe je er goed kan uitzien en wat je zeker niet mag doen als je er goed
en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht
I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen
Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?
Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Deze opdracht doe je alleen, in tweetallen of in een Maak een woordveld bij de tekst. Je mag
LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX.
LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX. Omschrijving van de activiteit De leerlingen lezen tips over correct handelen als je het uitmaakt met je lief. Ze bespreken