Monitor diversiteit in het basisonderwijs 2017/ 18. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitor diversiteit in het basisonderwijs 2017/ 18. Onderzoek, Informatie en Statistiek"

Transcriptie

1 Monitor diversiteit in het basisonderwijs 2017/ 18

2 In opdracht van: OJZ Projectnummer: Lotje Cohen (OIS) Willem Boterman (UvA) Frederique van Spijker (OIS) Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon Postbus 658, 1000 AR Amsterdam Amsterdam, mei 2018 Foto voorzijde: Portretten van scholieren door scholieren, fotograaf Edwin van Eis (15 februari 2013) 2

3 Inhoud Samenvatting 4 Inleiding 8 1 Ontwikkeling in diversiteit van de leerlingen Toename hoogopgeleide ouders stagneert en aandeel met een niet-westerse migratieachtergrond daalt Sociaaleconomische diversiteit verschilt per wijk Conclusie: vooral in gentrification wijken kansen voor meer gemengde scholen 13 2 Ontwikkeling in diversiteit van de scholen Scholen worden iets gemengder naar opleidingsniveau ouders Acht op de tien scholen zijn een afspiegeling van de buurt Conclusie: samenstelling van scholen iets meer divers 16 3 Diversiteit: invloed van schoolkeuzes Scholen zouden gemengder zijn als iedereen naar dichtstbijzijnde school zou gaan Soortgelijke buurten, verschillende schoolkeuzes Belangrijke factoren in het maken van een schoolkeuze: overeenkomsten en verschillen Reisafstand is het belangrijkst Vaker op school bij eigen groep Conclusie: bewust of onbewust kiest men voor eigen groep 21 4 Amsterdams Stedelijk Toelatingsbeleid: veranderingen in de diversiteit in het basisonderwijs Verschuivingen in de samenstelling van scholen tussen de jaren vóór en ná de introductie van het toelatingsbeleid Daling van isolatie in eigen groep voor leerlingen in onderbouw Conclusie: nieuw toelatingsbeleid mogelijk een licht positief effect 27 Bijlage technische verantwoording 28 Bijlage aanvullende resultaten 30 3

4 Samenvatting In opdracht van de wethouder Onderwijs heeft (OIS) in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam (UvA) de diversiteitsmonitor van het Amsterdamse basisonderwijs 2017/ 18 geschreven. In deze monitor wordt de diversiteit van leerlingen en scholen in het basisonderwijs in schooljaar 2017/ 18 beschreven en de ontwikkeling die hierin heeft plaatsgevonden sinds schooljaar 2012/ 13. Daarnaast wordt in dit onderzoek een antwoord gegeven op de volgende verdiepende vragen: In hoeverre zijn de Amsterdamse basisscholen in 2017/ 18 een afspiegeling van de buurt? Welke individuele en schoolkenmerken kunnen verschillen in schoolkeuzes van ouders en leerlingen in het Amsterdamse basisonderwijs verklaren? Is de diversiteit in het basisonderwijs veranderd sinds de invoering van het Stedelijk Toelatingsbeleid? Toename hoogopgeleide ouders stagneert en is niet in gelijke mate verspreid over de stad Het aandeel leerlingen in het Amsterdamse basisonderwijs met een hoogopgeleide ouder neemt nog steeds toe, al lijkt deze trend sinds de laatste drie jaar te stagneren. De sociaaleconomische diversiteit van Amsterdam is niet in gelijke mate verspreid over de stad. In sommige wijken wonen veel basisschoolleerlingen met hoogopgeleide ouders, terwijl in andere gebieden juist veel kinderen met laagopgeleide ouders wonen. Daarnaast is de samenstelling van wijken naar het aandeel hoogopgeleide ouders dat er woont niet overal (even sterk) gegroeid. In de wijken waar het aandeel hoogopgeleide ouders klein was en nog steeds relatief laag ligt zien we een tegenovergestelde ontwikkeling tussen de stadsdelen Zuidoost en Nieuw-West: waar in de meeste wijken in Zuidoost het aandeel hoogopgeleide ouders nauwelijks is gegroeid, is dit in Nieuw-West wel flink toegenomen. In andere delen van de stad heeft de groeiende groep hoger opgeleiden voor een nieuwe dynamiek gezorgd in een aantal gentrification wijken, waar meer menging is van ouders met verschillende opleidingsniveaus. Vooral in deze gebieden is er meer kans voor gemengde basisscholen. 4

5 Figuur S.1 Hoogopgeleide ouders PO per wijk in 2017/ 18 en de verandering hierin (2012/ / 18), procenten Scholen worden iets gemengder naar opleidingsniveau ouders Ten opzichte van vorig jaar is de verdeling van leerlingen op de Amsterdamse basisscholen naar opleidingsniveau van de ouders veranderd. Over het algemeen zijn de Amsterdamse basisscholen iets gemengder geworden. De toename van de afgelopen jaren in het aandeel leerlingen op scholen met veel kinderen met hoogopgeleide ouders lijkt sinds 2015/ 16 af te vlakken en is in dit schooljaar zelfs iets afgenomen. Daarnaast neemt het aandeel leerlingen op scholen met weinig kinderen met hoogopgeleide ouders nog steeds af. 5

6 40-60% hoogopgeleide ouders in buurt Gemeente Amsterdam Figuur S.2 Leerlingen op basisscholen met een bepaald aandeel kinderen met hoogopgeleide ouders, 2012/ / % leerlingen /' /' /' /' /' /' < >80 % leerlingen met hoogopgeleide ouders In soortgelijke buurten maken groepen ouders verschillende schoolkeuzes Als iedereen naar de dichtstbijzijnde school in de buurt zou gaan, zouden scholen een stuk gemengder zijn. Alhoewel de afstand tot een school het belangrijkste criterium is voor ouders in hun schoolkeuze, kiezen zij vaak (bewust of onbewust) voor scholen die wat betreft het aandeel leerlingen met hoogopgeleide ouders een andere samenstelling hebben dan de buurt. Dit geldt zowel voor kinderen met hoog- als laagopgeleide ouders: zij gaan vaker naar scholen met meer leerlingen uit de eigen groep dan dat er in de buurt wonen. In gemengde buurten wat betreft opleidingsniveau van de ouders gaat meer dan de helft van de leerlingen naar scholen met een groter aandeel kinderen uit de eigen groep dan dat er in de buurt wonen. Figuur S.3 Schoolkeuzes van hoog- en laagopgeleide ouders in buurten met 40-60% hoogopgeleide ouders, 2017/ 18 1 % hoogopgeleide ouders school hoog <20% 20-40% 40-60% laag 60-80% >80% % 1 Zie bijlage voor de figuur waarin ook de keuzes in andere buurten naar opleidingsniveau ouders wordt weergeven. 6

7 Amsterdams Stedelijk Toelatingsbeleid heeft mogelijk een licht positief effect op de diversiteit van Amsterdamse basisscholen Om vast te kunnen stellen of de leerlingenpopulatie op Amsterdamse basisscholen is veranderd sinds de invoering van het Amsterdams Stedelijk Toelatingsbeleid is er een vergelijking gemaakt tussen leerlingen die onder het nieuwe beleid zijn ingestroomd en de leerlingen die onder het oude toelatingsbeleid vielen. De samenstelling van Amsterdamse basisscholen is tussen 2014/ 15 en 2017/ 18 veranderd. Scholen zijn gemiddeld genomen iets gemengder geraakt wat betreft het opleidingsniveau van de ouders en migratieachtergrond van de leerlingen. Dit geldt vooral in de onderbouw. De concentratie van leerlingen met hoogopgeleide ouders is nog steeds hoog maar is iets minder sterk aan het worden. Kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond zijn meer verdeeld geraakt over de scholen, maar blijven wel sterk gesegregeerd. In hoeverre de licht dalende segregatie te danken is aan het nieuwe toelatingsbeleid is echter lastig te zeggen, omdat dit effect moeilijk te onderscheiden is van de mogelijke effecten van andere veranderingen in de stad. Hiervoor zal de samenstelling van de leerlingenpopulatie van de Amsterdamse basisscholen de komende jaren verder gevolgd moeten worden. 7

