Nibud kostgeld onderzoek ouders

Transcriptie

1 Nibud kostgeld onderzoek ouders Enquête onderzoek kostgeld september 2016 Geachte heer, mevrouw, Voor u een enquête met 25 vragen. Het beantwoorden van deze vragen zal maximaal 5 minuten van uw tijd in beslag nemen. De aanleiding voor het afnemen van deze enquête is een opdracht van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Wij doen onderzoek naar een effectieve manier om met de ouders van thuiswonende jongeren/studenten te communiceren over het onderwerp kostgeld. De antwoorden worden uitsluitend gebruikt voor dit onderzoek. Wij bedanken u alvast voor uw medewerking. Alleen als u thuiswonende kinderen (één of meer) in de leeftijd jaar met een eigen inkomen (studerend of niet studerend) heeft, behoort u tot de onderzoeksgroep. Zo ja dan vragen we u om de vragen van deze enquête te beantwoorden. Dit onderzoek doen we in opdracht van het Nibud in het kader van onze opleiding Communicatiemanagement aan de Hogeschool Utrecht. Bij een aantal vragen kan het zijn dat u geen mening heeft of dat deze niet van toepassing zijn. U kunt deze vraag dan overslaan of deze vragen worden automatisch overgeslagen Vragen die u niet kunt overslaan worden aangegeven met een * Bij voorbaat dank voor uw medewerking. Vragen over huishouden en uw kind (kinderen) 1. Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden? Tel daarbij alleen de thuiswonende kinderen mee. * personen 2. Hoeveel kinderen behoren tot dit huishouden? * kind/kinderen

2 3. Wat is de leeftijd van uw thuiswonende kind(eren)? Heeft u meer dan vier kinderen vul dan alleen de leeftijd van de oudste vier kinderen in. De leeftijd van het oudste kind is: De leeftijd van het op een na oudste kind is: De leeftijd van het op twee na oudste kind is: De leeftijd van het op drie na oudste kind is: leeftijd in jaren 4. Wat is het geslacht van uw oudste thuiswonende kind? * Vrouw Man 5. Welke situatie is van toepassing op uw oudste thuiswonende kind? * Een baan (of zelfstandig) van meer dan 30 uur per week Een baan (of zelfstandig) van tussen de 20 en 30 uur per week Een baan (of zelfstandig) van minder dan 20 uur per week Fulltime student (eventueel met een bijbaantje) Parttime student (eventueel met een bijbaantje) 6. Heeft u inzicht in het inkomen van uw oudste thuiswonende kind? * Ja Nee (u gaat verder met vraag 8)

3 Pagina 3 7. Zo ja kunt u een schatting geven van het bedrag waar uw oudste thuiswonende kind maandelijks (netto) over kan beschikken? Onder dit bedrag verstaan we o.a. een eigen inkomen, maar daarnaast eventueel ook een beurs, het bedrag dat wordt geleend en eventueel uw ouderlijke bijdrage. A: 0 tot 100 B: 100 tot 200 C: 200 tot 300 D: 300 tot 400 E: 400 tot 500 F: 500 tot 600 G: 600 tot 700 H: 700 tot 800 F: 800 tot 900 G: 900 tot 1000 H: 1000 of meer De volgende vragen gaan over kostgeld. 8. Betaalde u vroeger zelf kostgeld aan uw ouders? * ja nee 9. Heeft u het weleens met uw kind(eren) gehad over het betalen van kostgeld? * Ja Nee (u gaat verder met vraag 14)

4 Pagina Wat vindt uw kind van het betalen van kostgeld door kinderen aan hun ouders? Hij/zij vindt het onzin Hij/zij begrijpt het Hij/zij heeft er geen duidelijke mening over Dat weet ik niet Anders n.l. 11. Vraagt u kostgeld aan één of meerdere van uw thuiswonende kinderen? * Ja Nee (vraag 12 en 13 worden overgeslagen) Pagina Wat vindt uw kind ervan dat u om kostgeld vraagt? Hij/zij vindt het onzin Hij/zij begrijpt het Hij/zij heeft er geen duidelijke mening over Anders nl: 13. Welk bedrag vraagt u aan kostgeld (gemiddeld per kind) euro per maand

