PROTOCOL: huiswerk. C.B.S. de Höve. Onder huiswerk verstaan we: 1. Opdrachten voor thuis;

Transcriptie

1 Onder huiswerk verstaan we: 1. Opdrachten voor thuis; PROTOCOL: huiswerk Opdrachten die door de leerlingen uit alle groepen thuis uitgevoerd worden, omdat het op school niet kan. We denken dan bijvoorbeeld aan het meenemen van materialen. Bij de kleuters als voorbeeld: lettermateriaal, als de letter b centraal staat kan het kind de opdracht krijgen iets van huis mee te nemen dat met die letter begint zoals een bord, ballon, bal o.i.d. Voor andere groepen kan het zijn het opnemen van de gas- en watermeter, het meenemen van bepaalde plaatjes uit tijdschriften of het kijken naar het Jeugdjournaal. De leerlingen merken op deze manier dat de school geen aparte wereld is, maar verbonden met de eigen leefwereld. De leerkracht geeft de opdracht aan de leerlingen en informeert soms de ouders. Er is van te voren geen overleg over de op te geven taak. Eventueel kan een schriftelijke toelichting meegegeven of g d worden. 2. Werk dat thuis gemaakt wordt; Het werk dat aan alle kinderen uit de groepen 3 tot en met 8 wordt meegegeven. Voor de onderbouw groepen denken we daarbij vooral aan technisch lezen en rekenen. In de bovenbouw willen we de kinderen o.a. leren om hun werk op een goede manier in te delen, te plannen en hun werkhouding te verbeteren. Het huiswerk is dan meer een middel om te leren studeren. Bij het meegeven van huiswerk in deze groepen horen in principe reken, taal, spelling en de wereld oriënterende vakken. De leerkracht bepaalt de taak en geeft informatie aan de leerlingen. De ouders worden over dit huiswerk niet apart geïnformeerd. Op de algemene informatieavond aan het begin van het schooljaar wordt het huiswerkprotocol uitgelegd en toegelicht. Onder hulpwerk verstaan we: Het werk dat aan individuele leerlingen wordt meegegeven. Voordat dit werk wordt meegegeven is er meestal eerst overleg met ouders. Dat kan bijvoorbeeld tijdens een telefoongesprek, mail of de 10-minutengesprekken zijn. Het hulpwerk kan in alle groepen meegegeven worden. De bedoeling van het meegeven van deze manier van werk is, dat een leerling zich prettiger voelt, in een eigen tempo kan werken, de stof beter gaat beheersen. We gaan van het meegeven van hulpwerk uit van de mogelijkheden van de leerling. De leerkracht legt het werk uit en zorgt voor een terugkoppeling als het werk wordt ingeleverd. Duidelijk moet zijn welke rol de ouders bij het hulpwerk spelen. Ze tonen belangstelling voor het werk en begeleiden hun zoon/dochter bij het maken en/of leren van het werk. Ouders kunnen niet de rol van een leerkracht overnemen maar ze kunnen voor hun kind wel een enorme toegevoegde waarde hebben als ze mee willen helpen met bv. het verder automatiseren van tafels of het aanleren via inslijpen van nieuwe woorden. Waarom huiswerk? is verbonden met de activiteiten in de lessen. Daarom wordt huiswerk ook wel gezien als uitbreiding van de leertijd. De activiteiten in de lessen zijn zeer uiteenlopend van aard en daarom kan de functie van huiswerk sterk verschillen. In de hoogste groepen van de basisschool speelt nog een extra motief een rol, namelijk de voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Heeft een kind niet leren plannen en/of is er geen studiehouding gekweekt dan kun je niet van elk kind verwachten dat dit op de vervolgschool in één keer goed komt. In grote lijnen kan het huiswerk de volgende functies hebben:

