GEMEENSCHAPPELIJK EISENCAHIER FEDERALE ZORGSECTOR

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "GEMEENSCHAPPELIJK EISENCAHIER FEDERALE ZORGSECTOR"

Emma van de Veen
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

GEMEENSCHAPPELIJK EISENCAHIER FEDERALE ZORGSECTOR I.

Vanaf de leeftijd van 60 jaar neemt het aantal werknemers terug af. Er moet een uitbreiding komen van de eindeloopbaanmaatregelen voor de categorie 60-65-jarigen.

Door de pensioenhervorming (optrekking van de vervroegde pensioenleeftijd, de wettelijke pensioenleeftijd, afschaffing van de diplomabonificatie ) zijn de personeelsleden van de openbare zorgsector

1 GEMEENSCHAPPELIJK EISENCAHIER FEDERALE ZORGSECTOR I. EINDELOOPBAANMAATREGELEN 4 DE EINDELOOPBAANMAATREGEL VANAF 60 JAAR Uit de statistieken van de FOD Volksgezondheid blijkt dat de ADV-maatregelen een gunstige invloed hebben m.b.t. retentie personeel op de werkvloer. Vanaf de leeftijd van 60 jaar neemt het aantal werknemers terug af. Er moet een uitbreiding komen van de eindeloopbaanmaatregelen voor de categorie jarigen. VERVROEGD PENSIOEN De verschillen tussen de bestaande SWT-regeling in de private zorgsector en de openbare zorgsector moeten weggewerkt worden. Door de pensioenhervorming (optrekking van de vervroegde pensioenleeftijd, de wettelijke pensioenleeftijd, afschaffing van de diplomabonificatie ) zijn de personeelsleden van de openbare zorgsector benadeeld tegenover de personeelsleden van de private zorgsector. INVOERING VERLOF VOORAFGAAND AAN HET PENSIOEN o Al het personeel dat onregelmatige prestaties levert, moet kunnen genieten van een verlof voorafgaand aan het pensioen (te koppelen aan de problematiek van de zware beroepen ). o Het recht op de vierdagenweek en de halftijdse uitstap vanaf 50 jaar voor de lastige beroepen en knelpuntberoepen, mits een aantal correcties, moet in elk geval behouden blijven. NACHTARBEID: INVOERING VAN BEPALINGEN VERGELIJKBAAR MET DE CAO 46 VOOR DE OPENBARE SECTOR In tegenstelling tot de private zorgsector, zijn er in de openbare zorgsector geen maatregelen voorzien die het vanaf 50 jaar mogelijk maken om onder bepaalde omstandigheden over te schakelen naar een lichter arbeidsregime. Vandaar dat volgende maatregelen worden voorgesteld: o Werknemers vanaf 50 jaar die minstens 20 jaar nachtprestaties hebben geleverd, kunnen overschakelen op een arbeidsregeling zonder prestaties tussen 20 uur en 6 uur als de arbeidsgeneesheer ernstige medische redenen vaststelt. 1

