Rekenen Meten en meetkunde. voor 1F

Transcriptie

1 Rekenen Meten en meetkunde Tijd voor 1F

2 Colofon Auteur: Daphne Ariaens Eindredactie: Jiska van Hall, Christie Hofmeester Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: Crius Group Illustraties: Edu Actief b.v., Eef van der Most Titel: Rekenen Meten en meetkunde Tijd voor 1F ISBN NUR: 100 Trefwoord: Rekenen, tijd Copyright 2014 Edu Actief b.v. Postbus KB Meppel telefoon: fax: info@edu-actief.nl internet: Eerste druk/eerste oplage 2014 Edu Actief b.v. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden 2

3 Inhoud Voorwoord 4 Hoofdstuk 1 6 Hoofdstuk 2 Kwartieren en minuten 17 Hoofdstuk 3 De tijd in cijfers 32 Hoofdstuk 4 Ben ik te laat of kom ik op tijd? 48 Hoofdstuk 5 Hoe lang duurt het? 57 Hoofdstuk 6 De kalender 73 Hoofdstuk 7 Belangrijke data 91 Hoofdstuk 8 Herhaling 104 Hoofdstuk 9 Eindopdracht en reflectie 113 3

4 Voorwoord Dit werkboek gaat over tijd. Het gaat over klok kijken, kalenders en afspraken. Ook leer je hoe je de datum en tijden schrijft. Picto In dit boek zie je bij sommige opdrachten een picto. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hierna lees je wat de picto s betekenen. Bij dit picto ga je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. Je gaat de opdracht voorbereiden. Bij dit picto ga je de opdracht uitvoeren. Je gaat bijvoorbeeld iets maken. Of je gaat iets doen. Bij dit picto ga je evalueren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Wat ging er goed en wat ging er minder goed? Wat vond je van de opdracht? Wat kon je eerst niet, wat je nu wel kunt? Wat ga je de volgende keer anders doen? 4

5 Bij dit picto ga je reflecteren. Je denkt na over wat je hebt geleerd. En wat dat betekent voor je toekomst. Wat ga je nu doen? Hoe gaat het verder? Bij dit picto ga je in gesprek. Om een opdracht na te bespreken gebruik je de StruX-kaarten. Bij dit picto ga je iets bekijken op de website van StruX. Dit kan bijvoorbeeld een foto, formulier of film zijn. Volg deze stappen. 1. Ga naar 2. Klik op de knop deelnemer. 3. Klik op Rekenen. 4. Klik op de foto van dit leer-werkboek. 5. Klik op de link bij de opdracht. Misschien werk je met een portfolio. In je portfolio stop je bewijsstukken. Als je dit picto ziet kun je een bewijsstuk toevoegen. Bespreek dit met je begeleider. 5

6 Op tijd komen is belangrijk. Bijvoorbeeld als je met de bus reist of aan het werk moet. Dit hoofdstuk gaat over: klok kijken op een klok met wijzers tijd inschatten planningen maken. Hoe vaak kijk je op je horloge of een klok? Over tijd denk je nooit na. Maar tijd is belangrijk. Tijd geeft orde. Met tijd maak je een planning. Seconde na seconde, minuut na minuut, uur na uur, maand na maand, jaar na jaar gaat de tijd voorbij. Opdracht 1 Waar denk jij aan bij het woord tijd? Schrijf de woorden in het woordweb. Tijd Bespreek je woordweb met de groep. 6

7 Op een klok zie je hoe laat het is. Een klok heeft een grote en een kleine wijzer. De kleine wijzer wijst het uur aan. De grote wijzer wijst de minuten aan. Zo kan de grote wijzer bijvoorbeeld aanwijzen of het een heel of een half uur is. Een uur is 60 minuten en een halfuur is 30 minuten. Het is 4 uur. De kleine wijzer wijst naar de 4. De grote wijzer wijst recht naar boven. Het is half 5. De kleine wijzer wijst tussen 4 en 5 in. De grote wijzer wijst recht naar beneden. Opdracht 2 Hoe laat is het? 7

8 Opdracht 3 Het is 8 uur. De bus komt over 1 uur. Hoe laat komt de bus? Welke klok laat zien hoe laat de bus komt? Het is 5 uur. Je vriendin komt over een halfuur op bezoek. Hoe laat komt zij? Welke klok laat zien hoe laat je vriendin komt? 8

