FUNCTIONERINGS- EN/OF EVALUATIEGESPREKKEN

Transcriptie

1 FUNCTIONERINGS- EN/OF EVALUATIEGESPREKKEN DO S AND DON TS! INHOUD odefinities o Evaluatiegesprek o Functioneringsgesprek o Kenmerken o Evaluatiegesprek o Functioneringsgesprek o Specifiek o Evaluatiegesprek od.e.s.c os.m.a.r.t.+ oconclusie ofunctioneringsgesprek os.t.a.r.r ofeedforward ovalkuilen oextra info POLL HEB JE ZELF AL VOLGENDE GESPREKKEN GEVOERD? 1.Evaluatiegesprek 2.Functioneringsgesprek 3.Beide 4.Geen van beide 1

2 DEFINITIES Evaluatie- (of beoordelingsgesprek): is een gesprek tussen een werknemer en zijn leidinggevende waarin het functioneren van de werknemer door de leidinggevende wordt beoordeeld DEFINITIES Functioneringsgesprek: is een dialoog waarin het wederzijds functioneren van de werknemer en zijn leidinggevende besproken wordt KENMERKEN Evaluatie- (of beoordelingsgesprek): eenzijdig (monoloog) 2

3 KENMERKEN Evaluatie- (of beoordelingsgesprek): eenzijdig (monoloog) doelstellingen KENMERKEN Evaluatie- (of beoordelingsgesprek): eenzijdig (monoloog) doelstellingen verhouding leidinggevende en werknemer KENMERKEN Evaluatie- (of beoordelingsgesprek): eenzijdig (monoloog) doelstellingen verhouding leidinggevende en werknemer actieplan 3

4 KENMERKEN Evaluatie- (of beoordelingsgesprek): eenzijdig (monoloog) doelstellingen verhouding leidinggevende en werknemer actieplan meestal na een functioneringsgesprek KENMERKEN Functioneringsgesprek: tweezijdig (dialoog) KENMERKEN Functioneringsgesprek: tweezijdig (dialoog) competenties 4

5 KENMERKEN Functioneringsgesprek: tweezijdig (dialoog) competenties verhouding leidinggevende en werknemer KENMERKEN Functioneringsgesprek: tweezijdig (dialoog) competenties verhouding leidinggevende en werknemer agendapunten KENMERKEN Functioneringsgesprek: tweezijdig (dialoog) competenties verhouding leidinggevende en werknemer agendapunten verslag door beiden goedgekeurd 5

6 POLL WAT DRAAGT VOLGENS JOU BIJ TOT HET BETER PRESTEREN VAN DE MEDEWERKER 1.Evaluatiegesprek 2.Functioneringsgesprek 3.Beide 4.Geen van beide SPECIFIEK Evaluatie- (of beoordelings) gesprek: goed voorbereiden (langs beide kanten) feiten (DESC) (zie verder) structuur tijdige uitnodiging voldoende tijd 6

7 SPECIFIEK Evaluatie- (of beoordelings) gesprek: goed voorbereiden (langs beide kanten) SPECIFIEK Evaluatie- (of beoordelings) gesprek: goed voorbereiden (langs beide kanten) concrete doelstellingen S.M.A.R.T. + (zie verder) SPECIFIEK Evaluatie- (of beoordelings) gesprek: goed voorbereiden (langs beide kanten) concrete doelstellingen kies een kalme locatie lawaai gestoord worden 7

8 SPECIFIEK Evaluatie- (of beoordelings) gesprek: goed voorbereiden (langs beide kanten) concrete doelstellingen kies een kalme locatie bereid je voor op mogelijke discussiepunten SPECIFIEK Evaluatie- (of beoordelings) gesprek: goed voorbereiden (langs beide kanten) concrete doelstellingen kies een kalme locatie bereid je voor op mogelijke discussiepunten opstellen actieplan (S.M.A.R.T.+) D.E.S.C Describe 8

9 D.E.S.C Describe Emotion D.E.S.C Describe Emotion Suggestions D.E.S.C Describe Emotion Suggestions Contract 9

10 S.M.A.R.T + S specifiek en onder controle S.M.A.R.T + M meetbaar (kwantitatief) of testbaar (kwalitatief) S.M.A.R.T + A acceptabel - ecologisch 10

11 S.M.A.R.T + R realistisch redelijk (prijs te betalen, middelen) S.M.A.R.T + T tijdsgebonden / gepland S.M.A.R.T + 11

12 S.M.A.R.T + + positief geformuleerd CONCLUSIE Noteer en vat de vastgelegde objectieven samen CONCLUSIE Noteer en vat de vastgelegde objectieven samen Onderlijn je hulp en begeleiding daar waar nodig 12

13 CONCLUSIE Noteer en vat de vastgelegde objectieven samen Onderlijn je hulp en begeleiding daar waar nodig Evalueer samen het gesprek CONCLUSIE Noteer en vat de vastgelegde objectieven samen Onderlijn je hulp en begeleiding daar waar nodig Evalueer samen het gesprek Leg een afspraak vast voor het volgend gesprek CONCLUSIE Noteer en vat de vastgelegde objectieven samen Onderlijn je hulp en begeleiding daar waar nodig Evalueer samen het gesprek Leg een afspraak vast voor het volgend gesprek 13

14 DE REGELS VAN COMMUNICATIE Inhoud = wat er wordt gezegd (voorbereiding is belangrijk!) Proces = hoe wordt het gezegd Ga hier zorgvuldig mee om! POLL WELKE IS DE GROOTSTE VALKUIL BIJ EEN EVALUATIEGESPREK? 1.Te licht opvatten 2.Onvoorbereid 3.Onvoldoende tijd 4.Onverschilligheid 5.Je gal spuwen 6.Over koetjes en kalfjes beginnen 7.Kritiek geven over collega s 8.Emoties boven feiten plaatsen 9.Afspraak verzetten 10.Geen actieplan opstellen FUNCTIONERINGSGESPREK 14

15 FUNCTIONERINGSGESPREK Goed voorbereiden (langs beide kanten) FUNCTIONERINGSGESPREK Goed voorbereiden (langs beide kanten) Informatie verzamelen FUNCTIONERINGSGESPREK Goed voorbereiden (langs beide kanten) Informatie verzamelen Lijst met gesprekspunten opstellen 15

16 FUNCTIONERINGSGESPREK Goed voorbereiden (langs beide kanten) Informatie verzamelen Lijst met gesprekspunten opstellen Tijdig uitnodigen FUNCTIONERINGSGESPREK Goed voorbereiden (langs beide kanten) Informatie verzamelen Lijst met gesprekspunten opstellen Tijdig uitnodigen Voldoende tijd voorzien FUNCTIONERINGSGESPREK Goed voorbereiden (langs beide kanten) Informatie verzamelen Lijst met gesprekspunten opstellen Tijdig uitnodigen Voldoende tijd voorzien Rustige omgeving 16

17 FUNCTIONERINGSGESPREK Goed voorbereiden (langs beide kanten) Informatie verzamelen Lijst met gesprekspunten opstellen Tijdig uitnodigen Voldoende tijd voorzien Rustige omgeving Openstaan voor discussie en dialoog FUNCTIONERINGSGESPREK Goed voorbereiden (langs beide kanten) Informatie verzamelen Lijst met gesprekspunten opstellen Tijdig uitnodigen Voldoende tijd voorzien Rustige omgeving Openstaan voor discussie en dialoog S.T.A.R.R. (zie verder) FUNCTIONERINGSGESPREK Goed voorbereiden (langs beide kanten) Informatie verzamelen Lijst met gesprekspunten opstellen Tijdig uitnodigen Voldoende tijd voorzien Rustige omgeving Openstaan voor discussie en dialoog S.T.A.R.R. (zie verder) Feedforward! (zie verder) 17

18 S.T.A.R.R. S.T.A.R.R. Situatie (Wie? Wat? Waar?) S.T.A.R.R. Situatie (Wie? Wat? Waar?) Taak (Doel? Waarheen? Opdracht?) 18

19 S.T.A.R.R. Situatie (Wie? Wat? Waar?) Taak (Doel? Waarheen? Opdracht?) Acties (Wat? Welke? Waarom?) S.T.A.R.R. Situatie (Wie? Wat? Waar?) Taak (Doel? Waarheen? Opdracht?) Acties (Wat? Welke? Waarom?) Resultaat (Wat? Gelukt? Of?) S.T.A.R.R. Situatie (Wie? Wat? Waar?) Taak (Doel? Waarheen? Opdracht?) Acties (Wat? Welke? Waarom?) Resultaat (Welk? Gelukt? Of?) Reflectie (Wat heb je geleerd?) 19

20 S.T.A.R.R. FEEDFORWARD FEEDFORWARD De toekomst kun je veranderen, het verleden niet! 20

21 FEEDFORWARD De toekomst kun je veranderen, het verleden niet! Feedforward is positief! FEEDFORWARD De toekomst kun je veranderen, het verleden niet! Feedforward is positief! Mensen staan meer open voor feedforward! FEEDFORWARD De toekomst kun je veranderen, het verleden niet! Feedforward is positief! Mensen staan meer open voor feedforward! Feedforward geven is eenvoudig! 21

22 FEEDFORWARD De toekomst kun je veranderen, het verleden niet! Feedforward is positief! Mensen staan meer open voor feedforward! Feedforward geven is eenvoudig! Bij feedforward ligt de focus op gewenst gedrag! FEEDFORWARD De toekomst kun je veranderen, het verleden niet! Feedforward is positief! Mensen staan meer open voor feedforward! Feedforward geven is eenvoudig! Bij feedforward ligt de focus op gewenst gedrag! Feedforward biedt ruimte! FEEDFORWARD De toekomst kun je veranderen, het verleden niet! Feedforward is positief! Mensen staan meer open voor feedforward! Feedforward geven is eenvoudig! Bij feedforward ligt de focus op gewenst gedrag! Feedforward biedt ruimte! Feedforward geeft je zicht op je potentieel! 22

23 FEEDFORWARD De toekomst kun je veranderen, het verleden niet! Feedforward is positief! Mensen staan meer open voor feedforward! Feedforward geven is eenvoudig! Bij feedforward ligt de focus op gewenst gedrag! Feedforward biedt ruimte! Feedforward geeft je zicht op je potentieel! FEEDFORWARD VALKUILEN BIJ FUNCTIONERINGSGESPREKKEN 23

24 VALKUILEN BIJ FUNCTIONERINGSGESPREKKEN Selectief zijn bij het voeren van gesprekken. VALKUILEN BIJ FUNCTIONERINGSGESPREKKEN Selectief zijn bij het voeren van gesprekken. Niet au sérieux nemen! VALKUILEN BIJ FUNCTIONERINGSGESPREKKEN Selectief zijn bij het voeren van gesprekken. Niet au sérieux nemen! Klaaguurtje en spaarpot! 24

25 VALKUILEN BIJ FUNCTIONERINGSGESPREKKEN Selectief zijn bij het voeren van gesprekken. Niet au sérieux nemen! Klaaguurtje en spaarpot! Om de brij heen draaien! VALKUILEN BIJ FUNCTIONERINGSGESPREKKEN Selectief zijn bij het voeren van gesprekken. Niet au sérieux nemen! Klaaguurtje en spaarpot! Om de brij heen draaien! Gedrag van de leidinggevende! VALKUILEN BIJ FUNCTIONERINGSGESPREKKEN Selectief zijn bij het voeren van gesprekken! Niet au sérieux nemen! Klaaguurtje en spaarpot! Om de brij heen draaien! Gedrag van de leidinggevende! 25

26 POLL GEMOTIVEERD OM AAN DE SLAG TE GAAN MET: 1.Evaluatiegesprekken 2.Functioneringsgesprekken 3.Beide 4.Geen van beide DIT NIET! dit gesprek 26

27 27

28 EXTRA INFO! Interesse in aanbevelingen qua literatuur over dit thema? 28