Keep it cool! Eindmeting en evaluatie van het Arboplusconvenant Recreatie. Eindrapport

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Keep it cool! Eindmeting en evaluatie van het Arboplusconvenant Recreatie. Eindrapport"

Transcriptie

1 Keep it cool! Eindmeting en evaluatie van het Arboplusconvenant Recreatie Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Sociaal Fonds Recreatie namens de BBC Recreatie Lennart de Ruig Projectnummer: B3307 Leiden, 29 juni 2007

2 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Research voor Beleid. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Research voor Beleid. Research voor Beleid aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. 2

3 Voorwoord In december 2004 is door sociale partners met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de (verblijfs)recreatiebranche een arboplusconvenant gesloten. Het vertrekpunt was een veelheid aan thema s: van beperking van het ziekteverzuim tot het verminderen van fysieke belasting, agressie en geweld en - voor de zwembaden - ook fysische belasting. We hadden een korte tijd om al deze veel omvattende onderwerpen waar te maken. Een behoorlijke uitdaging ook voor partijen om met deze veelal complexe onderwerpen aan de slag te gaan. Steeds opnieuw moesten afwegingen worden gemaakt om onze gestelde doelen te bereiken. Dat is voor een groot deel goed gelukt: We hebben de branche bereikt, al hebben we gemerkt dat het soms lang duurt voordat werkgevers en werknemers de producten opnemen om er daadwerkelijk mee aan de slag gaan. We hebben mooie producten gemaakt die zijn aangeslagen en niet in de onderste bureaulade zijn geschoven. We hebben veel informatie op een toegankelijke manier in de branche gebracht en het ontoegankelijke onderwerp arbo een andere plek gegeven in veel bedrijven. Best aardige resultaten dus, maar we waren hier en daar te ambitieus. Sommige zaken zijn minder goed verlopen of hebben nog niet tot resultaten geleid. Sociale partners in de recreatiebranche hebben nu in ieder geval een handvat en een methode ontwikkeld om blijvend aandacht te vragen voor arbeidsomstandigheden. We hebben er allemaal veel van geleerd maar we zijn nog niet klaar. Ook daar hebben we afspraken over gemaakt. Natuurlijk behouden we de goede zaken van het arboplusconvenant en hebben we deze geborgd bij het Sociaal Fonds Recreatie. Wat viel verder op? Onze branche is publiciteitsgevoelig en dat is een factor om rekening mee te houden. Verder is onze branche nog voor een groot deel afhankelijk van het seizoen en dat beperkt je in het uitzetten van maatregelen. De aanbevelingen in het rapport raden wij van harte aan. Het is absoluut noodzakelijk om te blijven werken aan gezonde werkomstandigheden. Iedereen die heeft meegewerkt aan het convenant, in werkgroepen, expertmeetings, bijeenkomsten en vergaderingen en zich heeft ingespannen om dit arboplusconvenant te laten slagen, willen ik namens de BBC van harte bedanken voor hun inzet. Marnix de Weerd, Voorzitter Branchebegeleidingscommissie 3

4 4

5 Inhoudsopgave Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 7 1 Inleiding Het Arboplusconvenant Recreatie Evaluatiemodel Opzet van het onderzoek Documentenstudie en interviews Werknemersenquête (eindmeting) Werkgeversenquête 22 2 Doelmatigheid Projectorganisatie Knooppunt Recreatie BBC Verloop proces Knooppunt Recreatie Communicatie BBC Ervaringen uit het veld Conclusie 36 3 Realisatie en bereik van de maatregelen Realisatie Ziekteverzuim Agressie en geweld Fysieke belasting Fysische werkomstandigheden Bekendheid en gebruik van de maatregelen Ziekteverzuim Lichamelijke belasting Agressie en geweld Fysische werkomstandigheden Conclusie 47 4 Doelbereik Ziekteverzuim Fysieke belasting Agressie en geweld Fysische werkomstandigheden Conclusie 53 5

6 5 Doeltreffendheid Belemmerende factoren Binnen de branche Externe factoren Ervaring doeltreffendheid werkgevers en werknemers Conclusie 59 6 Duurzaamheid Afspraken over borging op brancheniveau Normerende borging Infrastructurele borging Instrumentele borging Borging(sbehoefte) op organisatieniveau Kansen en bedreigingen borging Kansen Bedreigingen Conclusie 66 Bijlage 1 Literatuur en bronnen 67 2 Kosten en baten 69 3 Realisatie producten en diensten 71 4 Checklist interviews 73 5 Vragenlijst werknemers 75 6 Vragenlijst werkgevers 91 7 Resultaten enquête werknemers Resultaten enquête werkgevers 121 6

7 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen De afgelopen 2,5 jaar hebben de sociale partners (RECRON, FNV Recreatie, CNV Recreatie en ABVAKABO FNV) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in het kader van het Arboplusconvenant Recreatie gewerkt aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in de recreatiebranche. In het convenant zijn concrete afspraken gemaakt over de volgende onderwerpen: Ziekteverzuim Fysieke belasting Agressie en geweld Fysische werkomstandigheden. In opdracht van de Branche Begeleidings Commissie (BBC) heeft Research voor Beleid de eindmeting en evaluatie van het convenant uitgevoerd. Het onderzoek bestond uit een bronnenstudie, gesprekken met BBC-leden en de projectorganisatie, een enquête onder werknemers (eindmeting) en een telefonische enquête onder werkgevers. In dit hoofdstuk vatten we de belangrijkste bevindingen van het onderzoek samen, trekken we overstijgende conclusies en doen we aanbevelingen. Samenvatting Deze samenvatting is opgebouwd aan de hand van de bouwstenen die het ministerie van SZW heeft geformuleerd in de Handreiking Evaluatieonderzoek. Doelmatigheid Onder doelmatigheid verstaan we de wijze waarop het uitvoeringsproces heeft plaatsgevonden en of dat conform de geest en afspraken van het convenant is geweest. Voor de uitvoering is een projectorganisatie opgezet die bestond uit de bureaus Orbis (met name verantwoordelijk voor procesbegeleiding BBC) en Van der Reest Arbeidsmarktstrategie (VdrA; met name verantwoordelijk voor het brancheloket Knooppunt Recreatie ). De taken van het Knooppunt Recreatie bestonden ondermeer uit het uitvoeren van bedrijfsbezoeken, netwerkbijeenkomsten, het inrichten van pilotgroepen, het onderhouden van een helpdesk en het coördineren van de communicatie. De aanpak van het Knooppunt was in het bijzonder gericht op de middelgrote en grote bedrijven, omdat daar de meeste werknemers werkzaam zijn. Bedrijven fungeerden als hefboom om het verzuim en de arbeidsrisico s onder werknemers te verminderen. Over het algemeen heeft de projectorganisatie haar hoofdtaken naar tevredenheid van de BBC en conform het plan van aanpak uitgevoerd. In het eerste convenantjaar waren er enkele serieuze knelpunten in de uitvoering: De kwaliteit die VdrA leverde bij de bedrijfsbezoeken, de financiële verantwoording en subsidieplanning en de poging tot aanvraag van ESF-subsidies was in het eerste convenantjaar beneden verwachting. De dienstverlening is verbeterd na enkele personele wisselingen, een tussentijdse evaluatie van de projectorganisatie en de afspraak dat een van de projectorganisaties (Orbis) eindverantwoordelijk is voor de dienstverlening. 7

