Spreken. Wat zeg je? SPREKEN NIVEAU A1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Spreken. Wat zeg je? SPREKEN NIVEAU A1"

Transcriptie

1 SPREKEN NIVEAU A1 Wat leer je? Spreken Wat zeg je? In dit boekje ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen, bijvoorbeeld op straat, in de bus, bij de dokter of bij de bakker. Het boekje heeft 6 lessen en 2 toetsen: Les 1: Wat zeg je? Op school, op straat, in de winkel pagina 4 Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein. pagina 11 Les 3: Wat zeg je? De supermarkt. pagina 18 Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak. pagina 25 Les 5: Wat zeg je? Gezondheid. pagina 32 Les 6: Wat zeg je? Telefoon. pagina 39 Toets 1: over les 1 t/m 6: weet je alles nog? pagina 46 Toets 2: oefentoets voor niveau A1 pagina 52

2 Voor de docent In dit boekje zijn een aantal lessen verzameld waarmee cursisten kunnen oefenen met spreken op niveau A1. Doel is dat cursisten een aantal standaard routines kunnen gebruiken in veelvoorkomende, alledaagse situaties. Er zijn ook online versies van de lessen: Hier vindt u bovendien 3 extra lessen ( spreken 1, 2 en 3 ). De lessen kunnen goed gebruikt worden naast een algemene methode voor niveau A1, bijvoorbeeld naast Je Kan Me Wat, dat ook op nt2taalmenu te vinden is: Om de lessen ook geschikt te maken voor lager opgeleiden is geprobeerd om de instructies bij de oefeningen eenvoudig te houden en is de instructietaal in elke les hetzelfde. Ook zijn de lessen steeds volgens een vast stramien opgebouwd: een korte introductie op de 1 e pagina, daarna 8 vragen over alledaagse situaties met de vraag wat je in zo n situatie zegt. Daarna volgen 2 of 3 verwerkingsoefeningen om de woordenschat in te oefenen. Vervolgens wordt geoefend met de uitspraak van de zinnen, waarna de cursisten eerst de zinnen proberen te memoriseren en vervolgens in tweetallen de zinnen gaan inoefenen (of als u met een individuele cursist werkt, bijvoorbeeld als taalcoach, kunt u natuurlijk de rol van samenwerkingspartner op u nemen). Als dit voorwerk gedaan is volgt de afsluitende oefening: de cursisten luisteren naar de 8 vragen over de alledaagse situaties en geven antwoord. Deze oefening (oefening 5), en ook de oefening voor de uitspraak (oefening 2c) werken verreweg het beste als de cursist zijn reacties kan inspreken en terugluisteren, en eventueel, als het resultaat niet naar tevredenheid is, kan herhalen. Vandaar de suggestie om een telefoon te gebruiken om zichzelf op te nemen, of, als er een computer beschikbaar is, het Windows-programma Voicerecorder. Wellicht is uitleg door de docent daarbij wel even nodig. Tenslotte is aan het eind van de les een korte herhalingsoefening van de vorige les opgenomen, en uiteraard ook een pagina met de goede antwoorden bij de oefeningen. Studievaardigheden Mensen met veel schoolervaring weten vaak heel goed hoe ze iets efficiënt kunnen leren, en welke strategieën ze daarbij het beste kunnen gebruiken. Maar voor mensen met weinig schoolervaring is dat veel minder vanzelfsprekend. Vandaar dat geprobeerd is om deze lessen ook geschikt te maken voor het expliciet maken en trainen van de benodigde studievaardigheden. Hier een kort overzicht per oefening: Oefening 2c ( Luister en zeg na) Zelfevaluatie, inoefenen en het belang van herhaling: laat de cursisten bij het terugluisteren letten op verschillende aspecten van hun uiting. Bijvoorbeeld: zijn alle klanken goed uitgesproken, is het tempo vergelijkbaar met het voorbeeld, klopt de intonatie? Is het resultaat goed genoeg? Zo nee, herhaal dan de oefening. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 2 van 58

3 Oefening 3 ( Leer de antwoorden ) Memoriseren: observeer de cursisten bij het uitvoeren van deze taak en geef zo nodig adviezen over hoe je dat aanpakt. Bijvoorbeeld: lees de zin aandachtig, probeer hem in te prenten, leg je hand op de zin en probeer hem te zeggen. Controleer daarna of het correct was, en herhaal de procedure indien nodig. Zet een kruisje bij de zinnen die je moeilijk vindt en herhaal die later nog eens. Heb je alle zinnen gedaan, doe ze dan allemaal nog eens, om te kijken of je het echt weet. Ga door tot je alle zinnen goed in je hoofd hebt zitten. Oefening 4 ( luister en geef antwoord ) Samenwerken, feedback geven, het belang van instructies boven de oefening (de opdracht ) en het belang van herhaling: de ervaring leert dat lang niet alle cursisten de instructies boven een oefening goed lezen of goed tot zich door laten dringen. Veel laagopgeleide cursisten zullen bijvoorbeeld bij deze oefening meteen een pen of potlood pakken en enthousiast aan de slag gaan om de woorden in te vullen. Maar dat is niet de bedoeling: het is een spreekoefening. Observeer ook bij deze oefening hoe die uitgevoerd wordt, en geef zo nodig tips over feedback: laat de cursist die de vragen opleest hints geven (bijvoorbeeld een extra letter of klank, het eerste woord), en geef hem opdracht een kruisje te zetten bij de vragen die niet (helemaal) goed werden beantwoord, en die aan het eind nog een keer te herhalen. Wijs de cursisten er ook op dat ze deze oefening, als ze die moeilijk vonden, ook later nog eens kunnen herhalen, als ze tenminste niet de woorden hebben ingevuld. Als er cursisten zijn die toch graag de woorden schrijven, laat ze dat dan op een apart papier doen. Oefening 5 ( Luister en geef antwoord ) Zelfevaluatie, het belang van herhaling: laat de cursisten kritisch naar zichzelf luisteren: zijn de antwoorden correct? En is ook de uitspraak goed genoeg (klank, tempo, intonatie)? Laat zo nodig de oefening nog een keer doen. Toetsen Tot slot nog iets over de in dit boekje opgenomen toetsen: De eerste toets is een leerstofafhankelijke toets, om te kijken of de ingeoefende routines ook daadwerkelijk zijn blijven hangen. Scoort een cursist minder dan 15 vragen goed, dan is het wellicht goed om de cursist aan te raden de stof nog eens te herhalen. De tweede toets is een leerstofonafhankelijke toets, die gebruikt kan worden als oefentoets voor spreken op niveau A1. Voor deze toets is een score vanaf 19 goed voldoende. Bij het beoordelen hoeft u alleen rekening te houden met de inhoud en met verstaanbaarheid: als het antwoord te verstaan is en het is inhoudelijk een goede reactie, is het goed. Andere aspecten, zoals de grammaticale correctheid, tellen niet mee voor de beoordeling. Heeft u vragen of opmerkingen over dit boekje: stuur ons een mail! Nt2taalmenu@hotmail.com Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 3 van 58

4 SPREKEN NIVEAU A1 Wat leer je? Spreken Les 1. Wat zeg je? Op school, op straat, in de winkel In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen, bijvoorbeeld op straat of bij de bakker. De audio-fragmenten bij deze les kan je downloaden: Of je kunt een CD bestellen: Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 4 van 58

5 Oefening 1: Zoek de goede antwoorden. Op deze pagina staan 8 vragen. Op pagina 3 staan 8 antwoorden. Zoek het goede antwoord bij de vraag. Schrijf de letter achter het nummer van de vraag. 1. [ ] Je loopt op straat. Je zoekt het Centraal Station. Je ziet een man. Wat vraag je? 2. [ ] Je bent op school. Een andere cursist is jarig. Wat zeg je dan? 3. [ ] Je buurvrouw gaat morgen rijexamen doen. Wat zeg je dan? 4. [ ] Je zit in een restaurant. Je moet 18 betalen. Je geeft 20. Je wilt 2 fooi* geven aan de ober. Wat zeg je dan? 5. [ ] Je loopt op straat. Je wilt weten hoe laat het is. Je ziet een man. Wat vraag je aan de man? 6. [ ] Je luistert naar de docent. Hij praat heel erg snel. Je begrijpt hem niet. Wat zeg je? 7. [ ] Je bent bij de bakker. Je wilt 5 bruine broodjes. De bakker vraagt: Wie is er aan de beurt? Wat zeg je? 8 [ ] Je drinkt een kopje koffie bij de buurman. Hij vraagt: Wat wil je in de koffie? Wat zeg je? * fooi : een beetje extra geld voor de ober Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 5 van 58