8 Inleiding Het college van burgemeester en wethouders ziet de diversiteit van de stad graag weerspiegeld in basisscholen in de buurt, zodat kinderen profiteren van de diverse Amsterdamse bevolkingssamenstelling. Hiermee bedoelen zij dat scholen een goede mix zouden moeten hebben van leerlingen uitgaande van sociaaleconomische of culturele kenmerken van de betreffende wijk 2. De wethouder Onderwijs wil daarom de ontwikkeling van de diversiteit in het basisonderwijs monitoren, zowel naar herkomst als naar sociaaleconomische status. In de vorige diversiteitsmonitor PO van april 2017 heeft (OIS) in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam (UvA) de ontwikkeling van de diversiteit in het basisonderwijs in de schooljaren 2012/ 13 tot en met 2016/ 17 in kaart gebracht. Daarnaast is onderzocht in hoeverre de onderwijssegregatie zich verhoudt tot de woonsegregatie in Amsterdam en tot de onderwijssegregatie in andere steden. Naar aanleiding van deze rapportages kwamen enkele vervolgvragen aan de oppervlakte: In hoeverre zijn de Amsterdamse basisscholen in 2017/ 18 een afspiegeling van de buurt? Welke individuele en schoolkenmerken kunnen verschillen in schoolkeuzes van ouders en leerlingen in het Amsterdamse basisonderwijs verklaren? Is de diversiteit in het basisonderwijs veranderd sinds de invoering van het Stedelijk Toelatingsbeleid? De wethouder Onderwijs heeft OIS en de UvA 3 gevraagd een vervolgonderzoek op te zetten waarin een beschrijving gemaakt wordt van de situatie in 2017/ 18. Ook wordt er een antwoord gegeven op de drie verdiepende vragen. Leeswijzer Dit rapport begint in hoofdstuk 1 met de monitor van de diversiteit van Amsterdamse basisschoolleerlingen en hoe dit zich ontwikkelt. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk de ontwikkeling in de sociaaleconomische diversiteit per wijk besproken. In hoofdstuk 2 volgt de monitor van de diversiteit van Amsterdamse basisscholen. Ook wordt bekeken in hoeverre basisscholen een afspiegeling zijn van de buurt. In hoofdstuk 3 wordt inzichtelijk gemaakt in hoeverre onderwijssegregatie veroorzaakt wordt door verschillende schoolkeuzes van ouders. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de huidige samenstelling van scholen en hoe die eruit zou zien als iedereen naar de dichtstbijzijnde school zou gaan. Daarnaast wordt verkend welke individuele en schoolkenmerken verschillen in schoolkeuzes tussen groepen leerlingen en hun ouders verklaren. In hoofdstuk 4 volgt een analyse op de vraag of de diversiteit in het Amsterdamse basisonderwijs is veranderd sinds de invoering van het Stedelijk Toelatingsbeleid. 2 Bron: collegeakkoord en brief van het college B&W Diversiteit in het basisonderwijs, 30 september UvA, Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Urban Geographies 8

9 1 Ontwikkeling in diversiteit van de leerlingen In dit hoofdstuk staat het monitoren van de diversiteit van Amsterdamse basisschoolleerlingen centraal. De diversiteit naar migratieachtergrond en sociaaleconomische status en de ontwikkeling hierin wordt besproken. Daarnaast wordt de ontwikkeling in de sociaaleconomische diversiteit van wijken toegelicht. 1.1 Toename hoogopgeleide ouders stagneert en aandeel met een nietwesterse migratieachtergrond daalt Net als in voorgaande jaren is ook in 2017/ 18 het opleidingsniveau van ouders van de Amsterdamse basisschoolleerlingen iets toegenomen 4. In vergelijking met 2012/ 13 is het aandeel hoogopgeleide ouders (waarvan minimaal één met een afgeronde hbo- of wo-opleiding) gestegen van 44% naar 51%. Sinds 2015/ 16 lijkt deze groei echter te stagneren. In de afgelopen zes jaar is het aandeel leerlingen met laagopgeleide ouders (geen startkwalificatie, dus maximaal een vmbo of mbo-1 diploma) afgenomen van 27% in 2012/ 13 naar 21% in 2017/ 18. Het aandeel leerlingen met mbo geschoolde ouders (vanaf niveau 2) is in de laatste jaren redelijk stabiel gebleven en schommelt rond de 28%. Figuur 1.1 Opleidingsniveau ouders van kinderen in het basisonderwijs in Amsterdam (2012/ / 18) 2017/' /' /' /' /' /' % basisschool vmbo/onderbouw h/v mbo-2 en 3/havo mbo 4/vwo hbo wo en hbo-master 4 Gegevens over het opleidingsniveau van ouders komen uit een opleidingsbestand van CBS. In 2017 heeft CBS een nieuwe methodiek toegepast op het verzamelen van opleidingsgegevens voor dit bestand. Hierdoor is voor alle schooljaren het aandeel leerlingen met een hoogopgeleide ouder toegenomen en komen zij niet overeen met de cijfers die in oudere diversiteitsmonitoren zijn gepresenteerd. In de Technische Verantwoording staat meer informatie over deze verandering. 9

10 De mate van diversiteit op Amsterdamse basisscholen kan ook worden bekeken op basis van de migratieachtergrond van leerlingen. In de afgelopen zes jaar is het aandeel leerlingen zonder migratieachtergrond en met een westerse migratieachtergrond toegenomen, terwijl het aandeel leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond is afgenomen. In 2012/ 13 had 52% van de leerlingen een niet-westerse migratieachtergrond, in 2017/ 18 is dit 46%. Figuur 1.2 (Migratie)achtergrond kinderen in het basisonderwijs in Amsterdam (2012/ / 18) 2017/' /' /' /' /' /' % geen migratieachtergrond westers niet-westers onbekend Het opleidingsniveau van ouders ligt beduidend lager onder leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond. Van de vier grootste herkomstgroepen in Amsterdam hebben leerlingen met een Surinaamse of Antilliaanse migratieachtergrond het grootste aandeel hoogopgeleide ouders (29%) en leerlingen met een Turkse migratieachtergrond het kleinste aandeel (19%). Leerlingen zonder migratieachtergrond hebben het vaakst een hoogopgeleide ouder (72%). Figuur 1.3 Opleidingsniveau ouders van leerlingen in het basisonderwijs in Amsterdam, naar migratieachtergrond (2012/ / 18) 80 % /' /' /' /' /' /'18 10

11 Logischerwijs is in de afgelopen zes jaar het opleidingsniveau van ouders het meest toegenomen onder de groepen waar dit het laagst was: onder leerlingen met een Turkse migratieachtergrond is het aandeel met een hoogopgeleide ouder met 43% gestegen en onder leerlingen met een Marokkaanse migratieachtergrond met 41%. Desalniettemin blijft het verschil in het aandeel hoogopgeleide ouders onder leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond en leerlingen zonder of met een westerse migratieachtergrond groot. 1.2 Sociaaleconomische diversiteit verschilt per wijk Amsterdam is een diverse stad, maar deze diversiteit is niet in gelijke mate over de stad verspreid. In sommige wijken wonen veel basisschoolleerlingen met hoogopgeleide ouders (bijvoorbeeld 89% in de Apollobuurt en 87% in de Weesperbuurt/Plantage), terwijl in andere gebieden juist veel kinderen met laagopgeleide ouders wonen (bijvoorbeeld 17% in Bijlmer- Centrum en 26% in Overtoomse Veld). Daarnaast is de samenstelling van wijken naar het aandeel hoogopgeleide ouders dat er woont niet overal (even sterk) gegroeid. In de wijken waar dit aandeel al groot was is dit in de afgelopen vijf jaar redelijk stabiel gebleven (bijvoorbeeld het Museumkwartier en de Helmersbuurt). In sommige delen van de stad heeft de groeiende groep hoger opgeleiden (en daarmee ook hogere inkomens) voor een nieuwe dynamiek gezorgd: in deze zogenoemde gentrification wijken is het aandeel hoogopgeleide gezinnen toegenomen en is er sprake van meer menging van ouders met verschillende opleidingsniveaus (bijvoorbeeld de Van Lennepbuurt en West-Indische Buurt). In de wijken waar het aandeel hoogopgeleide ouders klein was en nog steeds relatief laag ligt zien we een tegenovergestelde ontwikkeling tussen de stadsdelen Zuidoost en Nieuw-West: waar in de meeste wijken in Zuidoost het aandeel hoogopgeleide ouders nauwelijks is gegroeid (bijvoorbeeld in Holendrecht/Reigersbos en Gein), is dit in Nieuw-West wel flink toegenomen (bijvoorbeeld in Slotermeer-Noordoost en de Kolenkitbuurt). Vooral in de gentrification gebieden waar het aandeel hoogopgeleide ouders dat er woont is toegenomen en er meer menging is van ouders met verschillende opleidingsniveaus, zou er meer kans zijn voor gemengde basisscholen. 11

12 Figuur 1.4 Hoogopgeleide ouders PO per wijk in 2017/ 18 en de verandering hierin (2012/ / 18), procenten 12

13 1.3 Conclusie: vooral in gentrification wijken kansen voor meer gemengde scholen Het aandeel leerlingen in het Amsterdamse basisonderwijs met een hoogopgeleide ouder neemt nog steeds toe, al lijkt deze trend sinds de laatste drie jaar te stagneren. Daarnaast daalt het aandeel leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond, terwijl het aandeel leerlingen zonder of met een westerse migratieachtergrond stijgt. De diversiteit van Amsterdam is niet in gelijke mate verspreid over de stad. De groeiende groep hoger opgeleiden hebben echter wel voor een nieuwe dynamiek gezorgd in een aantal gentrification wijken, waar meer menging is van ouders met verschillende opleidingsniveaus. Vooral in deze gebieden is er meer kans voor gemengde basisscholen. 13

