Factsheets Oktober Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Factsheets Oktober Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld"

Transcriptie

1 Factsheets Oktober 2016 Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie B.V. Universiteit Leiden Wassenaarseweg AK Leiden Telefoon:

2 INHOUD PEUTERS... 2 VVE bereik onder peuters in Leiden... 2 VVE Peutertoetsen... 3 VVE Peuters uitstroom... 5 KLEUTERS... 6 VVE Kleuters aantallen op VVE locaties... 6 VVE Kleuters herkomst... 9 VVE Kleutertoetsen VVE Kleutertoetsen in relatie tot gewicht VVE Kleutertoetsen in relatie tot herkomst REGULIER BASISONDERWIJS Groep 8 CITO-scores in het regulier onderwijs Groep 8 - Verwijzingen voortgezet onderwijs Groep 8 Advies VO naar gewicht Groep 8 Advies VO naar herkomst Groep 8 - Advies VO voor kinderen met gewicht naar herkomst Speciaal Basisonderwijs Aantal leerlingen in het speciaal basisonderwijs Leeftijd bij instroom en uitstroom Uitstroom naar voortgezet onderwijs Kopklas JES Rijnland opvoedingsondersteuningsprogramma s Moeders in de buurt Opstapje Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

3 PEUTERS VVE bereik onder peuters in Leiden Tabel 1. Schatting aantal (gewichten)peuters in Leiden en bereik van deze peuters met een totaal schatting gewichtenpeuters in Leiden percentage van het geschatte aantal peuters *kind VVE- speelzalen % 71% 51% VVE-kinderdagverblijven % 12% 13% totaal % 82% 65% VVE programma. Tabel 2. Bereik over de afgelopen jaren Gewicht: Jaar 0,3 1,2 gemiddeld bereik % 65% 73% % 87% 65% % 92% 82% % 75% 72% % 63% 60% Toelichting op tabel 1 en 2 In tabel 1 staan op de eerste regel weergegeven het geschatte aantal peuters in Leiden op 1 januari 2014, en welk gewicht zij hebben. Op regel 2 en 3 staat hoeveel van deze peuters naar een VVE locatie gaan. Op basis van deze gegevens kan het percentage gewichtenpeuters berekend worden dat bereikt wordt met een VVE programma. In 2014 wordt 82% van de peuters met een gewicht van 0,3 bereikt, en 65% van de peuters met een gewicht van 1,2. Kijken we naar de progressie door de jaren heen, zie tabel 2, dan valt er geen duidelijke lijn te ontdekken. Het bereik wisselt nogal, en er kan niet gesproken worden van een toename of een afname. In de periode dat deze gegevens in de afgelopen jaren gemonitord zijn, hebben we ook variatie in het aantal instellingen gezien. Verder is van belang om te realiseren dat de zogenaamde sterretjeskinderen niet worden meegenomen in de berekening van het bereik, maar voor de VVE locaties wél als doelgroepkinderen worden gezien. Sterretjeskinderen zijn kinderen die op basis van het opleidingsniveau van hun ouders, geen gewicht krijgen toegekend, maar die wel te maken hebben met een taalachterstand. Het feit dat deze kinderen niet meegenomen worden in de berekening kan zorgen voor een vertekend beeld, omdat het werkelijke aantal bereikte doelgroepkinderen hoger ligt, dan uit de berekening van het bereik naar voren komt. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

4 VVE Peutertoetsen Grafiek 1. Percentage peuters dat voldoende scoort op rekentoets P1 en P2, uitgesplitst naar gewicht 100% 90% 80% 70% 68% P1 (n=156) P2 (n=155) 60% 50% 55% 50% 50% 40% 30% 31% 28% 27% 35% 20% 10% 0% * kind Bron: SPL, Sindbad, Nooitgenoeg, Grote Beer en Kleine Beer Grafiek 2. Percentage peuters dat voldoende scoort op taaltoets P1 en P2, uitgesplitst naar gewicht 100% 90% 80% 70% 72% P1 (n=166) P2 (n=150) 60% 50% 51% 40% 30% 27% 33% 25% 33% 20% 10% 15% 14% 0% * kind Bron: SPL, Sindbad, Nooitgenoeg, Grote Beer en Kleine Beer Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

5 VVE Peutertoetsen Toelichting op grafiek 1 en 2 De peuters op de VVE locaties krijgen twee keer een toets van het CITO; P1 en P2. P1 is bedoeld voor de groep peuters 3 jaar tot 3,5 jaar en P2 voor de groep 3,5 jaar tot 4 jaar. Deze toetsen bestaan uit een onderdeel taal en een onderdeel rekenen. In grafiek 1 en 2 staat per gewichtscategorie het percentage peuters dat op deze toetsen een voldoende scoort. Grafiek 1 heeft betrekking op de rekentoets en grafiek 2 heeft betrekking op de taaltoets. Zoals verwacht scoren de kinderen met een zwaarder gewicht ook slechter op de toetsen van het CITO. De peuters met een gewicht van 0,3 scoren slechter dan de peuters zonder gewicht, en de peuters met een gewicht van 1,2 scoren op hun beurt slechter dan de peuters met een gewicht van 0,3. Dit geldt zowel voor het onderdeel taal als rekenen. Wat opvallend is aan deze resultaten, is dat er over het algemeen beter gescoord wordt op de tweede toets. Meer peuters halen op de P2 een voldoende. Er lijkt over het algemeen dus sprake van vooruitgang te zijn. Echter, de sterretjeskinderen scoren op de tweede taaltoets juist slechter. De oorzaak hiervan kan niet verklaard worden op basis van de beschikbare gegevens. Niettemin is het raadzaam te zoeken naar denkbare verklaringen. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

6 VVE Peuters uitstroom Grafiek 3. Uitstroom van peuters, uitgesplitst naar gewicht, weergegeven in percentages 60% 57% basisschool niet VVE basisschool VVE anders of onbekend 50% 40% 30% 33% 43% 39% 34% 30% 31% 30% 26% 26% 40% 20% 10% 10% 0% 0 0,3 1,2 sterretjeskind Bron: SPL, Sindbad, Nooitgenoeg, Grote Beer en Kleine Beer Toelichting op grafiek 3 Verondersteld wordt dat om de kinderen met een toegekend gewicht ook na de peuterschool te ondersteunen, het van belang is dat deze kinderen doorstromen naar een basisschool met een VVE programma. In bovenstaande grafiek staat een overzicht met de locaties waarnaartoe de peuters van de Leidse VVE speelzalen en VVE kinderdagverblijven uitstromen. Voor alle gewichtscategorieën geldt dat voor een groot percentage onbekend is waar de peuters naartoe gaan. Dit kan komen door verhuizing, opvang thuis of bij familie, of omdat de peuters naar een basisschool gaan buiten Leiden. Peuteropvang is niet verplicht, en al naar gelang de thuissituatie worden kinderen ingeschreven en uitgeschreven. Verder valt op dat een grote groep van de doelgroeppeuters toch naar een normale basisschool gaat. Voor kinderen met een gewicht van 0,3 is dat 26%, voor de kinderen met een gewicht van 1,2 is dit 31%, en voor de sterretjeskinderen is dit 34%. Aangezien het doel is, om zoveel mogelijk gewichtenkinderen een VVE programma te bieden, kan hier een verbeteringsslag worden gemaakt. Het is van belang om inzicht te krijgen in de keuze die de ouders maken voor een basisschool. Welke afweging maken zij bij deze keuze en welke factoren spelen hierbij een rol? Hoe belangrijk vinden zij een VVE programma? En in hoeverre zijn zij geïnformeerd, als ze de keuze voor een basisschool maken? Om uitspraken te kunnen doen over nut en noodzaak van een vroegschools programma wordt er gewerkt aan een koppeling van peuter- en kleutergegevens. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

