Startopdracht. Iedereen die in Zorg en Welzijn werkt, krijgt te maken met agressie op het werk.

Transcriptie

1 Agressiespel

2 Startopdracht Iedereen die in Zorg en Welzijn werkt, krijgt te maken met agressie op het werk. Hoe vaak heb jij te maken met agressie op het werk, op een schaal van 0 (helemaal nooit) tot 10 (meerdere keren per dag)? In welke mate heb jij last van agressie op het werk, op een schaal van 0 (niet) tot 10 (veel)? Houd jouw antwoorden voor jezelf tot de antwoorden in de groep worden besproken.

3 Reactie Wat is je reactie als je volkomen onverwacht met agressie wordt geconfronteerd?

4 Spanningen Er zijn al een paar dagen spanningen merkbaar tussen een pas opgenomen dementerende bewoner en een andere bewoner op een afdeling kleinschalig wonen. De verzorgenden proberen de heren wat te begeleiden om elkaar niet op te zoeken, maar in onbewaakte momenten komen de heren elkaar toch tegen. De zorg verwacht dat deze confrontatie gaat leiden tot verbale en vermoedelijk zelfs fysieke agressie. Het is uur en de heren zijn beiden nog op en zijn niet van plan om naar bed te gaan. Je gaat je dienst overdragen aan de nachtdienst en deze staat alleen op de afdeling. Wat doe je?

5 Vormen Noem twee duidelijke en twee minder duidelijke vormen van agressie waarmee je op je werk te maken hebt gehad.

6 Situatie Het gesprek tussen je collega en een cliënt gaat de verkeerde kant op. Je merkt dat er een agressieve situatie ontstaat. Je ziet dat de cliënt al behoorlijk begint op te lopen in zijn woede. Wat doe je?

7 Verwerken Wat helpt jou bij het verwerken van een agressie-incident? Geef een concreet voorbeeld.

8 Omgaan Vertel hoe er binnen jouw team meestal wordt gereageerd op een agressie-incident. Mag iedereen er op zijn eigen manier mee omgaan?

9 Bedreiging De eerste contactpersoon van een cliënt belt je op met de mededeling dat hij niet tevreden is over de kwaliteit van zorg die er gegeven wordt. Het gesprek loopt uit de hand en je wordt bedreigd door de contactpersoon. Je weet echter dat deze contactpersoon wel vaker dingen zegt die hij niet zo kwaad bedoelt. Je voelt je dus niet bedreigd, terwijl je zijn uitspraken wel een bedreiging kunt noemen. Meld je dit voorval of niet?

10 Crisis Een cliënt op je woongroep komt in een crisis, fase 2. Je collega spreekt hem directief toe en stelt voor om naar de slaapkamer van de cliënt te gaan zodat hij wat tot rust kan komen. Na een half uur is je collega nog niet terug en reageert niet op zijn mobiele telefoon. Wat doe je?

11 Buiten zinnen Je bent bij een agressieve cliënt op de kamer. Deze is zo boos dat hij duidelijk buiten zinnen is. De cliënt sluit je op zijn kamer op zodat je niet weg kunt. Helaas ben je vergeten om je mobiele telefoon mee te nemen. Wat doe je?

12 Risicogesprek Welke voorzorgsmaatregelen neem je bij een risicogesprek? Vraag alle medespelers minimaal 1 voorzorgsmaatregel te noemen.

13 Kwaad Je loopt met een dementerende cliënt door het dorp. De cliënt wordt kwaad op jou, begint hard te schreeuwen en begint jou te slaan. Wat doe je?

14 Privé Bedenk en vertel wat een ontevreden cliënt of familielid over jouw privé kan vinden op internet. Denk hierbij ook aan wat jouw familie of vrienden op internet geplaatst kunnen hebben.

15 Veiligheid Stelling: Alleen de organisatie is verantwoordelijk voor mijn veiligheid. Alle spelers doen mee Gebruik de kaarten eens/oneens Geef toelichting op je keuze Vraag een medespeler ook om een toelichting

16 Ons vak Stelling: Agressie hoort bij ons werk. Als je er niet tegen kunt, moet je een ander vak kiezen. Alle spelers doen mee Gebruik de kaarten eens/oneens Geef toelichting op je keuze Vraag een medespeler ook om een toelichting

17 Onrust Je moet naar een cliënt met een fronto-temporale dementie. Ze is boos naar de gang gelopen. Van de gastvrouw heb je vernomen dat er in de huiskamer naast haar flink gevloekt werd en vervolgens door de cliënt een bord kapot gegooid werd. Daarna is de cliënt, na het hard dichtgooien van de deur, naar de gang gelopen. In de huiskamer heerst onrust na het voorval. De gastvrouw heeft niets gezien en je weet zelf niet wat er vooraf gebeurd is. Wat doe je? Hoe handel je? Wat vind jij acceptabel en onacceptabel? Hoe ver mag iemand gaan?

18 Acceptabel Waar ligt jouw grens tussen acceptabel en onacceptabel als het gaat om agressie?

19 Melden Wanneer meld jij een agressie-incident? Hoe doe je dat en bij wie?

20 Niet melden Wat kan voor jou een reden zijn om een agressie-incident niet te melden?

21 Verwerken Hoe kunnen collega s jou helpen bij het verwerken van een agressie-incident?

22 Joker

23 Eens

24 Oneens

25 Handleiding agressiespel

26 Het agressiespel kan gespeeld worden met minimaal 3 en maximaal 10 personen. De speeltijd kan variëren omdat je zelf bepaalt hoeveel kaarten je bespreekt. Doel van het spel Het spel is ontwikkeld om het onderwerp agressie meer bespreekbaar te maken binnen je team, bij voorkeur samen met de artsen en psychologen. Het spel kan ook bijdragen aan de versterking van de onderlinge samenwerking. Wat doe je vooraf Bepaal wie de spelleider is in de groep. De spelleider begeleidt de discussie, toetst de inbreng en noteert eventueel gemaakte afspraken. Ook bewaakt deze de speeltijd. Hoe speel je het spel? Als je het spel voor het eerst speelt, bespreekt de spelleider de startopdracht voor alle spelers. Alle deelnemers krijgen een kaart eens/ oneens om te gebruiken bij een stelling. De eerste deelnemer pakt een kaart van de stapel en leest de vraag/stelling voor. Deze deelnemer geeft antwoord op de vraag/stelling en beargumenteert het antwoord. De spelleider kan nu ook andere deelnemers vragen naar hun antwoorden. Zo ontstaat een discussie. Op grond van de discussie kunnen ook afspraken worden gemaakt. Het spel kan worden afgesloten of de volgende deelnemer trekt een kaart waarna het spel weer vervolgd wordt. Wat zijn de Jokers? In het spel zitten twee jokers. Als jij een joker trekt, heb je de mogelijkheid om een ervaring in te brengen. \ Veel plezier! Het spel is afgeleid van het agressiespel dat door Bureau Jeugdzorg Friesland is ontwikkeld.