9 Het is half 6. De winkel gaat over een halfuur dicht. Hoe laat gaat de winkel dicht? Welke klok laat zien hoe laat de winkel dicht gaat? Het is half 4. Over 1 uur moet je bij de dokter zijn. Hoe laat is je afspraak? Welke klok laat zien hoe laat je afspraak is? 9

10 Opdracht 4 Hoe laat is het op de klok? Hoe laat is het op de klok? Hoe laat is het 1 uur later? Hoe laat is het 1 uur vroeger? Hoe laat is het 3 uur later? Hoe laat is het 4 uur vroeger? Hoe laat is het een halfuur later? Opdracht 5 Het is half 6. Hoeveel later of vroeger is het op de klokken? 10

11 Opdracht 6 Bekijk de klok. Stel, je hebt om 3 uur een afspraak. Je moet nog een halfuur fietsen. Ben je nog op tijd voor de afspraak? ja/nee Bekijk de klok. Stel, je moet om half 7 s avonds thuis zijn. De treinreis duurt 30 minuten. Je moet daarna nog een halfuur lopen. Ben je op tijd thuis? ja/nee De trein heeft een halfuur vertraging. Hoe laat ben je thuis? De trein heeft 1 uur vertraging. Ben je nog op tijd thuis? ja/nee Opdracht 7 Je hebt s morgens 1 uur nodig om je klaar te maken voor je werk. Daarna moet je nog een halfuur fietsen naar je werk. Om half 9 moet je op je werk zijn. Hoe laat moet je opstaan? Welke klok laat zien hoe laat je moet opstaan? 11

12 Hoe laat moet je van huis vertrekken? Welke klok laat zien hoe laat je van huis moet vertrekken? Je hebt met een vriend in Utrecht afgesproken. Jullie hebben om 4 uur afgesproken. Je bent anderhalf uur onderweg van je huis naar Utrecht. Hoe laat moet je van huis vertrekken? Welk klok laat zien hoe laat je van huis moet vertrekken? 12

13 Opdracht 8 Supermarkten hebben vaste openingstijden. Dit zijn de openingstijden van Supermarkt Boom: Tot hoe laat kun je winkelen op koopavond? Kun je op koopzondag om 10 uur boodschappen doen? ja/nee Hoe laat gaat de winkel open op woensdag? Het is donderdagavond half 8. Je moet een boodschap halen. Hoeveel tijd heb je nog? 13

14 Op koopzondag ben je tot half 4 in de sportschool. Daarna moet je nog snel brood halen. Je moet een halfuur fietsen naar de supermarkt. Hoe laat is het als je bij de supermarkt bent? Hoeveel tijd heb je nog om boodschappen te doen? Keuzeopdracht 9 Kies of overleg welke opdracht jij doet. Vind jij het leuk om een planning te maken? Kies dan opdracht 9a. Wil jij graag een kaarsklok maken? Kies dan opdracht 9b. Opdracht 9a Maak een planning voor volgende week. Zet in de planning wat je volgende week gaat doen. Op welke dag en hoe laat. Bedenk er ook bij hoe lang het duurt. Bedenk wat je volgende week gaat doen. Naar school, werken, sporten. Of misschien heb je wel een verjaardag. Of een feestje. Maak de planning. Schrijf het netjes in een schema. 14

15 Bespreek jouw planning met iemand anders. Kun je alles doen of kom je tijd tekort? Wat zou je de volgende keer anders doen? Reflecteer op je werk. Voer hier samen een gesprek over. Je kunt hierbij de StruX-kaarten gebruiken. Uitvoering Voorgedaan Samen gedaan Zelf gedaan Opdracht 9b Maak een kaarsklok. Pak 2 dezelfde nieuwe kaarsen. Zet de kookwekker op 30 minuten. Steek 1 kaars aan. Na 30 minuten gaat de wekker. Blaas de kaars uit. Wacht tot het kaarsvet koud is. Leg de kaars naast de nieuwe kaars. Tot waar komt de gebrande kaars? Zet daar een streepje op de nieuwe kaars. Zet de kookwekker opnieuw op 30 minuten. Pak de gebrande kaars en steek hem weer aan. Na 30 minuten gaat de wekker. Blaas de kaars uit. Leg de kaars naast de kaars met het streepje. 15