7 KLEUTERS VVE Kleuters aantallen op VVE locaties Tabel 3. Kruistabel met aantallen Leidse kleuters, waarin de gewichtscategorieën en de aanwezigheid op een VVE school tegen elkaar zijn afgezet. gewicht vve niet wel 0 0,3 1,2 Totaal Totaal Toelichting op tabel 3 In de bovenstaande tabel staat het aantal kleuters per gewichtscategorie dat naar een kleuterschool gaat met of zonder een VVE programma. Deze ruwe getallen staan hier weergegeven, omdat ze op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden. Twee verschillende manieren van interpretatie worden visueel ondersteund door grafiek 4 en 5. Op het niveau van de ruwe gegevens valt het op dat 64 kinderen met het zwaarste gewicht niet worden bereikt en 325 kinderen met gewicht 0 toch VVE volgen. Wat kan er gedaan worden om de resultaten (het bereik) beter te laten samenvallen met de gestelde beleidsprioriteiten? Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

8 VVE Kleuters aantallen op VVE locaties Grafiek 4. Per gewichtscategorie, het percentage kleuters dat naar een VVE of Niet-VVE locatie gaat 100,0% 90,0% 87,7% Niet VVE 80,0% 70,0% 60,0% 65,9% VVE 59,7% 50,0% 40,0% 30,0% 34,1% 40,3% 20,0% 10,0% 0,0% Bron: ESIS ,3% 0 0,3 1,2 Grafiek 5. Per schooltype (VVE of Niet-VVE) het percentage (gewichten)kleuters dat er op zit 100,0% 90,0% 93,9% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 69,9% Niet VVE VVE 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Bron: ESIS ,4% 9,7% 3,5% 2,6% 0 0,3 1,2 Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

9 VVE Kleuters aantallen op VVE locaties Toelichting op grafiek 4 en 5 Grafiek 4 en 5 zijn gebaseerd op de gegevens in tabel 3. In grafiek 4 staat per gewichtscategorie, hoeveel procent van de kleuters naar een VVE locatie gaat en hoeveel procent naar een niet-vve locatie gaat. Van de kleuters zonder gewicht gaat het overgrote deel, namelijk 87,7% naar een niet- VVE kleuterschool. Het doel is om zoveel mogelijk kleuters met een gewicht een VVE programma aan te bieden. Voor de gewichtscategorie 0,3 en 1,2 gaat respectievelijk 34,1% procent en 59,7% naar een VVE locatie. Vooral voor de eerste groep valt dus nog een verbeteringsslag te maken, immers 65,9% van de kleuters met een gewicht van 0,3 wordt niet met een VVE programma bereikt. In grafiek 5 staat per schooltype (VVE of niet-vve) de gewichtsverdeling van de kleuters. Op de niet niet-vve locaties heeft 93,9% geen gewicht, heeft 3,5% een gewicht van 0,3 en 2,6% een gewicht van 1,2. Voor de VVE scholen geldt, dat 69,9% van de kleuters geen gewicht heeft, 9,7% een gewicht van 0,3 en 20,4% een gewicht van 1,2. De VVE scholen trekken dus inderdaad meer gewichtenkinderen aan. Desalniettemin heeft een groot gedeelte van de kleuters op de VVE scholen geen gewicht, 69,9%. De meeste kinderen zonder gewicht volgen geen VVE. Van de 0,3 kinderen gaat maar 34.1% naar VVE. 69,9% van de kleuters op VVE scholen heeft geen gewicht. In hoeverre zijn deze constateringen conform de prioriteiten en verwachtingen? Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

10 VVE Kleuters herkomst Tabel 4. Kruistabel met aantallen Leidse kleuters, waarin de gewichtscategorieën en de herkomst tegen elkaar zijn afgezet. gewicht 0 0,3 1,2 Totaal kinderen met Nederlandse ouder(s) kinderen met minimaal 1 buitenlandse ouder herkomst onbekend Totaal Grafiek 6. Percentage gewichtenkleuters per etniciteitgroep 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Bron: ESIS ,0% 84,0% 3,3% 3,5% 0,6% kinderen met Nederlanse ouder(s) kinderen met minimaal 1 buitenlandse ouder 73,6% 12,6% 15,1% 11,3% onbekend 0 0,3 1,2 Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

11 VVE Kleuters herkomst Toelichting op tabel 4 en grafiek 6 In tabel 4 staan de Leidse kleuters onderverdeeld naar gewicht en herkomst. Zo zien we dat 923 van de 2923 kleuters (= 31,5%) minimaal één ouder hebben met een buitenlandse herkomst. Hoe de gewicht verdelingen zijn voor kinderen van Nederlandse herkomst en voor kinderen met minimaal één buitenlandse ouder, is weergegeven in grafiek 6. Kleuters met (een) buitenlandse ouder(s), hebben vaker een gewicht dan de Nederlandse kinderen. Van deze eerste groep heeft 12,6% een gewicht van 1,2. Bij de Nederlandse kinderen is dit slechts 0,6%. Aan de andere kant is er ook een hele grote groep van de kleuters met een buitenlandse ouder, die geen gewicht hebben, namelijk 84%. Deze kinderen kunnen soms alsnog goed gebruik maken van VVE ondersteuning, als er bijvoorbeeld thuis een andere taal dan het Nederlands gesproken wordt. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

12 VVE Kleutertoetsen Grafiek 7. Percentage kleuters met een voldoende op de kleutertoets Taal 1 tot en met 4 voor VVE scholen en niet-vve scholen. 100,0% 90,0% 80,0% 91,6% 78,4% Geen VVE Wel VVE 82,6% 79,7% 70,0% 65,3% 60,0% 55,6% 50,0% 58,2% 55,0% 40,0% Bron: ESIS Grafiek 8. Percentage kleuters met een voldoende op de kleutertoets Rekenen 1 tot en met 4 voor VVE scholen en niet-vve scholen. 100,0% Geen VVE Wel VVE 90,0% 83,1% 80,0% 82,4% 78,2% 70,0% 60,0% 50,0% 59,4% 64,7% 56,5% 71,7% 64,4% 40,0% Bron: ESIS Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

13 VVE Kleutertoetsen Toelichting op grafiek 7 en 8 Jaarlijks worden in januari en juni kleutertoetsen afgenomen op de VVE-basisscholen. Tijdens de tweejarige kleuterschool, krijgt een kleuter dus 4 toetsmomenten. Ook op veel niet-vve scholen worden deze toetsen afgenomen. In grafieken 7 en 8 worden de resultaten op deze toetsen tussen VVE scholen en Niet-VVE scholen vergeleken. Weergegeven is het percentage kleuters dat op een bepaalde toets een voldoende heeft behaald. Grafiek 7 heeft betrekking op de taaltoetsen. In grafiek 8 staan de resultaten voor de rekentoetsen. In beide grafieken is duidelijk te zien dat de kleuters op de VVE scholen gemiddeld lager scoren op de toetsen 1 tot en met 4. Het percentage kleuters dat een voldoende haalt op de toetsen ligt op VVE scholen lager. Deze achterstand ten opzichte van de niet-vve scholen lijkt iets kleiner te worden bij de vierde en laatste toets. Of dit een gevolg is van het aangeboden VVE programma, of andere factoren, valt op basis van deze gegevens alleen niet vast te stellen. Als patronen zoals geschetst zich in de toekomst voortzetten lijkt VVE voor de duur van de interventie effectief. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

14 VVE Kleutertoetsen in relatie tot gewicht Grafiek 9. Percentage kleuters met een voldoende op de kleutertoets Taal 1 tot en met 4 uitgesplitst naar gewicht. 100,0% 0 0,3 1,2 90,0% 80,0% 75,0% 73,3% 70,0% 60,0% 50,0% 56,4% 59,5% 61,9% 56,9% 65,8% 65,4% 61,9% 40,0% 45,5% 44,8% 40,7% 30,0% Bron: ESIS Grafiek 10. Percentage kleuters met een voldoende op de kleutertoets Rekenen 1 tot en met 4 uitgesplitst naar gewicht. 100,0% 0 0,3 1,2 90,0% 80,0% 83,3% 80,0% 86,4% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% Bron: ESIS ,7% 60,7% 66,7% 59,1% 61,3% 57,1% 50,0% 37,9% 37,0% Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

