FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Laarbeeklaan Brussel AANVULLEND FACULTAIR DOCTORAATSREGLEMENT

Transcriptie

1 FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Laarbeeklaan Brussel AANVULLEND FACULTAIR DOCTORAATSREGLEMENT Dit document is een aanvulling op het Centraal Reglement voor de toekenning van de Academische Graad van Doctor Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 08/07/2003 ( ). Het treedt in voege vanaf 1 oktober I. Toepassingsgebied. Art. 2 : De Faculteit GF reikt de volgende doctoraten uit: Medische Wetenschappen zie memorie van toelichting 1 ) Biomedische Wetenschappen zie memorie van toelichting 1 ) Farmaceutische Wetenschappen Tandheelkunde Sociale Gezondheidswetenschappen, richting Medisch-Sociale Wetenschappen en richting Gerontologie II. Toelatingsvoorwaarden. Art. 3 : De toelatingsvoorwaarden qua diploma s 1) Medische Wetenschappen 1 Zie memorie van toelichting aan het eind van dit reglement 1

2 Inschrijving kan worden toegestaan aan de houders van een universitair diploma uitgereikt door een Belgische universiteit, of een wettelijk gelijkwaardig diploma, voor de titel van: arts of doctor in de genees- heel- en verloskunde; apotheker, tandarts, dierenarts; licentiaat in de wetenschappen, biomedische wetenschappen, lichamelijke opvoeding, kinesitherapie en motorische revalidatie; bioingenieur, burgerlijk ingenieur. Afwijkingen worden toegestaan na onderzoek van individuele dossiers door de doctoraatsopvolgingscommissie Medische Wetenschappen (= Commissie voor de doctoraatsopvolging ). 2) Biomedische Wetenschappen *) Zie memorie van toelichting 3) Farmaceutische Wetenschappen De houders van volgende diploma's (en de daarmee overeenstemmende Masters) worden toegelaten: 1. Apotheker 2. Licentiaten in de wetenschappen, licentiaten in de biomedische wetenschappen, bio-ingenieurs, artsen, tandartsen en veeartsen. Afwijkingen worden toegestaan na onderzoek van individuele dossiers door de doctoraatsopvolgingscommissie Farmaceutische Wetenschappen (= Commissie voor de doctoraatsopvolging ). 4) Tandheelkunde tandarts 5) Sociale Gezondheidswetenschappen, richtingen Medisch-Sociale Wetenschappen (MSW) en Gerontologie : Licentiaat in de MSW of in de Gerontologie, Licentiaat in de Sociologie Licentiaat in de Psychologie Licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen arts, afstudeerrichting Maatschappelijke Gezondheidszorg 2

3 Tevens worden toegelaten de houders van een diploma dat wettelijk met de bovenstaande diploma s gelijk wordt gesteld of door de Faculteit, op advies van de onderwijscommissie, gelijkwaardig wordt geacht. Voor elk van de doctoraten kunnen afwijkingen worden toegestaan na onderzoek van de individuele dossiers door de respectieve doctoraatsopvolgingscommissies. Art. 4 : Houders van een diploma van een buitenlandse universiteit kunnen toegelaten worden tot het examen voor de academische graad van doctor mits een door de facultaire doctoraatsopvolgingscommissie gelijkwaardig geacht curriculum. De facultaire doctoraatsopvolgingscommissie zal bij de aanvang bepalen welk voorbereidend studieprogramma eventueel doorlopen moet worden. Art. 5 : Voor houders van een diploma van het Hoger Onderwijs Buiten de Universiteit, van het lange type (HOLT), wordt geen rechtstreekse toegang verleend tot het doctoraat. Voor deze diploma s geldt dat de betrokken doctoraatsopvolgingscommissie op basis van individuele dossiers onderzoekt of een houder van een HOLT diploma tot het doctoraat kan worden toegelaten; ze bepaalt over welke opleidingsonderdelen een examen moet worden afgelegd; ze kan de kandidaat vrijstellen van bijkomende toelatingsvoorwaarden indien ze oordeelt dat de beroepservaring en de wetenschappelijke activiteiten van betrokkene deze bijkomende toelatingsvoorwaarden overbodig maken. Art. 6 : Voor ieder doctoraat dat de faculteit inricht bestaat een facultaire commissie voor de doctoraatsopvolging die telkens samengesteld is uit: vijf leden van het ZAP (stemgerechtigde leden) of, voor het Farmaceutisch Instituut, alle ZAP leden die in hoofdorde verbonden zijn aan het Farmaceutisch Instituut. één lid (doctorandus) van het AAP (waarnemend lid), betrokken in het doctoraat. Onder de ZAP leden wordt een voorzitter en een ondervoorzitter gekozen. Deze samenstelling wordt per twee academiejaren bekrachtigd of aangepast door de faculteitsraad. Voor vergadering van de commissies zijn geen vervangingen mogelijk. Indien het AAP lid doctoreert en/of de faculteit verlaat, kan zonder tussenkomst van de faculteitsraad na consultatie van de AAP geleding- vervanging gebeuren door de commissie. 3

