SOCIALE COMMUNICATIE 3. Les 6: Thema 9 Reageren op onvoorzien en crisissituaties

Transcriptie

1 SOCIALE COMMUNICATIE 3 Les 6: Thema 9 Reageren op onvoorzien en crisissituaties

2 Vorige les/ vandaag Tot en met hoofdstuk 19.6 Reageren op onvoorziene en crisissituaties Hoofdstuk 19.6 tot en met 20.5 Begeleiden bij reacties op een crisis

3 Hoofdstuk 19 Crisissituaties Een crisis doorstaan als beroepskracht MZ Het is belangrijk dat de cliënt de crisis zo goed mogelijk doorkomt. Hieronder een aantal aandachtspunten Kalm blijven Voorbereiden op een eventuele crisis Flexibel zijn Gewone werkzaamheden laten doorgaan Prioriteiten stellen Aandacht voor emoties van cliënten Aandacht voor familie

4 Hoofdstuk 19 Crisissituaties Belangrijk om adequaat in te spelen op een crisissituatie om erger te voorkomen Je voorkomt dat cliënten er langdurig last van blijven houden Je voorkomt dat cliënten elkaar emotioneel besmetten ofwel elkaars emoties overnemen Aandachtspunten opvangen van cliënten ten tijde van een crisis Bied structuur en wees duidelijk Stel cliënten gerust Treed handelend op en bescherm cliënten Stel duidelijke grenzen

5 op een crisis Reacties van cliënten op een crisissituatie Reacties tijdens en direct na een crisissituatie Lichamelijke tekenen van spanning of stress Reacties die voortkomen uit verdedigingsmechanismen Heftige angstreacties Plotselinge optredende verwardheid Onredelijke boosheid Reactie op lange termijn Verwerkingsproces (hoofdstuk 20.8) Onverwerkt trauma

6 op een crisis Lichamelijke tekenen van spanning of stress Stress is in principe een gezonde reactie van het lichaam, maar kan ongezonde vormen aannemen Opgejaagd gevoel, hartkloppingen, verlies van eetlust, concentratieproblemen, slaapproblemen ect. Van stress tot burn-out

7 op crisis Verdedigingsmechanismen Een verdedigingsmechanisme is een bepaalde tactiek die mensen onbewust gebruiken om zichzelf staande te houden en angst of andere nare gevoelen op afstand te houden. Ontkenning en verdringing Vluchtgedrag, regressie en rationalisatie Projectie Reactievorming en compenseren

8 op een crisis Ontkenning en verdringing De betrokkene ontkent de feiten en zegt dat het niet waar kan zijn Verdringing is milde vorm van ontkenning. Betrokkene kent de feiten maar probeert deze weg te duwen Vluchtgedrag, regressie en rationalisatie Vluchten van situatie (wegrennen, dagdromen, drugs alcohol) Terugvallen in gedrag dat passen is voor een eerdere ontwikkelingsfase (meestal kindertijd) Gevoelens op afstand houden met oneigenlijke, verstandelijke argumenten

9 op een crisis Projectie Eigenschappen of gevoelens die je zelf hebt aan een ander toeschrijven Reactievorming en compenseren Gevoelens overschreeuwen Het compenseren van een nare ervaring met iets anders

10 Opdracht welke verdedigingsmechanismen laat onderstaande situaties zien? De ouders van Arnoud zijn gescheiden. Arnoud zegt daarover het volgende: Ja nou het is wel rot, maar ja, je moet verder he? Je moet je erbij neerleggen en verder leven. Want heus, er zijn ergere dingen op de wereld. Dorine heeft een beoordelingsgesprek. Een aantal kritiekpunten zijn al benoemd. Aan het eind wil de leidinggevende het gesprek samenvatten en een algemene beoordeling uitspreken. Dorine staat op en zegt dat ze heel nodig naar het toilet moet. Mevrouw Zomers weet dat ze niet lang meer te leven heeft. Ze maakt echter toekomstplannen alsof er niets aan de hand is. Ingrid is beroepskracht MZ. Ze verteld een cliënt dat zijn bezoekouder niet zal komen, nooit meer. De bezoekhouder is onverwacht overleden. De cliënt reageert met: Niet! Niet!

11 Woordweb Hoe ga je om met cliënten of collega s die verdedigingsmechanismen laten zien?

12 op een crisis Omgaan met cliënten die gebruikmaken van verdedigingsmechanismen Verdedigingsmechanismen niet versterken Laat de cliënt het tempo bepalen Rem emoties niet af Inschakelen van deskundige psychische hulp

13 op een crisis Reële en niet- reële angst Er is een duidelijke relatie tussen een angstwekkende gebeurtenis en je angstgevoelens Angstgevoelens zijn niet duidelijk gekoppeld aan een bedreigende gebeurtenis of angstgevoelens staan niet in verhouding tot de gebeurtenis sprake van angststoornis Direct na een crisissituatie is de vatbaarheid voor een angststoornis groter; psychisch evenwicht is verstoord.

14 op een crisis Omgaan met cliënten met heftige angstgevoelens Steun de cliënt in wie hij is en in wat hij doet Schaad het vertrouwen van de cliënt niet Praten over angst is lang niet altijd verstandig Schakel deskundige hulp in

15 Volgende les/ huiswerk Lezen 20.6 tot en met 20.9