6 Antwoorden oefening 1: A. Sorry, kan je wat langzamer praten? B. Veel succes! C. Laat maar zitten. D. Een beetje melk en suiker graag. E. Meneer, mag ik iets vragen? Ik zoek het Centraal Station. F. Meneer, weet u hoe laat het is? G. Ik. Ik wil graag 5 bruine broodjes. H. Hartelijk gefeliciteerd. Oefening 2a: Zoek bij elkaar. Trek een lijn. 1 Laat gefeliciteerd. 2 Ik. Ik wil graag vragen? Ik zoek het Centraal Station. 3 Hartelijk vijf bruine broodjes. 4 Meneer, weet u maar zitten. 5 Sorry, kan je wat succes! 6 Een beetje melk hoe laat het is? 7 Meneer, mag ik iets langzamer praten? 8 Veel en suiker graag. Oefening 2b: Vul in. zitten zoek hoe laat - bruine suiker - succes Hartelijk - langzamer 1 Meneer, weet u het is? 2 gefeliciteerd. 3 Laat maar. 4 Ik wil graag vijf broodjes. 5 Sorry, kan je wat praten? 6 Meneer, mag ik iets vragen? Ik het Centraal Station! 7 Veel! 8 Een beetje melk en graag. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 6 van 58

7 Oefening 2c: Luister en zeg na. 1. Luister goed naar de cd. 2. Luister nog een keer naar de cd, en zeg na. 3. Luister naar de cd en zeg na. Spreek nu in op je telefoon, of op een computer (met Windows Voicerecorder ). 4. Luister naar jezelf. Klinkt het goed? Ga dan verder met oefening 3. Kan het beter? Probeer het dan nog een keer! Oefening 3: Leer de antwoorden. 1. Lees goed de antwoorden van oefening Leer deze antwoorden! 3. Weet je alle antwoorden? Probeer dan oefening 4. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 7 van 58

8 Oefening 4: Luister en geef antwoord (deze oefening moet je met 2 personen samen doen). - De eerste persoon leest de vragen van oefening 1 voor. - De tweede persoon geeft antwoord. - Kijk hieronder: je ziet de eerste letters van elk woord. Let op: Niet schrijven! Alleen spreken. 1. M _, m i _ i _ v _? I _ z _ h _ C _ S. 2. H _ g. 3. V _ s _! 4. L _ m _ z _. 5. M _, w _ u h l _ h i _? 6. S, k j _ w l p _? 7. I _. I _ w g v b _ b _. 8. E b _ m _ e _ s _ g. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 8 van 58

9 Oefening 5: Luister en geef antwoord. 1. Luister naar de cd. Geef antwoord. Spreek je antwoorden in op je telefoon, of op een computer (met Windows Voicerecorder ). 2. Luister naar jezelf. Is het goed? Ja: Nee: Gefeliciteerd! Ga verder met de volgende les. probeer het nog een keer! Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 9 van 58

10 Antwoorden: Oefening 1: 1 E 2 H 3 B 4 C 5 F 6 A 7 G 8 D Oefening 2a: 1 Laat maar zitten. 2 Ik. Ik wil graag 5 bruine broodjes. 3 Hartelijk gefeliciteerd. 4 Meneer, weet u hoe laat het is? 5 Sorry, kan je wat langzamer praten? 6 Een beetje melk en suiker graag. 7 Meneer, mag ik iets vragen? Ik zoek het Centraal Station. 8 Veel succes! Oefening 2b: 1 hoe laat 2 Hartelijk 3 zitten 4 bruine 5 langzamer 6 zoek 7 succes 8 suiker Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 10 van 58

11 SPREKEN NIVEAU A1 Wat leer je? Spreken Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen, bijvoorbeeld in de bus, in de tram of op het station. De audio-fragmenten bij deze les kan je downloaden: Of je kunt een CD bestellen: Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 11 van 58

12 Oefening 1: Zoek de goede antwoorden. Op deze pagina staan 8 vragen. Op pagina 3 staan 8 antwoorden. Zoek het goede antwoord bij de vraag. Schrijf de letter achter het nummer van de vraag. 1. [ ] Je hebt haast*. Je loopt snel naar de bushalte. Je bent bang dat de bus al weg is. Bij de bushalte staat een man. Wat vraag je aan de man? 2. [ ] Je stapt in de bus. De bus is bijna vol. Er is nog één stoel vrij. Maar op die stoel staat een tas van een man. Wat vraag je aan de man? 3. [ ] Je zit in de bus. Je moet naar de halte Spuistraat. Je weet niet welke halte dat is. Naast je zit een vrouw. Wat vraag je aan de vrouw? 4. [ ] Je gaat met de tram naar het Oosterpark. Je weet niet bij welke halte je moet uitstappen. Wat vraag je aan de bestuurder? 5. [ ] Je zit in de bus. Er stapt een oude vrouw in. De vrouw is erg moe, maar er zijn geen stoelen meer vrij. Wat vraag je aan de vrouw? 6. [ ] Je bent op het station. Je wilt een treinkaartje kopen, maar je weet niet hoe het apparaat werkt. Achter je staat een vrouw. Wat vraag je? 7 [ ] Je bent op het station. Je gaat met de trein naar Leiden. Je wilt weten waar je moet instappen en hoe laat de trein weggaat. Je ziet een man van de NS. Wat vraag je aan de man? 8 [ ] Je staat te wachten op de trein. Je hoort een stem: Dames en heren, de trein naar Utrecht zal over 5 minuten vertrekken vanaf spoor 6a. Veel mensen beginnen te rennen. Je begrijpt het niet. Wat vraag je? * Je hebt haast: je hebt weinig tijd, je bent laat. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 12 van 58

13 Antwoorden oefening 1: A. Sorry, kan ik hier zitten? B. Pardon mevrouw, kunt u me even helpen? Ik weet niet wat ik moet doen. C. Weet u of bus 18 al weg is? D. Meneer, hoe laat vertrekt de trein naar Leiden en van welk spoor? E. Sorry, ik begrijp het niet! Wat is er aan de hand? F. Kunt u even waarschuwen bij het Oosterpark? G. Wilt u hier zitten, mevrouw? H. Mevrouw, weet u welke halte de Spuistraat is? Oefening 2a: Zoek bij elkaar. Trek een lijn. 1 Meneer, hoe laat vertrekt de hier zitten? 2 Mevrouw, weet u welke u hier zitten, mevrouw? 3 Pardon mevrouw, kunt u even trein naar Leiden en van welk spoor? 4 Kunt u even waarschuwen halte de Spuistraat is? 5 Sorry, kan ik niet! Wat is er aan de hand? 6 Weet u of bij het Oosterpark? 7 Wilt helpen? Ik weet niet wat ik moet doen. 8 Sorry, ik begrijp het bus 18 al weg is? Oefening 2b: Vul in. spoor waarschuwen hand - welke zitten hier helpen - of 1 Hoe laat vertrekt de trein naar Leiden en van welk? 2 Wilt u zitten mevrouw? 3 Pardon mevrouw, kunt u me even? Ik weet niet wat ik moet doen. 4 Kunt u even bij het Oosterpark? 5 Weet u bus 18 al weg is? 6 Sorry, kan ik hier? 7 Mevrouw, weet u halte de Spuistraat is? 8 Sorry, ik begrijp het niet. Wat is er aan de? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 13 van 58