14 2 Ontwikkeling in diversiteit van de scholen In dit hoofdstuk staat het monitoren van de diversiteit van Amsterdamse basisscholen centraal. De ontwikkeling hierin naar sociaaleconomische status en migratieachtergrond wordt besproken. Ook wordt een vergelijking gemaakt met de diversiteit in de buurt. 2.1 Scholen worden iets gemengder naar opleidingsniveau ouders Ten opzichte van vorig jaar is de verdeling van leerlingen op de Amsterdamse basisscholen naar opleidingsniveau van de ouders veranderd. Over het algemeen zijn de Amsterdamse basisscholen iets gemengder geworden. De toename in het aandeel leerlingen op scholen met veel kinderen met hoogopgeleide ouders (meer dan 80%) lijkt sinds 2015/ 16 af te vlakken. Het aandeel leerlingen op scholen met weinig kinderen met hoogopgeleide ouders (minder dan 20%) is afgenomen ten opzichte van vorig schooljaar van 23% naar 20%. Echter, ook op de gemengde scholen met 40-60% kinderen met hoogopgeleide ouders is de leerlingenpopulatie gedaald. Deze leerlingen zitten nu op de gemengde scholen met 20-40% en 60-80% kinderen met hoogopgeleide ouders. Figuur 2.1 Leerlingen op basisscholen met een bepaald aandeel kinderen met hoogopgeleide ouders, 2012/ / % leerlingen /' /' /' /' /' /' < >80 % leerlingen met hoogopgeleide ouders In het afgelopen schooljaar is er weinig veranderd in de verdeling van leerlingen op scholen naar migratieachtergrond van kinderen. Op alle groepen scholen met een bepaald aandeel kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond is het aandeel leerlingen ongeveer gelijk gebleven. 14

15 Figuur 2.2 Leerlingen op basisscholen met een bepaald aandeel kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond, 2012/ / % leerlingen /' /' /' /' /' /' > <20 % leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond 2.2 Acht op de tien scholen zijn een afspiegeling van de buurt Net als in voorgaande jaren is het aandeel scholen dat een afspiegeling van de buurt vormt naar opleidingsniveau van de ouders en migratieachtergrond van de kinderen redelijk stabiel gebleven. De samenstelling van een school wijkt af van de buurt als er twintig procentpunt meer of minder leerlingen met hoogopgeleide ouders / een niet-westerse migratieachtergrond op de school zitten dan dat er in de buurtcombinatie wonen. Figuur 2.3 Amsterdamse basisscholen met minimaal 100 leerlingen die al dan niet een afspiegeling van de buurt zijn naar opleidingsniveau ouders, 2012/ / /' '17 minder kinderen van hoog opgeleide ouders dan in de buurt 2015/'16 afspiegeling 2014/' /' /'13 meer kinderen van hoog opgeleide ouders dan in de buurt % 15

16 Figuur 2.4 Amsterdamse basisscholen met minimaal 100 leerlingen die al dan niet een afspiegeling van de buurt zijn naar migratieachtergrond, 2006/ / /' /' /' /' /'14 meer kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond dan in de buurt afspiegeling 2012/' /' /' /'07 minder kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond dan in de buurt % Alhoewel er in 2016/ 17 een kleine afname ten opzichte van voorgaande jaren te zien is in het aandeel scholen dat een afspiegeling vormt van de buurt, is dit in 2017/ 18 weer bijgetrokken. Acht van de tien Amsterdamse basisscholen 5 (79%) zijn een afspiegeling van de buurt naar opleidingsniveau van de ouders en naar niet-westerse migratieachtergrond (81%) van de kinderen die er wonen. 2.3 Conclusie: samenstelling van scholen iets meer divers De leerlingenpopulatie op Amsterdamse basisscholen is wat gemengder geworden als we kijken naar het aandeel met hoogopgeleide ouders. Er is weinig veranderd in de verdeling van leerlingen op scholen naar migratieachtergrond van kinderen. Net als in voorgaande jaren zijn ongeveer acht op de tien Amsterdamse basisscholen een afspiegeling van de buurt naar opleidingsniveau van de ouders en naar niet-westerse migratieachtergrond van de kinderen die er wonen. 5 Met minimaal 100 leerlingen 16

17 3 Diversiteit: invloed van schoolkeuzes Ouders maken verschillende schoolkeuzes, bijvoorbeeld voor conceptscholen of religieuze scholen, die niet altijd in hun eigen woonbuurt liggen. In dit hoofdstuk wordt inzichtelijk gemaakt in hoeverre onderwijssegregatie veroorzaakt wordt door deze verschillende keuzes. Als iedereen voor de dichtstbijzijnde school in de buurt zou kiezen, zouden scholen een goede afspiegeling vormen van de sociaaleconomische en culturele kenmerken van de betreffende wijk. De huidige samenstelling van scholen wordt daarom vergeleken met de fictieve situatie waarin iedereen naar de dichtstbijzijnde school zou gaan. Ook worden de schoolkeuzes van verschillende groepen ouders die in eenzelfde soort buurt wonen met elkaar vergeleken. Daarnaast wordt verkend welke individuele en schoolkenmerken verschillen in schoolkeuzes tussen groepen leerlingen en hun ouders kunnen verklaren. 3.1 Scholen zouden gemengder zijn als iedereen naar de dichtstbijzijnde school zou gaan Sinds het schooljaar 2015/ 16 is het Stedelijk Toelatingsbeleid van kracht in het basisonderwijs, waarbij leerlingen voorrang krijgen op de acht scholen die het dichtst bij het woonadres van de leerling gelegen zijn. In 2017/ 18 ging 29% van alle Amsterdamse basisschoolleerlingen (exclusief de leerlingen die speciaal basisonderwijs volgen) naar de school die op basis van de loopafstand ten opzichte van het woonhuis, het dichtstbij is 6. Als iedereen voor de dichtstbijzijnde school zou kiezen, zouden er meer leerlingen naar gemengde scholen gaan dan in de huidige situatie. Zo zou ongeveer één op de tien in plaats van twee op de tien basisschoolleerlingen naar een school gaan met weinig kinderen met hoogopgeleide ouders (minder dan 20%). Op de gemengde scholen met 20-40% en 40-60% kinderen met hoogopgeleide ouders zou de leerlingenpopulatie flink toenemen. 6 Op basis van postcode is de dichtstbijzijnde school voor alle Amsterdamse adressen berekend. Dit gebeurt op basis van de loopafstanden in GoogleMaps. 17

18 Figuur 3.1 Leerlingen op basisscholen (inclusief speciaal basisonderwijs) met een bepaald aandeel kinderen met hoogopgeleide ouders als iedereen op de dichtstbijzijnde school zou zitten en in de huidige situatie % leerlingen huidige situatie 2017/' < >80 % leerlingen met hoogopgeleide ouders fictieve situatie 2017/'18: alle leerlingen naar dichtstbijzijnde school Op de scholen met veel kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond (meer dan 80%) zou het aandeel leerlingen afnemen van 14% naar 4% als iedereen naar de dichtstbijzijnde school zou gaan. Op alle drie de gemengde scholen (met 20-40% tot 60-80% kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond) zou het aandeel leerlingen toenemen. Figuur 3.2 Leerlingen op basisscholen (inclusief speciaal basisonderwijs) met een bepaald aandeel kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond, als iedereen op de dichtstbijzijnde school zou zitten en in de huidige situatie % leerlingen huidige situatie 2017/' > <20 % leerlingen met een niet-westerse herkomst fictieve situatie 2017/'18: alle leerlingen naar dichtstbijzijnde school 3.2 Soortgelijke buurten, verschillende schoolkeuzes Wanneer we de schoolkeuzes van hoog- en laagopgeleide ouders met elkaar vergelijken, zien we dat hun kinderen vaak naar scholen gaan die geen afspiegeling van de buurt zijn wat betreft het aandeel hoogopgeleide ouders dat er woont: kinderen met hoogopgeleide ouders gaan vaak naar scholen met een groter aandeel leerlingen met hoogopgeleide ouders dan dat er in de buurt wonen en kinderen met laagopgeleide ouders gaan vaak naar scholen met meer leerlingen met laag-/middelbaaropgeleide ouders. 18

19 40-60% hoogopgeleide ouders in buurt Gemeente Amsterdam Figuur 3.3 Schoolkeuzes van hoog- en laagopgeleide ouders in buurten met 40-60% hoogopgeleide ouders, 2017/ 18 7 % hoogopgeleide ouders school hoog <20% 20-40% 40-60% laag 60-80% % In gemengde buurten waar bijvoorbeeld 40-60% van de inwonende ouders hoogopgeleid is, zit slechts een kwart van de basisschoolkinderen uit beide groepen op scholen met 40-60% hoogopgeleide ouders. Meer dan de helft van de leerlingen uit deze buurten zit op scholen met een groter aandeel kinderen uit de eigen groep dan dat er in de buurt wonen. Het is niet duidelijk of dit van alle ouders een bewuste keuze is: het is goed mogelijk dat alleen hoogopgeleide ouders uitwijken naar scholen met meer leerlingen uit de eigen groep dan dat er in de buurt wonen, waardoor kinderen met laagopgeleide ouders uit dezelfde buurt automatisch op scholen terecht komen met meer leerlingen uit de eigen groep als zij wel voor de dichtstbijzijnde school kiezen. De omgekeerde situatie is evengoed mogelijk, net als dat het van beide groepen ouders een bewuste keuze kan zijn. >80% 3.3 Belangrijke factoren in het maken van een schoolkeuze: overeenkomsten en verschillen Om verder te onderzoeken welke individuele en schoolkenmerken verschillen in schoolkeuzes tussen groepen leerlingen naar scholen verklaren is er een verdiepende analyse 8 uitgevoerd om met de gegevens van 2016/ 17 per leerling de verschillende kenmerken van optionele scholen naast elkaar te zetten (bijvoorbeeld reisafstand naar de school, aandeel kinderen met hoogopgeleide ouders, concept van de school, aandeel havo/vwo adviezen, etc.). Op deze manier kan inzichtelijk worden gemaakt voor welke groepen ouders welke kenmerken van scholen interessant zijn Reisafstand is het belangrijkst Uit deze analyses blijkt dat de reisafstand tot een basisschool voor alle groepen het belangrijkste criterium is: hoe verder weg een school, hoe minder aantrekkelijk het wordt om naar deze school te gaan (zie het negatieve effect voor langere reisafstand in onderstaande tabellen). 7 Zie bijlage voor de figuur waarin ook de keuzes in andere buurten naar opleidingsniveau ouders wordt weergeven. 8 Conditionele logistische regressieanalyses, zie bijlage voor tabellen met coëfficiënten. 19