8 Eén van de speerpunten van de projectorganisatie, het organiseren van netwerkbijeenkomsten over het convenant voor werkgevers en werknemers, is minder succesvol geweest dan verwacht. De inspanningen om bedrijven te bereiken en enthousiasmeren stonden niet in verhouding tot de opkomst. De BBC heeft dan ook juist gehandeld door te stoppen met dit speerpunt en te investeren in de meer succesvolle bedrijfsbezoeken. Achteraf gezien had eerder ingrijpen van de BBC of de projectorganisatie op deze punten wellicht de tijdelijke stagnatie in de uitvoering kunnen voorkomen. De BBC was eindverantwoordelijke voor het convenant en heeft conform afspraken gewerkt. Succesfactoren van de BBC waren de constructieve sfeer en de flexibele instelling. Deze hebben ertoe bijgedragen dat men ondanks gewijzigde omstandigheden (zoals nieuwe wet- en regelgeving), op basis van voortschrijdend inzicht, gericht bleef op de te behalen resultaten van het convenant en de aansluiting van producten en diensten bij de branche. Een complicerende factor was de lage organisatiegraad in de branche, waardoor de slagkracht en betrokkenheid van de werknemersorganisaties wellicht beperkter was dan mogelijk. De communicatie ten slotte is grondiger aangepakt dan afgesproken in het plan van aanpak. Het ingehuurde communicatiebureau heeft met de ontwikkeling van een hoogwaardig(e) logo, website en huisstijl en een uitgebreide mix van communicatiemiddelen een belangrijke rol gespeeld. De communicatie is conform afspraak breed ingezet en qua toon gericht geweest op de recreatiebranche (praktisch, laagdrempelig, visueel). Het convenant en de communicatie-uitingen zijn bekend bij ruim de helft van de werkgevers. Een onverwacht effect is dat het convenant ondanks dat het vooral gericht was op (middel)grote bedrijven ook redelijk bekend is bij werknemers van kleine ondernemingen. Waarschijnlijk speelt hierbij mee dat medewerkers van kleine bedrijven, bij gebrek aan een professioneel arbobeleid, vaker zelf op zoek gaan naar informatie. Realisatie en bereik van de maatregelen De meeste voorgenomen maatregelen uit het plan van aanpak zijn gerealiseerd. Sommige maatregelen op het gebied van ziekteverzuim zijn niet tot stand gekomen en de meeste maatregelen op het gebied van fysieke belasting hebben een andere invulling gekregen. Dit is gebeurd op basis van voortschrijdend inzicht waarvoor duidelijke argumenten en aanwijsbare oorzaken zijn aangedragen: nieuwe wetgeving die de maatregelen overbodig maakt, subsidie voor de maatregelen uit andere bronnen en een aanpak die beter aansluit bij de organisatie en cultuur van recreatiebedrijven. Het is een succesfactor dat de BBC zich niet vastpinde op het plan van aanpak van het convenant. Hierdoor is de energie gestoken in het realiseren van praktisch toepasbare, op de recreatiebranche toegesneden hulpmiddelen. De bekendheid van producten en diensten schommelt tussen de kwart en meer dan vier vijfde van de werkgevers. Het gebruik tussen de nul en de helft van de werkgevers. De volgende instrumenten springen er uit. 8

9 Tabel S.1 Bekendste en meest gebruikte producten en diensten bij werkgevers Hoge bekendheid digitale branche Risico Inventarisatie en Evaluatie Veel gebruikt RI&E (22%, downloads) (RI&E) (52%) cursus Preventiemedewerker (48%) cursus Preventiemedewerker (68%) Oplossingenboek (1.743 downloads) cursus Omgaan met Agressie (85%) Toolkit Verzuim (12%) Deze succesvolle producten en diensten hebben gemeen dat zij aansluiten bij wettelijke verplichtingen (RI&E en preventiemedewerker), inspelen op urgente thema s (agressie en geweld) en/of direct praktisch toepasbaar zijn (zoals de RI&E en het Oplossingenboek). Een minder groot succes zijn de toolkits Lichamelijke belasting en Ongewenst gedrag en de cursussen Verzuimmanagement en Lichamelijke belasting (feitelijk een rondgang door het bedrijf). Achter de lage bekendheids- en gebruikscijfers van deze producten schuilen verschillende factoren. Bij de cursus Verzuimmanagement spelen het lage verzuim in de branche, de verzadigde markt voor verzuimcursussen en de weinig aansprekende naam waarschijnlijk een rol. De naam toolkit werd tijdens de telefonische enquête waarschijnlijk niet geassocieerd met de informatiemap waar het feitelijk om gaat. Bovendien belanden de toolkits bij de personen die de bijbehorende cursus hebben gevolgd of verantwoordelijk zijn voor het arbobeleid. Dat is niet altijd de persoon met wie is gesproken. Het beperkte gebruik van de cursus Lichamelijke belasting hangt mogelijk samen met de relatief late totstandkoming (eind 2006). Het convenant kent geen doelstellingen voor de bekendheid en het gebruik van producten en diensten. Er is dus geen maatstaf waaraan de bekendheids- en gebruikscijfers zijn te relateren. In ieder geval was niet te verwachten dat een overgrote meerderheid van de bedrijven de producten en diensten kent en gebruikt. De effectieve looptijd van het convenant was kort en het convenant kende vier thema s. Hierdoor was de BBC genoodzaakt de onderwerpen van het convenant te prioriteren en sequentieel aan te pakken. Dit brengt met zich mee dat sommige instrumenten aan het eind van de convenantsperiode zijn gerealiseerd. Doelbereik Onder doelbereik wordt verstaan in welke mate de kwantitatieve doelstellingen van het convenant zijn behaald. Het doelbereik is gebaseerd op de eindmeting onder werknemers. Het bestand van de eindmeting is gewogen naar leeftijd en geslacht van de totale werknemerspopulatie in april Hiermee geeft de eindmeting een representatief beeld van de werknemers in april Paragraaf gaat uitvoerig in op de methodologische achtergronden van de eindmeting. In de volgende paragraaf geven we verklaringen voor het al dan niet behalen van de doelstellingen. Over het percentage ziekteverzuim is de doelstelling opgenomen dat deze met 20% moet zijn gedaald. Deze doelstelling is niet behaald. Het toch al lage verzuim in de recreatiebranche van 3,9% (nulmeting) is nagenoeg gelijk gebleven en bedraagt 4,1% (eindmeting). Wel is het werkgerelateerde verzuim voor de functiegroepen techniek en groen en schoonmaak en logistiek afgenomen. De doelstelling op het gebied van fysieke belasting betreft een reductie van het percentage werknemers dat klachten van het bewegingsapparaat geheel of gedeeltelijk toeschrijft aan het werk van 43% naar 35%. Deze doelstelling is niet behaald. Het percentage werknemers 9

