Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

Transcriptie

1 Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014) Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning (2013) Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning : Inkomen uit werk en woning bestaat uit inkomsten verminderd met aftrekposten: Inkomsten die onder box 1 vallen, zijn onder meer: winst uit onderneming loon, pensioen, uitkeringen, fooien, tipgeld, periodiek uitkeringen etc. inkomsten als freelancer, gastouder, artiest of sporter buitenlandse inkomsten inkomsten uit eigen woning (eigenwoningforfait en kapitaalverzekeringen eigen woning) negatieve uitgaven voor inkomensvoorziening (bijvoorbeeld een teruggave van lijfrentepremies) Aftrekposten box1 reiskosten openbaar vervoer aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld uitgaven voor inkomensvoorzieningen (bijvoorbeeld lijfrentepremies) persoonsgebonden aftrek en te verrekenen verliezen uit werk en woning Tarief box 1 (personen geboren op of na 1 januari 1946) Belastbaar inkomen meer Doch niet meer Vóór AOW-gerechtigde leeftijd Vanaf AOW-gerechtigde leeftijd ,00% ,10% ,00% ,10% ,00% ,00% ,00% 52,00% Tarief box 1 (personen geboren voor 1 januari 1946) Belastbaar inkomen meer Doch niet meer totaal van de ,10% ,10% ,00% ,00% Aanslaggrens inkomstenbelasting: 45 Teruggaafgrens loonbelasting en premie volksverzekeringen (T- biljet): 14 Alhoewel dit overzicht met zorg is samengesteld, aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid hiervoor Pagina 1

2 Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning (2014) Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning : Inkomen uit werk en woning bestaat uit inkomsten verminderd met aftrekposten: Inkomsten die onder box 1 vallen, zijn onder meer: winst uit onderneming loon, pensioen, uitkeringen, fooien, tipgeld, periodiek uitkeringen etc. inkomsten als freelancer, gastouder, artiest of sporter buitenlandse inkomsten inkomsten uit eigen woning (eigenwoningforfait en kapitaalverzekeringen eigen woning) negatieve uitgaven voor inkomensvoorziening (bijvoorbeeld een teruggave van lijfrentepremies) Aftrekposten box 1 reiskosten openbaar vervoer aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld uitgaven voor inkomensvoorzieningen (bijvoorbeeld lijfrentepremies) persoonsgebonden aftrek en te verrekenen verliezen uit werk en woning Tarief box 1 (personen geboren op of na 1 januari 1946) Belastbaar inkomen meer Doch niet meer Vóór AOW-gerechtigde leeftijd Vanaf AOW-gerechtigde leeftijd ,25% ,35% ,00% ,10% ,00% ,00% ,00%* 52,00%* Tarief box 1 (personen geboren voor 1 januari 1946) Belastbaar inkomen meer Doch niet meer totaal van de ,35% ,10% ,00% ,00%* * Hypotheekrente van een eigenwoningschuld is in de vierde schijf aftrekbaar tegen 51,5% Aanslaggrens inkomstenbelasting: 45 (ongewijzigd) Teruggaafgrens loonbelasting en premie volksverzekeringen (T- biljet): 14 (ongewijzigd) Alhoewel dit overzicht met zorg is samengesteld, aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid hiervoor Pagina 2

3 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (2013 en 2014) Box 2 is voor personen die een aanmerkelijk belang hebben in een vennootschap of een coöperatie. De voordelen hieruit zijn belast. Inkomsten die onder box 2 vallen zijn: reguliere voordelen (zoals dividenduitkering) vervreemdingsvoordelen (zoals verkoopwinst op aandelen) Aftrekposten box 2: aftrekbare kosten in verband met het aanmerkelijk belang persoonsgebonden aftrek (voor zover niet in aftrek gebracht in box 1 en 3) te verrekenen verliezen Het inkomen uit aanmerkelijk belang wordt belast tegen een vast tarief van 25% in %* in 2014 * voor zover het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang niet hoger is ,--. Over het meerdere is het normale tarief van 25% van toepassing. Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (2013 en 2014) Box 3 is de vermogensbox: onder vermogen wordt verstaan spaargeld, aandelen, tweede woning. De inkomsten daaruit zijn niet belast en de kosten niet aftrekbaar. Wel wordt er een bedrag berekend over het vermogen. De grondslag voor de berekening is (per 01 januari van het fiscale jaar): het totaal aan bezittingen van sparen en beleggen minus de schulden van sparen en beleggen minus heffingsvrije vermogen minus de ouderentoeslag Het tarief is een vast percentage van 4% van de grondslag sparen en beleggen als voordeel in box 3. Heffingvrij vermogen per persoon Ouderentoeslag (maximaal) Vrijstelling groene beleggingen Vrijstelling voor uitvaartverzekering/ spaarrekening Vrijstelling kapitaalverzekering Max (van voor ) Schuldendrempel In box 3 bestaat voor groene beleggingen een aparte vrijstelling. Voor deze beleggingen is de vrijstelling gelijk aan de waarde van die beleggingen op 1 januari van het betreffende jaar. Het maximale bedrag van de vrijstelling bedraagt per persoon. Voor fiscale partners wordt uitgegaan van een gezamenlijke vrijstelling van Daarnaast geldt een aanvullende heffingskorting voor groene beleggingen. De heffingskorting bedraagt in ,7% van het bedrag dat daarvoor op 1 januari is vrijgesteld vanwege de vrijstelling voor groene beleggingen in box 3. Alhoewel dit overzicht met zorg is samengesteld, aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid hiervoor Pagina 3