20 Tabel 3.1 Kenmerken die meespelen bij de keuze van een basisschool (Model 1), conditionele logistische regressie hoogopgeleide ouders middelbaar opgeleide ouders laagopgeleide ouders langere reisafstand tot de school concept van de school groter aandeel havo/vwo adviezen + + ns ns: niet significant met een significantieniveau van p >0,01 Conceptscholen (bijvoorbeeld montessori, dalton, vrije school of kunstonderwijs) lijken in eerste instantie een positief effect te hebben voor de basisschoolkeuze van hoogopgeleide ouders (zie positief effect in tabel 3.1). Wanneer het aandeel hoog- en laagopgeleide ouders op de school aan het model wordt toegevoegd slaat dit effect echter om van positief naar negatief voor deze groep ouders (zie tabel 3.2). Hieruit kan worden afgeleid dat conceptscholen vooral interessant zijn voor hoogopgeleide ouders vanwege de leerlingenpopulatie op deze scholen. Er blijkt echter wel een kleine groep hoogopgeleide ouders te zijn voor wie het concept van een school wel belangrijk is omdat zij bereid zijn hiervoor extra te reizen (zie het positieve interactie-effect tussen concept en reisafstand in tabel 3.2). Hiernaast is te zien dat middelbaar-en laagopgeleide ouders de conceptscholen mijden. Uit additionele analyses (opgenomen in de bijlage) is verder gebleken dat Islamitische scholen interessant zijn voor een specifieke groep ouders ongeacht de samenstelling van de leerlingenpopulatie op deze scholen. Tabel 3.2 Kenmerken die meespelen bij de keuze van een basisschool (Model 2), conditionele logistische regressie hoogopgeleide ouders middelbaar opgeleide ouders laagopgeleide ouders langere reisafstand tot de school concept van de school groter aandeel havo/vwo adviezen ns ns +- groter aandeel hoogopgeleide ouders op school groter aandeel laagopgeleide ouders op - - school ns concept * langere reisafstand + ns ns ns: niet significant met een significantieniveau van p >0, Vaker op school bij eigen groep Naast de reisafstand en het concept speelt de samenstelling van de school een rol bij het maken van een keuze. Kinderen met hoogopgeleide ouders kiezen, bewust of onbewust, eerder voor scholen met veel leerlingen met hoogopgeleide ouders, terwijl laagopgeleide ouders dit over het algemeen juist niet lijken te doen (zie de effecten van het aandeel hoogopgeleide ouders op school in tabel 3.2). Migratieachtergrond blijkt hierin een bepalende factor te zijn. Voor leerlingen met hoogopgeleide ouders zonder migratieachtergrond geldt dat zij vaker op scholen zitten met meer kinderen met hoogopgeleide ouders (zie het positieve hoofdeffect voor deze groep ouders van het aandeel hoogopgeleide ouders op school in tabel 3.3). 20

21 Tabel 3.3 Kenmerken die meespelen bij de keuze van een basisschool (Model 3), conditionele logistische regressie hoogopgeleide ouders middelbaar opgeleide ouders laagopgeleide ouders langere reisafstand tot de school concept van de school ns - - groter aandeel havo/vwo adviezen +- ns +- groter aandeel hoogopgeleide ouders op school + - ns groter aandeel laagopgeleide ouders op school - - ns Marokkaans*aandeel hoogopgeleide ouders op school Turks*aandeel hoogopgeleide ouders op school Surinaams*aandeel hoogopgeleide ouders op school ns - ns westers*aandeel hoogopgeleide ouders op school ns ns ns overig niet-westers*aandeel hoogopgeleide ouders op school ns: niet significant met een significantieniveau van p >0,01 Kinderen met hoogopgeleide ouders en een westerse of Surinaamse migratieachtergrond wijken hier niet significant vanaf (zie de niet significante interactie-effecten voor leerlingen met een westerse en Surinaamse migratieachtergrond en hoogopgeleide ouders in tabel 3.3). Dit geldt niet voor kinderen met een Turks-/Marokkaans-Nederlandse of overig niet-westerse migratieachtergrond en hoogopgeleide ouders. Zij zitten juist minder vaak op scholen met veel hoogopgeleide ouders. Eenzelfde patroon zien we voor middelbaar -en laagopgeleide ouders. Turks-/Marokkaans-Nederlandse en overig niet-westerse leerlingen met middelbaar- of laagopgeleide ouders zitten minder vaak op scholen met meer kinderen met hoogopgeleide ouders dan kinderen zonder migratieachtergrond maar met eenzelfde opleidingsniveau. 3.4 Conclusie: bewust of onbewust kiest men voor eigen groep Als iedereen naar de dichtstbijzijnde school in de buurt zou gaan, zouden scholen nog een stuk gemengder zijn. Er wordt vaak (bewust of onbewust) voor scholen gekozen die wat betreft het aandeel leerlingen met hoogopgeleide ouders een andere samenstelling hebben dan de buurt. Dit geldt zowel voor kinderen met hoog- als laagopgeleide ouders: zij gaan vaker naar scholen met meer leerlingen uit de eigen groep dan dat er in de buurt wonen. Uit verdiepende analyses blijkt dat de samenstelling van scholen naar het aandeel hoogopgeleide ouders inderdaad een rol speelt voor bepaalde groepen ouders. Kinderen met hoogopgeleide ouders zonder migratieachtergrond gaan vaker naar scholen met een groot aandeel leerlingen met hoogopgeleide ouders. Kinderen met hoogopgeleide ouders en een westerse of Surinaamse migratieachtergrond wijken hier niet van significant van af. Kinderen met hoogopgeleide ouders en een andere niet-westerse migratieachtergrond gaan daarentegen juist minder vaak naar dit soort scholen dan leerlingen zonder migratieachtergrond. De afstand tot een school blijft echter het belangrijkste criterium voor ouders om een school te kiezen. Kinderen met hoogopgeleide ouders gaan vaker naar conceptscholen maar lijken dit vooral te doen vanwege het grote aandeel kinderen met hoogopgeleide ouders op die scholen. 21

22 In het volgende hoofdstuk zal dieper ingegaan worden op de vraag of er een verschil is in de situatie voor en na de invoering van het Amsterdamse Stedelijk Toelatingsbeleid met betrekking tot de diversiteit in het Amsterdamse basisonderwijs. Hiervoor worden voor schooljaar 2017/ 18 ontmoetingskansen van leerlingen met verschillende achtergronden in de groepen 1 t/m 3 (de leerlingen die via het nieuwe toelatingssysteem zijn geplaatst) vergeleken met de ontmoetingskansen van de leerlingen in de groepen 4 t/m 8 (de leerlingen die nog op de oude manier zijn geplaatst). 22

23 4 Amsterdams Stedelijk Toelatingsbeleid: veranderingen in de diversiteit in het basisonderwijs De introductie van het Stedelijk Toelatingsbeleid heeft de manier waarop ouders een schoolkeuze maken evenals de manier waarop plekken aan leerlingen worden toegewezen veranderd. Ouders kunnen hun kinderen op alle basisscholen aanmelden, maar wanneer er sprake is van meer aanmeldingen op scholen dan dat er plekken zijn, gelden er voorrangsregels. Eén van de voorrangsregels is dat een leerling voorrang krijgt op de acht scholen die het dichtst bij het woonadres van de leerling gelegen zijn. In de afgelopen jaren is er sprake geweest van een licht dalende segregatie in het Amsterdamse basisonderwijs naar opleidingsniveau van de ouders en migratieachtergrond van de leerlingen (Inspectie van het Onderwijs, 2018). 9 Of dit een gevolg is van het Stedelijk Toelatingsbeleid is echter niet eenvoudig vast te stellen. De stad is dynamisch en de leerlingenpopulaties op scholen zijn ook als gevolg van andere ontwikkelingen aan verandering onderhevig. Zo zijn door gentrificatieprocessen sommige buurten gemengder geworden naar opleidingsniveau van de ouders. Een andere belangrijke demografische trend die van invloed is geweest op de basisschoolleerlingenpopulatie is de toegenomen suburbanisatie. Tijdens de economische crisis bleven gezinnen vaker in de stad en groeide het aantal leerlingen in het basisonderwijs. Nu de woningmarkt aantrekt verhuizen veel gezinnen alsnog naar randgemeenten waardoor er in 2017 minder leerlingen in het basisonderwijs zitten dan in de jaren ervoor. Gezinnen met hoge inkomens vertrekken relatief vaker uit de stad. 10 Het wegverhuizen van leerlingen in de periode viel in dezelfde periode als waarin de eerste leerlingen onder het nieuwe toelatingsbeleid zijn ingestroomd. Desalniettemin zal in deze paragraaf toch een poging worden gedaan om de verschillen in de situatie met betrekking tot de diversiteit op basisscholen vóór en ná de invoering van het toelatingsbeleid te bepalen. Er is een vergelijking gemaakt tussen leerlingen die onder het nieuwe beleid zijn ingestroomd en de leerlingen die onder het oude toelatingsbeleid vielen. Het toelatingsbeleid kreeg zijn beslag in Daarom worden de kinderen die in schooljaar 2017/ 18 in groep 1 t/m 3 zitten (en dus onder het nieuwe toelatingsbeleid zijn ingestroomd), vergeleken met de kinderen die in schooljaar 2014/ 15 (via het oude toelatingsbeleid) in groep 1 t/m 3 zaten. Daarnaast worden zij ter controle ook vergeleken met de kinderen die in groep 4 t/m 8 zaten in beide schooljaren De Staat van het Onderwijs 2018, Inspectie van het Onderwijs 10 CBS: 11 In een aantal stadsdelen bestond vóór de introductie van het nieuwe toelatingsbeleid in 2015 ook al een aantal voorrangsregelingen op basis van reisafstand. Ook zijn er elf scholen die niet meedoen aan het huidige toelatingsbeleid, kinderen die op een van deze scholen zitten zijn wel meegenomen in alle analyses. Door onder andere deze beide redenen is het helaas niet mogelijk om het effect van het Stedelijk Toelatingsbeleid zuiver vast te stellen. 23

