Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Dienstverlening. Werkversie /8 Dienstverlening v0.1

Transcriptie

1 Body of Knowledge Kwalificatiedossier Dienstverlening Werkversie 0.1 1/8 Dienstverlening v0.1

2 Inhoud 1 Dienstverlening basis Catering en voeding Schoonmaak, onderhoud en herstel Voorraadbeheer Hospitality Veiligheid Methodisch werken Medewerker facilitaire dienstverlening Gebouwbeheer Logistiek Cateringwerkzaamheden Helpende Zorg en Welzijn Persoonlijke zorg en ADL Wonen en huishouden (HDL) Activiteiten (sociaal en (re)creatief) Professionalisering Medewerker sport en recreatie Assisteren bij activiteiten en evenementen... 8 B Begeleidt gasten en deelnemers Houdt toezicht /8 Dienstverlening v0.1

3 1 Dienstverlening basis 1.1 Catering en voeding Benoemt de HACCP-normen bij werkzaamheden rondom voeding. Benoemt de algemene hygiëneregels die van belang zijn bij het bereiden van voeding en drank. Benoemt de richtlijnen van de "Schijf van 5". Benoemt (cultuurgebonden) gewoontes en wensen op het gebied van voeding. Benoemt de verschillende bereidingstechnieken van voeding en dranken. Benoemt de verschillende distributietechnieken van voeding en dranken. 1.2 Schoonmaak, onderhoud en herstel Benoemt de verschillende schoonmaakmaterialen in relatie tot hun toepassingsgebieden. Benoemt de algemene hygiëneregels met betrekking tot schoonmaakwerkzaamheden. Benoemt de algemene regels rondom milieubewust werken bij huishoudelijke werkzaamheden. Benoemt relevante voorschriften met betrekking tot * ergonomie * werkomgeving * veiligheid die zijn weergegeven in de Arbowet en zijn gericht op de werkzaamheden van de dienstverlener. Benoemt eigenschappen van diverse gereedschappen die nodig zijn bij onderhoud- en herstelwerkzaamheden. Benoemt veiligheidsvoorschriften bij onderhoud- en herstelwerkzaamheden van elektrische apparatuur, diverse gereedschappen en hulpmiddelen. Benoemt uit de gebruiksaanwijzingen of handleidingen de hoofdlijnen van de functie van verschillende apparaten, hulpmiddelen en materialen. 1.3 Voorraadbeheer Benoemt de verschillende richtlijnen voor de opslag van goederen en producten in relatie tot weten regelgeving en bedrijfsrichtlijnen. Benoemt de goederenontvangst procedure. Benoemt betekenis van de informatie op verschillende etiketten en in handleidingen. Benoemt de belangrijkste aspecten van kostenbewust werken bij voorraadbeheer. 1.4 Hospitality Benoemt aspecten van verschillende inrichtingen van een werk-, activiteiten- en/of verblijfsruimte. Benoemt aspecten van sociale vaardigheden - met name klantvriendelijkheid - binnen de diversiteit van de samenleving, specifiek in de beroepspraktijk. Benoemt aspecten van empathisch vermogen. 3/8 Dienstverlening v0.1

4 Benoemt feedbackvaardigheden. Benoemt aspecten van assertiviteit binnen de verschillende beroepscontexten. Benoemt aspecten van gesprekstechnieken. Benoemt aspecten van de klachtenprocedure. De student benoemt het belang van kwaliteitszorg binnen het werkveld. 1.5 Veiligheid Benoemt aspecten van ongewenst en grensoverschrijdend gedrag. Benoemt aspecten van richtlijnen en protocollen in relatie tot veiligheid binnen de beroepscontext. Benoemt aspecten van veiligheid van middelen, materialen en faciliteiten. Benoemt risico's en onveilige situaties binnen de beroepscontext. Benoemt grenzen van eigen bevoegdheid. Benoemt aspecten van zorg en aandacht voor betrokkenen en zichzelf in onveilige situaties. Benoemt aspecten van rapporteren van incidenten en onveilige situaties. 1.6 Methodisch werken Benoemt aspecten van methodisch werken binnen de beroepscontext. Benoemt de onderdelen van een werkplan. Benoemt betekenis en belang van feedback op en evaluatie van eigen handelen. Benoemt verschillende manieren van leren en deskundigheidsbevordering. Benoemt verschillende overlegvormen en zijn eigen rol daarin. Benoemt de eigen rol en verantwoordelijkheden binnen de beroepscontext in relatie tot collega's, leidinggevende en opdrachtgever. 4/8 Dienstverlening v0.1

5 2 Medewerker facilitaire dienstverlening 2.1 Gebouwbeheer Benoemt de mogelijkheden van FMIS. Benoemt verschillende gebruiksmogelijkheden van huisvesting. Benoemt verschillende gebouwinstallaties. Benoemt aspecten van servicegericht handelen. Benoemt het belang van administratie van uitgevoerde werkzaamheden. Benoemt gebruiksmogelijkheden van verschillende soorten reinigingsapparatuur. Benoemt de onderdelen van het schoonmaakwerkplan. Benoemt relevantie van de wet- en regelgeving met betrekking tot hygiënecode en ARBO. Benoemt de richtlijnen met betrekking tot ongewenst gedrag, veiligheid, hygiëne, ARBO, milieu, kwaliteitszorg, ergonomisch en kostenbewust werken. 2.2 Logistiek Benoemt aspecten van service gericht handelen. Benoemt aspecten van routing. Benoemt verschillende transport mogelijkheden in relatie tot de te transporteren goederen en/of personen. Benoemt veiligheidsaspecten bij het transport van goederen en/of personen. 2.3 Cateringwerkzaamheden Benoemt basisprincipes van bereiden, bewaren en serveren. Benoemt aspecten van voedingsleer en veelvoorkomende diëten. Benoemt de juiste bereidingstechnieken bij de verschillende voedingswaren. Benoemt aspecten van servicegericht handelen. 5/8 Dienstverlening v0.1

6 3 Helpende Zorg en Welzijn 3.1 Persoonlijke zorg en ADL Benoemt kennis van de bouw en functie van het gezonde menselijke lichaam. Benoemt de ontwikkelingsfase van alle leeftijdscategorieën op lichamelijk, motorisch, cognitief, sociaal en seksueel gebied. Benoemt symptomen van veel voorkomende ziektes binnen het werkveld van zorg en welzijn. Benoemt uitgangspunten van gezonde voeding en veelvoorkomende diëten. Benoemt kenmerken van het eet- en drinkgedrag van cliënten. Benoemt de aspecten van persoonlijke zorg en ADL onderscheidt verschillende manieren om zelfredzaamheid te bevorderen benoemt bij persoonlijke zorg en ADL bijzonderheden en veranderingen. Benoemt de functie en het belang van het zorgplan. Beschrijft veel voorkomende (technologische) hulpmiddelen, materialen en methoden bij de persoonlijke verzorging en ADL. 3.2 Wonen en huishouden (HDL) Benoemt veel voorkomende (technologische hulpmiddelen, materialen en methoden in de woonomgeving en het huishouden. Benoemt de verschillende schoonmaakmiddelen en schoonmaakmaterialen binnen de beroepscontext. Benoemt de procedures met betrekking tot schoonmaakwerkzaamheden binnen de beroepscontext. Benoemt manieren hoe een zorgvrager te stimuleren huishoudelijke werkzaamheden zelf uit te voeren. Benoemt de verschillende manieren van rapporteren. 3.3 Activiteiten (sociaal en (re)creatief) Benoemt passende (sociale en (re) creatieve) activiteiten voor de verschillende doelgroepen. Benoemt hoe een activiteit voor te bereiden, uit te voeren en af te ronden. Benoemt aspecten van groepsprocessen die plaats vinden tijdens een activiteit. 3.4 Professionalisering Benoemt de doelgroepen binnen de sector zorg en welzijn. Benoemt aspecten van relevante wet- en regelgeving in de sector zorg en welzijn. w.o zorgprotocollen, meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Benoemt het belang van goede communicatieve vaardigheden. Benoemt het belang van zelf- en samenredzaamheid. Benoemt de verschillende aspecten van eenvoudige gesprekstechnieken. 6/8 Dienstverlening v0.1

7 Benoemt de geldende richtlijnen m.b.t. ongewenst gedrag, hygiëne, veiligheid, Arbo, milieu, kwaliteitszorg, ergonomisch en kostenbewust werken. Benoemt aspecten van sociale problematiek, waaronder huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel misbruik. 7/8 Dienstverlening v0.1

8 4 Medewerker sport en recreatie 4.1 Assisteren bij activiteiten en evenementen B 4.2 Begeleidt gasten en deelnemers 4.3 Houdt toezicht Benoemt de kenmerken van een doelgroep naar aanleiding van een observatie. Benoemt de beginsituatie van een doelgroep bij een activiteit of evenement. Benoemt de basiskennis van gebruik, eigenschappen en onderhoud van benodigde hulpmiddelen, materialen en apparatuur ten behoeve van sportieve- en recreatieve activiteiten. Benoemt de randvoorwaarden die horen bij een activiteit of evenement. Benoemt de basiskennis van gezondheidsaspecten in relatie tot sport en bewegen. Benoemt de handelingen bij toepassen van EHBO en reanimatie. Benoemt de mogelijke groepsprocessen die plaatsvinden tijdens een activiteit of evenement. Benoemt de basisvaardigheden van didactische handelingen tijdens een activiteit of evenement. Benoemt eigen verantwoordelijkheden die horen bij het assisteren van een activiteit of evenement. Benoemt verschillende gesprekstechnieken op gebied van, instructie geven, enthousiasmeren, motiveren en stimuleren tijdens een activiteit of evenement. Benoemt signalen van sociale problematiek, zoals huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel misbruik. Benoemt aspecten van wet- en regelgeving met betrekking tot bovenstaande. Benoemt het belang van het werken volgens protocol. 8/8 Dienstverlening v0.1