Hoe worden we collega s? over de Nieuwe GGZ

Transcriptie

1 Hoe worden we collega s? over de Nieuwe GGZ Philippe Delespaul Psychische problemen en ouderschap Samenwerken in het belang van ouders en kind Antropia, Driebergen-Zeist 8 maart 2018

2 de Nieuwe GGZ(.nl/.be/.eu) = een beweging (nog geen beleid) er is ontwikkeling maar wordt niet door iedereen gedeeld

3 over over inspiratie voor over ziekte zorg de Nieuwe GGZ beweging didactiek

4 psychische problemen vertegenwoordigen meer lijden (en suïcidedoden) in de wereld dan vluchtelingen verkeer klimaat terrorisme (en zelfs oorlog)

5 niet ze maar wij psychische problemen ooit tijdens het leven (=uitvallen in functioneren) psychische problemen dit jaar (= onze actuele zorgverantwoordelijkheid) 44+% life-prevalentie 24+% jaar-prevalentie 98+% dagelijkse betrokken

6 global burden (lijden) of disease (impact naar leeftijd) aandeel GGZ topt aandeel GGZ grootste aandeel GGZ vermindert

7 wat is psychisch lijden? wat weten we en wat weten we niet, misschien nooit psychische nood is geen identiteit (DSM: ik ben ) maar een vulnerabiliteit (kwetsbaarheid) deze vulnerabiliteit is normale variatie (zoals intelligentie, creativiteit en 100m lopen) en in de bevolking differentiëel verspreid deze vulnerabiliteit is periodiek problematisch (ik heb (nu) last, moeite...) en gecontextualiseerd (gen/omgeving interactie; ) (ziekte is een metafoor voor mededogen)

8 een `doelgroep` kind (casus) 19% 14% 6% 7% 15% 39% autisme depressie steelt schoolproblemen woedeuitbarstingen hoogbegaafd

9 triage

10 specialistische verwijzing (efficiëntie van zorgpaden) autisme eenzaam 14% verstandelijk beperkt 19% psychose 39% CURE JUSTITIE depressie steelt schoolproblemen specifieke verwijzing schulden 6% verslaving 7% depressie 15% CARE woedeuitbarsting hoogbegaafd

11 diverse specialisten zijn nodig rond het kind en de familie

12 zorgmodel voor kwetsbaarheid: domeinen van weerbaarheid persoonlijk herstel symptoom vermindering maatschappelijke participatie

13 normaliseren = de-stigmatiseren = werken aan gezondheid

14 KLEINSCHALIGHEID in de wijk (<15.000inw) waar kinderen hun leven hebben en betrokken familie en hulpverleners op spontane (ongeorganiseerde) wijze collega s vinden (e.g. HA, school, voetbal )

15 optimale hulpverlening: beschikbare deskundigheid dus in overlappende netwerken doel: meer weerbare burgers (kinderen zowel als betrokkenen/familie/buurt/school) door professionals en non-professionals afhankelijk makende zorg is niet duurzaam

16 transgenerationale zorg grootva Mark is dement psycho geriatrie en grootmoe zorg Mieke overwerktmantelzorg steun oom Nick heeft mannen is net praatgroep gescheiden preventie Ben wordt gepest pestenen op krijgt te weinig school aandacht vader Karel heeft een drukke baan specialisti Anna sche heeft het moeilijk GGZ: is autistisch autisme moeder PsyQSofie is depressie depressief grootouders mantelzorg Jan steun &Lut staan altijd klaar tante Marijke haalt de kinderen van de school oom Bart 12 stappen is werkeloos programma en drinkt teveel Ouderen GGZ Volwassen GGZ K&J GGZ

17 netwerken van netwerken voetbalploeg school leerkracht broer behandelaren tante vriend grootmoeder vader voetbal coach kind lief buurt (wijkagent) zus moeder klas (niet) professionele (zorg) netwerken en andere maatschappelijke resources persoonlijke netwerk (mensen)

18 integrale gecontextualiseerde (netwerk) zorg persoonlijk herstel symptoom vermindering maatschappelijke participatie

19 urgentie en prioritering

20 GGZ urgenties somatiek (epilepsie, diabetes, delier, intoxicatie ) ambulance: aanrijtijd 10, risico van leven en dood gevaar (agressie, vernielingen, ) politie: aanrijtijd 10, risico van leven en dood psychische nood (pesten, depressie, ) ggz: aanrijtijd vaak uren/dagen voorwaarde: leven voorwaarde: veiligheid OPTIMAAL TRIAGEREN: geeft leven en dood risico s PRIORITEREN (overleven, veiligheid) en dus SAMENWERKEN

21 zorgprincipes

22 elke actie geeft reactie opgedrongen verandering (ook welbedoeld) = contraproductief een kind is niet maakbaar

23 l homme moyen n existe pas wat best werkt bij de gemiddelde patiënt is misschien voor geen enkele specifieke patiënt de beste keuze Adolphe Quetelet ( )

24 een interventie die vandaag onvoldoende effect heeft kan misschien morgen werken bij dezelfde persoon

25

26 de (nieuwe) professional

27 professionele identiteit: kennisexpert

28

29 tijdslijn voor cultuur verandering in de zorg door IT experimentele ediagnostiek en einterventies praktijktoepassing ediagnostiek en einterventies als add-on in reguliere zorg specialist in een doosje doet het beter het einde van de kennisexpert (en de vakman) early adopters geen klinische impact IT / software als prothese voor hulpverleners en patiënten misschien: enkel een expert tijdelijk als mythische verzekeringspolis expert als Dr. House maar eigenlijk: verzekeringspolis overleeft kennis is publiek (gelukkig maar, we zijn geen sekte)

30 protectionistische response (BIG, accreditatie, )

31 gevolgen voor de (therapeutische) relatie

32 shared decision making (patiënt in zijn/haar kracht zetten) toekomstige kennis is verspreid zorg relaties worden evenwichtig(er) (multi-expert samenwerking) professionals moeten deze mix laten slagen

33 (pers.) herstel participatie curatief

34 de Nieuwe GGZ