4 Heffingskortingen (2013) Onderstaande tabel geeft weer de heffingskortingen voor Belastingplichtige Vóór AOW-gerechtigde leeftijd Vanaf AOW-gerechtige leeftijd Algemene heffingskorting per kalenderjaar Maximum uitbetaling algemene n.v.t. heffingskorting indien geboren na 31 december 1971 Maximum uitbetaling algemene n.v.t. heffingskorting indien geboren na 31 december 1962 maar voor 01 januari 1972 Werkbonus (maximaal) n.v.t. Inkomensafhankelijke Alleenstaande ouderkorting (maximaal) Arbeidskorting (maximaal) bij lagere inkomens Arbeidskorting (maximaal) bij hogere inkomens Inkomensafhankelijke Jong gehandicaptenkorting 708 n.v.t. Ouderenkorting bij inkomen t/m n.v.t Ouderenkorting bij inkomen n.v.t. 150 boven Alleenstaande ouderenkorting n.v.t. 429 Levensloopverlofkorting (per 205 n.v.t. jaar) Ouderschapsverlofkorting (per 4,24 n.v.t. verlofuur) Korting groene beleggingen 0,7% van de vrijstelling in box 3 0,7% van de vrijstelling in box 3 Alhoewel dit overzicht met zorg is samengesteld, aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid hiervoor Pagina 4

5 Heffingskortingen (2014) Onderstaande tabel geeft weer de heffingskortingen voor Belastingplichtige Vóór AOW-gerechtigde leeftijd vanaf AOW-gerechtige leeftijd Algemene heffingskorting lagere inkomens Algemene heffingskorting hogere inkomens Werkbonus (maximaal) n.v.t. Inkomensafhankelijke Alleenstaande ouderkorting (maximaal) Arbeidskorting (maximaal) bij lagere inkomens Arbeidskorting (maximaal) bij hogere inkomens Inkomensafhankelijke Jong gehandicaptenkorting 708 n.v.t. Ouderenkorting bij inkomen t/m n.v.t Ouderenkorting bij inkomen n.v.t. 150 boven Alleenstaande ouderenkorting Levensloopverlofkorting (per 205 n.v.t. jaar) Tijdelijke heffingskorting voor 121 n.v.t. VUT-prepensioen Ouderschapsverlofkorting (per 4,29 n.v.t. verlofuur) Korting groene beleggingen 0,7% van de vrijstelling in box 3 0,7% van de vrijstelling in box 3 Alhoewel dit overzicht met zorg is samengesteld, aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid hiervoor Pagina 5

6 Eigenwoningforfait (2013 en 2014) Bij een eigen woning moet u bij de aangifte voor de inkomstenbelasting een bedrag aangeven: het zogenaamde Eigenwoningforfait. Het eigenwoningforfait ziet de belastingdienst als voordeel (inkomsten) uit de woning. De hoogte van het eigenwoningforfait is afhankelijk van de WOZ-waarde: WOZ-waarde t/m ,00% 0,00% t/m ,25% 0,20% t/m ,40% 0,35% t/m ,55% 0,45% t/m ,70% 0,60% Waarde hoger ,8% boven ,55% boven Winst uit Onderneming (2013 en 2014) Zelfstandigenaftrek De zelfstandigenaftrek geldt voor de ondernemer die aan het urencriterium voldoet.de zelfstandigenaftrek is een vast bedrag en niet een percentage van het resultaat. De zelfstandigenaftrek 2013 voor AOW gerechtigde leeftijd De zelfstandigenaftrek 2013 na AOW gerechtigde leeftijd De zelfstandigenaftrek 2014 voor AOW gerechtigde leeftijd De zelfstandigenaftrek 2014 na AOW gerechtigde leeftijd Startersaftrek Mits in één of meer van de 5 voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was en in die periode niet meer tweemaal de zelfstandigenaftrek heeft toegepast bedraagt de Startersaftrek Startersaftrek Startersaftrek Voor arbeidsongeschikten is er een drie-jaarsregeling (raadpleeg de Belastingdienst). Alhoewel dit overzicht met zorg is samengesteld, aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid hiervoor Pagina 6

7 MKB-winstvrijstelling Ondernemers hebben recht op een MKB-winstvrijstelling en deze geldt voor ondernemers. De vrijstelling bedraagt een percentage van de winst nadat deze is verminderd met de ondernemingsaftrek. De MKB-winstvrijstelling vervalt bij verlies. MKB-winstvrijstelling % MKB-winstvrijstelling % Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek Dit geldt zowel voor 2013 als 2014 bij een investeringsbedrag in een kalenderjaar van: Meer Maar niet meer Bedraagt de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek % % van het investeringsbedrag verminderd met 7,56% van het gedeelte van het investeringbedrag voor zover dat de te boven gaat en hoger 0 Overige ondernemingsfaciliteiten (bij staking) Stakingsaftrek De stakingsaftrek is gelijk aan de stakingswinst bij staking van één of meer gehele ondernemingen en bedraagt eenmalig maximaal per ondernemer. Dotatie oudedagsreserve Dotatie aan de oudedagsreserve bedraagt een percentage van de winst met een maximum. De oudedagsreserve kan op ieder moment worden omgezet in een lijfrente. Oudedagsreserve ,0 % met een maximum van Oudedagsreserve % met een maximum van Verliesverrekening Box 1 Voorwaarts 9 jaar Achterwaarts 3 jaar DGA gebruikelijk loon Alhoewel dit overzicht met zorg is samengesteld, aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid hiervoor Pagina 7