10 met klachten is significant gestegen van 43% naar 50%. De stijging gaat samen met een stijging van het percentage werknemers dat werkt onder belastende omstandigheden. Het convenant bevat voor het thema agressie en geweld de doelstelling dat het percentage werknemers dat aangeeft de afgelopen 12 maanden één of meerdere keren blootgesteld te zijn aan agressie en geweld, specifiek gekeken naar lastig gedrag enerzijds en serieuze bedreiging en/of lichamelijke agressie anderzijds, aan het einde van de convenantperiode met 20% is gereduceerd. Deze doelstelling is niet behaald. De risicopopulatie die blootstaat aan lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging is significant gestegen van 16% naar 20%. De populatie die te maken heeft met lastig gedrag is ongeveer gelijk gebleven. Uit cijfers van de Arbeidsinspectie blijkt wel dat zweminrichtingen zich bewuster zijn van de risico s van agressie en geweld en vaker maatregelen nemen om het personeel te beschermen. Ten slotte is op het gebied van fysische werkomstandigheden in zweminrichtingen de doelstelling geformuleerd dat de risicopopulatie die is blootgesteld aan belastende fysische werkomstandigheden in zweminrichtingen te weten geluid, temperatuur, vochtigheid en chloor of andere chemische stoffen in de lucht, is gedaald. De doelstelling is niet behaald. De risicopopulatie is licht gestegen. Doeltreffendheid Doeltreffendheid heeft betrekking op de relatie tussen de maatregelen die in het kader van het Arboplusconvenant zijn ontwikkeld, en de effecten van die maatregelen. De meeste werknemers en werkgevers schatten in dat het convenant een bijdrage heeft geleverd aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden, maar dat die bijdrage beperkt is. Hoe is dat mogelijk, als er de afgelopen jaren een branchebrede structuur ontstaan is voor arbodienstverlening en er veel maatregelen zijn gerealiseerd? Het antwoord is dat het nog te vroeg is om de effecten van het convenant vast te stellen. Hiervoor zijn de volgende redenen en oorzaken te noemen: Doordat het convenant vier thema s kende, was de BBC genoodzaakt de maatregelen sequentieel aan te pakken. Daarbij komt dat er nog geen branchebreed arbobeleid was en de BBC de maatregelen dus van de grond af moest bedenken, ontwikkelen, testen en implementeren. Dit heeft tot gevolg gehad dat de effectieve looptijd, waarbinnen de producten en diensten beschikbaar zijn, zeer kort is geweest: Verzuim: vanaf eind 2005 Agressie en geweld: vanaf begin 2006 Fysieke belasting: vanaf eind 2006 Fysische werkomstandigheden: vanaf begin 2007 De seizoenen zijn voor deze branche nog een extra vertragende factor geweest. Alleen buiten het hoogseizoen, tussen oktober en maart, zijn werkgevers en werknemers te bereiken. In die periode vragen andere onderwerpen en partijen ook de aandacht. Het is dan ook te zien dat het gebruik van de producten en diensten nog aan de lage kant is. De branche had te maken met een lastige uitgangssituatie voor het behalen van de doelstellingen. Allereerst was het verzuim fors lager dan het landelijk gemiddelde (in ,7%). Daarnaast kent de branche enerzijds een groep werkgevers die arbo weinig prioriteit geeft en anderzijds een groep werkgevers die een voor de sector vooruitstrevend arbobeleid voeren. Om werkelijk de thema s van het convenant aan te pakken bij de eerstgenoemde groep, was het wellicht nog te vroeg. Voordat gedrag van werknemers of werkgevers verandert, moeten zij zich eerst bewust zijn van gevaren en deze vervolgens herkennen en erkennen. Een effectieve periode van een à twee jaar is dan te kort. 10