24 Om vast te stellen of er een verandering heeft plaatsgevonden, worden zowel de leerlingenpopulaties op type scholen beschreven als een segregatiemaat 12 berekend. 4.1 Verschuivingen in de samenstelling van scholen tussen de jaren vóór en ná de introductie van het toelatingsbeleid Er zijn duidelijke verschillen zichtbaar in de verschuivingen van leerlingenpopulaties tussen de onderbouw (groep 1 t/m 3) en de bovenbouw (groep 4 t/m 8). Wanneer we naar de samenstelling van scholen wat betreft opleidingsniveau van de ouders kijken, zien we dat de onderbouw in de afgelopen drie jaar gemengder is geworden dan de bovenbouw. Zowel in de onder- als bovenbouw zitten er in 2017/ 18 minder kinderen op scholen met weinig leerlingen met hoogopgeleide ouders (minder dan 20%) dan drie jaar eerder. In de onderbouw ligt dit aandeel lager en is de afname van de leerlingenpopulatie op deze scholen sterker geweest. Zij lijken te zijn verschoven naar de wat gemengdere scholen met 20-40% hoogopgeleide ouders. Het aandeel kinderen op scholen met veel leerlingen met hoogopgeleide ouders (meer dan 80%) zijn sterk toegenomen in de bovenbouw. Figuur 4.1 Leerlingen op basisscholen met een bepaald aandeel kinderen met hoogopgeleide ouders in de onderbouw en bovenbouw, 2014/ / % leerlingen onderbouw 2014/'15 onderbouw 2017/' bovenbouw 2014/'15 bovenbouw 2017/'18 < >80 % leerlingen met hoogopgeleide ouders Ook de samenstelling wat betreft de migratieachtergrond van leerlingen en de verandering hierin verschilt tussen de onder- en bovenbouw. Alhoewel er een sterke afname te zien is in het aandeel leerlingen dat in de bovenbouw op een school met veel kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond (meer dan 80%) zit, is tegelijkertijd het aandeel kinderen op scholen met weinig leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond (minder dan 20%) toegenomen. In de onderbouw zaten kinderen al vaker op dit laatste type scholen, maar dit aandeel is wel iets gedaald in de afgelopen drie jaar. 12 Modified Isolation Index en dissimilariteitsindex. 24

25 Figuur 4.2 Leerlingen op basisscholen met een bepaald aandeel kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond in de onderbouw en bovenbouw, 2014/ / % leerlingen onderbouw 2014/'15 onderbouw 2017/' bovenbouw 2014/'15 bovenbouw 2017/'18 > <20 % leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond Er zijn dus duidelijk verschuivingen in de samenstelling van scholen tussen de jaren vóór en ná de introductie van het toelatingsbeleid, met verschillende trends in de onder- en bovenbouw. Uit bovenstaande figuren is het echter moeilijk te concluderen of het Amsterdamse schoollandschap in zijn geheel gemengder is geworden. Door middel van segregatiematen kan dit inzichtelijker worden gemaakt. Om het verschil tussen de situatie vóór en na de invoering van het nieuwe toelatingsbeleid duidelijk te krijgen is er voor de volgende analyses alleen gekeken naar de oudste kinderen 13 binnen een gezin. Jongere broertjes en zusjes zullen immers vrijwel altijd naar de school gaan waar de oudere broer of zus al op zit. De keuze voor de school is daarmee al eerder gemaakt. 4.2 Daling van isolatie in eigen groep voor leerlingen in onderbouw Om te bekijken hoe sterk leerlingen met laag- en hoogopgeleide ouders met hun eigen groep naar school gaan is er een segregatiemaat gebruikt: de Modified Isolation Index. Deze index geeft het verschil aan tussen de mate waarin leerlingen met laag- en hoogopgeleide ouders samen naar school gaan, rekening houdend met de grootte van deze groepen in de stad. Kinderen met laagopgeleide ouders zijn minder gesegregeerd dan leerlingen met hoogopgeleide ouders. In de onderbouw is in de afgelopen drie jaar de isolatie van leerlingen met zowel laag- als hoogopgeleide ouders in de eigen groep gedaald. Het beeld in de bovenbouw is niet eenduidig: voor leerlingen met hoogopgeleide ouders is de isolatie in de eigen groep gedaald, terwijl dit voor leerlingen met laagopgeleide ouders juist is toegenomen. 13 Oudste kinderen zijn vastgesteld door de rangorde van kinderen van dezelfde moeder te bepalen. 25

26 Figuur 4.3 Modified Isolation Index leerlingen met laagopgeleide en hoogopgeleide ouders in de onderbouw en bovenbouw, 2014/ / 18 0,2 0,15 onderbouw 2014/'15 onderbouw 2017/'18 0,1 0,05 0 MIsolatieindex laagopgeleiden bovenbouw 2014/'15 bovenbouw 2017/'18 MIsolatieindex hoogopgeleiden bron: CBS/OJZ, bewerking UvA Tot slot kan er inzicht worden verschaft in de ontwikkeling van de segregatie in het Amsterdamse basisonderwijs naar migratieachtergrond. Om dit te bekijken is gebruik gemaakt van de dissimilariteitsindex 14. Deze index geeft aan hoe gelijk of juist ongelijk leerlingen verdeeld zijn over de scholen binnen een gemeente. Het totale aandeel van een groep in de stad maakt hierbij niet uit; de maat toont alleen de mate waarin deze groep gelijkmatig of juist scheef verdeeld is over de stad ten opzichte van andere groepen en ten opzichte van het gemiddelde in de stad. Hierbij geldt dat een waarde van 0 een zeer gelijke verdeling betekent en een waarde van 1 een volledig ongelijke verdeling. De maat is te interpreteren als de optelsom van het aandeel van beide groepen dat van school zou moeten veranderen om een gelijke verdeling over alle scholen te krijgen. Wanneer we naar alle leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond kijken, zien we een duidelijke daling in de segregatie voor alle leerlingen. De daling in de bovenbouw lijkt iets sterker dan in de onderbouw maar de segregatie blijft hier sterker dan in de onderbouw. In de onderbouw zou echter nog steeds 46% van beide groepen leerlingen moeten veranderen van school om een gelijke verdeling over alle scholen te krijgen Massey & Denton, In de bijlage is de dissimilariteitsindex voor de drie grootste herkomstgroepen in Amsterdam terug te vinden. 26

27 Figuur 4.4 Dissimilariteitsindex leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond ten opzichte van kinderen zonder migratieachtergrond in de onderbouw en bovenbouw, 2014/ / 18 0,8 0,7 onderbouw 2014/'15 0,6 onderbouw 2017/'18 0,5 0,4 0,3 0,2 bovenbouw 2014/'15 0,1 bovenbouw 2017/'18 0 niet-westerse migratieachtergrond bron: CBS/OJZ, bewerking UvA 4.3 Conclusie: nieuw toelatingsbeleid mogelijk een licht positief effect Tussen 2014/ 15 en 2017/ 18 is de samenstelling van Amsterdamse basisscholen veranderd. Scholen zijn gemiddeld genomen iets gemengder geraakt wat betreft het opleidingsniveau van de ouders en migratieachtergrond van de leerlingen. Dit geldt vooral in de onderbouw. De segregatiematen laten zien dat de concentratie van hoogopgeleide ouders nog steeds hoog maar iets minder sterk aan het worden is, wat er ook toe leidt dat kinderen van verschillende sociale achtergronden minder gesegregeerd naar school gaan. Kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond zijn meer verdeeld geraakt over de scholen, maar blijven wel sterk gesegregeerd. In hoeverre de licht dalende segregatie te danken is aan het nieuwe toelatingsbeleid, is lastig te zeggen. De sterkere daling van onderwijssegregatie in de onderbouw in vergelijking met de bovenbouw lijkt te pleiten voor een positief effect van het nieuwe beleid. Echter, zoals al eerder aangegeven, valt dit effect moeilijk te onderscheiden van de mogelijke effecten van andere veranderingen in de stad, zoals de toename in het aantal hoogopgeleide gezinnen dat zich in sommige buurten heeft gevestigd en de toevlucht van jonge gezinnen naar randgemeenten buiten de stad. Daarnaast is de licht dalende segregatietrend in het basisonderwijs ook in andere grote Nederlandse steden zichtbaar (Inspectie van het Onderwijs, 2018). 16 Of er daadwerkelijk op de langere termijn een positief effect uitgaat van het nieuwe toelatingsbeleid op de samenstelling van de leerlingenpopulatie van de Amsterdamse basisscholen zal de komende jaren gevolgd moeten worden. 16 De Staat van het Onderwijs 2018, Inspectie van het Onderwijs 27