2 - Afmaken van schoolwerk Als de opdracht aan het eind van de les nog niet klaar is, wordt deze mee naar huis gegeven. Dit is ook een manier om kinderen die niet zo snel werken thuis rustig en in hun eigen tempo alles te laten afmaken - Inslijpen van de behandelde leerstof Het oefenen van werkbladen om bepaalde onderwerpen in te oefenen, bijvoorbeeld tafels, werkwoordspelling, breuken. Door geregelde herhaling van het geleerde krijgt dit een vaste plaats in het geheugen. Als voorbereiding op een toets, door geregeld thuis te oefenen leren de kinderen alvast voor de werkelijke toets. - Voorbereiden van nieuwe opdrachten Bijvoorbeeld als kinderen thuis via internet of bibliotheek materiaal moeten zoeken voor een werkstuk, spreekbeurt of boekverslag. Of wanneer ze wilde planten, noten, eikels o.id. uit hun omgeving moeten zoeken voor de volgende biologieles. - Bevorderen van de zelfstandigheid en leren plannen Door middel van huiswerk leren kinderen zelfstandig voor hun taken te zorgen. Ze moeten het huiswerk maken, op tijd inleveren en vooral in de hogere groepen leren plannen - Inhalen van leerachterstanden Het extra oefenen van werkbladen of andere opdrachten om leerstof die onvoldoende heeft gescoord na analyse van de onvoldoende gemaakte toetsen toch op een voldoende niveau te krijgen. Rol van de ouders: levert een bijdrage aan de vergroting van de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de leerlingen. Hierbij spelen ouders een belangrijke rol Iedere ouder wil graag bijdragen aan een goed verloop van het ontwikkelings- en leerproces van zijn of haar kind. Kinderen hebben er baat bij als hun ouders belangstelling tonen voor het huiswerk en zo nodig ondersteuning bieden. Niet alleen als het tegenzit, maar ook als het goed gaat. Stel je op als coach, luister en stel vragen. Stimuleer je kind en ondersteun het als het daarom vraagt. Een valkuil daarbij is dat het bieden van ondersteuning niet hetzelfde is als het maken van het huiswerk door de ouders. Het doel moet altijd zijn: het kind is zelf verantwoordelijk voor het maken van het huiswerk. Tips voor ouders: Een eigen plek in huis is ideaal, de plek moet voldoende ruimte bieden, licht zijn en er moet niet te veel afleiding zijn. Laat, indien mogelijk, huiswerk maken in een aparte ruimte, hierdoor is het kind meer geneigd eerst zelf de oplossing te zoeken i.p.v. te vragen aan de ouder Toon belangstelling, ondersteun je kind. Geef aan dat je wilt helpen, maar dring je hulp niet op. Zorg voor een vaste plaats in huis waar het huiswerk ligt en waar het kind en de ouders eraan herinnerd worden. Je voorkomt dat het met de folders in de papiercontainer terecht komt. Leg het bovendien op een dusdanige plaats waar kleine broertjes/zusje er niet bij kunnen. Probeer samen te kijken naar het huiswerk en probeer het samen met uw kind te plannen in de beschikbare tijd. Hou daarbij in gedachten dat het effect van leren groter is door een aantal keren kort oefenstof te herhalen (3 x 10 min) dan 1 keer lang (1 x half uur) Kijk samen met uw kind regelmatig de agenda na en blijf naar huiswerkopgaven vragen

3 Hou in gedachten dat het kind hoe verder het richting groep 8 komt hoe meer zelfstandigheid er ook m.b.t. het maken van planning en huiswerk verwacht kan worden. Zet een vaste tijd voor het huiswerk, er moet ook tijd zijn om te spelen of andere leuke dingen. Maak het huiswerk thuis eens in klad en kijk het als ouders na. Probeer het kind daarna de fout te laten ontdekken en herstellen Leer het kind zelf aan te geven wanneer het een overhoring wil. Vraag de kinderen naar de resultaten, geef complimenten of wanneer dat nodig is ze aanspreken op hun verantwoording. Stimuleer de kinderen dat huiswerk maken ook leuk kan zijn. Beloon het kind als het huiswerk af is doordat dan bijvoorbeeld de t.v. aan mag, of een computerspelletje een bepaalde tijd gespeeld mag worden. In huiswerk maken zit een leermoment. Het is beter wanneer er werk met een paar fouten (door de kinderen gemaakt) terug komt bij de leerkracht, dan wanneer we werk terugkrijgen zonder fouten wat in feite door de ouders is gemaakt. Afspraken m.b.t. huiswerk: Leerlingen leveren op een vaste dag huiswerk in en krijgen dit op een vaste dag in de week mee naar huis. Ouders worden tijden de informatie avond geïnformeerd door de leerkracht hierover. wordt samen met de leerkracht besproken en/of nagekeken. Leerlingen krijgen feedback over het gemaakt werk. Als het huiswerk meer dan 2 x niet op de afgesproken dag niet is ingeleverd, dan volgen er consequenties. Dit wordt door de leerkracht vooraf met de leerlingen besproken in de groepen. De ouders worden op de hoogte gesteld van het huiswerk van de betreffende groep aan het begin van het schooljaar tijdens de informatieavond. De kinderen krijgen in de klas uitleg hoe ze hun huiswerk het best kunnen plannen, oefenen en/of maken. Vanaf groep 7 werken we met een agenda en deze wordt ook steekproefsgewijs door de leerkracht gecontroleerd. We verwachten van deze leerlingen dat ze hun agenda dagelijks bij zich hebben. Het huiswerkprotocol wordt toegelicht op de informatieavond aan het begin van het schooljaar. In de schoolgids staat het huiswerkprotocol voor een deel beschreven en er wordt ook verwezen naar het complete protocol. De leerlingen hebben vanaf groep 7 een speciale map bij zich om hun huiswerk in te vervoeren zodat het niet kreukt of scheurt. Wanneer een leerling zijn huiswerk kwijt raakt betalen de kinderen/ouders voor de nieuw aan te schaffen materialen. Op de maandag na een vakantieperiode wordt er geen toets afgenomen over mee naar huis genomen werk. KLOON: Neem (als het lukt) elke dag 10 minuten de tijd om woorden te oefenen. Spreek met je vader of moeder af wanneer het huiswerktijd is. Dit doe je met KLOON. Op school oefenen we dit ook! Kijk naar het woord. Lees het hardop. Omdraaien van het woord. Opschrijven. Nakijken.

4 Heb je goed? Kleur het eerste bolletje. Zo ga je alle woorden 4 x oefenen, net zo lang tot alle bolletjes gekleurd zijn! Geschiedenis en aardrijkskunde: de leerling krijgt een samenvatting mee naar huis van het behandelde hoofdstuk. De belangrijkste woorden zijn onderstreept. Op school is de samenvatting gelezen en besproken. Ook krijgt de leerling een blad mee waarop moeilijke woorden worden uitgelegd. Topografie: de leerling krijgt een kaartje mee naar huis met daarop de plaatsnamen. En een blanco, de zgn. blinde kaart. De plaatsnamen staan op de ingevulde kaart in 3 rijtjes. Het advies is: leer de eerste 3 avonden telkens 1 rijtje, daarna 2 rijtjes en tenslotte alle 3. Oefen daarna ook nog een keer met de plaatsnamen door elkaar. Het is goed om te oefenen met de blinde kaar. Het is altijd mogelijk dat een leerkracht om een specifieke reden afwijkt van het protocol Groep 1 en 2 Bij de letter van de week samen met uw kind een voorwerp zoeken dat met die letter begint en dat meegeven naar school Dagelijks een gesprekje met uw kind over wat het heeft gedaan op school, met wie het heeft gespeeld, wat juf heeft verteld enz. Elke dag op een rustig moment voorlezen uit een voorlees- of prentenboek. Laat het kind niet altijd hetzelfde boekje kiezen, maar wissel het kiezen af: de ene keer u, de andere keer het kind. Groep 3 De kinderen krijgen per thema een kopie mee van de woorden van Veilig en Vlot om thuis te oefenen Af en toe worden werkbladen met rekenspelletjes (bv. de verliefde harten) meegegeven om thuis ook te kunnen spelen. Groep 4 Spelling; de woorden van het thema worden meegegeven om m.b.v. KLOON te oefenen. Automatiseringsoefeningen voor de tafels Benoem voorwerpen en handelingen. Bijvoorbeeld in de keuken: tafel dekken, klutsen, mengen, kneden, koekenpan, waterkoker, bestek, garde enz. Tel samen spelenderwijs met uw kind bv. tijdens het fietsen: hoeveel koeien. Benoem ook rangtelwoorden: eerste, tweede enz. Samen met uw kind boekjes uitzoeken bij de bibliotheek (jeugdlidmaatschap is gratis) Na de herfstvakantie voor de kinderen die extra oefentijd nodig hebben worden leesoefeningen meegegeven. Extra leesoefeningen Groep 5 en 6 Spelling; de kinderen krijgen de afspraakwoorden mee naar huis Geschiedenis en aardrijkskunde: de Leesoefeningen

5 samenvatting van het hoofdstuk (zie: afspraken) Topografie: het kind krijgt een ingevulde en een blanco kaart mee. (zie: afspraken) Tafels: elke dag 5 tot 10 minuten oefenen/herhalen. Groep 7 Spelling; 10 keer per jaar een signaaldictee en vanaf groep 7 worden ook de werkwoordsvormen geoefend. Aardrijkskunde: per hoofdstuk een topo kaart leren volgens de methode. De samenvatting van het hoofdstuk kennen. Geschiedenis; na iedere 4 hoofdstukken een toets: de samenvatting daarvan wordt thuis als huiswerk geleerd Spreekbeurt; thuis voorbereiden en het mag niet meer voorgelezen worden, maar a.d.h. van steekwoorden wordt informatie over het onderwerp aan de groep verteld Boekbespreking; idem als bij spreekbeurt Groep 8 Spelling; de signaalwoorden en signaalwerkwoorden Aardrijkskunde/geschiedenis; zie groep 5/6 Topo; zie groep 5/6 Spreekbeurt, boekbespreking: zie groep 7 Werkstuk; na de voorjaarsvakantie. De instructie en start doet de leerkracht op school, de verdere uitwerking is huiswerk Engels, na ieder hoofdstuk krijgen de leerlingen een blad mee naar huis om te oefenen en die kennis wordt een week later op school getoetst Rekenen; afhankelijk van het toets resultaat gaan daarna soms r.t.-bladen mee naar huis om nog extra te oefenen Tafels oefenen en automatiseren toe 100 is en blijft nodig voor kinderen die moeite met rekenen hebben. Hulp van ouders bij het zoeken van een onderwerp Idem bij het vinden van een geschikt boek Rekenen indien nodig extra oefenwerk w.b. procenten, decimale getallen, breuken, inhouds- oppervlakte- en lengtematen. Woordenschatoefeningen.