14 Oefening 2c: Luister en zeg na. 1. Luister goed naar de cd. 2. Luister nog een keer naar de cd, en zeg na. 3. Luister naar de cd en zeg na. Spreek nu in op je telefoon, of op een computer (met Windows Voicerecorder ). 4. Luister naar jezelf. Klinkt het goed? Ga dan verder met oefening 3. Kan het beter? Probeer het dan nog een keer! Oefening 3: Leer de antwoorden. 1. Lees goed de antwoorden van oefening Leer deze antwoorden! 3. Weet je alle antwoorden? Probeer dan oefening 4. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 14 van 58

15 Oefening 4: Luister en geef antwoord (deze oefening moet je met 2 cursisten samen doen). - De eerste cursist leest de vragen van oefening 1 voor. - De tweede cursist geeft antwoord. - Kijk hieronder: je ziet de eerste letters van elk woord. Let op: Niet schrijven! Alleen spreken. 1. W _ u o _ b 18 a _ w i _? 2. S, k i _ h _ z _? 3. K _ u e _ w b _ h O _? 4. M, w _ u w h d _ S _ i _? 5. W _ u h _ z _, m? 6. K _ u e _ h _? I _ w _ n _ w i _ m _ d _. 7. M _, h l _ v _ d _ t naar Leiden e _ v w _ s? 8. S, i _ b h n _! W i _ e _ a d _ h _? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 15 van 58

16 Oefening 5: Luister en geef antwoord. 1. Spreek je antwoorden in op je telefoon, of op een computer (met Windows Voicerecorder ). 2. Luister naar jezelf. Is het goed? Ja: Gefeliciteerd! Ga verder met de volgende les. Nee: probeer het nog een keer! Oefening 6: herhaling les 1 Weet je nog wat hier staat? Het zijn zinnen uit spreken les M _, m i _ i _ v _? I _ z _ h _ C _ S. 2. H _ g. 3. V _ s _! 4. L _ m _ z _. 5. M _, w _ u h l _ h i _? 6. S, k j _ w l p _? 7. I _. I _ w g v b _ b _. 8. E b _ m _ e _ s _ g. Nee? Leer dan nog een keer de antwoorden van les 1! Ja? Dan ben je klaar met deze les. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 16 van 58

17 Antwoorden: Oefening 1: 1 C 2 A 3 F 4 H 5 G 6 B 7 D 8 E Oefening 2a: 1 Meneer, hoe laat vertrekt de trein en van welk spoor? 2 Mevrouw, weet u welke halte de Spuistraat is? 3 Pardon mevrouw, kunt u even helpen? Ik weet niet wat ik moet doen. 4 Kunt u even waarschuwen bij het Oosterpark? 5 Sorry, kan ik hier zitten? 6 weet u of bus 18 al weg is? 7 Wilt u hier zitten, mevrouw? 8 Sorry, ik begrijp het niet! Wat is er aan de hand? Oefening 2b: 1 spoor 2 hier 3 helpen 4 waarschuwen 5 of 6 zitten 7 welke 8 hand Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 17 van 58

18 SPREKEN NIVEAU A1 Wat leer je? Spreken Les 3: Wat zeg je? De supermarkt In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen in de supermarkt. De audio-fragmenten bij deze les kan je downloaden: Of je kunt een CD bestellen: Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 18 van 58

19 Oefening 1: Zoek de goede antwoorden. Op deze pagina staan 8 vragen. Op pagina 3 staan 8 antwoorden. Zoek het goede antwoord bij de vraag. Schrijf de letter achter het nummer van de vraag. Let op: bij vraag 6 moet je twee antwoorden geven! 1. [ ] Je komt binnen in de supermarkt. Je zoekt 50 cent om in de kar te doen. Maar je hebt alleen groot geld. Wat vraag je aan de vrouw achter de kassa? 2. [ ] Je wilt een fles ketchup pakken. Maar de fles staat te hoog. Er komt een lange man. Wat vraag je aan de man? 3. [ ] Je zoekt mayonaise, maar je kunt het niet vinden. Je ziet een man van de supermarkt. Wat vraag je? 4. [ ] Je staat in de rij voor de kassa. Dan gaat een man zo maar vóór je staan. Je bent een beetje boos. Wat zeg je? 5. [ ] Je loopt in de supermarkt. Voor je staan 2 vrouwen te praten. Hun karren staan in de weg. Je kunt er niet door. Wat vraag je? 6. [ ] Je staat bij de kassa. De vrouw achter de kassa vraagt: Heeft u een bonuskaart? Wat zeg je? 7. [ ] Je staat bij de kassa. De vrouw achter de kassa vraagt: wilt u [ ] zegels? Wat zeg je dan? 8. [ ] Je staat bij de kassa. Je hebt maar 2 boodschappen. De vrouw vóór je heeft een hele kar vol boodschappen. Je hebt haast, want je kind komt zo thuis. Wat vraag je aan de vrouw? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 19 van 58

20 Antwoorden oefening 1: A Meneer, weet u waar de mayonaise staat? B Sorry, mag ik even voor? Ik heb maar twee dingen. C Kunt u wisselen voor 50 cent? D Ja, alstublieft E Hé sorry, u moet achter aansluiten! F Ja graag. G Wilt u even helpen? Ik heb ketchup nodig, maar ik kan er niet bij. H Mag ik er even langs? I Nee, dank u. Oefening 2a: Zoek bij elkaar. Trek een lijn. 1 Kunt u wisselen achter aansluiten. 2 Mag ik even voor? Ik graag. 3 U moet voor 50 cent? 4 Ja heb maar 2 dingen. 5 Weet u waar nodig, maar ik kan er niet bij. 6 Nee de mayonaise staat? 7 Ik heb ketchup even langs? 8 Mag ik er dank u. Oefening 2b: Vul in. langs dank nodig alstublieft - aansluiten voor waar - wisselen 1 Mag ik even? Ik heb maar twee dingen. 2 Ik heb ketchup, maar ik kan er niet bij. 3 Kunt u voor vijftig cent? 4 U moet achter. 5 Nee, u. 6 Mag ik er even? 7 Weet u de mayonaise staat? 8 Ja,. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 20 van 58

21 Oefening 2c: Luister en zeg na. 1. Luister goed naar de cd. 2. Luister nog een keer naar de cd, en zeg na. 3. Luister naar de cd en zeg na. Spreek nu in op je telefoon, of op een computer (met Windows Voicerecorder ). 4. Luister naar jezelf. Klinkt het goed? Ga dan verder met oefening 3. Kan het beter? Probeer het dan nog een keer! Oefening 3: Leer de antwoorden. 4. Lees goed de antwoorden van oefening Leer deze antwoorden! Weet je alle antwoorden? Probeer dan oefening 4. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 21 van 58

22 Oefening 4: Luister en geef antwoord (deze oefening moet je met 2 cursisten samen doen). - De eerste cursist leest de vragen van oefening 1 voor. - De tweede cursist geeft antwoord. - Kijk hieronder: je ziet de eerste letters van elk woord. Let op: Niet schrijven! Alleen spreken. 1. K _ u w _ v _ 50 c _? 2. W _ u e _ h _? I _ h k n, m _ i _ k e _ n _ b_. 3. M _, w _ u w _ d _ m _ s? 4. H _ s, u m _ a _ a _! 5. M i _ e _ e _ l? 6. J _, a. 7. J _ g. N, d _ u. 8 S, m i _ e _ v _? I _ h m _ 2 d _. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 22 van 58

23 Oefening 5: Luister en geef antwoord. 1. Luister naar de cd. Geef antwoord. Spreek je antwoorden in op je telefoon, of op een computer (met Windows Voicerecorder ). 2. Luister naar jezelf. Is het goed? Ja: Gefeliciteerd! Ga verder met oefening 6. Nee: probeer het nog een keer! Oefening 6: herhaling les 2 Weet je nog wat hier staat? Het zijn zinnen uit: Spreken les 2 - bus, tram en trein. 1. W _ u o _ b 18 a _ w i _? 2. S, k i _ h _ z _? 3. K _ u e _ w b _ h O _? 4. M, w _ u w h d _ S _ i _? 5. W _ u h _ z _, m? 6. K _ u e _ h _? I _ w _ n _ w i _ m _ d _. 7. M _, h l _ v _ d _ t naar Leiden e _ v w _ s? 8. S, i _ b h n _! W i _ e _ a d _ h _? Nee? Leer dan nog een keer de antwoorden van les 2! Ja? Dan ben je klaar met deze les. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 23 van 58