11 Bij de vooruitstrevende groep heeft het convenant waarschijnlijk vooral ondersteunend gewerkt bij het eigen arbobeleid. Het is niet te verwachten dat het convenant bij deze bedrijven een sterk effect heeft gehad op het verminderen van het toch al lage verzuim en het voorkomen van arbeidsrisico s. De doelstelling van 20 procent reductie van het ziekteverzuim is destijds door het ministerie van SZW voor alle Arboplusconvenanten als uitgangspunt genomen. Gezien het lage verzuimpercentage in de recreatiebranche bij de nulmeting was dit een zeer ambitieuze doelstelling. Het voordeel van ambitieuze doelen is dat zij motiverend kunnen werken. Het nadeel is dat het behalen van de doelstelling zeker bij de beginsituatie in deze branche en de korte effectieve looptijd een schier onmogelijke opgave is. Achteraf gezien had het stellen van een reëel doel dat aangepast is aan de branchespecifieke situatie de haalbaarheid vergroot. Bij de meeste maatregelen zijn werkgevers als hefboom gebruikt om het verzuim en de arbeidsrisico s bij werknemers te verminderen. Dat is gezien de korte looptijd van het convenant en het verloop in de branche door in- en uitstroom van seizoens- en hulpkrachten een efficiënte keuze geweest. De keerzijde is dat de werknemers pas worden bereikt als werkgevers producten en diensten afnemen en ook daadwerkelijk toepassen in de organisaties. Dat is dus nog niet altijd het geval. Voor het specifieke thema agressie en geweld uit het convenant is veel maatschappelijke en politieke aandacht geweest. Gedurende de looptijd van het convenant zijn er enkele incidenten in zweminrichtingen geweest die media-aandacht genereerden. De Arbeidsinspectie heeft tussen juli 2005 en februari 2006 gecontroleerd of zwembaden maatregelen nemen. Samen met de aandacht van het convenant kan dit er toe hebben geleid dat zwembadmedewerkers gevoeliger zijn geworden voor tekenen van agressie en geweld. Dit bewustwordingsproces is een positieve ontwikkeling en een van de successen van het convenant. De keerzijde is dat hierdoor mogelijk meer werknemers melding maken van ongewenst gedrag dan tijdens de nulmeting in Het convenant liep gedurende een periode van voorzichtige economische opleving, wat doorgaans leidt tot een opwaartse druk op het ziekteverzuim. Ten slotte speelt een seizoenseffect mee bij het doelbereik. De eindmeting is gehouden in april en de nulmeting in juni De eindmeting omvat dus voornamelijk de vaste kern van personeel binnen recreatiebedrijven, terwijl de nulmeting in sterkere mate ook de tijdelijke seizoens- en hulpkrachten omvat. De laatste groepen verzuimen minder. Het is niet uit te sluiten dat de iets andere samenstelling van de eindmeting een opwaarts effect geeft op het ziekteverzuim en de prevalentie van de arbeidsrisico s fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden. Duurzaamheid De mate van borging van de convenantsproducten zegt iets over het structurele of incidentele karakter van het convenant. Onder borging verstaan we de duurzame verankering van de afspraken en activiteiten in beleid op drie niveaus: Instrumenteel (behouden producten en diensten) Infrastructureel (aanwijzen verantwoordelijke partij) Normerend (bindende sectorale afspraken). 1 Het convenant loopt af op 1 juli Vanwege de doorlooptijd van de werknemersenquête en de verwerking daarvan was het houden van de enquête in juni geen optie. 11

12 De BBC en projectorganisatie hebben vanaf het begin van het convenant op verschillende wijzen rekening gehouden met de borging. Daarbij is vooral aandacht besteed aan de infrastructurele borging via SFRecreatie en de borging van instrumenten (instrumentele borging). De sociale partners zijn namelijk verantwoordelijk voor de producten en cursussen na de convenantperiode. Hiermee is verzekerd dat producten en diensten gebruikt kunnen blijven worden door werkgevers en werknemers en dat actualisatie mogelijk is. Infrastructurele borging bestaat ook uit het voortzetten van het netwerken die tijdens de convenantperiode zijn ontstaan. Er zijn geen afspraken gemaakt over het voortzetten van het Knooppunt Recreatie. Voortzetting van het Knooppunt zou bevorderend werken op de borging, omdat daar veel kennis aanwezig is. Verder zijn er geen sectoraal bindende afspraken gemaakt over de borging van het convenant (normerende borging). Wel is in de CAO Recreatie opgenomen dat een werkgroep na afloop van het convenant onderzoekt welke activiteiten moeten worden voortgezet en hoe die gefinancierd moeten worden. De inzet van sociale partners is het opstellen van een Arbocatalogus. Of en hoe maatregelen exact worden geborgd, is niet zeker. Vrij algemeen is de indruk dat het arbobeleid met het convenant in de branche vooral op de kaart is gezet. Er zijn zinvolle hulpmiddelen en aantrekkelijke communicatie-uitingen ontwikkeld. Niet alle werkgevers en werknemers kennen en gebruiken de hulpmiddelen, maar werkgevers zijn wel zeer enthousiast over voortzetting van (elementen van) het convenant. Tussen de 87 en 97 procent vindt het zinvol als elementen van het convenant blijven bestaan. Er is dus nog een slag te maken om veilig en gezond werken onderdeel te laten worden van de dagelijkse routine van alle werkgevers en werknemers. Het voortzetten en intensiveren van de communicatie over arbobeleid in de branche en hulp bij de implementatie van maatregelen, kunnen hieraan een bijdrage leveren. Conclusies De doelstellingen van het Arboplusconvenant Recreatie zijn niet behaald. Dat wil niet zeggen dat het convenant in de praktijk geen succes is. Achteraf gezien was het een bijna onmogelijke opgave de doelen te bereiken. De belangrijkste redenen en oorzaken zijn dat de branche te maken had met een nadelige uitgangssituatie voor het behalen van de doelstellingen, waaronder een laag verzuim in vergelijking met het landelijk gemiddelde en een vrij forse groep ondernemingen met een weinig ontwikkeld arbobeleid en een beperkt draagvlak voor arbo. Ook de randvoorwaarden van het convenant waren beperkend. Het convenant kende vier ambitieuze doelstellingen die binnen 2,5 jaar bereikt dienden te worden. De effectieve looptijd, waarin de maatregelen zijn gerealiseerd en werknemers en werkgevers ze (kunnen) gebruiken, was veel korter. De seizoenen zijn voor deze branche een extra vertragende factor geweest. Ten slotte zijn de doelstellingen gericht geweest op werknemers, terwijl de meeste maatregelen gericht waren op werkgevers. Werknemers worden dan pas bereikt als werkgevers producten en diensten afnemen en ook daadwerkelijk toepassen in de organisatie. Daarvoor is een periode van een à twee jaar te kort. De kracht van het convenant heeft gelegen in het op de rails zetten van het arbobeleid met het Knooppunt Recreatie, een reeks praktische toepasbare producten en diensten en het verspreiden van die producten en diensten via een mix van aantrekkelijk vormgegeven communicatiemiddelen. De kennis over en het draagvlak en de aandacht voor arbo zijn in 12