15 VVE Kleutertoetsen in relatie tot gewicht Toelichting op grafiek 9 en 10 Grafiek 9 en 10 hebben alleen betrekking op de kleuters op VVE locaties. De resultaten van de kleuters op de VVE scholen op de 4 toetsen voor taal (grafiek 9) en voor rekenen (grafiek 10), zijn uitgesplitst naar het gewicht van de kleuters. In de grafieken staat het percentage kleuters dat een voldoende scoort. Net als bij de peuters, scoren de kleuters uit de zwaarste gewichtencategorie (gewicht 1,2) het laagst. Er zijn twee zaken die in deze grafieken opvallen. In de eerste plaats scoren de kleuters met gewicht 1,2 op de vierde taaltoets (zie grafiek 9) praktisch hetzelfde als de rest van de kleuters. Zij lijken dus een inhaalslag te hebben gemaakt. Hiervan is echter bij de rekentoets (zie grafiek 10) geen sprake. Sterker nog het aantal voldoendes van de kleuters met gewicht 1,2 op de rekentoets is in het tweede jaar van de kleuterschool (toets 3 en 4 in grafiek 10) flink lager, namelijk 37,0 en 37,9%. In de tweede plaats scoren de kleuters met een gewicht van 0,3 op zowel de taaltoets als de rekentoets, over het algemeen hoger dan de kleuters zonder gewicht. Dit zou het gevolg kunnen zijn van verschillende factoren, maar een hypothese is dat kleuters met een gewicht van 0,3 het meest profiteren van het aangeboden VVE programma. VVE taal laat een grotere ontwikkeling zien dan VVE rekenen (terwijl rekenen ook erg talig is). Hoe zou dat te verklaren zijn? Kinderen met gewicht 0,3 lijken het meest te profiteren. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

16 VVE Kleutertoetsen in relatie tot herkomst Grafiek 11. Percentage kleuters met een voldoende op de kleutertoets Taal 1 tot en met 4 uitgesplitst naar herkomst van de ouders. 100,0% kinderen met Nederlandse ouder(s) kinderen met minimaal 1 buitenlandse ouder 90,0% 80,0% 90,6% 82,9% 70,0% 78,9% 60,0% 65,8% 62,6% 50,0% 53,3% 40,0% 39,0% 46,3% 30,0% Bron: ESIS Grafiek 12. Percentage kleuters met een voldoende op de kleutertoets Rekenen 1 tot en met 4 uitgesplitst naar herkomst van de ouders. 100,0% 90,0% kinderen met Nederlandse ouder(s) kinderen met minimaal 1 buitenlandse ouder 80,0% 70,0% 71,9% 65,8% 60,5% 82,9% 60,0% 50,0% 48,4% 59,6% 56,7% 58,9% 40,0% 30,0% Bron: ESIS Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

17 VVE Kleutertoetsen in relatie tot herkomst Toelichting op grafiek 11 en 12 Grafiek 11 en 12 hebben alleen betrekking op de kleuters op VVE locaties. In de grafieken staat wederom het percentage kleuters dat een voldoende scoort op de 4 toetsen voor taal (grafiek 11) en voor rekenen (grafiek 12). Dit maal zijn de zijn de resultaten uitgesplitst naar de herkomst van de ouders. De kinderen met minimaal één ouder van buitenlandse herkomst, scoren op zowel de taaltoetsen als de rekentoetsen slechter dan de kinderen van Nederlandse herkomst. Echter, vooral bij de taaltoetsen is er over de tijd heen vooruitgang te zien. Van 39% voldoendes op de eerste taaltoets, tot 62,6% voldoendes op de vierde taaltoets. In grafiek 12 is te zien dat de kinderen met minimaal één buitenlandse ouder weliswaar lager scoren dan kleuters met ouders van Nederlandse herkomst, maar dat het percentage wat een voldoende scoort op de verschillende rekentoetsen relatief stabiel blijft. Over de laatste 3 rekentoetsen scoort gemiddeld 58,4% een voldoende. Deze resultaten zijn in lijn met het feit dat het percentage kleuters met een gewicht van 1,2, nu eenmaal hoger is bij de groep kleuters met een of twee buitenlandse ouder(s). Zie grafiek 6. Kinderen met ouder(s) van buitenlandse herkomst profiteren het meest van het taalprogramma. De kinderen met een zwaarder gewicht trekken het percentage voldoendes van de kinderen met (een) buitenlandse ouder(s) naar beneden. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

18 REGULIER BASISONDERWIJS Groep 8 CITO-scores in het regulier onderwijs De cijfers Leerlingen: 938 leerlingen in Leiden deden de CITO-toets Waarvan 138 leerlingen op VVE scholen CITO-scores: Gemiddelde Landelijke CITO-score = 534,8 1 CITO-scores in Leiden: Gemiddelde CITO-score = 536,4 Gemiddelde CITO-score VVE scholen = 530,5 Gemiddelde CITO-score niet VVE scholen = 537,4 Gemiddelde CITO-score van gewichtenkinderen op een VVE school = 527,2 Gemiddelde CITO-score van gewichtenkinderen op een niet-vve school = 528,3 Gezinnen: 567 leerlingen hebben twee Nederlandse ouders = 60,4% o Van deze groep heeft 4,5% een gewicht leerlingen hebben minimaal 1 ouder die is geboren in het buitenland = 29,8% o Van deze groep heeft 18,6% een gewicht In totaal hebben 99 van de 938 deelnemende leerlingen een gewicht = 10,5% Van 80 leerlingen is de herkomst van beide ouders onbekend Scholen: Bijna alle Leidse basisscholen 3 doen mee, namelijk: 28 van de 29 Waarvan 7 scholen vroegschoolse educatie (VVE) bieden 1: Bron: CBS 2: Een kind krijg een gewicht toegewezen als een of beide ouders een lage opleiding hebben genoten. 3: School die niet deelneemt aan de monitor is: Vrije Basisschool Mareland. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

19 Groep 8 CITO-scores in het regulier onderwijs Toelichting deze cijfers De leerlingen in het Leidse onderwijs, hebben in schooljaar gemiddeld hoger gescoord op de CITO toets, dan het landelijk gemiddelde. Dit is in lijn met de voorgaande tien jaar, waarbij dit eveneens het geval was (zie grafiek 13). Grafiek 13. Gemiddelde score CITO-toets voor schooljaar tot en met in Leiden en landelijk 537, , ,9 536,4 536,9 536,7 536,2 536,8 536,3 536,4 535,7 536,4 535, , , , ,1 535,4 535,5 535,4 535,5 535, ,8 533,5 Landelijk Leiden 533 Bron: ESIS De CITO-score op de 7 VVE scholen blijft een paar punten achter. Dit betekent echter niet dat de VVE scholen het slechter doen dan de niet-vve scholen. De reden dat VVE scholen lager scoren op de CITO-toets is, omdat er meer gewichtenkinderen op zitten. Als we kijken naar CITO-scores van de gewichtenkinderen, dan zien we dat deze groep gemiddeld 527,2 scoort op een VVE school, en gemiddeld een score van 528,3 behaalt op een niet-vve school. Dit verschil is niet significant. Een gewichtenkind is, naar aanleiding van deze cijfers, even goed af op een VVE school als op een niet-vve school. Dit betekent echter niet dat dat het VVE beleid niet werkt. De effectiviteit van veel voorschoolse en vroegschoolse educatieprogramma s is wetenschappelijk aangetoond. Wellicht zouden de scores van de gewichtenkinderen lager liggen als er geen VVE werd aangeboden. Hier kunnen geen uitspraken over worden gedaan. Op basis van deze monitor gegevens blijkt dat, als een kind een gewicht heeft, met andere woorden als de ouders een lagere opleiding hebben, dit kind ook lager scoort op de CITO-toets. Belangrijk om te realiseren is, dat er naast het onderwijs, ook veel andere factoren van invloed zijn op de (cognitieve) ontwikkeling van een kind. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