24 Antwoorden: Oefening 1: 1 C 2 G 3 A 4 E 5 H 6 D 7 F en I 8 B Oefening 2a: 1 Kunt u wisselen voor 50 cent? 2 Mag ik even voor? Ik heb maar 2 dingen. 3 U moet achter aansluiten. 4 Ja graag. 5 Weet u waar de mayonaise staat? 6 Nee dank u. 7 Ik heb ketchup nodig, maar ik kan er niet bij. 8 Mag ik er even langs? Oefening 2b: 1 voor 2 nodig 3 wisselen 4 aansluiten 5 dank 6 langs 7 waar 8 alstublieft Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 24 van 58

25 SPREKEN NIVEAU A1 Wat leer je? Spreken Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen in een kledingzaak. De audio-fragmenten bij deze les kan je downloaden: Of je kunt een CD bestellen: Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 25 van 58

26 Oefening 1: Zoek de goede antwoorden. Op deze pagina staan 8 vragen. Op pagina 3 staan 8 antwoorden. Zoek het goede antwoord bij de vraag. Schrijf de letter achter het nummer van de vraag. Let op: bij vraag 2 moet je twee antwoorden geven! 1. [ ] Je hebt een broek gekocht, maar hij is te klein. Je gaat terug naar de winkel. Wat zeg je? 2. [ ] Je loopt een kledingzaak binnen. [ ] De verkoopster vraagt: "Kan ik u helpen?" Wat zeg je dan? 3. [ ] Je ziet een mooie trui, maar hij is groen. Je wilt liever een andere kleur. Wat vraag je aan de verkoper? 4. [ ] Je ziet een mooi colbert. Maar je weet niet of het de goede maat is. Wat vraag je aan de verkoper? 5. [ ] Je hebt een mooi paar schoenen gepast, maar ze zijn te klein. Wat vraag je? 6. [ ] Op het raam van de winkel staat: "Uitverkoop - alles met 25% korting!" Je koopt een jurk, maar je krijgt geen korting. Wat zeg je? 7. [ ] Je hebt een pak gekocht, maar het zit niet lekker. Je gaat terug om te ruilen. Wat zeg je? 8. [ ] Je vriendin past twee blouses. De eerste blouse was mooi. Nu laat ze de tweede blouse zien. Ze vraagt aan jou: Hoe staat deze blouse mij? Je vindt het niet mooi. Wat zeg je? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 26 van 58

27 Antwoorden oefening 1: A. Sorry, vergeet u de korting niet? B. Ja, ik zoek een spijkerbroek. C. Hmmm Die eerste staat je mooier! D. Heeft u deze schoenen ook in maat 39? E. Goedemorgen. Deze broek is toch te klein. Mag ik hem ruilen? F. Goedemiddag. Ik wil dit pak graag ruilen, want het zit niet goed. G. Heeft u ook een andere kleur? H. Mag ik het even passen? I. Nee, ik kijk alleen even. Oefening 2a: Zoek bij elkaar. Trek een lijn. 1 Ja, ik zoek alleen even. 2 Mag ik het een spijkerbroek. 3 Heeft u ook even passen? 4 Nee, ik kijk graag ruilen. 5 Ik wil dit pak een andere kleur? 6 Het zit is toch te klein. 7 Sorry, vergeet je mooier! 8 Heeft u deze schoenen u de korting niet? 9 Deze broek niet goed. 10 Die eerste staat ook in maat 39? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 27 van 58

28 Oefening 2b: Vul in. maat even ruilen alleen - vergeet 1 Nee, ik kijk even. 2 Mag ik het passen? 3 Sorry, u de korting niet? 4 Heeft u deze schoenen ook in 39? 5 Ik wil dit pak graag. staat andere zoek zit - toch 6 Ja, ik een spijkerbroek. 7 Deze broek is te klein. 8 Het niet goed. 9 Heeft u ook een kleur? 10 Hmm Die eerste je mooier! Oefening 2c: Luister en zeg na. 1. Luister goed naar de cd. 2. Luister nog een keer naar de cd, en zeg na. 3. Luister naar de cd en zeg na. Spreek nu in op je telefoon, of op een computer (met Windows Voicerecorder ). 4. Luister naar jezelf. Klinkt het goed? Ga dan verder met oefening 3. Kan het beter? Probeer het dan nog een keer! Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 28 van 58

29 Oefening 3: Leer de antwoorden. 6. Lees goed de antwoorden van oefening Leer deze antwoorden! 3. Weet je alle antwoorden? Probeer dan oefening 4. Oefening 4: Luister en geef antwoord (deze oefening moet je met 2 cursisten samen doen). - De eerste cursist leest de vragen van oefening 1 voor. - De tweede cursist geeft antwoord. - Kijk hieronder: je ziet de eerste letters van elk woord. Let op: Niet schrijven! Alleen spreken. 1. G. D _ b i _ t _ t _ k. Mag i _ h r _? 2. Ja, i _ z _ e s. Nee, i _ k a _ e _. 3. H u o e a _ k? 4. M i _ h e _ p _? 5. H u d _ s _ o i _ m _ 39? 6. S, v u d _ k n _? 7. G. I _ w d p g r _, want h z n _ g _. 8. Hmm... D e _ s j _ m _! Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 29 van 58

30 Oefening 5: Luister en geef antwoord. 1. Luister naar de cd. Geef antwoord. Spreek je antwoorden in op je telefoon, of op een computer (met Windows Voicerecorder ). 2. Luister naar jezelf. Is het goed? Ja: Gefeliciteerd! Ga verder met oefening 6. Nee: probeer het nog een keer! Oefening 6: herhaling les 3 Weet je nog wat hier staat? Het zijn zinnen uit Spreken les 3: in de supermarkt. 1. K _ u w _ v _ 50 c _? 2. W _ u e _ h _? I _ h k n, m _ i _ k e _ n _ b_. 3. M _, w _ u w _ d _ m _ s? 4. H _ s, u m _ a _ a _! 5. M i _ e _ e _ l? 6. J _, a. 7. J _ g. N, d _ u. 8. S, m i _ e _ v _? I _ h m _ 2 d _. Nee? Leer dan nog een keer de antwoorden van les 3! Ja? Dan ben je klaar met deze les. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 30 van 58

31 Antwoorden: Oefening 1: 1 E 2 B en I 3 G 4 H 5 D 6 A 7 F 8 C Oefening 2a: 1 Ja, ik zoek een spijkerbroek. 2 Mag ik het even passen? 3 Heeft u ook een andere kleur? 4 Nee, ik kijk alleen even. 5 Ik wil dit pak graag ruilen. 6 Het zit niet goed. 7 Sorry, vergeet u de korting niet? 8 Heeft u deze schoenen ook in maat 39? 9 Deze broek is toch te klein. 10 Die eerste staat je mooier! Oefening 2b: 1 alleen 2 even 3 vergeet 4 maat 5 ruilen 6 zoek 7 toch 8 zit 9 andere 10 staat Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 31 van 58

32 SPREKEN NIVEAU A1 Wat leer je? Spreken Les 5: Wat zeg je? Gezondheid In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen, bijvoorbeeld als iemand ziek is of als je de dokter belt. De audio-fragmenten bij deze les kan je downloaden: Of je kunt een CD bestellen: Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 32 van 58

