BELANGRIJKE RESULTATEN SAMENGEVAT

Transcriptie

1 ARBEIDS- EN OPLEIDINGSMARKT VASCULAIR DIAGNOSTISCH LABORANTEN BELANGRIJKE RESULTATEN SAMENGEVAT onderzoek in opdracht van de Vereniging voor Non Invasieve Vaatdiagnostiek september 2016 Brouwer Onderzoek, Ontwikkeling & Advies drs. Klaas Brouwer S.O.J. Palmelaan VJ Groningen

2 Respons Onderzoek arbeids- en opleidingsmarkt vasculair diagnostisch laboranten Belangrijke resultaten samengevat De enquȇte was opgedeeld in tweeën: het eerste deel van de vragenlijst werd per ziekenhuis ingevuld [ algemeen deel ]; het tweede deel per individuele beroepsbeoefenaar [ individueel deel ]. Zo mogelijk is iedereen die een vorm van vaatonderzoek uitvoert, benadert om het individuele deel van de vragenlijst in te vullen. Van de ongeveer 90 ziekenhuizen en -locaties hebben er uiteindelijk 69 deelgenomen aan het onderzoek; een respons van 76,7%. Tabellenboek In het zogeheten Tabellenboek staan de complete resultaten van de vragen die werden gesteld. De antwoorden staan in een drietal kolommen. In de eerste kolom wordt het werkelijk aantal antwoorden ( n ) vermeld: bij het algemene deel is dat het aantal ziekenhuizen; bij het individuele deel het aantal beroepsbeoefenaren dat het betreffende antwoord gaf. In de tweede kolom zijn deze aantallen omgerekend naar percentages. In de derde kolom van het algemene deel is het aantal ziekenhuizen dat een bepaald antwoord gaf, omgerekend naar het totaal aantal ziekenhuizen (90). De derde kolom in het individuele deel ontbreekt. In het Tabellenboek staan de antwoorden op de vragen in volgorde achter elkaar. Bij een aantal vragen konden respondenten zelf antwoorden formuleren; deze staan in het Tabellenboek in aparte overzichten vermeld. De antwoorden op vragen over leeftijd, aantal jaren werkzaam in de zorg zijn samengevat in losse tabellen. De belangrijkste resultaten staan hieronder puntsgewijs vermeld. Resultaten Algemeen Deel Vragenlijst In 62 van de 90 ziekenhuizen bestaat een afdeling waar alléén vaatonderzoek wordt uitgevoerd, wat overigens niet betekent dat al het vaatonderzoek in die afdeling wordt gedaan. Als het vaatonderzoek met andere vormen van diagnostisch onderzoek is gecombineerd, is dat voor de helft van de gevallen met radiodiagnostisch/echografisch onderzoek en voor een derde met klinisch neurofysiologisch onderzoek. In 56 van de 90 ziekenhuizen doet iedereen die vaatonderzoek verricht ook alle vormen daarvan die in het betreffende ziekenhuis worden uitgevoerd. Daarbij moet worden aangetekend dat niet alle ziekenhuizen ook alle vormen van vaatonderzoek die bestaan daadwerkelijk verrichten. In 66 van de 90 ziekenhuizen doen ook anderen, buiten de vaatafdeling, vaatonderzoek. Slechts in 24 van de 90 ziekenhuislocaties is ál het vaatonderzoek in één afdeling geconcentreerd en voert niemand daarbuiten dit type onderzoek uit. Het onderzoek dat buiten de vaatafdeling plaatsvind (dat is het geval in 66 van de 90 ziekenhuizen) wordt in 28 ziekenhuizen op de radiologieafdeling uitgevoerd en in 24 ziekenhuizen bij klinische neurofysiologie/neurologie. Het betreffende onderzoek wordt in die gevallen uitgevoerd door echografisten en radiodiagnostisch laboranten, respectievelijk laboranten klinische neurofysiologie. Er zijn weinig vacatures; in totaal 3.0 Fte. Ziekenhuizen maken voor het vaatonderzoek minimaal gebruik van flexibel inzetbare menskracht; er zijn nauwelijks oproepkrachten. In 78 van de 90 ziekenhuizen worden personeelsleden buiten het ziekenhuis geschoold voor het vaatonderzoek, in 12 dus niet.

3 Van deze 78 stellen 51 een opleiding/scholing bij InHolland Haarlem verplicht. 39 Ziekenhuizen verplichten hun medewerkers óf een andere externe opleiding te volgen óf scholen hen zelf (of helemaal niet). De VDL opleiding InHolland Haarlem wordt door 48 ziekenhuizen verplicht gesteld, De opleiding echografie-duplex bij InHolland door 3 ziekenhuizen en de opleiding algemene echografie door 1 ziekenhuis. Daarmee heeft InHolland Haarlem een aandeel in de opleidingsmarkt voor het vaatonderzoek van 52 ziekenhuizen van de Ziekenhuizen nemen diverse cursussen vaatdiagnostiek af bij Fontys Hogeschool en een 10-tal instellingen laat medewerkers scholen bij Emrin. In 23 van de 90 ziekenhuizen is de afgelopen jaren op het vaatonderzoek bezuinigd, maar in slechts 6 daarvan had dit gevolgen voor de kwaliteit ervan. 11 van de 90 ziekenhuizen gaan in de nabije toekomst (3 tot 5 jaar) méér opleiden dan tot nu toe. 26 Ziekenhuizen gaan minder medewerkers opleiding en bij 54 van de 90 blijven de aantallen ongewijzigd. Totaal zullen naar verwachting 51 functionarissen de komend 3 tot 5 jaar worden geschoold in vaatonderzoek. Uit de lijst van mogelijke diagnostische vaatonderzoeken in totaal 58; de lijst is ontleend aan het beroeps(opleidings-)profiel- zijn er 26 die in minimaal 80% van de ziekenhuizen worden uitgevoerd, 10 onderzoeken die in 50 tot 79% van de ziekenhuizen worden gedaan. De overige 22 onderzoeken worden in een beperkt aantal ziekenhuizen (minder dan de helft tot slechts enkele) verricht. Resultaten Individueel Deel Vragenlijst vraag 02. Een derde van de respondenten is werkzaam op een vaatafdeling, een derde op een gecombineerde afdeling van KNF met vaatonderzoek, een vijfde op een gecombineerde afdeling van radiodiagnostiek met vaatonderzoek. Tien procent werkt op een functieafdeling of hart-/cardiologie-afdeling. vraag 03. Voor iets meer dan de helft van de respondenten is de hoofdfunctie die van vaatlaborant. Ruim een kwart van degenen die vaatonderzoek uitvoeren heeft klinische neurofysiologisch laborant als hoofdfunctie. Ongeveer twintig procent van hen die vaatonderzoek doen hebben als hoofdfunctie radiodiagnostisch laborant. vraag 04, 05 en % van de respondenten is tussen de 20 en 39 jaar, rond de 30% is tussen 40 en 49 jaar, een derde is tussen 50 en 59 en 10 % is ouder dan 60. Bijna 60% van alle respondenten is meer dan 20 jaar werkzaam in de zorg. 42% van alle respondenten is tussen de 10 en 20 jaar werkzaam in een hoofdfunctie als vaatlaborant en 20% al meer dan 20 jaar. vraag 07. Van alle respondenten heeft 86,3 % een havo/vwo diploma; bijna 14% een (V)MBO diploma. vraag 08. Een belangrijk deel van degenen die vaatonderzoek doen hebben ook een andere gezondheidszorgopleiding gedaan waarvan medisch beeldvormend (radiodiagnostiek of MBRT) 30,8%. Bijna de helft (49,4%) volgde de opleiding laborant klinische neurofysiologie. Elf procent ronde eerst een verpleegkundige opleiding af. vraag 09. Rond 60% van degenen die vaatlaborant als hoofdfunctie hebben volgden de opleiding Vasculair Diagnostisch Laborant bij InHolland Haarlem.

4 vraag 13, 14, 15 en ,7% heeft een aanstelling die kleiner is dan 18 uur per week. Iets meer dan 30% heeft een aanstelling tussen 19 en 24 uur per week. Een derde heeft een aanstelling van 25 tot 25 uur en slechts 23% heeft een fulltime baan. Men is in hoge mate tevreden met de omvang van de aanstelling (97,4%). Ook geeft een hele grote groep (90,6%) aan dat men niet wil doorstromen naar een andere functie. Alhoewel niet aantoonbaar lijkt het ontbreken van voldoende mogelijkheden tot doorstroming (67% zegt dat daarvoor onvoldoende mogelijkheden zijn) mede debet aan die geringe behoefte. vraag 18. Een kleine 40% van iedereen die vaatonderzoek uitvoert is lid van de beroepsvereniging VNIVD; de meerderheid dus niet. Van degenen die zichzelf vaatlaborant noemen zijn 156 personen lid van de VNIVD; dat is 61% van degenen voor wie de hoofdfunctie vaatlaborant is. vraag 19 en 20. Van degenen die aangeven lid te zijn van de VNIVD bezoekt 70% minder dan de helft van de bijeenkomsten van de vereniging, zo n 23% participeert in de helft van de bijeenkomsten en dus rond de 7% bezoekt alle bijeenkomsten. Ondanks deze relatief beperkte participatiegraad is een overgrote meerderheid (bijna 84%) van de leden tevreden over de activiteiten van de beroepsvereniging. vraag 21. Naar de mening van de leden zou de vereniging meer aandacht moeten schenken aan vier thema s: a) opleidings- en scholingsactiviteiten (lesdagen, landelijk en regionaal, in company trainingen etc.); b) aspecten van kwaliteitszorg (protocollen, herregistratie, kwaliteit van onderzoek en dergelijke); c) verspreiding van vakgerichte informatie, via bijvoorbeeld tijdschrift en/of weblog; d) webactiviteiten, zoals actualisering van de website, forum, weblog, nieuwsbrieven per . vraag 23. Van alle functionarissen die vaatonderzoek verrichten is bijna 64% helemaal geen lid van welke beroepsvereniging dan ook. De professionele organisatiegraad is dus slechts 36%. vraag 24. Bijna 40% van degenen die géén lid zijn van de VNIVD zijn wel lid van een andere beroepsvereniging: 95 personen zijn lid van de NVLKNF en 25 personen van de NVMBR. vraag 25. De deskundigheidsbevorderende activiteiten die men ontplooit zijn als volgt: personen neem deel aan een of meer lesdagen van de VNIVD; personen (d.i. 34,3%) bezoekt congressen en symposia; - Slechts 5,5% volgt een cursus of andere scholingsvorm bij een opleidingsinstituut dat geen directe relatie heeft met het ziekenhuis waar men werkzaam is; - Iets meer dan een vijfde bestudeert vakliteratuur; - Minder dan 10% participeert in bijeenkomsten intercollegiale toetsing ; - Bijna een vijfde neemt op gezette tijden deel aan multi disciplinair overleg. Brouwer Onderzoek, Ontwikkeling & Advies, Groningen, 26 september 2016

5 aantal beroepsbeoefenaren omgerekend van onderzoek naar totaal aantal ziekenhuizen aantal ziekenhuizen in onderzoek 69 aantal ziekenhuizen totaal in NL 90 VDL KNF RL ECHO LFA 0 0 HFL 9 12 aantal mensen dat vaatonderzoek doet aantal in onderzoek leeftijden perc. VDL alle vaatonderzoekers 29 ts 20 en 29 7, MET 87 ts 30 en 39 21, PENSIOEN 132 ts 40 en 49 32, ts 50 en 59 29, ouder dan 60 9, alleen VDL allen die vaatonderzoek doen vervangingsvraag komende 10 jaar maximum 13 per jaar [(98+31)/10] vervangingsvraag komende 10 jaar maximum 65 per jaar [(189+59)/10] Ervan uitgaande dat iedereen die vaatonderzoek doet ook het VDL-diploma moet gaan halen: inhaalvraag 313 beroepsbeoefenaren