20 Groep 8 - Verwijzingen voortgezet onderwijs Grafiek ,0% Schooladvies voor groep 8 leerlingen uit het Leidse basisonderwijs, op basis van de CITO-score, weergegeven in percentages 33,0% 30,0% 25,0% 20,0% 19,2% 26,1% 15,0% 10,0% 12,7% 9,0% 5,0% 0,0% VMBO B VMBO K VMBO GT HAVO VWO Bron: ESIS 2014 Grafiek ,0% 30,0% 25,0% Schooladvies voor groep 8 leerlingen uit het Leidse basisonderwijs, feitelijk gegeven door de basisscholen, weergegeven in percentages 24,9% 28,3% 31,5% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 7,2% 8,1% 0,0% VMBO B VMBO K VMBO GT HAVO VWO Bron: ESIS 2014 Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

21 Groep 8 verwijzingen voortgezet onderwijs Toelichting op grafiek 14 en 15 Als men grafiek 14 en 15 met elkaar vergelijkt, valt op dat het advies van de basisschool niet altijd overeenkomt de CITO-score. Zo hebben basisscholen dit jaar vaker een VWO advies uitgeven, dan logischerwijs zou volgen uit de citoscores. Ook worden er meer leerlingen naar het VMBO GT verwezen, dan de uitslag van de CITO voorspelt. Onderstaande kruistabel geeft meer inzicht in de verhouding tussen het advies wat volgt uit de CITOscores en het gegeven schooladvies. De getallen in de tabel representeren het aantal leerlingen. Op de rijen staat het advies dat volgt uit de CITO-score. In de kolommen staat het advies dat een basisschool feitelijk aan een leerling heeft gegeven. Tabel 5. Advies op basis van citoscore afgezet tegen feitelijk schooladvies in een kruistabel Feitelijk schooladvies vmbo b vmbo k vmbo gt havo vwo Totaal Advies op basis van citoscore vmbo b vmbo k vmbo gt havo vwo Totaal N.B. Het totaal aantal leerlingen in deze tabel is 927 en niet 938, omdat er een aantal leerlingen zijn die geen schooladvies hebben gekregen, of waarvoor dit niet is ingevuld. De geaccentueerde getallen, zijn leerlingen die hetzelfde advies hebben gekregen van de school, als het advies wat past bij hun CITO-score. De getallen rechts van de geaccentueerde getallen representeren de leerlingen die een hoger advies hebben gekregen dan hun CITO-score voorspelt. In totaal zijn dit er 256. De getallen links van de geaccentueerde getallen representeren leerlingen die een lager advies hebben gekregen dan hun CITO-score voorspelt. In totaal zijn dit er 115. Er zijn dus meer leerlingen die een hoger advies van hun school krijgen, dan leerlingen die een lager advies van hun school krijgen. Als we deze twee groepen vergelijken (de groep die een hoger advies krijgt, ten opzichte van de groep die een lager advies krijgt), op basis van herkomst, dan blijkt er geen statistisch significant verschil. Dat wil zeggen dat er geen sprake lijkt te zijn positieve of negatieve bevooroordeling van leerlingen met een buitenlandse achtergrond. Het schooladvies is, als het van de CITO-score afwijkt, vaker hoger dan lager dan de CITO-score. Er is geen aantoonbaar verschil in hoe dit uitpakt voor kinderen met/of zonder buitenlandse ouder(s). Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

22 Groep 8 Advies VO naar gewicht Grafiek 16. Schooladvies op basis van de CITO-score voor kinderen mét en zonder gewicht, weergegeven in percentages 40,0% geen gewicht wel gewicht 35,0% 30,0% 30,6% 33,1% 31,6% 29,2% 25,0% 23,5% 20,0% 18,7% 15,0% 10,0% 10,7% 8,4% 14,3% 5,0% 0,0% Bron: ESIS 2014 VMBO B VMBO K VMBO GT HAVO VWO 0,0% Toelichting op grafiek 16 In grafiek 4 staat weergegeven wat het schooladvies is voor kinderen mét en zonder gewicht dat normaliter zou volgen op basis van hun CITO-score. Uit deze grafiek blijkt, dat kinderen met een gewicht lagere schooladviezen krijgen dan kinderen zonder gewicht. Dit volgt ook logisch uit het feit dat deze groep ook lager scoort op de CITO-toets. Verder is er dit jaar geen enkele leerling met een gewicht die op basis van de CITO-score een VWO advies zou krijgen. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

23 Groep 8 Advies VO naar herkomst Grafiek 17. Schooladvies op basis van de CITO-score voor kinderen met een verschillende herkomst, weergegeven in percentages 40,0% 35,0% 30,0% Nederlandse ouder(s) Minimaal één ouder van buitenlandse afkomst 35,4% 31,5% 31,8% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 10,9% 15,7% 7,8% 11,0% 18,0% 21,1% 16,9% 5,0% 0,0% Bron: ESIS 2014 VMBO B VMBO K VMBO GT HAVO VWO Toelichting op grafiek 17 In bovenstaande grafiek staat het schooladvies wat logischerwijs zou volgen uit de behaalde CITOscores voor kinderen met een Nederlandse herkomst, en kinderen met minimaal één buitenlandse ouder. Kinderen met minimaal één ouder afkomstig uit het buitenland, krijgen procentueel gezien minder vaak een VWO advies, dan kinderen van Nederlandse ouders. Dit betekent dat deze groep lager heeft gescoord op de CITO-toets. Dit is waarschijnlijk een direct gevolg van het feit dat 18,6% van deze buitenlandse groep ook kinderen met een gewicht zijn (zie bladzijde 18). Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

24 Groep 8 - Advies VO voor kinderen met gewicht naar herkomst Grafiek 18. Schooladvies op basis van de CITO-score voor kinderen met een gewicht uitgesplitst naar herkomst, weergegeven in percentages 35,0% 30,0% 32,1% Nederlandse ouder(s) 30,0% Minimaal één ouder van buitenlandse afkomst 28,6% 28,6% 32,9% 25,0% 21,4% 20,0% 15,0% 10,0% 10,7% 15,7% 5,0% 0,0% Bron: ESIS ,0% 0,0% VMBO B VMBO K VMBO GT HAVO VWO Toelichting op grafiek 18 Deze grafiek heeft alleen betrekking op kinderen met een gewicht. Weergegeven staat welk percentage kinderen welk schooladvies zou krijgen op basis van de CITO-toets. Deze groep gewichtenkinderen is in de grafiek uitgesplitst naar herkomst van de ouders. In de grafiek is te zien dat geen enkel kind met een gewicht, noch de Nederlandse kinderen, noch de kinderen van een andere herkomst, een VWO advies krijgen. Daarnaast zien we tussen de twee groepen weinig verschillen. De groep gewichtenkinderen met minimaal één buitenlandse ouder, scoort zelfs iets hoger op HAVO niveau dan de groep gewichtenkinderen van Nederlandse herkomst. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

25 Speciaal Basisonderwijs Aantal leerlingen in het speciaal basisonderwijs Grafiek 19. Aantal leerlingen in het speciaal basisonderwijs op 1 oktober, Bron: Primair Passend Onderwijs (PPO), 2015 Toelichting op grafiek 19 In bovenstaande grafiek is over de afgelopen tien jaar te zien hoeveel kinderen gebruik maakten van het speciaal basisonderwijs in Leiden. Let wel: deze kinderen komen niet alleen uit Leiden zelf. Er komen relatief veel kinderen uit de omgeving van Leiden, omdat het speciaal basisonderwijs een regiofunctie heeft. Steeds minder kinderen zitten in het speciaal basisonderwijs. In de grafiek is een duidelijke dalende lijn te zien, die nu iets afzwakt. Van de leerlingen op Leidse basisscholen, ging in % van de leerlingen naar het speciaal onderwijs, in 2014 is dit nog slechts 3,4%. Over het aantal verwijzingen in 2014 vanuit Leidse basisscholen naar het speciaal onderwijs, zijn op het moment van rapportage nog geen cijfers bekend. De daling zet zich in afgezwakte vorm voort. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