33 Oefening 1: Zoek de goede antwoorden. Op deze pagina staan 8 vragen. Op pagina 3 staan 8 antwoorden. Zoek het goede antwoord bij de vraag. Schrijf de letter achter het nummer van de vraag. 1. [ ] Iemand niest. Wat zeg je dan? 2. [ ] Iemand is ziek. Wat zeg je dan? 3. [ ] Iemand moet naar het ziekenhuis voor een operatie. Wat zeg je dan? 4. [ ] Iemand is dood. Je gaat naar de begrafenis. Je ziet de familie. Wat zeg je dan? 5. [ ] Je wilt een afspraak maken met de dokter. De assistente vraagt: Kunt u woensdag? Maar je vindt woensdag te laat. Wat zeg je? 6. [ ] Iemand van de familie heeft een hartaanval. Je belt het alarmnummer: 112. Wat zeg je? 7. [ ] Je bent heel erg ziek. Je kan niet naar het spreekuur komen. Je wilt dat de dokter bij jou thuis komt. Je belt de assistente. Wat zeg je? 8. [ ] Je zoontje Danny is ziek. Je belt naar zijn school. Wat zeg je? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 33 van 58

34 Antwoorden oefening 1: A. Gecondoleerd. Wat een vreselijk verlies voor u. B. Hallo, met... Ik ben erg ziek. Kan de dokter op huisbezoek komen? C. Beterschap. D. Heel veel sterkte. Naar welk ziekenhuis gaat u? E. Kan het niet eerder? F. Gezondheid! G. Hallo met Ik heb snel een ambulance nodig. H. Hallo, met Ik ben de moeder van Danny. Hij is ziek. Oefening 2a: Zoek bij elkaar. Trek een lijn. 1 Kan de dokter niet eerder? 2 Ik heb snel verlies voor u. 3 Kan het ziekenhuis gaat u? 4 Wat een vreselijk op huisbezoek komen? 5 Naar welk een ambulance nodig. 6 Gezond de moeder van Danny. Hij is ziek. 7 Gecondo sterkte. 8 Beter leerd. 9 Ik ben schap. 10 Heel veel heid. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 34 van 58

35 Oefening 2b: Vul in. veel vreselijk welk ziek huisbezoek eerder moeder - nodig 1 Kan de dokter op komen? 2 Wat een verlies voor u. 3 Heel sterkte. 4 Ik heb snel een ambulance. 5 Kan het niet? 6 Ik ben erg. 7 Naar ziekenhuis gaat u? 8 Ik ben de van Danny. Hij is ziek. Oefening 2c: Luister en zeg na. 1. Luister goed naar de cd. 2. Luister nog een keer naar de cd, en zeg na. 3. Luister naar de cd en zeg na. Spreek nu in op je telefoon, of op een computer (met Windows Voicerecorder ). 4. Luister naar jezelf. Klinkt het goed? Ga dan verder met oefening 3. Kan het beter? Probeer het dan nog een keer! Oefening 3: Leer de antwoorden. 8. Lees goed de antwoorden van oefening Leer deze antwoorden! 3. Weet je alle antwoorden? Probeer dan oefening 4. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 35 van 58

36 Oefening 4: Luister en geef antwoord (deze oefening moet je met 2 cursisten samen doen). - De eerste cursist leest de vragen van oefening 1 voor. - De tweede cursist geeft antwoord. - Kijk hieronder: je ziet de eerste letters van elk woord. Let op: Niet schrijven! Alleen spreken. 1. G _! 2. B _. 3. H _ v _ S. N _ w _ z _ g _ u? 4. G _. W e v _ v v _ u. 5. K h n _ e _? 6. I _ h s _ e a n. 7. H, m... I _ B e z _. K d _ d _ o _ h _ k? 8. H, m... I _ b d _ m _ v Danny. H i _ z _. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 36 van 58

37 Oefening 5: Luister en geef antwoord. 1. Luister naar de cd. Geef antwoord. Spreek je antwoorden in op je telefoon, of op een computer (met Windows Voicerecorder ). 2. Luister naar jezelf. Is het goed? Ja: Gefeliciteerd! Ga verder met oefening 6. Nee: probeer het nog een keer! Oefening 6: herhaling les 4 Weet je nog wat hier staat? Het zijn zinnen uit Spreken les 4: in een kledingzaak. 1. G. D _ b i _ t _ t _ k. Mag i _ h r _? 2. Ja, i _ z _ e s. Nee, i _ k a _ e _. 3. H u o e a _ k? 4. M i _ h e _ p _? 5. H u d _ s _ o i _ m _ 39? 6. S, v u d _ k n _? 7. G. I _ w d p g r _, want h z n _ g _. 8. Hmm... D e _ s j _ m _! Nee? Leer dan nog een keer de antwoorden van les 4! Ja? Dan ben je klaar met deze les. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 37 van 58

38 Antwoorden: Oefening 1: 1 F 2 C 3 D 4 A 5 E 6 G 7 B 8 H Oefening 2a: 1 Kan de dokter op huisbezoek komen? 2 Ik heb snel een ambulance nodig. 3 Kan het niet eerder? 4 Wat een vreselijk verlies voor u. 5 Naar welk ziekenhuis gaat u? 6 Gezondheid. 7 Gecondoleerd. 8 Beterschap. 9 Ik ben de moeder van Danny. Hij is ziek. 10 Heel veel sterkte. Oefening 2b: 1 huisbezoek 2 vreselijk 3 veel 4 nodig 5 eerder 6 ziek 7 welk 8 moeder Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 38 van 58

39 SPREKEN NIVEAU A1 Wat leer je? Spreken Les 6: Wat zeg je? Telefoon In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen aan de telefoon. De audio-fragmenten bij deze les kan je downloaden: Of je kunt een CD bestellen: Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 39 van 58

40 Oefening 1: Zoek de goede antwoorden. Hieronder staan 7 vragen. Op de volgende pagina staan 7 antwoorden. Zoek het goede antwoord bij de vraag. Schrijf de letter achter het nummer van de vraag. 1. [ ] De telefoon gaat. Je neemt op. Wat zeg je dan? 2. [ ] Je belt het nummer van een vriend. Maar je hoort: Ja hallo, met Joop Verstraete. Je denkt: Hé?? Mijn vriend heet Mehmet! Wat zeg je dan? 3. [ ] Een man belt. Hij wil je een internet-abonnement verkopen. Jij wilt dat abonnement helemaal niet. Wat zeg je dan? 4. [ ] Je hebt morgen een afspraak met je vriend Adam, maar je bent ziek. Je belt hem op, maar je krijgt zijn vrouw aan de telefoon. Wat zeg je dan? 5. [ ] De vrouw van je vriend Adam zegt: Sorry, hij is niet thuis. Wat zeg je dan? 6. [ ] Je belt naar school, want je wilt zeggen dat je ziek bent. Je krijgt het antwoordapparaat. Wat zeg je? 7. [ ] Een man belt. Hij praat erg zacht. Je kunt hem niet goed horen. Wat zeg je? 8. [ ] Een vriend belt. Hij wil morgen op bezoek komen. Maar je moet morgen naar school. Wat zeg je? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 40 van 58

41 Antwoorden oefening 1: A. Hallo, met Kan ik Adam even spreken? B. Sorry, kunt u wat harder praten? C. O sorry, ik heb een verkeerd nummer gedraaid. D. Kan ik een boodschap doorgeven? Ik kan morgen niet komen, want ik ben ziek. E. Hallo, met F. Hallo, met Ik zit in groep Mijn docent is Ik kan niet komen, want ik ben ziek. G. Nee, sorry. Morgen kan ik niet, want ik moet naar school. H. Sorry, ik heb geen interesse. Goedemiddag! Oefening 2a: Zoek bij elkaar. Trek een lijn. 1 Kunt u wat want ik ben ziek. 2 Kan ik een boodschap interesse. Goedemiddag! 3 Sorry, ik heb geen niet, want ik moet naar school. 4 Kan ik Adam harder praten? 5 Ik kan morgen niet komen nummer gedraaid. 6 Ik heb een verkeerd doorgeven? 7 Morgen kan ik even spreken? Oefening 2b: Zet in de goede volgorde. - Mijn docent is Frits. - Ik kan niet komen, - Hallo, met Fatma Bouizi. - Ik zit in groep DB1. - want ik ben ziek Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 41 van 58