5 14. Wat is voor u een reden om juist wel of juist geen kostgeld te vragen? U kunt meerdere antwoorden kiezen. Wel: Mijn eigen financiële situatie vraagt hierom Wel: Kinderen leren zo dat het leven geld kost Wel: Ik vind het belangrijk dat mijn kind een bijdrage levert zodat hij/zij doorheeft dat het leven geld kost Niet: Financieel niet nodig Niet: Ik vind het moeilijk om het aan mijn kind te vragen Niet: Ik denk niet dat het goed is om kostgeld aan je kinderen te vragen Anders n.l. 15. Vul de volgende zin aan: Ik vind het "normaal" dat een kind aan zijn/haar ouders kostgeld betaalt als: 16. Nu volgen een aantal stellingen over kostgeld. Wilt u per stelling aangeven in hoeverre u het oneens dan wel eens bent met deze stelling. Heeft u geen mening sla dan deze stelling over. 1 = zeer oneens; 2 = oneens; 3 = neutral; 4 = eens; 5 = zeer eens Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen genoeg kennis op doen over huishoudelijke inkomsten en uitgaven. (financiële opvoeding). Ouders zijn mede verantwoordelijk voor het bijbrengen van financiële kennis aan hun kinderen. Ik ben van mening dat het vragen van kostgeld aan

6 kostgeld aan mijn kind(eren) haar/hem/hen voorbereidt voor latere financiële zelfstandigheid. Ik ben goed geïnformeerd over het begrip kostgeld en het hanteren hiervan. Thuiswonende jongeren met een fulltime baan/bijbaan moeten kostgeld betalen. Mijn eigen financiële status beïnvloedt de keuze om mijn thuiswonende kinderen wel of geen kostgeld te vragen. Ik vind het moeilijk om het onderwerp kostgeld met mijn kind(eren) te bespreken. De mening van mijn kind over het betalen van kostgeld heeft invloed op mijn beslissing om kostgeld te vragen. Ik zou graag meer willen weten over kostgeld en het hanteren hiervan. 17. Als u op zoek bent naar informatie over kostgeld. Waar zoekt u dan? Meerdere antwoorden mogelijk. Bij fora over opvoeding over kinderen op internet Op internet (algemeen) Op de site van het Nibud In tijdschriften over het opvoeden van kinderen Anders n.l.

7 Om vast te stellen in hoeverre het beantwoorden van een aantal van de bovenstaande vragen samenhangt met een aantal demografische kenmerken vragen we u tenslotte de volgende vragen te beantwoorden. 18. Wat is uw geslacht * Man Vrouw 19. Tot welke leeftijdscategorie behoort u? * 30 t/m 40 jaar 41 t/m 50 jaar 51 t/m 60 jaar 61 jaar en ouder 20. Wat is uw "burgerlijke" staat? * Gehuwd/partnerschap Gescheiden (na huwelijk of partnerschap) Ongehuwd/geen partnerschap Weduwe/weduwnaar 21. Hoe typeert u uw opleidingsniveau? * Laag (alleen basisschool/lagere school) Middelbaar Hoog (HBO/universiteit...) 22. Welke situatie is voor de hoofdkostwinner van uw huishouden van toepassing: * Deze werkt in loondienst Deze werkt als zzp'er/ondernemer Deze is met pensioen/vut Deze heeft een uitkering Anders:

8 23. Hoe hoog is uw netto maandelijks gezinsinkomen? * Minder dan 1200 euro Tussen 1200 en 1700 euro Tussen 1700 en 2300 euro Tussen 2300 en 3100 euro 3100 euro of meer Dat wil/kan ik niet zeggen 24. In welke provincie woont u? * Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Flevoland Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg

9 Pagina Wat is je/het groepsnummer? * A1 A2 A3 A4 A5 A6 B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 H1 H2 H3 Pagina 9 Hiermee is de vragenlijst beantwoord. Hartelijk dank voor het invullen van de vragen. Kies voor Gereed om af te sluiten.» Redirection to final page of Enquêtes Maken (wijzigen)