Stagebekwaamheidsgesprek Hoofdfase 1 Feedbackformulier

Transcriptie

1 Naam student: Studentnummer: Stagebekwaamheidsgesprek Hoofdfase 1 Feedbackformulier Bram Boonen Ellen Koop Datum 25 april 2013 Aanbieding Productcriteria Vormvereisten 1e aanbieding Assessmentdossier Het gesprek Competentie 2: Voldoet Competentie 5: Voldoet O/M/V/G Dossier: Assessmentdossier is volledig en overzichtelijk ingericht Metareflectie H1 (incl. POP) is aanwezig Correct Nederlands Eisen gesprek: Correct Nederlands Antwoorden zijn adequaat en concreet Student maakt contact met gesprekspartner Student vermijdt lange dialogen en weet te nuanceren Student gebruikt concrete voorbeelden (STARR) Inhoudelijke vereisten Dossier: De student is in staat om t.a.v. het eigen functioneren in Hoofdfase 1 patronen in het eigen gedrag te herkennen en hieraan betekenis toe te kennen. Dit in het licht van toekomstig functioneren als medewerker/stagiair op een HRM relevante werkplek De student onderbouwt uitspraken over het eigen functioneren met concrete voorbeelden, uitgewerkt aan de hand van de STARR-methodiek en geeft aan hoe feedback gebruikt is De student hanteert relevante (analyse)modellen om het eigen gedrag te analyseren (kernkwadrant, leerstijlen, enneagram, Belbin, etc). Hij verantwoordt/onderbouwt leereffecten m.b.t. zijn ontwikkeling t.o.v. de propedeusefase (of t.o.v. het begin van het studiejaar bij instromers) De student kan aangeven welke leerresultaten geboekt zijn of moeten worden om als beginnend medewerker/stagiair te kunnen functioneren in het HRM-beroepenveld kijkend naar kennis, vaardigheden en attitude. Matig

2 Slb er : De student geeft overtuigend bewijs in divers samengestelde teams om te kunnen gaan met verschillende waarden en normen en hoe hij daarmee experimenteert binnen diverse leerarrangementen en opdrachten De student geeft overtuigend bewijs van het kennen van het effect van eigen normatief handelen en hoe hij daarmee omgaat in samenwerkingsrelaties met o.a. studenten, docenten en Slb er binnen de onderwijscontext De student onderbouwt de eigen samenwerkingsvaardigheden op grond van 360-graden feedback (die in dossier aanwezig is) en benoemt sterke en ontwikkelingspunten in relatie tot HRM-beroepsprofiel. De student geeft overtuigend bewijs van gevoeligheid voor waarden, emoties en gevoelens die binnen divers samengestelde teams spelen en de wijze waarop hij deze gevoeligheid aanwendt om het teamfunctioneren te verbeteren Conclusies over het eigen functioneren m.b.t. alle 8 competenties volgen logisch uit de reflectie (STARR s). Kennis, houding en vaardigheid om te kunnen functioneren in de HRM praktijk zijn specifiek benoemd. De student formuleert op basis van conclusies op het eigen functioneren voor alle 8 competenties adequate leerdoelen voor hoofdfase 2 Leerdoelen zijn concreet geformuleerd, in termen van waarneembaar gedrag en voldoen aan SMART-eisen Matig Gesprek: De student laat zien te kunnen reflecteren op zijn leerdoelen voortkomend uit het P examen, hoe hij daar in H1 aan gewerkt heeft en wat daarvan de leereffecten zijn met het oog op het functioneren in H2 De student is in staat om betekenisvolle situaties of gebeurtenissen te noemen en kan de impact aangeven die deze hebben gehad voor zijn persoonlijke of beroepsmatige ontwikkeling. De student kan eerste oriëntatie op een specialisme in het HRM beroepsdomein onder woorden brengen, gerelateerd aan de keuze voor 2 letters van BOZO Eindconclusies: De student geeft overtuigend en onderbouwd aan een relatie te kunnen leggen tussen zijn keuze voor een minor en zijn competentieontwikkeling De student geeft overtuigend en onderbouwd aan een relatie te kunnen leggen tussen zijn keuze voor stageplek en zijn competentieontwikkeling De student geeft overtuigend en onderbouwd aan dat zijn beroepshouding en professionaliteit hem stagebekwaam maken 2

3 Student geeft overtuigend en onderbouwd aan hoe hij zijn (leer)ontwikkeling binnen de context van de opleiding en het beroep vormgeeft in hoofdfase 2 Eindoordeel : GO / NO GO Algemene feedback Slb er Hoewel jij op zichzelf volgens mij prima in staat bent om op jezelf te reflecteren, vind ik in je metareflectie dat je erg op de oppervlakte blijft. Ik zie nauwelijks concrete voorbeelden. Ook maak je te weinig de koppeling naar H2. Wat betekenen je reflecties nu voor je toekomstig handelen. Ik mis dan ook concrete leerdoelen. In het gesprek weet je dat echter wel prima toen en laat je zien klaar te zijn voor hoofdfase 2. Alvast heel veel succes en plezier daarin! 3

4 Competentie 2: Professionaliseren Beschrijving competentie Heeft een proactieve en reflectieve houding Feedback Feedback op competenties Prestatie-indicatoren Is in staat te reflecteren op persoonlijk functioneren en persoonlijke ontwikkeling binnen de onderwijs- en beroepscontext HRM 2.4 kan eigen uitgangspunten t.a.v. persoonlijke beroepsontwikkeling vanuit een nieuw perspectief bekijken en formuleert op basis hiervan nieuwe leerdoelen 2.5 kan een persoonlijke verbinding maken tussen eigen handelen en wat de beroepspraktijk vraagt. Toont een kritische opvatting over de eigen professionele ontwikkeling vanuit verschillende invalshoeken en geeft aan wat nodig is om binnen het beroepsdomein te ontwikkelen tot startbekwaam professional 2.6 benoemt welke gedragkenmerken goed of minder goed ontwikkeld zijn en wat dit betekent voor het beroepsmatig handelen en de verdere ontwikkeling Competentie 5: Samenwerken Beschrijving competentie Is in staat samen te werken in divers samengestelde teams (inter-persoonlijk, multidisciplinair, intercultureel en internationaal) Feedback Prestatie-indicatoren Weet in divers samengestelde teams om te gaan met verschillende normen en waarden. 5.4 toont besef van eigen normatief handelen en weet dit te hanteren in divers samengestelde teams. 5.5 toont gevoeligheid voor waarden, emoties en gevoelens die binnen divers samengestelde teams spelen en wendt deze gevoeligheid aan om het functioneren van het team te verbeteren. 5.6 gaat respectvol om met personen, situaties en zaken binnen divers samengestelde teams 4

5 5