42 Oefening 2c: Vul in. doorgeven want - even met interesse harder - verkeerd 1 Sorry, ik heb geen. Goedemiddag! 2 Kan ik een boodschap? 3 Kunt u wat praten? 4 Sorry, ik heb een nummer gedraaid. 5 Kan ik Omar spreken? 6 Hallo, Kees Vreeman. 7 Nee, sorry. Morgen kan ik niet, ik moet naar school. Oefening 2d: Luister en zeg na. 1. Luister goed naar de cd. 2. Luister nog een keer naar de cd, en zeg na. 3. Luister naar de cd en zeg na. Spreek nu in op je telefoon, of op een computer (met Windows Voicerecorder ). 4. Luister naar jezelf. Klinkt het goed? Ga dan verder met oefening 3. Kan het beter? Probeer het dan nog een keer! Oefening 3: Leer de antwoorden. 10. Lees goed de antwoorden van oefening Leer deze antwoorden! 3. Weet je alle antwoorden? Probeer dan oefening 4. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 42 van 58

43 Oefening 4: Luister en geef antwoord (deze oefening moet je met 2 cursisten samen doen). - De eerste cursist leest de vragen van oefening 1 voor. - De tweede cursist geeft antwoord. - Kijk hieronder: je ziet de eerste letters van elk woord. Let op: Niet schrijven! Alleen spreken. 1. H, m O s, i _ h e v _ n _ g _. 3. S, i _ h g _ i. G!. 4. H, m... K i _ Adam e _ s? 5. K i _ e b d? I _ k m _ n _ k, w _ i _ b z _. 6. H, m I _ z i _ g M d _ i _ I _ k n _ k, w _ i _ b z _. 7. S, k _ u w h _ p _? 8. N, s. M _ k i _ n _, w _ i _ m _ n _ s _. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 43 van 58

44 Oefening 5: Luister en geef antwoord. 1. Luister naar de cd. Geef antwoord. Spreek je antwoorden in op je telefoon, of op een computer (met Windows Voicerecorder ). 2. Luister naar jezelf. Is het goed? Ja: Gefeliciteerd! Ga verder met oefening 6. Nee: probeer het nog een keer! Oefening 6: herhaling les 5 Weet je nog wat hier staat? Het zijn zinnen uit spreken les 5: gezondheid. 1. G _! 2. B _. 3. H _ v _ S. N _ w _ z _ g _ u? 4. G _. W e v _ v v _ u. 5. K h n _ e _? 6. I _ h s _ e a n. 7. H, m... I _ B e z _. K d _ d _ o _ h _ k? 8 H, m... I _ b d _ m _ v Danny. H i _ z _. Nee? Leer dan nog een keer de antwoorden van les 5! Ja? Dan ben je klaar met deze les. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 44 van 58

45 Antwoorden: Oefening 1: 1 E 2 C 3 H 4 A 5 D 6 F 7 B 8 G Oefening 2a: 1 Kunt u wat harder praten? 2 Kan ik een boodschap doorgeven? 3 Sorry, ik heb geen interesse. Goedemiddag! 4 Kan ik Adam even spreken? 5 Ik kan morgen niet komen want ik ben ziek. 6 Ik heb een verkeerd nummer gedraaid. 7 Morgen kan ik niet, want ik moet naar school. Oefening 2b: 1 Hallo, met Fatma Bouizi. 2 Ik zit in groep DB1. 3 Mijn docent is Frits. 4 Ik kan niet komen, 5 want ik ben ziek. Oefening 2c: 1 interesse 2 doorgeven 3 harder 4 verkeerd 5 even 6 met 7 want Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 45 van 58

46 SPREKEN NIVEAU A1 Wat leer je? Spreken Les 7: Wat zeg je? Toets Je hebt nu 6 spreeklessen gedaan: Les 1: Wat zeg je? Op school, op straat, in de winkel Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. Weet je de meeste antwoorden nog, denk je? Nee: Leer de 6 spreeklessen nog een keer. Ja: Dan kan je nu deze toets gaan maken. Veel succes! Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 46 van 58

47 Spreektoets Je gaat een spreektoets maken. Deze toets bestaat uit twintig opdrachten. Dan begint nu de toets. Veel succes. 1. Je belt een vriend. Je hoort: Ja, hallo, met Joop Verstraete. Je denkt: Hé?? Mijn vriend heet Mehmet! Wat zeg je? 2. Je loopt op straat. Je zoekt het Centraal Station. Je ziet een man. Wat vraag je? 3. Je komt binnen in de supermarkt. Je zoekt 50 cent om in de kar te doen. Maar je hebt alleen maar groot geld. Wat vraag je aan de vrouw achter de kassa? 4. Iemand is ziek. Wat zeg je dan? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 47 van 58

48 5. Je moet met tram 3 naar het Oosterpark. Je weet niet bij welke halte je moet uitstappen. Wat vraag je aan de bestuurder? 6. Je hebt een broek gekocht, maar hij is te klein. Je gaat terug naar de winkel. Wat zeg je? 7. Je bent op het station. Je gaat met de trein naar Leiden. Je wilt weten waar je moet instappen en hoe laat de trein weggaat. Je ziet een man van de NS. Wat vraag je aan de man? 8. Je wilt een afspraak maken met de dokter. De assistente zegt: Kunt u woensdag? Maar je vindt woensdag te laat. Wat zeg je? 9. Je hebt een pak gekocht, maar het zit niet lekker. Je gaat terug om te ruilen. Wat zeg je? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 48 van 58

49 10. Je luistert naar de docent. Hij praat heel erg snel. Je begrijpt hem niet. Wat zeg je? 11. Je belt naar school, want je wilt zeggen dat je ziek bent. Je krijgt het antwoordapparaat. Wat zeg je? 12. Je staat bij de kassa van de supermarkt. Je hebt maar 2 boodschappen. De vrouw voor je heeft een hele kar vol boodschappen. Je hebt haast, want je kind komt zo thuis. Wat vraag je aan de vrouw? 13. Je loopt op straat. Je wilt weten hoe laat het is. Je ziet een man. Wat vraag je aan de man? 14. Je staat in de rij bij de kassa van de supermarkt. Je bent bijna aan de beurt. Dan gaat een man zo maar voor jou staan. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 49 van 58

50 Wat zeg je? 15. Iemand moet naar het ziekenhuis voor een operatie. Wat zeg je dan? 16. Je zit in de bus. Je moet naar de halte Spuistraat. Je weet niet welke halte dat is. Naast je zit een vrouw. Wat vraag je aan de vrouw? 17. Je loopt een kledingzaak binnen. De verkoopster vraagt: Kan ik u helpen? Wat zeg je dan? 18. Een man belt. Hij wil je een internet-abonnement verkopen. Jij wilt dat abonnement helemaal niet. Wat zeg je dan? 19. Je bent in een schoenenwinkel. Je hebt een paar mooie schoenen gepast, maar ze zijn te klein. Wat vraag je? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 50 van 58

51 20. Je stapt in in de bus. De bus is bijna vol. Er is nog één stoel vrij. Maar op die stoel staat een tas van een man. Wat vraag je aan de man? Einde van de toets. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 51 van 58

52 SPREKEN NIVEAU A1 Wat leer je? Spreken Oefentoets spreken Dit is een oefentoets voor cursisten die klaar zijn met het programma voor niveau A1. Hier zijn een paar tips om de oefening goed te doen: - Je mag korte antwoorden geven. Vaak is een paar woorden al genoeg. - Wees niet bang om foutjes te maken met spreken. Dat mag best, als je maar een goed antwoord geeft op de vraag. - Als je klaar bent met antwoord geven op een vraag, ga dan niet zitten wachten maar begin meteen met het lezen van de volgende vraag. Dan heb je meer tijd om na te denken over het antwoord. Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 52 van 58