26 Leeftijd bij instroom en uitstroom Grafiek 20. Leeftijd van leerlingen die doorstromen naar het speciaal basisonderwijs, weergegeven in percentages (n=329) 25,0 22,5 20,0 15,0 11,9 15,8 17,9 17,9 10,0 7,3 5,0 0,0 3,3 3, ,3 Bron: ESIS 2014 Grafiek 21. Leeftijd van leerlingen die uitstromen uit het speciaal basisonderwijs, weergegeven in percentages (n=85) 50,0 45,0 45,9 40,0 35,0 30,0 25,0 24,7 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 8,2 4,7 5,9 2,4 3,5 3,5 1, Bron: ESIS 2014 Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

27 Uitstroom naar voortgezet onderwijs Toelichting op grafiek 20 en 21 In grafiek 20 en 21 staat in percentages aangegeven welke leeftijd leerlingen hebben wanneer zij respectievelijk het speciaal basisonderwijs instromen en uitstromen. Bij de instroom zien we dat deze duidelijk begint vanaf 6 jaar, oftewel het moment dat de basisschool leeftijd is bereikt, en de meeste leerlingen worden doorverwezen zo rond het negende levensjaar. Voor de uitstroom geldt dat de meerderheid van de leerlingen op het speciaal basisonderwijs zit, tot het einde van de basisschool, namelijk 12 of 13 jaar. Grafiek 22. Uitstroom van 12- en 13-jarigen uit het speciaal basisonderwijs, naar voortgezet onderwijs (n=56) 10% 43% speciaal onderwijs regulier voortgezet onderwijs praktijk onderwijs 40% Bron: ESIS 2014 Toelichting op grafiek 22 In het bovenstaande cirkeldiagram staat aangegeven waar de leerlingen die uitstromen uit het speciaal basisonderwijs naartoe gaan. 40% van deze leerlingen vindt zijn weg in het reguliere voortgezet onderwijs. Dit is een vrij grote groep. 43% gaat naar het praktijk onderwijs, en slechts 10% stroomt door naar speciaal voortgezet onderwijs. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

28 Kopklas De Kopklas is in Leiden gestart in en biedt leerlingen van niet-nederlandse herkomst een extra leerjaar na het basisonderwijs. Doelstelling van de Kopklas is dat anderstalige leerlingen, herkomstig uit het basisonderwijs, door deelname aan de Kopklas het Nederlands zodanig gaan beheersen en een dusdanige werk- en leerhouding ontwikkelen, dat zij in principe voldoende basis hebben om met succes in het voortgezet onderwijs een opleiding op AVO-niveau te volgen. De norm voor doorverwijzing naar richtingen binnen het algemeen voortgezet onderwijs (AVO) is minimaal 530. Een extra jaar Kopklas moet uitwijzen of uitstroom naar AVO-richtingen binnen het voortgezet onderwijs haalbaar is voor deze leerlingen. Aan het eind van de Kopklas wordt een advies gegeven voor de instap in het voortgezet onderwijs. Onderstaand ziet u een tabel waarin over de afgelopen 23 jaar staat aangegeven hoeveel leerlingen er deelnamen aan de Kopklas, en wat hun gemiddelde CITO-score over dat jaar was. Elk kopklasjaar heeft zijn eigen volgnummer gekregen. Tabel 7. Aantal leerlingen in de Kopklas, en gemiddelde score op de CITOtoets. jaar kopklas volggroep aantal lln gem. Citoscore , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,3 Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

29 Kopklas Tabel 8 - Volggroep 23; leerjaar advies voor aanvang kopklas advies na kopklas Niveau voortgezet onderwijs waarnaar is uitgestroomd, 1e jaar kopklas 3 vmbo b 2 vmbo k 2 vmbo gt / mavo mavo / havo 4 7 havo 3 havo / vwo 1 3 vwo 2 Tabel 9 - Volggroep 22; leerjaar advies voor aanvang kopklas advies na kopklas Niveau voortgezet onderwijs waarnaar is uitgestroomd 2e jaar kopklas 2 vmbo b 1 vmbo k 6 vmbo gt / mavo mavo / havo 7 havo 4 5 havo / vwo vwo 1 Tabel 10 - Volggroep 21; leerjaar advies voor Niveau voortgezet onderwijs waarnaar advies na kopklas aanvang kopklas is uitgestroomd 3e jaar kopklas / geen 1 vmbo b 3 vmbo k 6 1 vmbo gt / mavo mavo / havo 1 havo havo / vwo 1 1 vwo 2 Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

30 Kopklas Toelichting op tabel 8, 9 en 10 In deze drie tabellen zijn de laatste 3 jaren van de Kopklas uitgelicht. In de tabellen staat in de eerste kolom hoeveel leerlingen welk schooladvies voor het voortgezet onderwijs hebben gekregen, vóórdat zij aan de Kopklas zijn begonnen. In de tweede kolom staat hoeveel leerlingen welk schooladvies kregen na het volgen van de Kopklas, en in de derde kolom staat hoeveel leerlingen er daadwerkelijk naar welk niveau zijn uitgestroomd. Volggroep 23 heeft in de Kopklas gevolgd. Alle deelnemende leerlingen, 16 in totaal, hadden aanvankelijk een advies voor de Kopklas (dus eigenlijk geen advies voor het voortgezet onderwijs) of een advies voor een VMBO opleiding. Het advies na het volgen van de Kopklas is een enorme vooruitgang. Nog 5 leerlingen van de 16 kregen een VMBO advies, de rest van de leerlingen scoorde hoger. Als we kijken naar de daadwerkelijke uitstroom, zien we dat ook daadwerkelijk het advies is opgevolgd. 5 leerlingen zitten op het VMBO, en de andere leerlingen op een MAVO/HAVO of een HAVO/VWO brugklas. Ook volggroep 22 had 16 leerlingen, en ook deze leerlingen hadden voor aanvang van de Kopklas een VMBO advies, of geen officieel advies (oftewel een advies voor de Kopklas). Na het volgen van de Kopklas zien we dat de schooladviezen hoger liggen dan de aanvankelijke adviezen, en we zien dat de positieve geboekte resultaten blijvend lijken te zijn. 10 van hen kwamen alsnog uit op het VMBO, zij het wel op het hoogste niveau, namelijk VMBO gemengde/theoretische leerweg. 5 van hen zitten op de HAVO en 1 leerling volgt het VWO. De leerlingen van volggroep 21 zitten inmiddels in hun derde leerjaar in het voortgezet onderwijs. Ook hier zien we hetzelfde patroon als bij volggroep 22. De adviezen na de Kopklas liggen hoger, en de resultaten zijn blijvend. Had van deze groep aanvankelijk slechts één leerling een HAVO advies, daar zijn uiteindelijk toch 7 leerlingen in totaal op HAVO of VWO terecht gekomen. Al met al zijn de resultaten van de Kopklas dus heel goed te noemen. De Kopklas slaagt er in de schoolkeuze adviezen op te hogen. Dit resultaat is blijvend. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

31 JES Rijnland opvoedingsondersteuningsprogramma s Moeders in de buurt Het programma Moeders in de Buurt is ontwikkeld en wordt uitgevoerd door de Stichting JES Rijnland. Moeders in de buurt is een programma voor alle moeders in een buurt met kinderen in de leeftijd van 0 t/m 8 jaar. Gedurende 18 weken komen de moeders eens per week bij elkaar in of nabij de peuterspeelzaal en/of de basisschool. Tijdens de bijeenkomsten wisselen moeders ervaringen uit en krijgen zij informatie en ondersteuning van deskundigen. Diverse onderwerpen worden behandeld, zoals: interactie met je kind, de ontwikkeling van kinderen, opvoedingsvaardigheden en ouderbetrokkenheid. Situaties worden nagespeeld met hulp van een dvd met herkenbare opvoedsituaties. Moeders in de Buurt bevat naast thema-gebonden bijeenkomsten ook de gehele cursus Opvoeden & zo. Opvoeden & zo is opgenomen in de lijst effectieve interventies van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI). In het schooljaar hebben 54 moeders deelgenomen aan dit opvoedingsondersteuningsprogramma. In grafiek 23, 24 en 25 staan een aantal gezinskenmerken van de deelnemers aan Moeders in de buurt. In grafiek 23 staat hoeveel procent van de kinderen een gewicht heeft. In grafiek 24 staat welke taal er thuis gesproken wordt bij de deelnemers, en in grafiek 25 staat uit welke Leidse wijk de deelnemende moeders komen. Opvallende zaken uit deze grafieken zijn, dat er veel anderstaligen meedoen, en dat de meeste deelnemers komen uit het Bos- en Gasthuis district gevolgd door Leiden- Noord. Grafiek 23. Gewicht van de kinderen van de moeders die deelnemen aan Moeders in de buurt. 5,6% 14,8% 20,4% 59,3% gewicht 0 gewicht 0,3 gewicht 1,2 gewicht onbekend Bron: JES Rijnland Een groot gedeelte van de moeders die meedoen aan Moeders in de buurt hebben kinderen zonder een gewicht, maar zijn wel anderstalig. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

32 JES Rijnland opvoedingsondersteuningsprogramma s Grafiek 24. Voertaal in het gezin bij de moeders die deelnemen aan Moeders in de buurt. 11,1% 29,6% 18,5% 7,4% 5,6% 3,7% 24,1% Nederlands Arabisch Marokkaans Dari Somali Turks Overig Bron: JES Rijnland Grafiek 25. Wijk waar de moeders wonen die deelnemen aan Moeders in de buurt. Buiten Leiden 6 Stevenshofdistrict 1 Merenwijkdistrict 6 Boerhaavedistrict 1 Morsdistrict 5 Bos- en Gasthuisdistrict 20 Leiden-Noord 12 Binnenstad-Noord Bron: JES Rijnland Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

33 JES Rijnland opvoedingsondersteuningsprogramma s Opstapje Opstapje is een spel- en leerprogramma voor kinderen van twee tot vier jaar. Het programma wordt gecoördineerd en aangeboden door de Stichting JES Rijnland. De doelstelling van Opstapje is kinderen uit achterstandssituaties een betere aansluiting op de basisschool te bieden, onder andere door de interactie tussen moeder en kind te bevorderen. Een medewerkster van JES Rijnland komt wekelijks bij het gezin thuis met spelmateriaal en boekjes. Opstapje is opgenomen in de lijst effectieve interventies van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI). In het schooljaar hebben 86 moeders deelgenomen aan dit opvoedingsondersteuningsprogramma. In grafiek 26, 27 en 28 staan een aantal gezinskenmerken van de deelnemers aan Moeders in de buurt. In grafiek 26 staat hoeveel procent van de kinderen een gewicht heeft. In grafiek 27 staat welke taal er thuis gesproken wordt bij de deelnemers, en in grafiek 28 staat uit welke Leidse wijk de deelnemende moeders komen. Opvallende zaken uit deze grafieken zijn, dat een groot gedeelte van de kinderen een gewicht heeft en dat er veel anderstaligen deelnemen. Dit betekent dat de juiste doelgroep wordt bereikt. De meeste deelnemers komen net als bij Moeders in de buurt uit het Bosen Gasthuisdistrict en Leiden-Noord. Grafiek 26. Gewicht van de kinderen van de ouder(s) die deelneemt/deelnemen aan Opstapje. 40,7% 34,9% gewicht 0 gewicht 0,3 gewicht 1,2 24,4% Bron: JES Rijnland Zolang de koppeling met gegevens van de scholen niet gemaakt is, kan over de impact van de ondersteuningsprogramma s geen uitspraak gedaan worden. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

34 JES Rijnland opvoedingsondersteuningsprogramma s Grafiek 27. Voertaal in het gezin bij de ouder(s) die deelneemt/deelnemen aan Opstapje. 19,8% 39,4% Nederlands Arabisch Dari Koerdisch 23,3% Overig 7,0% 10,5% Bron: JES Rijnland Grafiek 28. Wijk waar de ouder(s) woont/wonen die deelnemen aan Opstapje. Buiten Leiden 6 Stevenshofdistrict 1 Merenwijkdistrict 14 Morsdistrict 8 Bos- en Gasthuisdistrict 25 Roodenburgerdistrict 3 Leiden-Noord 20 Stationsdistrict 1 Binnenstad-Noord 5 Binnenstad-Zuid Bron: JES Rijnland Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

Factsheets Oktober Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld

Factsheets Oktober Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld Factsheets 2014-2015 Oktober 2016 Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie B.V. Universiteit Leiden Wassenaarseweg 52 2333

Nadere informatie

Rapport Mei Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld

Rapport Mei Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld Rapport 2015-2016 Mei 2017 Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie B.V. Universiteit Leiden Wassenaarseweg 52 2333 AK

Nadere informatie

Rapport April Drs. Manon Uijttewaal Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen-Benthem

Rapport April Drs. Manon Uijttewaal Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen-Benthem Rapport 2016-2017 April 2018 Drs. Manon Uijttewaal Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen-Benthem PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie B.V. Universiteit Leiden Wassenaarseweg 52 2333 AK

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 De Leidse Monitor verzamelt informatie over de ontwikkeling van Leidse kinderen vanaf het moment dat zij en/of hun ouders deelnemen aan een voor- en vroegschools programma

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor

Samenvatting Leidse Monitor Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 December 2009 Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen Dr. Kees de Brabander Drs. Theresa Steeman PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit

Nadere informatie

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3 Inhoudsopgave 1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie 2 1.1 Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen 2 1.2 Gewichten en etniciteit peuters 3 1.2.1 Gewichtenpeuters op 1 januari 2008 3 1.2.2

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor

Samenvatting Leidse Monitor Samenvatting Leidse Monitor 2009-2010 Deze samenvatting bevat informatie uit de Leidse Monitor over de ontwikkeling van groepen Leidse kinderen vanaf het moment dat zij en/of hun ouders deelnemen aan een

Nadere informatie

Leidse Monitor

Leidse Monitor Leidse Monitor 2008-2009 Februari 2011 Drs. Theresa Steeman Drs. Ingrid Gussen Dr. Kees de Brabander Dr. Jaap van Lakerveld PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit Leiden Wassenaarseweg

Nadere informatie

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1).

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1). 1 Deelname van peuters aan voorschoolse educatie In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de deelname van Leidse peuters aan VVE (voor- en vroegschoolse educatie). In Leiden wordt in het kader van

Nadere informatie

Leidse Monitor 2009-2010

Leidse Monitor 2009-2010 Leidse Monitor 2009-2010 April 2012 Drs. Theresa Steeman Drs. Ingrid Gussen Dr. Kees de Brabander Dr. Jaap van Lakerveld PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit Leiden Wassenaarseweg

Nadere informatie

Monitor Kopklas. - Volggroepen vanaf de start in 1991 tot en met schooljaar 2007/ Leiden November 2008

Monitor Kopklas. - Volggroepen vanaf de start in 1991 tot en met schooljaar 2007/ Leiden November 2008 Monitor Kopklas - Volggroepen vanaf de start in 1991 tot en met schooljaar 2007/2008 - Leiden November 2008 Gegevensverzameling: Marlies Merkestein, Coördinator Kopklas Verslag: Theresa Steeman Ingrid

Nadere informatie

Leidse Monitor

Leidse Monitor Leidse Monitor 2007-2008 December 2009 Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen Dr. Kees de Brabander Drs. Theresa Steeman PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit Leiden Wassenaarseweg

Nadere informatie

Doelgroepkinderen onderwijskansenbeleid

Doelgroepkinderen onderwijskansenbeleid Doelgroepkinderen onderwijskansenbeleid Mei 2018 Uitgave 2018/02 info@leidenincijfers.nl Inleiding Urban Data Center Leiden071 Om datagestuurd werken binnen de gemeente te ondersteunen hebben de gemeente

Nadere informatie

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond Onder- en overadvisering in beeld 6/7-8/9 Gemeente Helmond November 9 Mevrouw drs. Marian Calis OCGH Advies Samenvatting Een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

/ aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % ,3 5 3,3 8 5, , ,7 153

/ aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % ,3 5 3,3 8 5, , ,7 153 Inhoudsopgave 1 Leerlingpopulatie... 3 1.1 Gewogen gewichten... 3 1.2 Land van herkomst... 4 2 Schoolresultaten... 5 2.1 Instroom in de kleuterbouw... 5 2.1.1 Uitstroom naar het Speciaal basisonderwijs

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Assen-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de

Nadere informatie

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding Hoofdstuk 10 Onderwijs 10.1 Inleiding Leiden kennisstad heeft een hoog opgeleide bevolking en herbergt binnen haar grenzen veel onderwijsinstellingen. In dit hoofdstuk gaat het zowel om de opleiding die

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Doorstroom naar voortgezet onderwijs

Doorstroom naar voortgezet onderwijs Doorstroom naar voortgezet 2014-2015 Dit rapport toont detailinformatie over de doorstroom naar het voorgezet van de leerlingen van de school. Naast gegevens over de vervolgscholen en marktaandeel, toont

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente De Wolden Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Doorstroom naar voortgezet onderwijs

Doorstroom naar voortgezet onderwijs Doorstroom naar voortgezet 2014-2015 Openbare Basisschool De Weide Dit rapport toont detailinformatie over de doorstroom naar het voorgezet van de leerlingen van de school. Naast gegevens over de vervolgscholen

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Uitleg van de figuren PO 1

Uitleg van de figuren PO 1 Uitleg van de figuren PO 1 Uitleg van de figuren - PO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Coevorden Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Westerveld Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Midden--DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Aa en Hunze Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Onderzoek en Business Intelligence Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kerncijfers uit de periode 2008-2013 Drentse Onderwijsmonitor 2013 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 8ste editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

OAB SCAN. Gemeente XXX EEN NIEUWE INDICATOR VOOR ONDERWIJSACHTERSTANDEN. Verschuivingen in beeld

OAB SCAN. Gemeente XXX EEN NIEUWE INDICATOR VOOR ONDERWIJSACHTERSTANDEN. Verschuivingen in beeld EEN NIEUWE INDICATOR VOOR ONDERWIJSACHTERSTANDEN Verschuivingen in beeld In het onderwijsachterstandenbeleid gaat het om het vergroten van de onderwijskansen van kinderen uit achterstandsmilieus. Een belangrijk

Nadere informatie

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 1 Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 Rotterdam, juni 2016 CED-Groep: Ellen

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kerncijfers uit de periode 2009-2014 Drentse Onderwijsmonitor 2014 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 9 de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Borger-Odoorn Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 2011-201 Feitenblad Onlangs verscheen de 11 de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie en -prestaties

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Aa_Hunze-DEF.indd 1 18-05-16 11:1 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Hoogeveen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:14 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Drentse Onderwijsmonitor 20 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Emmen-DEF.indd 1 18-05-16 11:15 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Leidse Monitor 2006/2007

Leidse Monitor 2006/2007 Leidse Monitor 2006/2007 Mei 2008 Dr. Jaap van Lakerveld Dr. Kees de Brabander Drs. Theresa Steeman Drs. Ingrid Gussen Marlous Regelink BSc PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit

Nadere informatie

Uitleg van de figuren VO 1

Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren - VO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode - Drentse Onderwijsmonitor Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:15 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode - Drentse Onderwijsmonitor Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie en -prestaties van

Nadere informatie

Onderwerp Vooronderzoek en vrije afnames van diagnostische toetsen taal en rekenen Resultaten mbo. Kenmerk. Datum november 2009

Onderwerp Vooronderzoek en vrije afnames van diagnostische toetsen taal en rekenen Resultaten mbo. Kenmerk. Datum november 2009 Onderwerp Vooronderzoek en vrije afnames van diagnostische toetsen taal en rekenen Resultaten mbo Kenmerk Datum november 2009 Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling / KvK 09103470 1 Inleiding

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode - Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie en -prestaties van Drentse

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2014 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2014 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 214 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Inhoud Inleiding... 1 Deel I Speciaal onderwijs... 2 1.1 Uitstroom vanuit het speciaal onderwijs... 2 1.2

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Midden- Kerncijfers uit de periode - Feitenblad Midden- Leerlingen op de basisscholen in de gemeente Midden- De gemeente Midden heeft basisscholen. In waren er nog

Nadere informatie

Trends in passend onderwijs

Trends in passend onderwijs DEFINITIEF Trends in passend onderwijs 2014-2017 DUO Informatieproducten Susan Borggreve, Daniël van Eck & Thijs Nielen 12 juni 2018 Inhoud 1 SAMENVATTING... 3 2 LEESWIJZER... 5 3 ONTWIKKELINGEN IN LEERLINGAANTALLEN...

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool 3

Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool 3 2012-2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Advisering en schoolkeuze 1 Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool 3 Hoofdstuk 3: Overzicht van alle Utrechtse scholen en hun onderwijsniveaus

Nadere informatie

Gelijke kansen in het onderwijs

Gelijke kansen in het onderwijs Gelijke kansen in het onderwijs Toegankelijke tekstversie Pagina 1 Inleiding Dit is het dashboard gelijke kansen in het onderwijs. Dit dashboard monitor beschrijft voor verschillende groepen leerlingen

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Utrecht, juni 2013 Inhoud 1 Kort verblijf 4 2 Deel I - Speciaal onderwijs 5 2.1 Uitstroom 5 2.2 IQ van

Nadere informatie

Monitorgegevens. voorschools. gemeente Steenwijkerland

Monitorgegevens. voorschools. gemeente Steenwijkerland Monitorgegevens voorschools gemeente Steenwijkerland 2008-2009 Steenwijk, augustus 2009. Magriet Pothast IJsselgroep 1 INHOUDSOPGAVE Pagina Inleiding 3 1. Zijn er meer doelgroeppeuters bereikt in 2008-2009?