28 Bijlage technische verantwoording Als basis heeft OIS de registratiebestanden van leerlingen van OJZ gebruikt (Erisa). De registratie bevat alle Amsterdamse leerlingen die zowel binnen als buiten Amsterdam naar school gaan. Ook leerlingen die wonen in de stadsregio Amsterdam en in Amsterdam op school zitten zijn in dit bestand opgenomen. Er zijn zes aparte bestanden van de schooljaren 2012/ 13, 2013/ 14, 2014/ 15, 2015/ 16, 2016/ 17 en 2017/ 18 (allen peildatum 1 oktober). Geselecteerd zijn leerlingen, met geregistreerd burgerservicenummer, die op 1 oktober van het betreffende schooljaar op een Amsterdamse basisschool zaten. Er zijn verschillen tussen het Erisa bestand en de Basis Registratie Personen (BRP) als het gaat om gegevens over herkomst. Tot en met 2015/ 16 is alleen het Erisa bestand hiervoor gebruikt, sinds 2016/ 17 wordt het BRP bestand als basis aangevuld met gegevens uit Erisa. Voor de leerlingen in het PO hebben we, waar deze informatie beschikbaar was, toegevoegd of een leerling een VVE-doelgroep leerling is of niet (op basis van gegevens van OJZ). Nieuwe methode voor opleidingsbestanden CBS Op de CBS-computer hebben we gegevens van de ouders van de leerlingen gekoppeld aan de leerlingenbestanden. Van de leerlingen was over de jaren heen tussen de 89-90% bekend wie de vader is en van 98-99% wie de moeder is. De gegevens over opleidingsniveau van de vader en de moeder in 2015 (HOOGSTEOPLTAB), het huishoudinkomen in 2012, 2013 en en de migratieachtergrond van de leerlingen (RIO) zijn gekoppeld. In 2017 heeft CBS de methode waarmee de gegevens in het opleidingsbestand worden berekend aangepast. Door deze nieuwe methode is het aandeel hoogopgeleide ouders voor alle schooljaren toegenomen. OIS heeft daarom in de huidige diversiteitsmonitor de nieuwe opleidingsgegevens van CBS aan alle voorgaande schooljaren gekoppeld. Hiermee wordt voorkomen dat er een trendbreuk in het aandeel leerlingen met hoogopgeleide ouders ontstaat als gevolg van deze nieuwe methodiek. De percentages van leerlingen met hoogopgeleide ouders van voorgaande schooljaren komen hierdoor niet overeen met wat in oudere diversiteitsmonitoren stond. In tabel B.1 is te zien dat er met de jaren meer informatie beschikbaar komt over het al dan niet zijn van een doelgroepleerling, dit is een gevolg van een betere doelgroep indicatie registratie bij OJZ. De beschikbare informatie vanuit het CBS is, na de nieuwe methode waarmee opleidingsniveau berekend wordt, is voor alle kenmerken relatief hoog. De laatste decennia heeft het CBS de beschikking gekregen over steeds meer registers met inschrijvings- en diplomagegevens van door overheid bekostigde onderwijsinstellingen. Omdat de onderwijsregistraties nog niet zo heel lang bestaan, ontbreekt er helaas registerinformatie over veel oudere Nederlanders. Ook particuliere opleidingen vallen buiten het bereik van de 17 Bron: RIO 2012, dit is het meest recente bestand dat beschikbaar was bij het CBS per juli 2015, RIO 2013 was het meest recente dat beschikbaar was in september 2016 en RIO 2014 was het meest recente dat beschikbaar was in maart 2017 en

29 onderwijsregisters. Daarnaast is van veel Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond die hun opleiding in het buitenland hebben gevolgd op dit moment onvoldoende registerinformatie beschikbaar. Deze informatie wordt met behulp van enquête informatie (EBB) aangevuld. Tabel B.1 Beschikbare achtergrondinformatie over ouders van kinderen in het Amsterdamse PO, 2012/ / 16 (procenten) opleidingsniveau ouders huishoudeninkomen herkomst VVE-doelgroepleerling 2012/' /' /' /' / / bron: OJZ, OIS en CBS (bewerking van OIS) Multiple imputation om ontbrekende gegevens over opleidingsniveau te schatten OIS wil graag het gemiddeld aandeel leerlingen met hoogopgeleide ouders per school berekenen. Om deze te kunnen gebruiken, zijn de missende gegevens (zoals in tabel B.1 te zien tussen de 14% -11% van de data) benaderd. OIS heeft er in overleg met OJZ voor gekozen om deze missende variabelen te imputeren via multiple imputation in SPSS op basis van individuele gegevens over huishoudeninkomen, acht herkomstgroepen 18 en gegevens over VVE-doelgroep (voor het PO). Met een multiple imputation schat SPSS voor elke missende waarde van opleidingsniveau van de ouders op basis van de beschikbare achtergrondgegevens vijf keer een realistische waarde per leerling. Dit gebeurt in een fully conditional specification een Markov chain Monte Carlo (MCMC) methode. Omdat opleidingsniveau van de ouders een categorische variabele is (opgedeeld in 6 categorieën van laag tot hoog opleidingsniveau), gebruikt SPSS hier een logistische regressie voor. Uiteindelijk benadert de verdeling van de nieuwe dataset de verdeling die in de originele dataset zit. Het voordeel van het hebben van vijf datasets met elke keer andere geïmputeerde gegevens is dat de variatie die in de originele dataset zat gewaarborgd blijft. Uiteindelijk gebruiken we deze vijf datasets samen om gemiddeldes en percentages per school en per buurt uit te rekenen. We publiceren geen gegevens over individuele scholen, of over buurten met minder dan 50 leerlingen. 18 Namelijk: Nederlanders zonder migratieachtergrond, Surinaamse Nederlanders, Turkse Nederlanders, Marokkaanse Nederlanders, Antilliaanse Nederlanders, overig niet-westerse Nederlanders, Oost-Europese Nederlanders en overigwesterse Nederlanders 29

30 <20 hoog buurt hoog buurt hoog buurt hoog buurt >80 hoog buurt Gemeente Amsterdam Bijlage aanvullende resultaten Schoolkeuzes van hoog- en laagopgeleide ouders in bepaalde buurten Hieronder is de volledige figuur te vinden van schoolkeuzes van hoog- en laagopgeleide ouders in bepaalde buurten naar het opleidingsniveau van de ouders die er wonen. Figuur B.1 Schoolkeuzes van hoog- en laagopgeleide ouders in buurten met een bepaald aandeel hoogopgeleide ouders, 2017/ 18 hoog laag hoog laag hoog laag <20 hoog school hoog school hoog school hoog school hoog laag >80 hoog school hoog laag % 30

31 Conditionele logistische regressie analyse modellen In paragraaf 3.3 bespreken we de uitkomsten van verschillende conditionele logistische regressie analyse modellen die we hebben gedaan. In dat hoofdstuk staat alleen de richting van effecten weergeven. Hieronder zijn de resultaten inclusief coëfficiënten terug te vinden. Tabel B.1 Kenmerken die meespelen bij de keuze van een basisschool (Model 1), conditionele logistische regressie hoogopgeleide ouders middelbaar opgeleide ouders laag opgeleide ouders B Sig. B Sig. B Sig. concept van de school 0,24 0,00-0,10 0,03-0,34 0,00 aandeel havo/vwo adviezen 0,03 0,00 0,01 0,00 0,00 0,81 afstand tot de school -2,04 0,00-1,68 0,00-2,04 0,00 bron: OJZ, OIS en CBS (bewerking van OIS) Tabel B.2 Kenmerken die meespelen bij de keuze van een basisschool (Model 2), conditionele logistische regressie hoogopgeleide ouders middelbaar opgeleide ouders laag opgeleide ouders B Sig. B Sig. B Sig. concept van de school -0,24 0,00-0,24 0,00-0,40 0,00 aandeel havo/vwo adviezen 0,00 0,06 0,00 0,02 0,01 0,00 afstand tot de school -2,16 0,00-1,70 0,00-2,06 0,00 aandeel laagopgeleide ouders op school -0,04 0,00-0,04 0,00-0,01 0,07 aandeel hoog opgeleide ouders op school 0,02 0,00-0,02 0,00-0,02 0,00 concept*afstand tot de school 0,21 0,00 0,00 0,95 0,15 0,11 bron: OJZ, OIS en CBS (bewerking van OIS) Tabel B.3 Kenmerken die meespelen bij de keuze van een basisschool (Model 3), conditionele logistische regressie hoogopgeleide ouders middelbaar opgeleide ouders laag opgeleide ouders B Sig. B Sig. B Sig. concept van de school -0,01 0,78-0,23 0,00-0,25 0,00 aandeel havo/vwo adviezen 0,00 0,00 0,00 0,08 0,01 0,01 afstand tot de school -2,06 0,00-1,69 0,00-2,03 0,00 aandeel laagopgeleide ouders op school -0,05 0,00-0,05 0,00-0,01 0,03 aandeel hoog opgeleide ouders op school 0,02 0,00-0,01 0,00 0,00 0,36 Marokkaans*aandeel hoog opgeleide ouders op school -0,04 0,00-0,03 0,00-0,02 0,00 Turks*aandeel hoog opgeleide ouders op school -0,03 0,00-0,03 0,00-0,02 0,00 Surinaams*aandeel hoog opgeleide ouders op school -0,01 0,04-0,02 0,00-0,01 0,31 westers*aandeel hoog opgeleide ouders op school 0,00 0,43 0,00 0,98 0,00 0,80 overig niet-westers*aandeel hoog opgeleide ouders op school -0,02 0,00-0,01 0,00-0,02 0,00 bron: OJZ, OIS en CBS (bewerking van OIS) 31