53 1 U staat bij de bushalte en wacht op de bus. Er komt een man aan. Hij vraagt: "Weet u of bus 18 al weg is?" Wat zegt u tegen de man? 2 De telefoon gaat. U neemt op. De man aan de andere kant van de lijn zegt: Eh, sorry, spreek ik niet met Bouwbedrijf Jansen? Wat zegt u tegen de man? 3 De buurvrouw is erg ziek. U ziet de buurman. Wat zegt u tegen de buurman? 4 Het is maandagochtend. U voelt zich erg ziek. U wilt een afspraak maken met de dokter. De assistente zegt: Kunt u woensdag om half een? U vindt woensdag veel te laat. U wilt snel geholpen worden. Wat zegt u tegen de assistente? 5 Dit is een blikopener. Wanneer gebruikt u een blikopener? 6 U hebt gisteren een nieuwe tv gekocht, maar u vindt hem toch te groot. U wilt liever een kleinere tv. U gaat terug naar de winkel. Wat zegt u? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 53 van 58

54 7 Kijk naar het plaatje. Wat doet de man? 8 U ziet twee plaatjes. A B Noem één verschil tussen plaatje a en b. Geef nu antwoord. 9 U bent in de supermarkt. U wilt een pak waspoeder kopen, maar u kunt het niet vinden. U ziet een man die in de supermarkt werkt. Wat vraagt u aan de man? 10 Kijk naar het plaatje. Dit is een vliegtuig. Wanneer koopt u een ticket voor het vliegtuig? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 54 van 58

55 11 U staat bij de bushalte. U wilt naar het Centraal Station, maar u weet niet precies of u bus 18 of bus 22 moet nemen. Bij de bushalte staat een man. Wat vraagt u aan de man? 12 U bent op school. U wilt iets opschrijven, maar u heeft geen pen. Wat vraagt u aan de cursist naast u? 13 Kijk naar het plaatje. Dit is een paraplu. Wanneer gebruikt u een paraplu? 14 Uw kind vraagt nu al voor de vierde keer: "Mag ik een snoepje?" U wordt een beetje boos. Wat zegt u tegen uw kind? 15 U staat in een winkel. Daar ziet u uw buurvrouw. Uw buurvrouw is jarig. Ze vraagt of u straks even een kopje koffie komt drinken, en een stukje taart eten. Wat zegt u tegen de buurvrouw? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 55 van 58

56 16 U wilt een wasmachine kopen. U gaat naar een winkel. Op het raam van de winkel staat met grote letters: "Wasmachine, nu 250 euro!" U gaat naar binnen, maar u ziet alleen wasmachines van 300 euro of meer. Wat vraagt u aan de verkoopster? 17 U staat bij de kassa van de supermarkt. De man vóór u betaalt zijn boodschappen met een pinpas, en wil weglopen. U ziet dat de pinpas nog in het apparaat zit. Wat zegt u tegen de man? 18 Uw fiets is gestolen. U gaat naar het politiebureau. Achter het loket zit een politieagent. Hij vraagt: Waarmee kan ik u helpen? Wat zegt u? 19 U bent in een schoenenwinkel. U ziet een paar mooie schoenen, maar u weet niet zeker of het de goede maat is. Wat vraagt u aan de verkoper? 20 U belt de school, want u wilt zeggen dat u ziek bent en twee weken wegblijft. Wat zegt u tegen de vrouw die de telefoon opneemt? 21 U wilt een vriendin uitnodigen om bij u te komen eten. Wat vraagt u aan uw vriendin? 22 U hebt een gesprek met iemand van het UWV. De man van het UWV praat veel te snel. U begrijpt er niets van. Wat zegt u tegen de man? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 56 van 58

57 23 U heeft een dagje vrij, en u wilt iets leuks gaan doen. Wat gaat u doen? 24 Uw oom belt: hij komt morgen op bezoek. Kijk naar het plaatje. Op het plaatje staat waar u met uw oom wilt afspreken. Wat zegt u tegen uw oom? 25 U zoekt werk. U gaat naar een uitzendbureau. De vrouw van het uitzendbureau vraagt: Wat voor werk wilt u doen? Wat zegt u? 26 Welk seizoen vindt u het mooiste, de winter, de zomer, de herfst of de lente? Waarom vindt u dat? Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 57 van 58

58 27 Kijk naar het plaatje. Wat doen de man en de vrouw? 28 U ziet twee plaatjes. A B Noem één verschil tussen plaatje A en B. Geef nu antwoord. 29 Uw kind speelt buiten. U ziet dat uw kind zonder te kijken de straat op rent. Wat zegt u tegen uw kind? 30 U leest een folder van het buurthuis. Het buurthuis heeft een cursus Zelf kleding maken. U wilt de cursus graag doen. U gaat naar het buurthuis. Wat zegt u tegen de man van het buurthuis? EINDE VAN DE OEFENTOETS Nt2taalmenu A1 - spreken pagina 58 van 58

Spreken Oefentoets spreken. SPREKEN NIVEAU A1

Spreken Oefentoets spreken. SPREKEN NIVEAU A1 SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Oefentoets spreken Dit is een oefentoets voor cursisten die klaar zijn met het programma voor niveau A1. Hier zijn een paar tips om de oefening

Nadere informatie

Spreken. Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein. SPREKEN NIVEAU A1

Spreken. Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein. SPREKEN NIVEAU A1 SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen, bijvoorbeeld in

Nadere informatie

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1 SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 6: Wat zeg je? Telefoon In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen aan de telefoon. De audio-fragmenten

Nadere informatie

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak. SPREKEN NIVEAU A1

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak. SPREKEN NIVEAU A1 SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 4: In een kledingzaak In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen in een kledingzaak. De audio-fragmenten

Nadere informatie

Spreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid. SPREKEN NIVEAU A1

Spreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid. SPREKEN NIVEAU A1 SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 5: Gezondheid In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen, bijvoorbeeld als iemand ziek is of als

Nadere informatie

Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs.

Kijk op:  nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Spreken niveau A1 www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel

Nadere informatie

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt. SPREKEN NIVEAU A1

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt. SPREKEN NIVEAU A1 SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 3: Wat zeg je? De supermarkt In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen in de supermarkt. De audio-fragmenten

Nadere informatie

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Spreken. Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Spreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten Woordenlijst bij hoofdstuk 7 Deel 1 aanhebben (kleren) dragen Hij h een warme trui a, want het is koud. afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

2c nr. 1 zinnen met want en omdat OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Gezond thema: DE HUISARTS

Gezond thema: DE HUISARTS Gezond thema: DE HUISARTS 1. Wat gaan we doen? Praten over de huisarts en wat de huisarts doet. Nieuwe woorden leren over de huisarts. Het gesprek met de huisarts oefenen. 2. Wat vind ik van? Als je een-op-een

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands SPREKEN EXAMEN I Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten 2002/2003 Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 U gaat een spreektoets maken. De toets

Nadere informatie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. INHOUD Inleiding 8 DEEL 1 13 Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. Les 2 - Wie is het? 19 A1 - Ik kan de persoonsnamen gebruiken.

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Les 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Les 2. De wachtkamer http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Bashir, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er

Nadere informatie

NT 2 2003/2004 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

NT 2 2003/2004 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen SPREKEN EXAMEN I 2003/2004 Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen U gaat een spreektoets maken. De toets bestaat uit twee delen. Elk deel begint met een

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Meneer Bashir gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten.

Nadere informatie

NT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen

NT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen Examen I: Spreken Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje 2009 Voorbeeldexamen Examennr. kandidaat: Aanwijzingen U gaat een spreektoets maken. De toets bestaat uit twee delen. Elk deel begint met een korte

Nadere informatie

enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor vertrekt

enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor vertrekt Herhalingsoefeningen Thema 6 Reizen, openbaar vervoer 1 Woorden Lees de dialoog en vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het

Nadere informatie

Luisteren: muziek (A2 nr. 2)

Luisteren: muziek (A2 nr. 2) OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 25. Een jurk ruilen. Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u een jurk gaat ruilen. Verleden tijd gebruiken. Vragen stellen. Veel succes! Deze

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

Spreekopdrachten thema 1 Nederland Spreekopdrachten thema 1 Nederland Opdracht 1 bij 1.3 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij kan. Bijvoorbeeld: Ik kan koken. Laat de eerste cursist herhalen

Nadere informatie

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Lesmateriaal hoofdstuk 4 Spreken Oefeningen uit Voorbereiding op Werk De volgende tien oefeningen zijn afkomstig van de website behorende bij: Verboog, M. & Adèr,

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

Luisteren: muziek (A2 nr. 5)

Luisteren: muziek (A2 nr. 5) OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U

Nadere informatie

Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.

Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel. Tekst Audio Les 7 /m 11 Radio Amsterdam Les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel. Track 1 Jingle Track 2 Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria

Nadere informatie

2001/2002 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2001/2002 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands SPREKEN EXAMEN I 2001/2002 Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 U gaat een spreektoets maken. De toets

Nadere informatie

- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen -

- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen - - je kan me wat - module 3 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat ROCvA nt2taalmenu.nl - educatie - ROCvA module 3 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

2.7 In de supermarkt **

2.7 In de supermarkt ** 2.7 In de supermarkt ** Je hoort. Ze gaat naar de supermarkt. In de supermarkt zoekt ze alle boodschappen. Maar ze kan de koffie niet vinden. Ze vraagt het aan iemand die in de supermarkt werkt. verkoper

Nadere informatie

Actielessen. Lesbrief 1. Nederlands leren. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Actielessen. Lesbrief 1. Nederlands leren. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 1. Nederlands leren Wat leert u in deze les? Op welke manieren je Nederlands kunt leren. Zinnen met als. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.

Nadere informatie

Thema Gezondheid Beginnerslessen

Thema Gezondheid Beginnerslessen http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Beginnerslessen Les 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken.

Nadere informatie

Luisteren: muziek (A1 nr. 4)

Luisteren: muziek (A1 nr. 4) OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U

Nadere informatie

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere - je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3

Nadere informatie

1. In de supermarkt. 1. Bekijk de foto. Praat met je begeleider. Doe je wel eens boodschappen? Wat koop je dan? Naar welke winkel ga je meestal?

1. In de supermarkt. 1. Bekijk de foto. Praat met je begeleider. Doe je wel eens boodschappen? Wat koop je dan? Naar welke winkel ga je meestal? ? 1. In de supermarkt 1. Bekijk de foto. Praat met je begeleider. Doe je wel eens boodschappen? Wat koop je dan? Naar welke winkel ga je meestal? Kopen 1 2. Bekijk de plaat van de supermarkt. Praat met

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 5 Gemeente

Spreekopdrachten thema 5 Gemeente Spreekopdrachten thema 5 Gemeente Opdracht 2 bij 5.1 ** Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je werkt op het gemeentehuis. Cursist B: je bent bij het gemeentehuis. Kies zelf wat je daar komt doen: bijvoorbeeld

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes

Nadere informatie

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN? Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN

Nadere informatie

Kopen. Voor beginnende sprekers van

Kopen. Voor beginnende sprekers van Voor beginnende sprekers van het Nederlands (NIVEAU 0-A1+) bekijk foto / plaatje / ding / mens Module 8: Deze module maakt deel uit van een serie van 15 modules praat samen wijs aan luister naar begeleider

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Wong, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen.

Nadere informatie

Les 2. Naar het ziekenhuis.

Les 2. Naar het ziekenhuis. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes!

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.

Nadere informatie

Een retour Rotterdam

Een retour Rotterdam 71 71 HOOFDSTUK 5 Een retour Rotterdam WOORDEN 1 Wat hoort bij elkaar? 1 zebrapad a pinnen 2 auto b binnengaan 3 automaat c oversteken 4 ingang d parkeren 2 Kies uit: tram vertraging door de week strippenkaart

Nadere informatie

Handleiding basiswoordenschat.

Handleiding basiswoordenschat. basiswoordenschat. Inleiding. In de basismodule wordt een basis van ongeveer 80 woorden gelegd. Deze woorden worden aangeboden om de woordenschat, maar ook om de communicatieve vaardigheden van de cursist

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Luisteren: muziek (A2 nr. 3)

Luisteren: muziek (A2 nr. 3) OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Nodig: foldermateriaal van kleding, flappen en stiften, werkblad: gesprekje met de buurvrouw, werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel.

Nodig: foldermateriaal van kleding, flappen en stiften, werkblad: gesprekje met de buurvrouw, werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel. Themales kleding taalvrijwilliger/docent Nodig: foldermateriaal van kleding, flappen en stiften, werkblad: gesprekje met de buurvrouw, werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel. opwarming: Cursisten

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 2 Geld

Spreekopdrachten thema 2 Geld Spreekopdrachten thema 2 Geld Opdracht 1 bij 2.1 Cursist A is groenteman. Cursist B koopt iets bij hem op de markt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemiddag!

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten www.edusom.nl Thema Op het werk. Les14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Daarna

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt hem

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2

OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2 OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2 Basisleergang Nederlands voor anderstaligen Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT) Nicky Heijne Marten Hidma Karolien Kamma Vrije

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL 7.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria vindt Nederlands moeilijk. De juf komt op huisbezoek.

Nadere informatie

Taalklas.nl Plus Cursistenmateriaal

Taalklas.nl Plus Cursistenmateriaal Opdracht 1 Nieuwe woorden Lees het woord Bedek het woord Schrijf het woord in de zin Klopt het? de computer Bart speelt vaak spelletjes op de In de leer ik hoe internet en e-mail werken de computerles

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD Opdracht 1: de pinpas de geldautomaten het geld het bedrag Opdracht 8 1. Hij betaalt in Nederland met de euro. 2. Wij wisselen geld. 3. Je hebt briefjes en munten.

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager 119 119 HOOFDSTUK 8 Dat is een koopje! WOORDEN 1 2 3 1 Ik ga even naar de.... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager 2 Wil je wat drinken? Ja graag, een... koffie alsjeblieft. a fles b beker

Nadere informatie

Luisteren: muziek (A2 nr. 2)

Luisteren: muziek (A2 nr. 2) OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. Kijk

Nadere informatie

Thema 5 Elena heeft nieuwe spullen nodig

Thema 5 Elena heeft nieuwe spullen nodig Les 5.1 Materialen (selectie) flitskaarten de spijkerbroek, de broek, de bloes flitskaarten (thema 9, onderbouw): de broek, de jurk, het t-shirt,, de schoenen, de jas, de trui, de laarzen, de pet, de sjaal,

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel 1 Woorden 1 de appel 2 de banaan 3 het blikje 4 de boodschappen 5 de chocolade 6 de drop 7 het plakje kaas 8 de kassa 9 het nummer 1 10 het pak 11 de

Nadere informatie

Kijk op: www.nt2taalmenu.nl. nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven

Kijk op: www.nt2taalmenu.nl. nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

werkbladen thema 5 werk

werkbladen thema 5 werk werkbladen thema 5 werk 5.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Jan staat voor het uitzendbureau. Jan heeft werk. Tarik wil taxichauffeur

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

werkbladen thema 4 gezondheid

werkbladen thema 4 gezondheid werkbladen thema 4 gezondheid 4.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria en Jan spelen met de bal. Jan heeft veel pijn. Badria belt

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school

Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw, Maria, gaat weer naar de winkel om over werk te

Nadere informatie

Lesbrief 3. De fysiotherapeut.

Lesbrief 3. De fysiotherapeut. MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Luisteren: muziek (A2 nr. 6)

Luisteren: muziek (A2 nr. 6) OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Opdracht 1 bij 4.1 * Doe de opdracht in groepjes. Uitleg voor de docent: Verdeel de klas in groepjes van vier à vijf cursisten. Op deze pagina staan kaartjes met lichaamsdelen

Nadere informatie

Lesbrief 1. Bij de huisarts

Lesbrief 1. Bij de huisarts Thema Gezondheid Lesbrief 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts beantwoorden. Veel

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie