BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN. Claudia Maria Willemsen

Transcriptie

1 Student vult deze gegevens volledig in BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN Volledige naam student i Claudia Maria Willemsen Studentnummer Cohort 2015 Windesheim- Modulecode Titel beroepsproduct Vorm beroepsproduct S @student.windesheim.nl ENSO-CDIALOG.E.13 Dialogen rond onderwijsbehoeften Schriftelijk (verslag) Datum ingeleverd Voldoet aan QuickScan-eisen ja nee Examinator Ephorus gecheckt Marijke Ruijs Datum EINDOORDEEL Beroepsproduct Onvoldoende O cesuur Voldoende V Goed G Uitmuntend U Overzicht beoordeling per competentie. (De student verwijdert de competenties die niet beoordeeld worden) Zie voor toelichting op de beoordelingsschalen de Rubrics MSEN product- en competentieniveau op de opleidingscommunity. Interpersoonlijk competent LER O V G U Orthopedagogisch competent Orthodidactisch competent Competent in planmatig reflecteren Competent in praktijkgericht onderzoek 1

2 Dit generieke beoordelingsformulier is ontworpen op basis van de Dublindescriptoren (DD) en de generieke competenties van het Landelijk expertisecentrum Onderwijs & Zorg en vertaald in concreet meetbare indicatoren volgens de systematiek van: Ontwerpen op basis van de nieuw verworven kennis (DD 1, 5) Gefundeerd handelen in de beroepscontext (DD 2) Reflecteren op eigen professionele ontwikkeling (DD 3, 5) Professioneel rapporteren (DD 4, 5) De cursief gedrukte begrippen in dit beoordelingsformulier worden in de glossary MSEN beoordelingsformulier beroepsproducten toegelicht (zie opleidingscommunity). Feedback & Feedforward (De beoordelende docent geeft aan wat de kwaliteit is (feedback) en geeft ontwikkelpunten aan voor toekomstige producten en competentieontwikkeling (feedforward). De student zorgt ervoor dat de feedforward van voorgaande beroepsproducten is opgenomen.) Feedback & feedforward op het huidige beroepsproduct Je hebt een gesprek met je leerlingen aan de hand van de literatuur voorbereid. Je stelt open vragen en luistert actief, met gebaren ondersteun je jouw verhaal. Let wel even op je vingertje, daar wijs je vaak mee rond. Je zou nog meer kunnen luisteren en nog meer ruimte kunnen geven aan de verhalen van je leerlingen. Je hebt de resultaten van je gesprekken met diverse deskundigen besproken. Aan de hand van een onderzoeksvraag ben je gaan zoeken naar antwoorden in de literatuur. Je hebt daarvoor diverse bronnen gebruikt. Je hebt een prachtige samenvatting van je literatuuronderzoek gemaakt door middel van je posterpresentatie. Die is zeer verhelderend. Je reflecteert op de door jou opgedane kennis, geef ook aan op welke wijze je deze kennis in gaat zetten en tot welke vervolgstappen het gaat leiden. Je zou bij het reflecteren ook gebruik kunnen maken van diverse reflectietools om zo meer diepgang aan te kunnen brengen. SUCCES! Student vermeldt hieronder de feedforward van voorgaande beroepsproducten (nieuwste bovenaan). Code en naam beroepsproduct en feedforward 2

3 Interpersoonlijk competent met lerenden a. Ontwerpen van op de beroepscontext afgestemde interventies, uitgaande van de belangen van alle betrokkenen 1. Formuleert de beoogde resultaten en afspraken op basis van een analyse. 2. Benut alle relevante informatiebronnen. 3. Neemt kennis van de diverse belangen van de betrokkenen. 4. Kiest verantwoord voor een effectieve gespreksaanpak en de eigen gesprekspositie(s). lerenden b. Realiseren van op de beroepscontext afgestemde interventies uitgaande van de belangen van alle betrokkenen 5. Schakelt tussen inhouds- en betrekkingsniveau. 6. Schakelt tussen gespreksposities en het daarbij behorende handelingsrepertoire. 7. Communiceert transparant over de verschillende belangen van de betrokkenen. 8. Brengt de boodschap duidelijk en ondubbelzinnig over op alle betrokkenen. 9. Communiceert congruent. 10. Heeft de regie in een complexe gesprekssituatie. 3

4 11. Intervenieert sensitief en responsief. lerenden Orthopedagogisch competent a. Een krachtig orthopedagogisch klimaat ontwerpen uitgaande van diversiteit 1. Formuleert de orthopedagogische ondersteuningsbehoeften van individuele lerenden op basis van een analyse. 2. Benut de lerende als bron van informatie. 3. Bespreekt de gesignaleerde orthopedagogische ondersteuningsbehoeften van individuele lerenden multidisciplinair. 4. Ontwerpt onderwijs ten behoeve van de hele groep/klas, uitgaande van diversiteit. 5. Ontwerpt vanuit het perspectief van de lerende, de groep en de leraar, de professionele interventies. Orthodidactisch competent a. Een krachtig orthodidactisch klimaat ontwerpen uitgaande van diversiteit 1. Formuleert de orthodidactische ondersteuningsbehoeften van individuele lerenden op basis van een analyse. 2. Benut de lerende als bron van informatie. 3. Bespreekt de gesignaleerde orthodidactisch ondersteuningsbehoeften van individuele lerenden multidisciplinair. 4. Ontwerpt onderwijs ten behoeve van de hele groep/klas, uitgaande van diversiteit. 5. Ontwerpt vanuit het perspectief van de lerende, de groep en de leraar, de professionele interventies. 4

5 Competent in planmatig reflecteren Planmatig reflecteren op eigen ontwikkeling en professioneel handelen 1. Arrangeert het ontvangen en geven van relevante feedback. 2. Verantwoordt de betekenis van ontvangen feedback voor de eigen ontwikkeling. 3. Toont inzicht in het eigen aandeel van succes en/of falen. 4. Maakt onderscheid tussen objectiviteit en persoonlijke interpretatie. 5. Formuleert handelingsalternatieven ten behoeve van het omgaan met dilemma s. 6. Benoemt mogelijkheden voor toekomstige ontwikkelingen t.a.v. eigen handelen. 7. Reflecteert op de eigen beroepsidentiteit en vertaalt dit in ontwikkelpunten. 8. Integreert vanuit literatuur verkregen inzichten in de persoonlijke praktijktheorie. 9. Integreert de door praktijkervaring verkregen inzichten in de persoonlijke praktijktheorie. Competent in praktijkgericht onderzoek a. Toepassen van bestaande kennis 1. Activeert eerder verworven kennis en opvattingen in een andere situatie. 2. Schat eerder verworven kennis en opvattingen in andere situaties op waarde. b. Analyseren van complexe situaties en/ of problemen 3. Beschrijft specifieke en concrete kenmerken van de praktijk situatie vanuit meerdere perspectieven. 4. Problematiseert de praktijksituatie. 5

6 c. Omgaan met theorie 5. Selecteert relevante literatuur voor de waargenomen praktijk situatie. 6. Verwerkt de bestudeerde theorie tot een samenhangend geheel. 7. Toetst vervolgens eigen opvattingen aan de bestudeerde literatuur. 8. Zet uiteen hoe en waar de theorie afwijkt van de eigen opvattingen en tot welke inzichten dit leidt. O V G U d. Onderzoeken en kennis construeren 9. Stelt een verantwoord stappenplan op met bereikbare doelen. 10. Operationaliseert relevante onderzoeksvragen. 11. Plaatst onderzoeksvragen in een theoretisch kader. 12. Kiest of ontwikkelt verantwoorde instrumenten. 13. Verzamelt volgens plan relevante gegevens. 14. Trianguleert vanuit verschillende bronnen. 15. Verwerkt gegevens tot een helder antwoord op de onderzoeksvraag. 16. Brengt eerder verworven kennis en opvattingen op een hoger plan. 17. Formuleert conclusies helder en navolgbaar. 18. Beargumenteert aanbevelingen helder en navolgbaar. e. Rapporteren 6

7 19. Rapporteert consistent. 20. Onderbouwt de rapportage met verzamelde data, grafische elementen, illustraties, literatuurgebruik en verwijzingen. 21. Rapporteert op genuanceerde wijze. i Alle gearceerde regels in dit vak worden volledig door de student ingevuld. 7