4 De taken en bevoegdheden van deze commissie zijn: onderzoek van individuele dossiers in verband met toelatingsvoorwaarden voor bepaalde universitaire diploma s, diploma s van het HOLT en buitenlandse diploma s. nakijken en goedkeuren van de individuele jaarverslagen (Art. 14) advisering betreffende verdere inschrijving als doctorandus aan de VUB (Art. 15) bemiddeling bij geschillen in toepassing van Art. 16 uitreiken van getuigschrift van doctoraal onderzoekstraject in toepassing van Art. 17 Voorstellen samenstelling examencommissies (Art. 21) Na neerlegging van een doctoraatsproefschrift stelt de faculteitsraad een Ad Hoc doctoraatsexamencommissie in (zie Art. 21). Deze commissie wordt automatisch opgeheven nadat de procedure van het doctoraatsexamen volledig ten einde is. Art. 7 : Voor geen van de doctoraten in de Faculteit Geneeskunde en Farmacie is een bijkomende stelling vereist. V. Procedure en voorbereiding van het doctoraatsproefschrift. Art. 10: De Doctoraatsopvolgingscommissie van het desbetreffend doctoraat adviseert de Facultaire Raad. Art. 11: Voor het doctoraat Farmaceutische Wetenschappen: Tenminste één promotor is een ZAP lid dat in hoofdorde verbonden is aan het Farmaceutisch Instituut. Art. 16 : In geval van een geschil of een ander probleem dat door de doctorandus of de promotor wordt gesignaleerd, is de volgorde van signalering en bemiddeling de volgende: 1. de doctoraatsopvolgingscommissie voor het desbetreffend doctoraat 2. de ombudsman of vrouw voor doctorandi 3. de Decaan 4. het Rectorencollege 4

5 VI. Procedure van het doctoraatsexamen. Art. 19 : Het aantal door de kandidaat in te zenden exemplaren van het neergelegde proefschrift is 10 (tien), of een aantal gelijk aan dat van de leden van de examencommissie (zie Art. 21), plus één voor het facultair secretariaat. Art. 20 : Het Facultair Reglement staat toe dat het doctoraatsproefschrift in het Engels mag opgesteld en verdedigd worden. Van opstelling en verdediging in het Nederlands zal de doctoraatsopvolgingscommissie op voorhand op de hoogte gesteld worden. Voor opstelling en verdediging van het doctoraatsproefschrift in een andere taal dan het Nederlands of het Engels moet op voorhand toestemming gevraagd worden aan de doctoraatsopvolgingscommissie. Het doctoraat in de Medisch Sociale Wetenschappen mag zonder toestemming op voorhand ook in het Frans worden opgesteld. Art. 21 : De doctoraatsopvolgingscommissie Farmaceutische Wetenschappen maakt een voorstel van samenstelling van de examencommissie. Elk ZAP lid van de doctoraatsopvolgingscommissie Farmaceutische Wetenschappen heeft het recht deel uit te maken van de jury, maar deze moet tenminste bestaan uit vier ZAP leden (met inbegrip van de promotor) in hoofdorde verbonden aan het Farmaceutisch Instituut, en tenminste twee externe leden. Tenminste 2 van de ZAP leden behoren niet tot de vakgroep/dienst waartoe de promotor(s) en of co-promotor(s) behoren. Uit de ZAP leden wordt een voorzitter en een secretaris aangeduid; deze mogen onder geen beding promotor of copromotor zijn. Art. 23 : De examencommissie vergadert een eerste keer als leescomité en heeft tot taak na te gaan of de doctorandus/a kan overgaan tot de openbare verdediging. De leden van de examencommissie die niet op de vergadering van het leescomité aanwezig kunnen zijn, dienen bij de voorzitter van de examencommissie een schriftelijk en gemotiveerd verslag over het proefschrift in. De promotor(en) maakt (maken) deel uit van de doctoraatsexamencommissie maar heeft (hebben) geen stemrecht. De doctoraatsexamencommissie komt, indien nodig na een stemming, tot het volgende besluit: 1. aanvaarding zonder aanpassingen 5

6 2. aanvaarding met aanpassingen op te volgen door de voorzitter 3. aanpassingen met her-indiening van het bijgewerkte proefschrift 4. weigering met stopzetting van de procedure Om tot haar besluit te komen kan het leescomité de doctorandus/a horen. Het horen van de doctorandus mag niet automatisch aanzien worden als een besloten verdediging, tenzij de kandidaat dit uitdrukkelijk wenst. De doctorandus/a wordt op de hoogte gebracht van het besluit van het leescomité. Indien de examencommissie beslist dat het doctoraatsproefschrift niet kan worden verdedigd, wordt de doctorandus/a daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld. De kandidaat dient 10 exemplaren van het definitieve proefschrift ter beschikking te stellen van het secretariaat van de faculteit en dit bij voorkeur 10 werkdagen en tenminste 5 werkdagen voor de openbare verdediging. Er wordt voor gezorgd dat er tenminste één exemplaar van het definitief proefschrift na gunstige afronding van het doctoraat wordt overgemaakt aan de bibliotheek van de VUB. Voor het Doctoraat Farmaceutische Wetenschappen is het aantal definitieve exemplaren nodig voor de openbare verdediging gelijk aan het aantal leden van de examencommissie plus één exemplaar voor het secretariaat van de Faculteit. Dit exemplaar zal na de openbare verdediging en indien de kandidaat tot doctor wordt geproclameerd, overgemaakt worden aan de bibliotheek van de VUB. Art. 24 bis : De gevraagde teksten ter situering van het proefschrift worden ten laatste 15 werkdagen voor de publieke verdediging schriftelijk en elektronisch ook ter beschikking gesteld van het facultair secretariaat. Art. 26 : De mondelinge samenvatting van het proefschrift duurt 25 tot 35 minuten en de discussie minimum 30 minuten en maximum 1h30. VII. Deliberatie en proclamatie. Art. 27 en 29 : Er worden geen graden toegekend. 6

7 MEMORIE VAN TOELICHTING Art De begeleiding van het doctoraat Medische Wetenschappen gebeurt sinds 1994 op basis van interuniversitaire coördinatie en consultatie. De wijze waarop dit gebeurt staat uiteengezet in een facultaire brochure (zie bijlage) voor de doctoraatsbegeleiding die in het Nederlands en het Engels ter beschikking is van de doctorandi in de Medische Wetenschappen. In essentie gebeurt de coördinatie op drie vlakken: criteria en evaluatie voor toelating tot het doctoraat Medische Wetenschappen interuniversitair aanbod van themadagen in medisch onderzoek (± 8 dagen per jaar) regelmatig overleg omtrent de begeleidingsactiviteiten en het gewicht dat in de individuele dossiers wordt toegekend aan de diverse onderdelen. 2. Het doctoraat Biomedische Wetenschappen wordt in de praktijk sinds ongeveer 10 jaren niet meer actief ingericht. Dit doctoraat is opgegaan in het doctoraat Medische Wetenschappen met inbegrip van alle specifieke werkingsregels van begeleiding en examinering. Art. 6 De commissie voorheen aangeduid als doctoraatscommissie wordt in dit nieuwe reglement vervangen door de doctoraatsopvolgingscommissie, ook wel aangeduid als de commissie voor de doctoraatsopvolging. 7