2 o Werknemers vanaf 55 jaar die minstens 20 jaar nachtprestaties hebben geleverd, kunnen overstappen naar een arbeidsregeling zonder prestaties tussen 20 uur en 6 uur indien ze dit aanvragen. FINANCIERING BIJKOMEND VERLOF VOOR 52+ De bestaande gedeeltelijke financiering van het bijkomend verlof voor de 52+ moet worden verhoogd zodat de minimale vervanging ook effectief wordt verzekerd. II. OMKADERING TEWERKSTELLING EN ORGANISATIE VAN HET WERK ONMIDDELLIJKE VERVANGING VAN AFWEZIG PERSONEEL OP DE WERKVLOER Personeelsleden die om eender welke reden en voor eender welke duur afwezig zijn, moeten onmiddellijk worden vervangen. Om dit mogelijk te maken, werden reeds in 1999 mobiele equipes opgericht. Deze mobiele equipes moeten worden versterkt. HERZIENING VAN DE VERPLEEGKUNDIGE NORMEN o De normen m.b.t. het verplegend personeel zijn niet meer aangepast aan het zorgprofiel van de patiënten. De normen moeten worden geëvalueerd en herzien o.a. op basis van de VG-MZG 1. De hoofdverpleegkundigen mogen niet langer worden meegerekend in het basiskader. o De normen van de zorg- en ondersteuningsdiensten en van de minimale bezetting van de diensten moeten worden opgetrokken (of ingevoerd bij niet-genormeerde diensten). STABILITEIT VAN DE UURROOSTERS Er zijn heel wat klachten over de te grote flexibiliteit die wordt gevraagd van het personeel uit de zorgsector. Het laattijdig ter kennis brengen van uurroosters, wijzigingen aan uurroosters, verplichte opname van het verlof in de uurroosters zijn maar enkele van de vaak gehoorde klachten die de planning en de organisatie van het gezinsleven onder druk zetten. Er dienen maatregelen te worden genomen om hieraan te verhelpen. Dit kan door zoveel mogelijk stabiele uurroosters in te bouwen en/of de uurroosters tijdig ter kennis te brengen van de personeelsleden. In het kader van de combinatie arbeid en gezin is het belangrijk te onderzoeken op welke manier het personeel meer inspraak kan krijgen bij de opmaak van uurroosters. Ook mogelijkheden tot zelfroostering moeten meer gestimuleerd worden. BETERE COMBINATIE ARBEID EN GEZIN - WERKBAAR WERK In dit bundel werden reeds een aantal eisen geformuleerd die een betere combinatie tussen arbeid en gezin mogelijk maken. De voorgestelde maatregelen zullen echter onvoldoende zijn en zullen voortdurend moeten worden bijgestuurd. Er wordt een bestendige opvolging gevraagd van deze problematiek binnen de zorgsector door de bevoegde ministers samen met de sociale partners. 1 Verpleegkundige Gegevens van de Minimale Ziekenhuisgegevens 2

3 VORMING Er leven heel wat vragen bij het personeel rond vorming. Instellingen gaan hier heel verschillend mee om. Er zijn bijkomende maatregelen nodig om op instellingenniveau te komen tot een competentieversterkend vormingsbeleid. Alle medewerkers moeten in staat worden gesteld hun competenties te verhogen of te consolideren. ONDERZOEK VAN DE WERKLAST IN DE ONDERSTEUNENDE DIENSTEN EN DE MEDISCH- TECHNISCHE DIENSTEN De ondersteunende diensten binnen de zorginstellingen (keuken, onderhoud, technische diensten ) spelen een cruciale rol in de zorgverstrekking en bepalen mee de kwaliteit van de zorg. Het personeel van deze diensten wordt dikwijls vergeten, hoewel de werkdruk ook in deze diensten alsmaar toeneemt. Ook de verantwoordelijkheid neemt toe. Er moet werk gemaakt worden van een objectief meetinstrument dat de zwaarte van de jobs in deze diensten meet. Het vastleggen van een minimumbezetting per dienst zou de arbeidsomstandigheden in deze diensten al kunnen verbeteren. VERMINDERING VAN DE ADMINISTRATIEVE WERKLAST BINNEN DE ZORGEENHEDEN Er is dringend vraag naar een vermindering van de administratieve lasten (registraties ). III. INKOMEN EN KOOPKRACHT EVOLUTIE VAN DE EINDEJAARSTOELAGE NAAR EEN VOLWAARDIGE 13 DE MAAND De huidige eindejaarstoelage in combinatie met de attractiviteitspremie moet opgetrokken worden tot het bedrag van een volwaardige 13 de maand. TERUGBETALING WOON- EN WERKVERKEER Steeds meer instellingen vragen van hun deeltijdse personeelsleden om dagelijks te presteren. Daar staat tegenover dat besparingsmaatregelen de inkomenssituatie van onvrijwillig deeltijdse werklozen hebben aangetast. De kosten voor het woon- werkverkeer moeten integraal worden terugbetaald. INVOERING COLLECTIEVE HOSPITALISATIEVERZEKERING VOOR IEDEREEN Ieder personeelslid dat tewerkgesteld is in de federale gezondheidssector moet kunnen genieten van de voordelen van een collectieve hospitalisatieverzekering. Deze verzekering moet niet alleen de hospitalisatiekosten dekken maar moet ook de honoraria van de medische onderzoeken gedurende één maand vóór de ziekenhuisopname en de kosten van de nazorg vergoeden. 3

4 IV. VEILIGHEID EN WELZIJN OP HET WERK VEILIGHEID OP DE WERKPLAATS We stellen steeds meer geweld vast in de zorgsector, vooral in de spoed- en de nachtdiensten. Dat geweld veroorzaakt een onveiligheidsgevoel op de werkvloer. Dat gevoel is trouwens nog toegenomen sinds het nationaal OCAD-dreigingsniveau 3 en 4, met de vrees dat het zorgmilieu een potentieel doelwit is. Het is absoluut noodzakelijk om financiële middelen te overwegen voor bewakingsmateriaal en, vooral, voor bewakingspersoneel, waarbij aan een samenwerking gedacht moet worden met bestaande openbare veiligheidsdiensten (politie, gemeenschapswacht, ) en/of het nodige omkaderingspersoneel aangeworven kan worden. ANTI-AGRESSIECOACH Steeds meer wordt ook het personeel van zorginstellingen geconfronteerd met agressie van patiënten. Voor elke instelling moeten middelen worden voorzien die het mogelijk maken om een anti-agressiecoach aan te werven. VERNIEUWD WELZIJNSBELEID De interne diensten voor preventie en bescherming op het werk moeten worden versterkt. Bijzondere aandacht moet hierbij gaan naar de psychologische aspecten van het werk. V. UITVOERING VAN VROEGERE AKKOORDEN STATUTARISERING o Er werd onvoldoende gevolg gegeven aan de aanbevelingen uit het sociaal akkoord federale gezondheidssectoren Personeelsleden met een arbeidsovereenkomst zouden na vijf jaar gestatutariseerd worden. De aanbevelingen werden hernomen in 2011 en 2013 en beperkt financieel ondersteund. De huidige enveloppefinanciering is echter ontoereikend en moet worden verhoogd. Het beheer van deze middelen statutarisering moet binnen het beheerscomité van de sociale Maribel blijven. o De problematiek van het vast benoemen van zwangere medewerkers moet nader worden onderzocht. TWEEDE PENSIOENPIJLER In de drie recentste federale zorgakkoorden werden telkens middelen voorzien voor de financiering van een tweede pensioenpijler voor de contractuele personeelsleden van de federaal gefinancierde zorginstellingen. Meer dan acht jaar na de eerste vastlegging van de middelen moet worden vastgesteld dat deze tweede pensioenpijler nog steeds niet operationeel is. Naast bijkomende recurrente middelen moet prioriteit gegeven worden aan het creëren van een wettelijk kader om de tweede pensioenpijler effectief operationeel te maken. 4

5 STRIJD TEGEN SCHIJNZELFSTANDIGHEID In het sociaal akkoord van 2005 werden reeds afspraken gemaakt rond de strijd tegen de schijnzelfstandigheid. De uitvoering van de maatregelen laat te wensen over en moet dringend worden hernomen. PROJECT VORMING 600 Het project Vorming 600 moet behouden blijven. BESLUITEN - BETROKKENHEID VAN DE VAKBONDEN Bij de vele nieuwe ontwikkelingen en uitdagingen die ons te wachten staan binnen de zorgsector moeten de vakbonden van de openbare sector nauw betrokken worden. Een aantal geplande hervormingen zullen maar succesvol zijn als ook het personeel en/of vertegenwoordigers van het personeel betrokken worden. Bij wijze van voorbeeld: de nieuwe ziekenhuisfinanciering, de evaluatie van pilootprojecten, de wijzigingen aan het KB nr. 78 5

Vergelijkbare documenten

Afgegeven op 2 februari 2010 aan de heer Yves Leterme, Eerste Minister

OPENBARE ZORGSECTOR EIISENPAKKET 2010-2015 Afgegeven op 2 februari 2010 aan de heer Yves Leterme, Eerste Minister 1000 Brussel vinciane.mortier@acv-csc.be Eisenpakket openbare zorgsector De nieuwe federale