13 de recreatiebranche door de inspanningen van de convenantspartijen zeker toegenomen. Tekenend hiervoor is het hoge percentage werkgevers dat enthousiast is over voortzetting van de producten en dienstverlening. Nu het onderwerp stevig op de agenda van de branche en de individuele bedrijven staat en er gebruik gemaakt kan worden van branchebrede dienstverlening op het gebied van arbo, is het zaak de successen te verzilveren. Aanbevelingen Er zijn verschillende mogelijkheden de successen van het convenant verder uit te bouwen. Hieronder volgen enkele aanbevelingen. 1 Het convenant is in mindere mate gericht geweest op kleine bedrijven en (hun) werknemers. Grote en middelgrote organisaties kennen het convenant en de producten beter, maar gebruiken ze nog niet allemaal. Het intensiveren van de communicatie richting deze groepen kan verder bijdragen aan het draagvlak voor arbo en het gebruik van instrumenten. Hiervoor zouden good practices binnen bedrijven geïdentificeerd en verspreid kunnen worden. In aanmerking komen bijvoorbeeld de bedrijven die zijn bezocht door het Knooppunt Recreatie, hebben gewerkt met de producten en diensten van het convenant en daarmee ook aantoonbare successen hebben geboekt. 2 Ook de daadwerkelijke toepassing van producten en diensten in ondernemingen dient gestimuleerd te worden. Effectieve instrumenten daarvoor zijn vrijwillige bedrijfsbezoeken, maar ook andere instrumenten als handhaving, sancties en subsidies zijn mogelijk. Een voor de hand liggende optie is het opnemen van instrumenten in de CAO en/of een Arbocatalogus. De CAO is in ieder geval bekend bij en gewaardeerd door werkgevers en werknemers en biedt dus goede aanknopingspunten. 3 Het is belangrijk dat de kennis die in de branche is opgedaan over arbo ook binnen de branche blijft. Het is dan logisch dat het Knooppunt Recreatie in een of andere vorm als uitvoeringsorgaan behouden blijft. 4 Het risico bestaat dat de communicatie rondom de beschikbare producten en diensten en het updaten van de producten, diensten en communicatiemiddelen op een lager pitje komt te staan nu het convenant afloopt. Juist nu er zinvolle instrumenten zijn ontwikkeld en het draagvlak voor arbo groeit, zou hiervan een speerpunt gemaakt kunnen worden. 5 De resultaten van de onderzoeken en congressen op het gebied van geluid en chloor vormen voor partijen aanleiding om deze onderwerpen op de agenda van de branche te houden. In de komende jaren wordt het van belang om ook te komen met concrete nieuwe instrumenten en maatregelen. 6 Een objectieve verzuimregistratie is van belang om de vinger aan de pols te houden. Daarmee wordt ondermeer duidelijk of de seizoenen invloed hebben op door werknemers opgegeven verzuimcijfers. Deelname van bedrijven aan het branchearrangement Verzuim en Zorg van Aegon leidt tot een meer eenduidige registratie, maar 100 procent dekking is waarschijnlijk nooit te behalen. Wellicht kunnen andere mogelijkheden worden verkend, zoals het opnemen van een representatieve selectie van bedrijven in een registratiesysteem. 7 De komende krapte op de arbeidsmark geeft aanleiding om meer te doen aan optimale behoud en inzet van medewerkers. Een modern arbobeleid helpt daarbij. De producten en diensten daarvan zijn dankzij het convenant nu voorhanden. Gezien de hoogconjunctuur, die een opwaartse impuls geeft aan ziekteverzuim en arbeidsrisico s, moet preventie van verdere stijging (in plaats van daling) van verzuim en arbeidsrisico s mogelijk zijn. 13

14 14

15 1 Inleiding Sinds 1999 bestaan de arboconvenanten nieuwe stijl. Arboconvenanten worden gesloten door drie partijen: werkgevers, werknemers en de overheid. In de eerste fase tot eind 2003 zijn de arboconvenanten vooral gericht geweest op de preventie van ziekteverzuim door de arbeidsomstandigheden te verbeteren. In de tweede fase zijn vooral Arboplusconvenanten gesloten. Hierin staat de versterking van het verzuim- en re-integratiebeleid centraal. 1.1 Het Arboplusconvenant Recreatie De recreatiebranche telt bij elkaar zo n bedrijven, met circa werknemers. 1 In oktober 2003 hebben de sociale partners van de branche - RECRON, FNV Horecabond 2, CNV Bedrijvenbond 3 - en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een intentieverklaring ondertekend. 4 Hierin zijn afspraken gemaakt voor het afsluiten van een convenant ter verbetering van de arbeidsomstandigheden. De recreatiebranche is door de sociale partners en niet op aanwijzing van het ministerie aangemeld voor het convenant ( zelfmelder ). Daarna is in december 2004 het Arboplusconvenant afgesloten tussen de sociale partners en de overheid. In dit convenant zijn concrete afspraken gemaakt over de verbetering van de werkomstandigheden binnen de branche, langs vier dimensies: Ziekteverzuim Fysieke belasting Agressie en geweld Fysische werkomstandigheden. Het Arboplusconvenant eindigt formeel op 1 juli 2007, maar na 1 april 2007 konden er geen maatregelen meer geïmplementeerd worden. Ter voorbereiding op het Arboplusconvenant is in 2004 een nulmeting uitgevoerd door Research voor Beleid. Mede op basis van deze nulmeting zijn kwantitatieve doelstellingen ontwikkeld voor de reductie van het ziekteverzuim, reductie van de risicopopulatie inzake fysieke belasting, agressie en geweld en verbetering van fysische werkomstandigheden in zwembaden. In het Plan van Aanpak van het Arboplusconvenant worden diverse maatregelen geconcretiseerd. Afgesproken is een eindmeting en evaluatie te houden met als doel de effectiviteit van het Arboplusconvenant en de genomen maatregelen te toetsen. 1 In 2004 heette de branche nog Verblijfsrecreatie en zweminrichtingen, intussen is de naam veranderd in Recreatie. Uit onderzoek van het Bedrijfschap Horeca en Catering blijkt dat er gedurende een jaar circa werknemers binnen de branche werkzaam zijn (stroomcijfer). 2 Inmiddels voor de recreatiebranche FNV Recreatie geheten. 3 Inmiddels voor de recreatiebranche CNV Recreatie geheten. 4 Intussen is de ABVAKABO FNV ook partij bij het convenant. 15

16 Doelstellingen van het Arboplusconvenant: Reductie van het ziekteverzuim in totaal met 20%. De aandacht gaat hierbij vooral uit naar maatregelen gericht op vermindering van het aandeel werkgerelateerd verzuim in het bijzonder voor de functiegroepen techniek en groen, schoonmaak en logistiek en zwembadmedewerkers. Reductie van de risicopopulatie die is blootgesteld aan fysieke belasting. Het percentage werknemers dat klachten van het bewegingsapparaat geheel of gedeeltelijk toeschrijft aan het werk naar aanleiding van tillen, houding en repeterende bewegingen - is aan het einde van de convenantperiode met 20% gereduceerd, van 43% naar 35%. Reductie van de risicopopulatie die is blootgesteld aan agressie en geweld. Het percentage werknemers dat aangeeft de afgelopen 12 maanden één of meerdere keren blootgesteld te zijn aan agressie en geweld, specifiek gekeken naar lastig gedrag enerzijds en serieuze bedreiging en/of lichamelijke agressie anderzijds, is aan het einde van de convenantperiode met 20% gereduceerd van respectievelijk 47% naar 38% en van 16% naar 13%. Reductie van de risicopopulatie, die is blootgesteld aan belastende fysische werkomstandigheden in zweminrichtingen te weten geluid, temperatuur, vochtigheid en chloor of andere chemische stoffen in de lucht. Aandacht van partijen gaat aan het einde van de convenantperiode in het bijzonder uit naar een aanzienlijke reductie van het percentage werknemers, werkzaam in zweminrichtingen, dat aangeeft altijd of vaak last te hebben van een hinderlijke galm van geluid en/of hinderlijk lawaai door machines. 1.2 Evaluatiemodel Voor het uitvoeren van een evaluatie is een evaluatiemodel essentieel. Dit model loopt als een rode draad door het gehele onderzoek heen. Zo bepaalt het de gegevens waarnaar gezocht wordt, de wijze van gegevensverzameling, de analyse van de gegevens en de rapportage van het onderzoek. In dit onderzoek heeft Research voor Beleid gebruik gemaakt van het onderstaande model. Dit model sluit aan op de Handreiking evaluatieonderzoek van het ministerie van SZW. De nummers in het model verwijzen naar de zeven bouwstenen uit deze handreiking 1. Arbeidsomstandigheden (arbo- en verzuimbeleid, blootstelling risico's) Doelmatigheid (3) Kosteneffectiviteit (7) Doeltreffendheid (4) Input (mensen en middelen) Uitvoering (maatregelen, activiteiten) Resultaten (2,5) (realisatie en bereik maatregelen, good practices) Effecten (1,6) (bereik doelstellingen, verbetering arbeidsomstandigheden) 1 Doelbereik (1), realisatie en bereik van de maatregelen (2), doelmatigheid (3), doeltreffendheid (4), verspreiding van good practices (5), duurzaamheid van de resultaten (6), kosten en baten (7). 16

17 In het kort houdt het model het volgende in. De input bestaat uit de middelen die sociale partners en de overheid inzetten om de geformuleerde doelstellingen te realiseren. In dit geval zijn dit het Arboplusconvenant, de projectorganisatie en de financiële bijdrage. Vervolgens worden deze middelen gebruikt om diverse maatregelen te treffen en activiteiten uit te voeren. Deze uitvoering leidt tot resultaten. Werkgevers en werknemers raken bekend met de maatregelen uit het convenant, nemen deel aan activiteiten, gebruiken producten of diensten en implementeren maatregelen in het bedrijf. Dit moet vervolgens de beoogde effecten tot gevolg hebben. Uiteindelijk moet het beleidsproces leiden tot betere arbeidsomstandigheden. In de evaluatie worden de verschillende elementen van het model in hun onderlinge samenhang onderzocht. Specifieke aandacht gaat uit naar de doeltreffendheid (heeft het proces geleid tot de gewenste effecten?), de doelmatigheid (zijn de ingezette middelen in het uitvoeringsproces efficiënt besteed?) en de kosteneffectiviteit (wat zijn de opbrengsten in verhouding tot de ingezette middelen?). De onderzoeksvragen zijn vervolgens ingedeeld in dit evaluatiekader: Uitgangssituatie en input 1 Wat waren de uitgangspunten, verwachtingen en doelstellingen van betrokken partijen bij de totstandkoming van het Arboplusconvenant? 2 Welke middelen zijn ingezet ter uitvoering van het convenant? Uitvoering 3 Welke uit te voeren maatregelen en activiteiten zijn geformuleerd en hoe zijn deze uitgewerkt? 4 Zijn de voorgenomen maatregelen en activiteiten uitgevoerd en op welke wijze is dit verlopen? Wat waren de taken van de BBC, de projectorganisatie, de klankbordgroepen, de uitvoerende organisaties, etc.? Welke maatregelen, activiteiten en producten zijn er ontwikkeld, verspreid en uitgevoerd? Hoe oordelen betrokkenen over het proces van uitvoering? 5 Zijn er succes- of belemmerende factoren te benoemen in de uitvoering van het convenant? Resultaten 6 Hebben de communicatie- en voorlichtingsactiviteiten de werkgevers en werknemers bereikt? Zijn zij op de hoogte van de maatregelen uit het convenant? Hoe oordelen zij over de duidelijkheid, frequentie, gebruikte kanalen en de inhoud van de informatie? 7 Zijn de maatregelen daadwerkelijk geïmplementeerd? 8 Wat zijn de ervaringen van werkgevers en werknemers met de activiteiten en producten en hoe oordelen zij over de bruikbaarheid en kwaliteit ervan? 9 Welke activiteiten en producten zijn te beschouwen als successen en in welke mate zijn deze overdraagbaar? 17

