GEZIN-SCHOOL-KERKDIENST VAN DE GROENLING op 12 februari 2017 in De Bron

Transcriptie

1 GEZIN-SCHOOL-KERKDIENST VAN DE GROENLING op 12 februari 2017 in De Bron MAAR TOEN HIJ VOELDE HOE HARD HET WAAIDE, WERD HIJ BANG EN BEGON TE ZINKEN. HEER, RED MIJ! Ds. Nelleke Beimers, voorganger Gerrit Blekkenhorst, organist Verder werken mee: leerlingen en leerkrachten van de Groenling

2 Woord van welkom Klokgelui en stilte Zingen lied 288: Goedemorgen, welkom allemaal (1x door kinderen, 1x door volwassenen) Een groet namens God Gebed 2

3 Zingen: We steken een kaars aan God, het is wel eens donker om ons heen. We voelen ons verdrietig en soms alleen. Soms zijn we ziek, we voelen ons niet goed. Bent U er dan, bent U erbij? Maakt U ons weer een beetje blij? Geeft U ons dan weer moed? We steken een kaars aan. We steken een kaars aan. Dat licht brengt ons bij U, Dat licht brengt ons bij U. want U lijkt op dat warme licht. Dat licht zegt wat ik zeggen wil. Er komt een gloed op ons gezicht. We worden samen even stil. t Wordt fijner met elkaar. t Wordt fijner met elkaar. De kinderen steken kaarsen aan We sluiten af met het opnieuw zingen van: We steken een kaars aan Danklied 218: Dank U voor deze nieuwe morgen vers 1, 4 en 5 1 Dank U voor deze nieuwe morgen, dank U voor elke nieuwe dag. Dank U dat ik met al mijn zorgen bij U komen mag. 4 Dank U voor steun in moeilijkheden, altijd ziet U naar mensen om. Dank U voor vrienden en voor vreemden die ik tegenkom. 5 Dank U voor alle mooie klanken, al wat ik zien en horen kan. Dank U o God, ik wil U danken dat ik danken kan. Waar het over gaat Lef! Over Petrus 3

4 Zingen themalied: Wees niet laf Als ze aan je vragen of jij in God gelooft verzin je dan een smoesje krijg jij een vuurrood hoofd en denk je dan: ik lijk wel maf kijk, dat heet nou laf Wees niet laf laf laf maar heb lef lef lef want alleen de waarheid telt wees niet laf laf laf maar heb lef lef lef want wie lef heeft is een held Toen ze Petrus vroegen hoor jij ook bij die man verzon hij gauw een smoesje hij was het niet van plan maar toch zweeg hij als het graf dat was nog es laf Wees niet laf laf laf Schoot je bij de buren je voetbal door de ruit verzon je toen een smoesje kwam jij er niet voor uit omdat je dacht: straks krijg ik straf kijk, dat is dus laf Toen ze Abram vroegen is Sara soms je vrouw verzon hij gauw een smoesje het is m n zus! wat flauw maar hij dacht: straks ga ik af O, wat was dat laf Toch kwam het goed met Petrus toen Jezus hem vergaf dat doet Hij ook bij jou en mij al zijn we nog zo laf Wees niet laf laf laf Lezing Matteüs 14 vers 22 t/m 27 uit de Bijbel in Gewone Taal Jezus loopt over het water 22 Jezus zei tegen de leerlingen dat ze naar de boot moesten gaan. Ze moesten alvast naar de overkant varen. Jezus zou later komen, hij wilde eerst de mensen naar huis sturen. 23 Toen iedereen weg was, ging hij een berg op om te bidden. Hij was daar alleen. Het werd nacht. 24 De leerlingen waren al een heel stuk het meer op gevaren. Ze hadden tegenwind. De golven sloegen hard tegen de boot. 25 Aan het einde van de nacht liep Jezus over het water naar de boot. 26 Toen de leerlingen hem over het water zagen lopen, schrokken ze vreselijk. Ze schreeuwden het uit van angst en riepen: Een geest! 27 Maar Jezus zei: Rustig maar, ik ben het. Jullie hoeven niet bang te zijn. 4

5 Zingen lied 935: Je hoeft niet bang te zijn 1 Je hoeft niet bang te zijn, 2 Je hoeft niet bang te zijn al gaat de storm tekeer, als oorlog komt of pijn. leg maar gewoon je hand De Heer zal als een muur in die van onze Heer. rondom ons leven zijn. 3 Je hoeft niet bang te zijn, al gaan de lichten uit. God is er en Hij blijft als jij je ogen sluit. Lezing Matteüs 14 vers 28 t/m Toen zei Petrus: Heer, als u het echt bent, zeg dan dat ik over het water naar u toe moet komen. 29 Jezus zei tegen hem: Kom naar mij toe. Petrus stapte uit de boot. Hij liep over het water naar Jezus toe. 30 Maar toen hij merkte hoe hard het waaide, werd hij bang. Hij zakte weg in het water en schreeuwde: Heer, red mij! 31 Meteen stak Jezus zijn hand uit en greep Petrus vast. Hij zei: Waarom twijfel je? Is je geloof dan zo klein? 32 Toen ze in de boot stapten, stopte het met waaien. Zingen lied 917: Ga in het schip, zegt Gij 5

6 2 Geeft Gij ons nu een steen, 3 Wij zien alleen nog maar meester, voor brood? water en wind. Laat Gij ons nu alleen? Zegt Gij dan: wacht Mij daar? Laat Gij ons in de nood? Wij, nu de nacht begint, Zendt Gij ons heen? weten niet waar. 4 Wandelt Gij als een schim 5 Kom met uw scheppingswoord over het meer? in onze ziel! Werd Gij een verre glimp? Spreek dat de wind het hoort! Heer, zijt Gij onze Heer, Kom, dat het water knielt, kom van de kim! bij ons aan boord! 6 Ik ben het, zegt Gij dan. Kom maar met Mij mee naar de overkant. Wees maar niet bang, zegt Gij, hier is mijn hand. Verhaal en uitbeelding Zingen: Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig Er is niets dat God niet kan doen (2x) De bergen schiep Hij, rivieren erbij De sterren maakte Hij ook Mijn God is zo groot Mijn Vader is Hij, Hij maakte mij blij Hij zorgt voor jou en voor mij Mijn God is zo groot Heb jij soms verdriet? 't Is God die het ziet Hij legt zijn handen op jou Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig Er is niets dat God niet kan doen 6

7 Gebeden met gezongen Onze Vader Onze Vader in de hemel, maak alles nieuw. Geef uw naam aan deze wereld, maak alles nieuw. Breng uw koninkrijk tot leven, maak alles nieuw. Wees de hemel, wees de aarde, maak alles nieuw. Geef het brood in onze dagen, maak alles nieuw. En vergeef ons onze schulden, maak alles nieuw. Laat ook ons elkaar vergeven, maak alles nieuw. God verlos ons van het kwade, maak alles nieuw. Collecte Slotlied 423: Nu wij uiteengaan vers 1 en 2 1 Nu wij uiteengaan vragen wij God: 2 Voor wie ons lief zijn vragen wij God: ga met uw licht voor ons uit! ga met uw licht vóór hen uit! Nu wij uiteengaan wens ik jou toe: Al onze vrienden wensen wij vrede: Ga met God! Ga met God! Vaya con Dios en à Dieu! Vaya con Dios en à Dieu! Zegen Slotlied 423 vers 3 3 Voor alle mensen op onze weg: vrede en goeds in elk huis! Voor al wie kwamen onder dit dak: Ga met God! Vaya con Dios en à Dieu! 7

8