32 Tabel B.4 Kenmerken die meespelen bij de keuze van een basisschool (Model 4), conditionele logistische regressie hoogopgeleide ouders middelbaar opgeleide ouders laag opgeleide ouders B Sig. B Sig. B Sig. Islamitisch -1,38 0,00-0,95 0,00-1,08 0,00 algemeen bijzonder -0,69 0,00-0,46 0,00-0,68 0,01 christelijk -0,59 0,00-0,42 0,00-0,36 0,00 antroposofisch -2,92 0,00-1,87 0,00-5,71 0,04 overig religieus -2,72 0,00-1,79 0,00-1,54 0,00 hv 0,00 0,07 0,00 0,21 0,01 0,03 afstand tot de school -2,37 0,00-1,98 0,00-2,34 0,00 aandeel laagopgeleide ouders op school -0,05 0,00-0,05 0,00-0,01 0,02 aandeel hoog opgeleide ouders op school 0,02 0,00-0,02 0,00-0,02 0,00 Islamitisch*afstand tot de school 1,46 0,00 1,16 0,00 1,24 0,00 algemeen bijzonder*afstand tot de school 0,40 0,00 0,24 0,03 0,57 0,00 christelijk*afstand tot de school 0,43 0,00 0,27 0,00 0,23 0,01 antroposofisch*afstand tot de school 1,80 0,00 1,20 0,00 2,28 0,01 overig religieus*afstand tot de school 1,26 0,00 0,81 0,00 1,08 0,00 bron: OJZ, OIS en CBS (bewerking van OIS) Dissimilariteitsindex leerlingen met verschillende migratieachtergronden In paragraaf 4.2 wordt de dissimilariteitsindex van leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond ten opzichte van leerlingen zonder migratieachtergrond besproken. Hier zijn de dissimilariteitsindexen van leerlingen met een Turkse, Marokkaanse en Surinaamse migratieachtergrond ten opzichte van leerlingen zonder migratieachtergrond terug te vinden. Wanneer we de niet-westerse groep opsplitsen, wordt het beeld enigszins diffuus. Voor Turks- Nederlandse leerlingen daalt de segregatie sterker in de onderbouw dan in de bovenbouw. Voor Marokkaans-Nederlandse leerlingen is dit juist andersom en daalt de segregatie sterker in de bovenbouw dan in de onderbouw. Voor Surinaams-Nederlandse leerlingen is de segregatie vrij stabiel, maar is er wel een verschil tussen de onder- en bovenbouw. 32

33 Figuur B.2 Dissimilariteitsindex leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond ten opzichte van kinderen zonder migratieachtergrond in de onderbouw en bovenbouw, 2014/ / 18 0,8 0,7 0,6 0,5 onderbouw 2014/'15 onderbouw 2017/'18 0,4 0,3 0,2 0,1 0 Turkse migratieachtergrond Marokkaanse migratieachtergrond Surinaamse migratieachtergrond niet-westerse migratieachtergrond bovenbouw 2014/'15 bovenbouw 2017/'18 (totaal) bron: CBS/OJZ, bewerking UvA 33

34

Monitor diversiteit in het basisonderwijs 2015/'16 & 2016/ 17. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Monitor diversiteit in het basisonderwijs 2015/'16 & 2016/ 17. Onderzoek, Informatie en Statistiek Monitor diversiteit in het basisonderwijs 2015/'16 & 2016/ 17 In opdracht van: OJZ Projectnummer: 16080 Lotje Cohen (OIS) Willem Boterman (UvA) Merel van der Wouden (OIS) Esther Jakobs (OIS) Bezoekadres:

Nadere informatie

Achtergronddocument berekening doelgroepleerlingen 2017/ 18

Achtergronddocument berekening doelgroepleerlingen 2017/ 18 Achtergronddocument berekening doelgroepleerlingen 2017/ 18 (OIS) brengt sinds 2017 het aantal doelgroepleerlingen per basisschool in beeld voor Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ), ter ondersteuning van het

Nadere informatie

Segregatie in het Amsterdamse onderwijs. PO en VO. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Segregatie in het Amsterdamse onderwijs. PO en VO. Onderzoek, Informatie en Statistiek Segregatie in het Amsterdamse onderwijs PO en VO In opdracht van: OJZ Projectnummer: Lotje Cohen MSc Merel van der Wouden MSc drs. Manilde van der Oord dr. Esther Jakobs Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Minimaregelingen en schoolloopbanen Onderzoek, Informatie en Statistiek

Minimaregelingen en schoolloopbanen Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Minimaregelingen en schoolloopbanen Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: RMA Projectnummer: 17125 Joeke Kuyvenhoven Merel van der Wouden Willem Bosveld Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs Fact sheet nummer 4 juni 2010 Segregatie in het voortgezet onderwijs In Amsterdam worden de zwarte middelbare scholen steeds zwarter en de witte steeds witter. Hoe komt dat? Niet alleen doordat allochtone

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Bestuur en Organisatie, redactie gemeentelijke media Projectnummer: 18324 Renske Hoedemaker Laure Michon

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Stapelaars in het voortgezet onderwijs

Stapelaars in het voortgezet onderwijs [Geef tekst op] Stapelaars in het voortgezet onderwijs Een analyse van de basisschooladviezen en schooltypen van de stapelaars. Onderzoek, Informatie en Statistiek Onderzoek, Informatie en Statistiek Stapelaars

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek Monitor jeugdwerkloosheid over Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid In opdracht van: WPI en OJZ Projectnummer: (( Idske de Jong Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal, Postbus.0, AR Amsterdam

Nadere informatie

Kansengelijkheid in het onderwijs in Den Haag

Kansengelijkheid in het onderwijs in Den Haag Notitie Kansengelijkheid in het onderwijs in Den Haag datum 7 juni 2017 aan van auteur Suzanne Beek, Gemeente Den Haag SEO Economisch Onderzoek Paul Bisschop rapportnummer 2017-33 Achtergrond Naar aanleiding

Nadere informatie

Uitleg van de figuren PO 1

Uitleg van de figuren PO 1 Uitleg van de figuren PO 1 Uitleg van de figuren - PO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Politieke participatie

Politieke participatie 12 Politieke participatie De Tweede Kamerverkiezingen van 17 hebben voor grote verschuivingen gezorgd in Amsterdam. De uitkomsten van deze verkiezingen komen uitgebreid aan bod in dit hoofdstuk. Verder

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid. achtergronddocument

Jeugdwerkloosheid. achtergronddocument Jeugdwerkloosheid achtergronddocument Jeugdwerkloosheid In opdracht van: OJZ en Participatie Projectnummer: Idske de Jong Anne Huijzer Robert Selten Carine van Oosteren Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Woon-werkstromen van Amsterdams onderwijspersoneel po, so en vo

Woon-werkstromen van Amsterdams onderwijspersoneel po, so en vo Factsheet juni 2019 Deze factsheet geeft inzicht in de woonlocaties en hemelsbrede woon-werkafstanden van het lesgevende en onderwijsondersteunende personeel werkzaam op Amsterdamse scholen in het primair,

Nadere informatie

Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen

Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen De hoofdlijnen Na een jarenlange daling stabiliseert de totale doorstroom vanuit

Nadere informatie

Nut en noodzaak buurtkranten. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Nut en noodzaak buurtkranten. Onderzoek, Informatie en Statistiek - Nut en noodzaak buurtkranten Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Stadsdeel Oost Projectnummer: 19206 Beek, Eliza van der Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020 251 Postbus

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

Uitleg van de figuren VO 1

Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren - VO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN 22 oktober Sinds 2011 meet Bureau O+S met een signaleringsinstrument de spanningen tussen bevolkingsgroepen in Amsterdamse buurten. De

Nadere informatie

Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard

Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard De tabellen geven een inzicht in de huidige situatie rondom 1) Het opleidingsniveau van de huidige leerlingen in Valkenswaard 2) Het opleidingsniveau

Nadere informatie

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Amsterdamse leerlingen gestart in het VO in 2007/ 08, gevolgd tot in 2013/ 14 Foto: Amsterdams lyceum, fotograaf Edwin van Eis (2009) In opdracht

Nadere informatie

Stedelijk Toelatingsbeleid PO. Wat vinden de ouders? Onderzoek, Informatie en Statistiek

Stedelijk Toelatingsbeleid PO. Wat vinden de ouders? Onderzoek, Informatie en Statistiek Stedelijk Toelatingsbeleid PO Wat vinden de ouders? Stedelijk Toelatingsbeleid PO In opdracht van: OJZ Projectnummer: 15106 Merel van der Wouden Lotje Cohen Esther Jakobs Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Wie staan er in Amsterdam voor de klas?

