Inspectierapport Kinderpaleis-Poort (BSO) Minervasingel ZJ Almere Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Kinderpaleis-Poort (BSO) Minervasingel ZJ Almere Registratienummer Toezichthouder: GGD Flevoland In opdracht van gemeente: Almere Datum inspectie: Type onderzoek : Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 6 Gegevens voorziening... 7 Gegevens toezicht van 7

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang. Het betreft een aangekondigd nader onderzoek. Op 24 oktober 2018 heeft de toezichthouder een regulier onderzoek uitgevoerd bij buitenschoolse opvang Kinderpaleis-Poort, Minervasingel 5 te Almere. Tijdens dit onderzoek is geconstateerd dat niet wordt voldaan aan alle eisen conform de Wet kinderopvang. De houder heeft een handhavingsbrief ontvangen met een hersteltermijn tot 1 maart Op 14 maart heeft de toezichthouder de locatie onaangekondigd bezocht. Beschouwing De houder heeft voor het aflopen van het gegeven termijn een aangepaste pedagogisch beleidsplan opgestuurd. Het beleidsplan beschrijft in voldoende mate hoe er invulling wordt gegeven aan verantwoorde kinderopvang. Op 14 maart heeft de toezichthouder de locatie bezocht voor een pedagogische observatie. Deze was goed. De houder heeft de overtredingen hersteld. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 7

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Inspectierapport 24 oktober 2018 Pedagogisch beleidsplan aanwezig en conform het plan handelen Er is een pedagogisch beleidsplan aanwezig. Het handelen van de beroepskrachten op de dag van inspectie is niet terug te lezen in het pedagogisch beleidsplan. Een kind apart op een krukje zetten voor een time out is gezien. Echter de dreigende toon en de afspraak " als het bordje op rood staat zijn we stil", staat nergens beschreven. Verantwoorde Kinderopvang De 4 opvoedingsdoelen worden beschreven merendeel vanuit de visie van de dagopvang. De voorbeelden (concreet en observeerbaar) voor de BSO zijn te mager. De BSO heeft te maken met verschillende leeftijden, 4-7 en 8+. De ontwikkeling stimuleren vereist verschillende manieren / afspraken en interesses. De toezichthouder leest hier weinig van terug. Pedagogisch beleid Huidig onderzoek Uitvoering pedagogisch beleidsplan Tijdens het gesprek is er met de beroepskracht gesproken. Zij vertelde hoe er op de bso gewerkt wordt. Uit de pedagogische observatie komt naar voren dat er conform het beleid gewerkt wordt. Verantwoorde kinderopvang De houder beschrijft in concrete termen (met behulp van de 6 interactievaardigheden) hoe zij de opvoedingsdoelen in de praktijk ten uitvoer brengen. De informatie kwam met de praktijk overeen. Conclusie Er wordt aan de eisen voldaan. Pedagogische praktijk Het bieden van emotionele veiligheid en overbrengen van waarden normen zijn in het inspectierapport van 24 oktober 2018 onvoldoende bevonden. De toezichthouder heeft de observatie op dezelfde groep uitgevoerd. Huidig onderzoek Emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op de kinderen. Zij gaan op een ongedwongen manier om met de kinderen. De beroepskrachten sluiten op een passende wijze aan op de interesse en emotie die individuele kinderen aangeven. Kinderen delen hun ervaringen en emoties graag met de beroepskrachten. Observaties Een van de kinderen is verdrietig. Ze wil naar haar moeder (houder). De beroepskracht neemt het kind op schoot en troost haar. Ze blijft huilen. Uiteindelijk wordt zij naar haar moeder gebracht. 4 van 7

5 Tijdens het opscheppen van de borden praat de beroepskracht met de kinderen aan haar tafel. De kinderen die aan de andere tafel zitten praten met elkaar. Tijdens het eten praten de kinderen zachtjes met elkaar en met de beroepskrachten. "Hebben jullie het al zo snel op", zegt de beroepskrachten tegen de kinderen die voor een tweede keer komen. Een van de kinderen zegt, "de spaghetti is heel lekker juffie". De beroepskracht lacht en zegt, "goed zo". "Vind jij het niet zo lekker? Heb je er wel een beetje van geprobeerd? Als je het niet wil eten, wil je dan iets anders? Fruit?" Het kind knikt en krijgt een banaan van de beroepskracht. "Juf, wat gaan we morgen doen (stakingsdag), vraagt een kind lachend en nieuwsgierig. "Dat is nog een verrassing", zegt de beroepskracht. "Juf ik ben bijna klaar", zegt een kind. "Oh dat ga ik jouw mama en papa vertellen. Dat jij jouw bordje hebt leeg gegeten terwijl je het niet zo lekker vond. Goed hoor". Wanneer de vaste beroepskracht op de groep komt (na een paar dagen ziek te zijn geweest), wordt ze enthousiast door de kinderen begroet. De beroepskracht geeft aan dat ze het koud heeft. Een van de kinderen zegt dat de juf haar handen bij haar kan opwarmen omdat haar handen warm zijn. Ze krijgt een knuffel en een glimlach van de beroepskracht. Tijdens het eten wordt er aan de kinderen gevraagd naar welke workshop zij willen gaan na het eten. Waarden en normen Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast. In het pedagogisch beleidsplan staan aanwijzingen voor afspraken, regels en omgangsvormen. Beroepskrachten handelen hiernaar, met ruimte voor eigen inzicht. Zij passen deze (in de meeste situaties) consequent toe. Observaties Voordat de kinderen aan tafel zitten, vraagt de beroepskracht actief of de kinderen hun handen hebben gewassen. De kinderen wachten op elkaar voordat zij met de warme maaltijd beginnen. Een van de kinderen mag helpen met het geven van de opgeschepte borden aan de kinderen die aan tafel zitten. Dat kind geeft ook de bekers met water aan de kinderen. Er wordt nog gevraagd wie er geen bordje heeft. "Als iedereen zijn eten heeft, zullen we dan netjes op onze billen gaan zitten en wat zeggen we dan tegen elkaar?". De kinderen antwoorden, "Smakelijk eten". Wanneer de kinderen klaar zijn met eten, ruimen zij zelf hun borden en bekers op. De beroepskracht moet voor de crea workshop allemaal spullen klaarleggen. Ze vraagt aan de groep wie haar daarmee wil helpen. Verschillende kinderen geven aan dat zij haar willen helpen. Conclusie Er wordt verantwoorde kinderopvang geboden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder, hoofdleidster en hoofd administratie) Interview (beroepskrachten) Observatie(s) (pedagogische observatie) Pedagogisch beleidsplan (februari 2019) 5 van 7

6 Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan. De houder van een kindercentrum draagt er zorg voor dat in de buitenschoolse opvang conform het pedagogisch beleidsplan wordt gehandeld. (art 1.49 lid 1 en 2, 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang) Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde buitenschoolse opvang, bedoeld in artikel 11 van het Besluit kwaliteit kinderopvang. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder a Besluit kwaliteit kinderopvang) Pedagogische praktijk In het kader van het bieden van verantwoorde buitenschoolse opvang, draagt de houder van een kindercentrum er in ieder geval zorg voor dat, rekening houdend met de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden: a. op een sensitieve en responsieve manier met kinderen wordt omgegaan, respect voor de autonomie van kinderen wordt getoond en grenzen worden gesteld aan en structuur wordt geboden voor het gedrag van kinderen, zodat kinderen zich emotioneel veilig en geborgen kunnen voelen; b. kinderen spelenderwijs worden uitgedaagd in de ontwikkeling van hun motorische vaardigheden, cognitieve vaardigheden, taalvaardigheden en creatieve vaardigheden, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger te functioneren in een veranderende omgeving; c. kinderen worden begeleid in hun interacties, waarbij hen spelenderwijs sociale kennis en vaardigheden worden bijgebracht, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger relaties met anderen op te bouwen en te onderhouden; d. kinderen worden gestimuleerd om op een open manier kennis te maken met de algemeen aanvaarde waarden en normen in de samenleving met het oog op een respectvolle omgang met anderen en een actieve participatie in de maatschappij. (art 1.49 lid 1 en 2 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 11 Besluit kwaliteit kinderopvang) 6 van 7

7 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderpaleis-Poort Website : Vestigingsnummer KvK : Aantal kindplaatsen : 90 Gegevens houder Naam houder : Cinthya Lytisha Holder KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Flevoland Adres : Postbus 1120 Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : R. Mangal Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Almere Adres : Postbus 200 Postcode en plaats : 1300AE ALMERE Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : 7 van 7