Raadsvragen van de raadsleden Topdag (DENK) en Rennenberg (OAE) over discriminatie rondom stageplaatsen allochtone MBO-studenten.

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Inboeknummer Beslisdatum B&W 25 september 2018 Dossiernummer _ Raadsvragen van de raadsleden Topdag (DENK) en Rennenberg (OAE) over discriminatie rondom stageplaatsen allochtone MBO-studenten. Denk Eindhoven en het Ouderen Appèl Eindhoven hebben gezamenlijk het op 30 augustus 2018 in het Eindhovens Dagblad verschenen artikel Niet-westerse naam verkleint stagekans bestudeerd en besproken. Uit dit artikel blijkt dat mbo-studenten met een niet westerse achternaam soms tot vier keer vaker moeten solliciteren dan hun autochtone medestudenten. Dit blijkt uit een studie van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit van Maastricht. Naar aanleiding van dit onderzoek vindt minister Van Engelshoven het onaanvaardbaar dat er nog altijd zo n groot verschil zit tussen de stagekansen van studenten van allochtone komaf en hun autochtone medestudenten. MBO-studenten vervullen nu en in de toekomst een belangrijke rol in de vervulling van de nodige vacatures op de arbeidsmarkt, het krijgen van passende stageplaatsen bij de opleiding zijn van essentieel belang. Dit brengt ons tot de volgende vragen: 1.Onderschrijft u samen met Denk Eindhoven en het Ouderen Appèl Eindhoven dat de discriminatie rondom het krijgen van een stageplaats voor mbo-studenten met een nietwesterse achternaam gedegen door alle betrokkenen dient te worden aangepakt, omdat het niet alleen een vorm van discriminatie betreft, maar op de lange duur ook een bedreiging vormt voor de economische ontwikkeling van onze regio? Zo nee, waarom niet? 2.Hoeveel stageplaatsen op mbo-niveau heeft de gemeente Eindhoven sinds 2014 aangeboden en kunt u ons vanaf schooljaar 2014 tot heden een overzicht geven van het aantal niet-westerse allochtonen dat per schooljaar bij u een stageplaats heeft vervuld? 3. Welke signalen hebt u de afgelopen vier jaar opgevangen en hoeveel signalen per schooljaar, die er op wijzen dat soortgelijke stagediscriminatie ook in Eindhoven in het bedrijfsleven c.q. (semi)overheid voorkomt? 4. Op welke wijze gaat u in de toekomst de raad informeren over de problematiek zoals geschetst in vraag 3? 5. Is het college bereid bij het Researchcentrum voor onderwijs en arbeidsmarkt (ROA) van Universiteit Maastricht (mogelijke) cijfers over stagediscriminatie in Eindhoven op te vragen en deze te delen met de raad? Zo nee, waarom niet? 6. Bent u bereid om op korte termijn een onderzoek te laten verrichten om inzichtelijk te krijgen hoe groot het geschetste probleem in Eindhoven is en hierover de raad te informeren? Zo nee, waarom niet?

2 7. Welke activiteiten gaat u in 2018/2019 op korte en langere termijn, ondernemen om samen met de scholen in Eindhoven in gesprek te gaan om de problematiek rondom stagemarktdiscriminatie aan te pakken? 8. LOB gelijke kansen is een landelijke project vanuit het landelijke expertisepunt LOB. Hierin heeft, zover ons bekend, geen enkel school deelgenomen vanuit Eindhoven. Bent u bereid om dit soort projecten onder de aandacht van de scholen te brengen? Zo nee waarom niet? Zo ja, op welke manier? 9. Welke organisaties zijn er voor zover u weet in Eindhoven werkzaam op het gebied van aanpak van stagediscriminatie? 10. Heeft het college in de afgelopen jaren onderwerpen als discriminatie en uitsluiting besproken met VNO-NCW en MKB Brabant? Zo ja, wanneer en wat is hiervan het resultaat? Zo nee, is het college bereid dit bij eerstvolgende bijeenkomst te doen? 11. Bent u bereid om een onderzoek te doen of het inzetten van mystery guests, een maatregel ter bestrijding van discriminatie die bewezen resultaten boekt op de woningmarkt zoals verwezen in de motie Rachid komt moeilijker aan een woning dan Jaap, ook een optie is om stagediscriminatie in de praktijk bespreekbaar te maken en te bestrijden? 12. Is het college bereid om zich bij de ministerie van OCW aan te bieden om samen te werken/denken aan de maatregelen die de minister van OCW wil nemen? Zo nee, waarom niet? 13. Hoe vaak voert het college gesprekken met jongeren met een niet-westerse migrantenachtergrond om de ervaren stageproblematiek te bespreken. Immers is het belangrijk om met de doelgroep zelf te praten over dit probleem. Kunt u aangeven met welke scholen of organisaties dit probleem de afgelopen vier jaar hebt besproken. 14. Studentes met een hoofddoek worden vaker gediscrimineerd dan andere jongeren. Bent u bereid samen met deze jongeren na te denken hoe het stigma en vooroordeel rondom deze groep te bestrijden is met een lokale campagne? Zo ja op welke manier, zo nee waarom niet? Eindhoven, 30 augustus Antwoord van burgemeester en wethouders 1.Onderschrijft u samen met Denk Eindhoven en het Ouderen Appèl Eindhoven dat de discriminatie rondom het krijgen van een stageplaats voor mbo-studenten met een nietwesterse achternaam gedegen door alle betrokkenen dient te worden aangepakt, omdat het niet alleen een vorm van discriminatie betreft, maar op de lange duur ook een bedreiging vormt voor de economische ontwikkeling van onze regio? Zo nee, waarom niet? Ja, dat onderschrijven wij. Ten eerste willen we dat een ieder kan participeren op school, de arbeidsmarkt en de maatschappij. Daarnaast hebben we al het talent hard nodig voor de economische ontwikkeling in onze regio. 2. Hoeveel stageplaatsen op mbo-niveau heeft de gemeente Eindhoven sinds 2014 aangeboden en kunt u ons vanaf schooljaar 2014 tot heden een overzicht geven van het aantal niet-westerse allochtonen dat per schooljaar bij u een stageplaats heeft vervuld? 2