Wie staan er in Amsterdam voor de klas? Factsheet januari 2019 Om meer inzicht te krijgen in het lerarentekort brengt (OIS) in opdracht van directie Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) de situatie wat betreft Amsterdamse docenten in beeld. In deze

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 Fact sheet juni 2015 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is voor het eerst sinds enkele jaren weer gedaald. Van de bijna 140.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek Monitor jeugdwerkloosheid over Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid In opdracht van: WPI en OJZ Projectnummer: ()* Idske de Jong Francien Meester Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Gelijke kansen in het onderwijs

Gelijke kansen in het onderwijs Gelijke kansen in het onderwijs Toegankelijke tekstversie Pagina 1 Inleiding Dit is het dashboard gelijke kansen in het onderwijs. Dit dashboard monitor beschrijft voor verschillende groepen leerlingen

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Taal en ouderbetrokkenheid van ouders van VVE-kinderen

Taal en ouderbetrokkenheid van ouders van VVE-kinderen Taal en ouderbetrokkenheid van ouders van VVE-kinderen Een kwantitatieve en kwalitatieve analyse In opdracht van: DWI en DMO Projectnummer: 13211 Foto: Voorlezende vader, fotograaf Tanja Kuut (2014) Lotje

Nadere informatie

Segregatie in het onderwijs

Segregatie in het onderwijs Segregatie in het onderwijs Wat maakt middelbare scholen aantrekkelijk voor verschillende groepen leerlingen? Lotje Cohen 25 november 2010 25 november 2010 Segregatie in het onderwijs 2 In dit onderzoek

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Instroom en inschrijvingen

Instroom en inschrijvingen Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs 1 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet oktober 2014 In 2013 heeft O+S in opdracht van de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor het eerst onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

Positieve trends in (gezonde) levensverwachting

Positieve trends in (gezonde) levensverwachting Positieve trends in (gezonde) levensverwachting 13 stijgt nog steeds in 28 78,3 jaar voor mannen en 82,3 jaar voor vrouwen Stijging levensverwachting vooral door daling sterfte op hogere leeftijden Recente

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Schoolloopbanen. Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc

Schoolloopbanen. Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies In opdracht van: DMO Projectnummer: 12262 Merel van der Wouden MSc dr. Esther Jakobs Lotje Cohen MSc Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Ouders over het stedelijk toelatingsbeleid PO. Resultaten eerste plaatsingsronde

Ouders over het stedelijk toelatingsbeleid PO. Resultaten eerste plaatsingsronde Ouders over het stedelijk toelatingsbeleid PO Resultaten eerste plaatsingsronde In opdracht van: OJZ Projectnummer: 15106 Merel van der Wouden MSc Lotje Cohen MSc dr. Esther Jakobs Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Fact sheet. Diversiteit en integratie Figuur 1 Allochtone herkomstgroepen in Amsterdam, 2010 (procenten)

Fact sheet. Diversiteit en integratie Figuur 1 Allochtone herkomstgroepen in Amsterdam, 2010 (procenten) Fact sheet nummer 3 mei 211 Diversiteit en integratie 21 De helft van de Amsterdammers heeft een migratieachtergrond. Zij zijn of zelf in het buitenland geboren, of hebben ouders die buiten Nederland zijn

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse

Nadere informatie

Startende leraren in Amsterdam

Startende leraren in Amsterdam Factsheet mei 2019 Deze factsheet geeft inzicht in de arbeidsmarktpositie van startende leraren op de lange termijn. Het aandeel gestarte leraren voor het (speciaal) basisonderwijs dat op de lange termijn

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer

Nadere informatie

Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland?

Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? 13 2. Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? HOODSTUK 2 Hoe leerlingen presteren op de Centrale Eindtoets, geeft informatie over het niveau

Nadere informatie

Kansen op instroom uit de WW bekeken

Kansen op instroom uit de WW bekeken Marten Middeldorp, Roderik Ponds Kansen op instroom uit de WW bekeken Verschillen in de kans op instroom uit de WW naar een baan tussen mensen met en zonder migratieachtergrond Atlas voor gemeenten Postbus

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK

Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK Colofon Gemeente Amsterdam Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht Ilona Steenkamer isteenkamer@ggd.amsterdam.nl Sanne Franssen sfranssen@ggd.amsterdam.nl

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet november 2017

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet november 2017 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet november 2017 Twee derde van de middelbare scholieren in Amsterdam heeft een succesvolle schoolloopbaan. Dat wil zeggen dat zij een diploma halen

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%) Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

M200412 Opleidingsniveau in MKB stijgt

M200412 Opleidingsniveau in MKB stijgt M200412 Opleidingsniveau in MKB stijgt A.M.J. te Peele Zoetermeer, 24 december 2004 Meer hoger opgeleiden in het MKB Het aandeel hoger opgeleiden in het MKB is de laatste jaren gestegen. Met name in de

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Samenvatting Op basis van de geactualiseerde gegevens van het CBS zien de samenwerkende inspecties binnen Toezicht Sociaal Domein

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

Update basisinformatie Koers VO

Update basisinformatie Koers VO Update basisinformatie Koers VO Actuele stand 1-10-010 Actis onderzoek M. Bouwmans MSc. Rotterdam, 6 mei 011 Inhoudsopgave 1 Inlei di ng 3 1.1 Leeswijzer 3 Sam enw er kingsver band Koers VO 4.1 Aantal

Nadere informatie

Bijlagen Jaarrapport integratie 2011

Bijlagen Jaarrapport integratie 2011 Bijlagen Jaarrapport integratie 2011 Redactie: Mérove Gijsberts Willem Huijnk Jaco Dagevos Bijlage bij hoofdstuk 2... 2 Bijlage bij hoofdstuk 4... 8 Bijlage bij hoofdstuk 5... 13 Bijlage bij hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 De Leidse Monitor verzamelt informatie over de ontwikkeling van Leidse kinderen vanaf het moment dat zij en/of hun ouders deelnemen aan een voor- en vroegschools programma

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding Hoofdstuk 10 Onderwijs 10.1 Inleiding Leiden kennisstad heeft een hoog opgeleide bevolking en herbergt binnen haar grenzen veel onderwijsinstellingen. In dit hoofdstuk gaat het zowel om de opleiding die

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs

De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs Modus Inleiding Carlien de Witt Hamer In dit artikel worden de effecten beschreven die de demografische ontwikkelingen van de periode 1997-2001

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie DOOR- EN UITSTROOM UIT PRAKTIJKONDERWIJS, VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS EN ENTREE-OPLEIDINGEN (COHORT 2013/14, 2014/15 EN

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Kerncijfers armoede in Amsterdam

Kerncijfers armoede in Amsterdam - Fact sheet juli 218 18 van de Amsterdamse huishoudens behoorde in 216 tot de minima: zij hebben een huishoudinkomen tot 12 van het wettelijk sociaal minimum (WSM) en hebben weinig vermogen. In deze 71.386

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Segregatie in het basisonderwijs in Amsterdam

Segregatie in het basisonderwijs in Amsterdam Segregatie in het basisonderwijs in Amsterdam Project: 706 In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Drs. Jolijn Broekhuizen Drs. Marcel Jansen Drs. Jeroen Slot Weesperstraat 79 Postbus 658

Nadere informatie

Jongeren die niet meer leren, maar ook niet werken

Jongeren die niet meer leren, maar ook niet werken Jongeren die niet meer leren, maar ook niet werken Marjolein Korvorst en Francis van der Mooren In 27 zijn er in Nederland bijna 83 duizend jongeren van 15 tot 27 jaar, die niet naar school gaan. Van hen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond Onder- en overadvisering in beeld 6/7-8/9 Gemeente Helmond November 9 Mevrouw drs. Marian Calis OCGH Advies Samenvatting Een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kerncijfers uit de periode 2008-2013 Drentse Onderwijsmonitor 2013 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 8ste editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Rapport Onderzoek Schoolkeuze Dapperbuurt Fieldlab Oost. Amsterdams Kenniscentrum voor Maatschappelijke Innovatie (AKMI)

Rapport Onderzoek Schoolkeuze Dapperbuurt Fieldlab Oost. Amsterdams Kenniscentrum voor Maatschappelijke Innovatie (AKMI) Rapport Onderzoek Schoolkeuze Dapperbuurt Fieldlab Oost Amsterdams Kenniscentrum voor Maatschappelijke Innovatie (AKMI) Mei 2017 Tessa van Ham Pieter van Vliet Inleiding Het Fieldlab Oost is een samenwerking

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie