Trechterborst; behandeling met de Nusstechniek

Transcriptie

1 Trechterborst; behandeling met de Nusstechniek In deze informatie leest u wat een trechterborst is en over de behandeling de Nusstechniek. Met een Nusstechniek operatie is een trechterborst (een ingedeukt borstbeen) te corrigeren. Wat is een trechterborst? Een trechterborst wordt ook wel pectus excavatum genoemd. Het is een groeistoornis waarbij het kraakbeen van de ribben en het borstbeen naar achteren is gegroeid. Hierdoor is het borstbeen wat gedraaid en de borst ongelijk gegroeid (vergroeiing). De vorm van de trechterborst verschilt per patiënt. Hoe ontstaat een trechterborst? Aangenomen wordt dat de trechterborst komt door een te sterke groei van het ribkraakbeen. Hierdoor wordt het groeiende borstbeen naar achteren geduwd. Waarom een trechterborst ontstaat is niet bekend. Wellicht is erfelijkheid in het spel. Een trechterborst kan bij de geboorte al te zien zijn, maar wordt vaak pas duidelijk te zien in de tienerjaren. Belangrijk om te weten: een trechterborst verdwijnt niet vanzelf. Ook niet met bepaalde oefeningen! Klachten van een trechterborst Een trechterborst drukt op het hart en de longen. Dit kan klachten geven zoals: vage pijn in de borstwand klachten van benauwdheid en verminderde inspanning Ook is trechterborst cosmetisch niet fraai.

2 De Nusstechniek operatie Bij de Nuss-techniek operatie krijgt u aan de beiden kanten van de borstkas een kleine snee. Met behulp van een camera wordt een gebogen metalen stang achter uw borstbeen geplaatst. De stang wordt aan de zijkanten van de borstkas bevestigd. De stang duwt het borstbeen naar voren en haalt zo de druk van uw hart en longen. De stang is aan de buitenkant niet te zien. De metalen stang wordt na drie jaar verwijderd. De borstkas moet dan in staat zijn zelf de nieuwe vorm te behouden. Weergave van trechterborst met stang Resultaat van de behandeling Niet alleen de operatie maar ook de lichaamsbouw is bepalend voor het resultaat van de operatie. De operatie corrigeert de trechterborst voor een groot deel, maar een perfect resultaat mag niet worden verwacht. Het overgrote deel van de patiënten is tevreden met het resultaat, ook op langere termijn. Hoe bereidt u zich voor op de operatie U of uw kind wordt door de huisarts of de kinderarts doorverwezen naar de chirurg. De chirurgie bespreekt met u de behandeling. De polikliniek assistente plant daarna de operatie in. Voordat u of uw kind geopereerd wordt krijgt u een aantal afspraken. Afspraak op de polikliniek anesthesiologie. Afspraak voor het opname gesprek. Afspraak voor een CT thorax, dit onderzoek is meestal niet nodig. Controle afspraak bij de chirurg na de operatie. Polikliniek anesthesiologie Voor uw operatie bezoekt u de polikliniek anesthesiologie. Op de polikliniek chirurgie wordt de afspraak voor u gemaakt. U heeft daar een gesprek met een anesthesioloog of een medewerker pre-operatieve screening. U krijgt een vragenlijst over uw gezondheid en we vragen naar eerdere operaties, uw medicijnen en of u allergisch bent. Ook krijgt u een lichamelijk onderzoek. Soms vraagt de anesthesioloog andere artsen bij uw behandeling zoals de internist, longarts of cardioloog. De medewerker vertelt u over de algemene verdoving die u bij deze operatie krijgt. Ook krijgt u te horen wat u wel en niet mag eten en drinken vóór de operatie. Alle informatie krijgt u op papier mee. Lees de informatie goed door en volg de aanwijzingen goed op. Polikliniek anesthesiologie: maandag t/m vrijdag uur (023) Trechterborst; behandeling met de Nusstechniek pagina 2

3 Opname gesprek op de polikliniek U vult samen met de polikliniek assistente een vragenlijst (anamnese) in. De informatie over de operatie krijgt u ook tijdens dit gesprek. Heeft u tijdens uw opname nog vragen? Stel deze dan aan de verpleegkundige op de afdeling. Medicijnen vóór de operatie Gebruikt u medicijnen, neem dan altijd een actueel overzicht van uw medicijnen mee. U haalt dit overzicht bij uw apotheek. Soms moeten medicijnen tijdelijk voor de operatie gestopt worden. Welke dit zijn hoort u van uw arts. Bloedverdunnende medicijnen Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen zoals Ascal, Persantin, Acenocoumarol, Fenprocoumon of andere trombosedienstmedicijnen? Overleg met uw arts of u deze medicijnen moet stoppen voor de operatie. En zo ja, hoeveel dagen voor de operatie u hiermee moet stoppen. Nog meer voorbereidingen en wat neemt u mee naar het ziekenhuis: Lees hiervoor de folder Opname en verblijf in het. U komt op de afgesproken dag en tijd naar de verpleegafdeling waar u wordt opgenomen. De dag van de opname U wordt opgenomen op de dag van de operatie. Kinderen of jongeren worden opgenomen op de kinderafdeling. U komt nuchter naar het ziekenhuis, dat wil zeggen niet meer eten en drinken zoals de anesthesioloog dit met u heeft afgesproken. Gebruikt u medicijnen? Neem deze in originele verpakking mee, samen met een actueel overzicht van uw medicijnen. Uw bloeddruk, pols en temperatuur worden gemeten. Ook vraagt de verpleegkundige wie uw twee contactpersonen zijn of u overgevoelig bent voor iets. De verpleegkundige weet hoe laat de operatie ongeveer is. U krijgt operatiekleding aan. U krijgt medicijnen als voorbereiding op de operatie. Vlak voor de operatie wordt u naar de operatieafdeling gebracht. Daar stapt u over op een smalle operatietafel. U krijgt een infuus. Dit is een naaldje in een bloedvat van uw arm waardoor u medicijnen, vocht en eventueel het narcosemiddel krijgt. De anesthesioloog geeft u de verdoving die met u besproken is. Ook krijgt u apparatuur aangesloten om uw bloeddruk, hartfunctie en ademhaling tijdens de operatie goed te controleren. Na de operatie Na de operatie wordt u wakker in de uitslaapkamer (recovery). Zodra u voldoende wakker bent en uw toestand het toelaat, komt de verpleegkundige u weer ophalen. U gaat weer terug naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige controleert regelmatig uw hartslag (pols) en bloeddruk. Na de operatie informeert de chirurg uw contactpersoon over hoe de operatie is gegaan. Pijnstilling Pijnstilling is belangrijk bij deze operatie. U krijgt doorlopend pijnstilling via een slangetje in de rug (epiduraal katheter). Dit slangetje blijft meestal 2 tot 3 dagen zitten. Ook krijgt u pijnstilling via een infuus, tablet of injectie. Wanneer u de pijn voelt opkomen, is het belangrijk dit te melden aan de verpleegkundige. Trechterborst; behandeling met de Nusstechniek pagina 3

4 Pijnstilling is bedoeld om de pijn na de operatie te verminderen. Vaak ervaren de patiënten een drukkend gevoel op de borst die de pijnstilling niet helemaal kan wegnemen. Mogelijk complicaties Geen enkele operatie is zonder risico s. De kans op complicaties is ook bij een Nusstechniek operatie. Complicaties kunnen wondinfectie, trombose of longontsteking. Daarnaast zijn er nog specifieke complicaties mogelijk zoals: Pneumothorax; Bij een pneumothorax komt er lucht tussen de borstwand en de long, waardoor de long inklapt. Ontstaat een pneumothorax, dan krijgt u een drain om de lucht tussen de borstwand en de long weg te zuigen. Deze complicatie komt zelden voor. Bloeding; U kunt een bloeding krijgen. Daarom wordt direct na de operatie een controlefoto gemaakt. Ook wordt het ijzergehalte (HB) in uw bloed gecontroleerd. Deze complicatie komt zeer zelden voor. Ontstaat er een bloeding, dan wordt met een operatie het bloedvaatje dicht gemaakt. Het verplaatsen van de stang (stang die tijdens de operatie ingebracht is). Deze complicatie treedt pas later op. Het komt in 2 tot 4% van de gevallen voor. Soms moet de stang dan extra vastgezet worden. Afspraken bij het naar huis gaan Meestal mag u de 5 e dag na de operatie naar huis. U krijgt een afspraak mee voor controle op de polikliniek chirurgie. Pijnstilling Bij pijn mag u paracetamol gebruiken. U krijgt van de arts of verpleegkundige advies over hoeveel paracetamol u mag gebruiken. Paracetamol is te koop bij drogist of apotheek. Soms krijgt u nog een recept mee voor aanvullende pijnstilling. De wondjes en hechtingen U mag wel direct douchen. Douche wel kort zolang de wondjes nog niet helemaal genezen is. Dat is beter voor het genezen van de wond. U mag niet zwemmen of in bad tot de wond genezen is en de eventuele hechtingen of nietjes verwijderd zijn. Is de wond droog, dan hoeft er geen verband meer op. Heeft u hechtingen of nietjes in de wond? Dan krijgt u een afspraak mee voor de polikliniek chirurgie voor het verwijderen. Heeft u wondstrips (steristrips) op de wond, dan laten deze vanzelf los. De wond is dan onderhuids gehecht. Meestal worden oplosbare hechtingen gebruikt. Lekt uw wond nog als u naar huis gaat? Dan krijgt u zo nodig een afspraak mee voor controle op de polikliniek chirurgie. De doktersassistente belt u 5 dagen na de operatie om met u te bespreken hoe het met de wond gaat. Voor problemen met de wond zie bij Vragen en telefoonnummers. Heeft u informatie over uw wondverzorging apart meegekregen, volg dan de adviezen uit die informatie goed op. Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis of de huisarts? Heeft u in de periode tussen het ontslag en de eerste controle één van de onderstaande klachten: Koorts hoger dan 38,5 C. Wondjes die rood, dik en pijnlijk worden of waar helder of troebel vocht uitkomt. Trechterborst; behandeling met de Nusstechniek pagina 4

5 Meer pijn aan de wond. Meer kortademig bij inspanning of in rust. Hoesten en het opgeven van geel of groen slijm. Neem dan tijdens kantooruren contact op met polikliniek chirurgie (023) Buiten kantooruren neemt u contact op met de huisartsenpost in uw regio en vertelt u dat u een Nusstechniek operatie heeft gehad. Leefregels na ontslag Thuis is het verstandig om het 2 tot 3 weken rustig aan te doen. Hoe snel u herstelt verschilt per persoon. Contactsporten mag u de eerste 3 tot 4 maanden niet doen. Dit geldt ook voor het bezoek aan discotheken en andere plekken waar veel mensen samenkomen. De kans op fysiek contact, zoals duwen en trekken is dan te groot. Fietsen en autorijden kan, zodra u de normale bewegingen van de borstkas en schouders weer kunt doen. Dit is meesal na 2 tot 4 weken. De eerste drie maanden mag u niet zwaar tillen. De eerste weken tot maanden na de operatie is het liggen of slapen op uw zij moeilijk. Forceer dit niet. Er komt vanzelf een tijd dat u weer zonder pijn op uw zij kan liggen en slapen. Moet u hoesten, lachen of niezen, houdt dan een klein kussentje voor de borst. Vragen en telefoonnummers Het is belangrijk dat u juiste en duidelijke informatie krijgt. Met deze informatie beslist u, samen met uw arts, of u de behandeling laat doen. Heeft u nog vragen, stel ze gerust aan uw behandelend arts. Heeft u vragen tijdens uw opname in het ziekenhuis, dan kunt u die stellen aan de verpleegkundige op de afdeling of aan de (zaal)arts. Heeft u vragen vóór of nà de behandeling in het ziekenhuis, of doen zich thuis problemen voor, neem dan contact op met de polikliniek chirurgie. Schrijf uw vragen van tevoren op, zodat u niets vergeet. Polikliniek chirurgie maandag t/m vrijdag van uur (023) Waar zijn we te vinden? Haarlem Zuid Boerhaavelaan RC Haarlem Hoofddorp Spaarnepoort TM Hoofddorp Haarlem Noord Vondelweg BW Haarlem Heemstede Händellaan 2A 2102 CW Heemstede (023) info@spaarnegasthuis.nl Trechterborst; behandeling met de Nusstechniek pagina 5