3 Hieronder geven wij een overzicht van het aantal stageplaatsen op MBO niveau per schooljaar, uitgesplitst naar achtergrond. Schooljaar Niet westerse Westerse autochtoon Niet Totaal migratieachtergrond migratieachtergrond geregistreerd Hierbij is een aantal zaken van belang: 1. Op basis van de definitie van het CBS vragen we stagiairs naar hun geboorteland en dat van zijn/haar vader en moeder. Deze definitie wordt steeds minder betrouwbaar omdat we te maken krijgen met een nieuwe generatie van wie de ouders in Nederland geboren zijn. 2. Registratie vindt plaats op vrijwillige basis, de achtergrond van de mensen in de categorie niet geregistreerd kennen we niet. 3. Het valt op dat het totaal aantal MBO stagiairs in het jaar lager is dan de jaren daarvoor. Door reorganisaties waren er minder mensen beschikbaar om stagiairs te begeleiden. Zo zijn mensen die in het verleden stagiairs begeleidden op andere functies terechtgekomen, of is er steeds minder capaciteit beschikbaar om stagiairs goed te begeleiden. 3. Welke signalen hebt u de afgelopen vier jaar opgevangen en hoeveel signalen per schooljaar, die er op wijzen dat soortgelijke stagediscriminatie ook in Eindhoven in het bedrijfsleven c.q. (semi)overheid voorkomt? Navraag bij het Summa College, als grootste mbo-instelling, geeft aan dat stagediscriminatie incidenteel voorkomt. Het Summa College maakt hier altijd melding van en beëindigt de samenwerking met deze organisaties. Dit wil uiteraard niet zeggen dat stagediscriminatie niet voorkomt. Summa begeleidt studenten bij het vinden van een stage. Met name bij Entree-studenten (mbo 1) is deze begeleiding van belang, omdat de praktijk uitwijst dat als ze zonder begeleiding bedrijven benaderen een grotere kans hebben om afgewezen te worden. Niet vanwege de achtergrond/etniciteit maar vanwege het taalniveau. 4. Op welke wijze gaat u in de toekomst de raad informeren over de problematiek zoals geschetst in vraag 3? Zoals bij vraag 3 beantwoord komen deze -signalen niet direct bij de gemeente terecht. Primaire rol voor het signaleren ligt bij onderwijsinstellingen waarvan de studenten tegen stagediscriminatie aanlopen. 5. Is het college bereid bij het Researchcentrum voor onderwijs en arbeidsmarkt (ROA) van Universiteit Maastricht (mogelijke) cijfers over stagediscriminatie in Eindhoven op te vragen en deze te delen met de raad? Zo nee, waarom niet? Wji hebben ROA gevraagd naar (mogelijke) cijfers voor Eindhoven. Zij antwoordden: de cijfers gepresenteerd door het ministerie zijn gebaseerd op het jaarlijkse onderzoek dat het CBS in samenwerking met het ROA uitvoert onder de gediplomeerden van het MBO. Cijfers op gemeenteniveau of regionaal niveau zijn daarbij altijd moeilijk vast te stellen 3

4 omdat daarvoor vaak het aantal respondenten per gemeente (zeker wat de jongeren van niet-westerse herkomst betreft) relatief klein en daardoor vaak onbetrouwbaar wordt. Deze cijfers zijn dus niet beschikbaar. 6. Bent u bereid om op korte termijn een onderzoek te laten verrichten om inzichtelijk te krijgen hoe groot het geschetste probleem in Eindhoven is en hierover de raad te informeren? Zo nee, waarom niet? Zie de beantwoording vragen 3 en Welke activiteiten gaat u in 2018/2019 op korte en langere termijn, ondernemen om samen met de scholen in Eindhoven in gesprek te gaan om de problematiek rondom stagemarktdiscriminatie aan te pakken? Kansengelijkheid is een belangrijk thema binnen de gemeente Eindhoven en is landelijk door de MBO-raad onder de aandacht gebracht bij de scholen. In het eerstvolgende LEA-overleg zal dit thema eveneens worden geagendeerd. 8. LOB gelijke kansen is een landelijke project vanuit het landelijke expertisepunt LOB. Hierin heeft, zover ons bekend, geen enkel school deelgenomen vanuit Eindhoven. Bent u bereid om dit soort projecten onder de aandacht van de scholen te brengen? Zo nee waarom niet? Zo ja, op welke manier? Zie beantwoording vraag 7. Eindhoven VMBO on stage 2017 en 2018 zijn overigens voorbeelden van LOB activiteiten die met subsidie van de gemeente Eindhoven hebben plaatsgevonden en juist ten bate zijn geweest van leerlingen van vele nationaliteiten, met name die met een migratie achtergrond. 9. Welke organisaties zijn er voor zover u weet in Eindhoven werkzaam op het gebied van aanpak van stagediscriminatie? Op landelijke schaal bestaat er het meldpunt stagediscriminatie Daarnaast houdt landelijk het Kennisplatform Integratie & Samenleving zich o.a. bezig met stagediscriminatie bij studenten met een etnische achtergrond (b.v. discriminatie m.b.t. het dragen van een hoofdoek). Lokaal is de Antidiscriminatie voorziening RADAR het meldpunt discriminatie in Eindhoven. 10. Heeft het college in de afgelopen jaren onderwerpen als discriminatie en uitsluiting besproken met VNO-NCW en MKB Brabant? Zo ja, wanneer en wat is hiervan het resultaat? Zo nee, is het college bereid dit bij eerstvolgende bijeenkomst te doen? Dit is voor zover bekend niet recent besproken. Het college zal deze onderwerpen in het reguliere overleg met de werkgeversvertegenwoordigers agenderen. 11. Bent u bereid om een onderzoek te doen of het inzetten van mystery guests, een maatregel ter bestrijding van discriminatie die bewezen resultaten boekt op de woningmarkt zoals verwezen in de motie Rachid komt moeilijker aan een woning dan Jaap, ook een optie is om stagediscriminatie in de praktijk bespreekbaar te maken en te bestrijden? Nee. Primair ligt de verantwoordelijkheid om stagediscriminatie te bestrijden bij de scholen. Het college zal dit te agenderen. 12. Is het college bereid om zich bij de ministerie van OCW aan te bieden om samen te werken/denken aan de maatregelen die de minister van OCW wil nemen? Zo nee, waarom niet? De feitelijke aanpak van stagediscriminatie hoort bij de scholen. Zij hebben daarover overleg met het ministerie. 13. Hoe vaak voert het college gesprekken met jongeren met een niet-westerse migrantenachtergrond om de ervaren stageproblematiek te bespreken. Immers is het belangrijk om met de doelgroep zelf te praten over dit probleem. Kunt u 4

5 aangeven met welke scholen of organisaties dit probleem de afgelopen vier jaar hebt besproken. Zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau worden in algemene zin gesprekken met zowel scholen als jongeren zelf gevoerd. Omgaan met discriminatie is integraal verankerd in de aanpak van partners in de sociale basis en participatie. Daarnaast worden de uitkomsten van de inventarisatie van RADAR rondom discriminatie afgewacht. Deze uitkomsten vormen mede input voor het diversiteitsbeleid dat wij eind dit jaar met de raad willen bespreken. 14. Studentes met een hoofddoek worden vaker gediscrimineerd dan andere jongeren. Bent u bereid samen met deze jongeren na te denken hoe het stigma en vooroordeel rondom deze groep te bestrijden is met een lokale campagne? Zo ja op welke manier, zo nee waarom niet? Het landelijk Kennisplatform Integratie & Samenleving houd zich o.a. bezig met discriminatie betreft dragen van een hoofdoek. Zie Op lokale schaal wordt hier geen specifieke inzet op gepleegd. Eindhoven, 25 september