Nadere informatie

Begrijpend lezen van basisschool naar voortgezet onderwijs

Begrijpend lezen van basisschool naar voortgezet onderwijs Ronde 5 Hilde Hacquebord Rijksuniversiteit Groningen Contact: H.I.Hacquebord@rug.nl Begrijpend lezen van basisschool naar voortgezet onderwijs 1. Inleiding De onderwijsinspectie stelt in haar verslag van

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2006 118.070 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

SCHOOLLOOPBAANGEGEVENS WWZ-LEERLINGEN

SCHOOLLOOPBAANGEGEVENS WWZ-LEERLINGEN N B SCHOOLLOOPBAANGEGEVENS WWZ-LEERLINGEN Totaalrapport 2005-2006 KPC Groep Mieke Kalee Ria Timmermans VOORWOORD 1 INLEIDING 4 2 VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE 6 2.1 Deelname van 0-4 jarigen aan VVE-activiteiten

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Drentse Onderwijsmonitor 20 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Protocol Vroegsignalering VVE Alle doelgroepkinderen in beeld

Protocol Vroegsignalering VVE Alle doelgroepkinderen in beeld Protocol Vroegsignalering VVE Alle doelgroepkinderen in beeld Inleiding In het kader van het OnderwijsKansenbeleid 1 heeft de gemeente de wettelijke taak om alle kinderen met een (risico op een) taalachterstand

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2010 117.145 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden en is gebaseerd op kerncijfers uit de Gemeentelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2009 116.818 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Kerncijfers uit de periode 2009-2014 Drentse Onderwijsmonitor 2014 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 9 de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 2012-20 Feitenblad Na 12 jaren van schriftelijke edities is vanaf april 2019 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website

Nadere informatie

Monitor Voor- en Vroegschoolse Educatie Zoetermeer 2014/2015

Monitor Voor- en Vroegschoolse Educatie Zoetermeer 2014/2015 Monitor Voor- en Vroegschoolse Educatie Zoetermeer 2014/2015 Monitor Voor- en Vroegschoolse Educatie Zoetermeer 2014/2015 Mei 2016 VVE-Monitor Zoetermeer 2014-2015 1 COLOFON Uitgave: Samenstelling : Opdrachtgever:

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode - Drentse Onderwijsmonitor Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Culemborgs VVE beleid 2011-2014

Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Wat is VVE? VVE staat voor voor- en vroegschoolse educatie. VVE is een programmatisch aanbod dat er op gericht is om taal- en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen te

Nadere informatie

Resultaten eindtoets

Resultaten eindtoets Resultaten eindtoets 2013-2014 Dit rapport over de resultaten van de eindtoets (school) toont detailinformatie over de eindtoetsresultaten en schooladvies. De informatie is te gebruiken als sturingsinformatie.

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Maart 2014 Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder alle Rotterdamse peuterspeelzalen

Nadere informatie

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 TAAL EN REKENEN VAN BELANG toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 INHOUD Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 Resultaten VMBO in de regio Den Haag... 7 1.1 Totaal overzicht van de afgenomen

Nadere informatie

Factsheet Afwijkende wijze van examineren

Factsheet Afwijkende wijze van examineren Factsheet Afwijkende wijze van examineren Elektronische meldingen 2010 tot en met 2014 Vooraf Scholen hebben de verplichting om aan de Inspectie van het Onderwijs te melden wanneer een leerling op afwijkende

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 0-0 Drentse Onderwijsmonitor 0 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus 2016 Vergelijking van de regio s Inleiding In opdracht van de schoolbesturen wordt door het een aantal belangrijke kwantitatieve gegevens

Nadere informatie

Opstap in Bos en Lommer

Opstap in Bos en Lommer Opstap in Bos en Lommer Samenvatting Ineke van der Veen (h.vanderveen@uva.nl) Annemiek Veen m.m.v. Pjotr Koopman SCO-Kohnstamm Instituut Eind jaren tachtig werd in Nederland het programma Opstap geïntroduceerd,

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. Aan de voorzitter van de Commissie Jeugd en Burgerschap. Geachte voorzitter,

Gemeente Den Haag. Aan de voorzitter van de Commissie Jeugd en Burgerschap. Geachte voorzitter, Wethouder van Onderwijs, Jeugdzaken en Sport S. Dekker Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Aan de voorzitter van de Commissie Jeugd en Burgerschap Uw brief van Uw kenmerk Ons

Nadere informatie

Het Almeerse basisonderwijs

Het Almeerse basisonderwijs dit is een LEA plus project -www.lea.almere.nl- -Dit is een LEA plus project-www.leaplusalmere.nl Het Almeerse basisonderwijs Monitor Taal, Lezen en Rekenen 2012/2013 Januari 2014 Gemeente Almere, Onderzoek

Nadere informatie

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Scolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Jaap Roeleveld Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam (email: jroeleveld@kohnstamm.uva.nl) Abstract Sinds de laatste wijziging van de gewichtenregeling,

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs 1 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet oktober 2014 In 2013 heeft O+S in opdracht van de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor het eerst onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

Samenvatting. De lat omhoog. 2012, 2013, 2014 en 2015. Taal voor Kleuters en Technisch lezen

Samenvatting. De lat omhoog. 2012, 2013, 2014 en 2015. Taal voor Kleuters en Technisch lezen 1 Samenvatting De lat omhoog 2012, 2013, 2014 en 2015 Taal voor Kleuters en Technisch lezen 2015 Begrijpend luisteren, Begrijpend lezen, Woordenschat, Spelling en Rekenen 2 Inleiding Voor het vierde achtereenvolgende

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-201 Feitenblad Na jaren van schriftelijke edities is vanaf april 2019 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website van

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Kerncijfers uit de periode 2012-201 Feitenblad Gemeente Leerlingen op de basisscholen in de gemeente De gemeente heeft basisscholen. Dit is één minder dan

Nadere informatie

Schoolloopbanen. Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc

Schoolloopbanen. Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies In opdracht van: DMO Projectnummer: 12262 Merel van der Wouden MSc dr. Esther Jakobs Lotje Cohen MSc Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Kerncijfers uit de periode 2008-2013 Drentse Onderwijsmonitor 2013 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 8ste editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Drentse Onderwijsmonitor 20 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Onderwijs. Kerncijfers

Onderwijs. Kerncijfers Kerncijfers 205 Onderwijs. Kerncijfers.2 Voor- en vroegschoolse educatie.3 Primair onderwijs.4 Speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs.5 Voortgezet onderwijs. Middelbaar beroepsonderwijs.7 Verzuim,

Nadere informatie

Rekentoets Christelijk Lyceum Delft, Obrechtstraat

Rekentoets Christelijk Lyceum Delft, Obrechtstraat Rekentoets 2014-2015 Dit rapport toont de resultaten van de rekentoets van uw school het afgelopen schooljaar. Er wordt een gemiddelde getoond per onderwijssoort, profiel/sector en geslacht. Met behulp

Nadere informatie

Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard

Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard De tabellen geven een inzicht in de huidige situatie rondom 1) Het opleidingsniveau van de huidige leerlingen in Valkenswaard 2) Het opleidingsniveau

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-208 Feitenblad Na jaren van schriftelijke edities is vanaf april 209 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website van

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

0 0,3 1,2 *kind VVE niet VVE

0 0,3 1,2 *kind VVE niet VVE Tabel 1 Peuters op speelzalen per 1-1-08 Tabellenbijlage 2-jarigen 3-jarigen VVE 138 252 390 niet VVE 91 427 518 229 679 908 2-jarigen 3-jarigen VVE 60% 37% 43% niet VVE 40% 63% 57% 100% 100% 100% Tabel

Nadere informatie

De waarde van eindtoetsen in het primair onderwijs

De waarde van eindtoetsen in het primair onderwijs De waarde van eindtoetsen in het primair onderwijs Er zijn verschillende eindtoetsen, ze zijn slechts beperkt vergelijkbaar CET 56% Eindtoetsen 29% 13% Overige toetsen De informatie uit de eindtoets wordt

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016 KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016 INHOUD Inleiding 3 1 Speciaal onderwijs 4 1.1 Uitstroom vanuit het speciaal onderwijs 4 1.2 IQ van de uitstroomde leerlingen vanuit het

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor 2014

Drentse Onderwijsmonitor 2014 Drentse Onderwijsmonitor 2014 9 de editie Imke Oosting CMO Groningen Wat is de Drentse onderwijsmonitor? In beeld brengen van onderwijspositie en prestaties van Drentse leerlingen Van basisschool tot en

Nadere informatie

Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN

Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN De vragen in deze Landelijke VVE monitor hebben betrekking op de situatie in het schooljaar 2009 2010. Ideaal gesproken gaat u uit van één teldatum, het liefst

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 01-01 Feitenblad Na 1 jaren van schriftelijke edities is vanaf april 019 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website van

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 2012-201 Feitenblad Na 12 jaren van schriftelijke edities is vanaf april 2019 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website

Nadere informatie