18 Effecten 10 Is er verschil opgetreden ten opzichte van de nulmeting: in de mate waarin fysieke werkbelasting voorkomen? in het ziekteverzuim? in het voorkomen van agressie en geweld? in blootstelling aan belastende fysische omstandigheden? 11 Zijn de gekwantificeerde doelstellingen (op branche- en deelsectorniveau) van het convenant bereikt? Zo ja, wat was de meerwaarde van de convenantactiviteiten? Zo nee, wat zijn hiervoor verklaringen? 12 Heeft het convenant geleid tot bewustwording bij werkgevers en werknemers over de noodzaak van een goed arbobeleid en het voorkomen van knelpunten op het gebied van arbeidsrisico's/gezondheidsklachten? Overkoepelende conclusies doeltreffendheid, doelmatigheid en kosteneffectiviteit 13 Welke conclusies zijn op basis van antwoorden op de voorgaande vragen te trekken over de doeltreffendheid van het convenant (hebben de maatregelen bijgedragen aan het bereiken van de effecten)? 14 Welke conclusies zijn te trekken over de doelmatigheid van de uitvoering (is er een balans tussen inzet van middelen en uitvoering)? 15 Wat is de kosteneffectiviteit van het convenant (wat is de omvang van de baten ten opzichte van de kosten)? Duurzaamheid 16 Zijn de resultaten en effecten van het convenant duurzaam? Zijn er afspraken over voortzetting van het beleid op branche of sectoraal niveau? Hebben bedrijven de convenantmaatregelen geïntegreerd in de bedrijfsvoering? Is er commitment bij de convenantpartijen voor voortzetting van het beleid? 17 Wat is de behoefte bij ondernemers en werknemers aan verdere ondersteuning op het gebied van arbeidsomstandigheden in de toekomst? 1.3 Opzet van het onderzoek Het onderzoek bestond uit een studie van documenten, interviews met de leden van de BBC en de projectorganisatie, een schriftelijke enquête onder werknemers en een telefonische enquête onder werkgevers. Hieronder lichten we deze onderzoeksactiviteiten toe Documentenstudie en interviews Documentenstudie Tijdens het onderzoek zijn alle relevante stukken bestudeerd die gedurende de looptijd van het Arboplusconvenant zijn verschenen, zoals vergaderverslagen, notities en rapporten. Deze informatie biedt een goede basis om de uitvoering van het convenant en de besluitvorming te reconstrueren. Concreet zijn de volgende documenten bestudeerd: Het Arboplusconvenant Het plan van aanpak Verslagen van de BBC-vergaderingen Notities van de projectorganisatie 18

19 Uitgevoerd onderzoek (o.a. nulmeting arbeidsomstandigheden, onderzoeken naar geluid en fysische werkomstandigheden in zwembaden) Producten en diensten Communicatie-uitingen De website Interviews Met alle leden van de BBC 1 is een face-to-face interview gehouden om inzicht te krijgen in de wijze waarop het convenant is uitgevoerd, de (visie op) de resultaten die zijn bereikt en de mogelijkheden voor borging van het arbobeleid in de branche. Voor de interviews is een checklist opgesteld (zie bijlage 4) Werknemersenquête (eindmeting) De werknemersenquête had tot doel inzicht te geven in de mate van realisatie van de doelstellingen van het Arboplusconvenant, de bekendheid, het gebruik en de beoordeling van het convenant. Monitor arboconvenanten Overeenkomstig de afspraken met het ministerie van SZW is net als bij de nulmeting (grotendeels) gebruik gemaakt van de standaardmodules van de Monitor Arboconvenanten. Het ministerie heeft de Monitor Arboconvenanten laten ontwikkelen met als doel een instrument te hebben om arbeidsrisico s in verschillende sectoren in beeld te brengen. De Monitor Arboconvenanten is een modulair opgebouwde schriftelijke vragenlijst, bestemd voor werknemers. Aan de bij de nulmeting gebruikte modules is nog een module over de bekendheid en het gebruik van het Arboplusconvenant toegevoegd. De vragenlijst is opgenomen in bijlage 5. Steekproef werknemers Om de vragenlijsten onder werknemers in de recreatie te verspreiden, zou net als bij de nulmeting bij voorkeur gebruik gemaakt moeten worden van de werknemersadministratie van het UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen). Dit zou de vergelijkbaarheid bevorderen. Medewerking van het UWV was echter niet mogelijk, vanwege: 1 de korte doorlooptijd van dit onderzoek (de start was in maart, het eindrapport moest voor 1 juli 2007 zijn afgerond) 2 de overdracht van de heffings- en inningsadministratie van het UWV naar de Belastingdienst tussen 2006 en De ervaring is dat het medewerking vragen aan het UWV, zeker nu er sprake is van een overgangssituatie, een tijdrovende aangelegenheid is. In overleg met de BBC is gebruik gemaakt van de adresgegevens die zijn ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds Recreatie (SPRecreatie). Sinds eind 2004 kent de branche een eigen pensioenfonds dat verplicht is voor de hele bedrijfstak. 2 Net als het UWV-bestand is dit bestand dekkend voor de gehele werknemerspopulatie. De uitvoering is ondergebracht bij Interpolis Pensioenbeheer. Werkgevers zijn verplicht melding te maken van iedere 1 Met uitzondering van een persoon die helaas tijdens de onderzoeksperiode ziek was. 2 Hiervoor waren werknemers ondergebracht in het Pensioenfonds Horeca en Catering. 19

20 werknemer die in of uit dienst treedt. Uit het totale adressenbestand, dat eind maart namen telde, is een willekeurige steekproef getrokken. De steekproefopzet is dezelfde als bij de nulmeting. Er is gestratificeerd naar type bedrijf (1.350 medewerkers in zweminrichtingen en werknemers in de verblijfsrecreatie). Vanwege de vergelijkbaarheid met de nulmeting zou de eindmeting idealiter in dezelfde periode moeten plaatsvinden (juni). De recreatiebranche telt in het hoogseizoen namelijk meer (veelal jonge) seizoens- en hulpkrachten. Uit de nulmeting bleek dat deze groep minder verzuimt. Het was echter niet mogelijk de eindmeting in juni te houden, omdat het convenant op 1 juli 2007 afloopt. Om tijdig een eindrapport te kunnen afleveren, was enquêtering in de maand april nodig. Zoals hieronder zal blijken, heeft het meetmoment van de eindmeting (april 2007) mogelijk invloed gehad op de samenstelling van de respons op het werknemersonderzoek. Uitvoering schriftelijke enquête De schriftelijke enquête is verzonden op 13 april De werknemers hadden tot en met 9 mei de tijd om de vragenlijst in te vullen en te retourneren. Om de respons te verhogen hebben de werknemers twee weken na verzending van de vragenlijst een herinneringsbrief ontvangen waarin zij nogmaals werden gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. De geretourneerde vragenlijsten zijn ingevoerd. De gegevens zijn door de onderzoeker, in samenwerking met het Analysebureau van Research voor Beleid opgeschoond, bewerkt en geanalyseerd. Respons Net als bij de nulmeting zijn in totaal vragenlijsten verstuurd naar werknemers. Daarvan zijn er 756 geretourneerd (22%). In vergelijking met de nulmeting is de respons beduidend lager uitgevallen. Bij de nulmeting retourneerden medewerkers de vragenlijst, dat is 32% van de steekproef. Een verklaring is het uitzonderlijk mooie weer in april 2007 en het feit dat de meivakantie in de responsperiode viel. Tijdens mooi weer en de vakantieperiode is het voor medewerkers in de recreatiebranche bijzonder druk. Een andere mogelijke verklaring is het gebruik van het adressenbestand van SPRecreatie in plaats van het adressenbestand van het UWV. Gedurende de responsperiode belden enkele werknemers naar Research voor Beleid om te melden dat zij niet meer werkzaam zijn in de branche en de vragenlijst daarom niet invulden. Navraag bij SPRecreatie leverde op dat werknemers na uitdiensttreding nog een half jaar opgenomen blijven in het adressenbestand, vanwege de administratieve afwikkeling. Het adressenbestand van SPRecreatie is mogelijk dus minder up to date dan dat van het UWV. Of en in hoeverre dit daadwerkelijk het geval is, is onduidelijk. Representativiteit en weging De samenstelling van de groep respondenten van de eindmeting is vergeleken met de samenstelling van de werknemerspopulatie ten tijde van de enquête (april 2007). Daaruit blijkt dat er vrij grote verschillen zijn. In de onderste tabel is de eindmeting vergeleken met de populatie. 20

21 Tabel 1.1 Populatie en respons naar geslacht en leeftijdsklasse Respons eindmeting Werknemerspopulatie april 2007 Man 27% 38% Vrouw 73% 62% t/m 24 jaar 15% 35% 25 t/m 34 jaar 16% 17% 35 t/m 44 jaar 25% 21% 45 t/m 54 jaar 30% 17% 55 jaar en ouder 13% 9% Vrouwen hebben beduidend vaker gerespondeerd dan mannen. Werknemers van 45 tot en met 54 jaar hebben vaker gerespondeerd dan jongeren tot en met 24 jaar. De scheve verhoudingen in de eindmeting zouden er toe kunnen leiden dat verkeerde conclusies worden getrokken over de realisatie van de doelstellingen van het convenant. Om dit te voorkomen, is de eindmeting gewogen naar de verhoudingen in de populatie (geslacht en leeftijd). Dit betekent dat aan iedere respondent een gewicht is toegekend en dat het gewicht hoger is als de respondent behoort tot de ondervertegenwoordigde categorieën. Deze weging op basis van leeftijd en geslacht voorkomt dat de respons op de enquête afwijkt van de gehele werknemerspopulatie. De eindmeting geeft hierdoor een representatief beeld van de stand van zaken onder werknemers in april De eindmeting is qua werknemerssamenstelling niet helemaal vergelijkbaar met de nulmeting. Door het moment van enquêteren (april) en het gebruik van een ander bestand omvat de eindmeting vooral de vaste kern van werknemers in de branche die het hele jaar door werkzaam zijn. De nulmeting van juni 2004 beschreef in sterkere mate ook de groep tijdelijke seizoenswerknemers. De eindmeting verschilt op de volgende aspecten: Het pensioenbestand is deels vervuild met werknemers die uit dienst zijn en dus de vragenlijst niet invullen. Dit zullen vaker jonge (seizoens)krachten zijn die in het naseizoen van 2006 nog in de branche werkzaam waren. Bedrijven nemen in april de veelal jonge hulp- en seizoenskrachten aan. Deze groep wordt dan opgenomen in het pensioenbestand, maar is feitelijk nog niet werkzaam. De respons zal dus lager uitvallen bij deze groep. Tegenover de lage respons bij jonge seizoenskrachten staat een hoge respons van ouderen en vrouwen. Dit hangt mogelijk samen met de vrij hoge respons bij de zweminrichtingen, waar meer vrouwen en ouderen werken dan in de verblijfsrecreatie. 1 De hoge respons bij de zweminrichtingen is te verklaren doordat er in het voorseizoen relatief meer mensen werkzaam zijn dan in de verblijfsrecreatie. Het uitzonderlijke mooie weer in april 2007 kan bovenstaande effecten versterkt hebben. Juist werknemers die minder te maken hebben met seizoensdrukte (zoals de vaste kern van wat ouder, veelal vrouwelijk personeel in binnenzwembaden) hebben de vragenlijst ingevuld (zie bijlage 7). 1 Bedrijfschap Horeca en catering, Trendonderzoek in-, door- en uitstroom van werknemers Verblijfsrecreatie en zweminrichtingen (2006) en de samenvatting en beoordeling van het trendonderzoek door Research voor Beleid. 21

22 Herweging van de eindmeting naar de verhoudingen in de nulmeting is niet mogelijk, omdat seizoensmedewerkers niet zijn opgenomen als aparte categorie in de vragenlijsten van de nul- en eindmeting. Bij wijze van test is de eindmeting wel gewogen naar de verhoudingen in de nulmeting op de kenmerken aantal jaren werkzaam in de organisatie en contracttype (vragen 5 en 6 vragenlijst werknemers). Deze kenmerken vertonen mogelijk samenhang met het al dan seizoenskracht-zijn. Deze wegingsmethode leidde echter niet tot andere conclusies over de realisatie van de doelstellingen. Daarom is deze weegmethode niet gehanteerd bij de presentatie van tabellen in dit rapport Werkgeversenquête De werkgeversenquête had tot doel een beeld te geven van de mate waarin de in het convenant genomen maatregelen hun weg hebben gevonden naar de werkgevers. De steekproef is getrokken uit het werkgeversbestand (op vestigingsniveau) van het Sociaal Fonds Recreatie (SFRecreatie). De steekproef was niet volledig aselect. De qua omzet grootste tien bedrijven zijn benaderd. Daarnaast zijn 190 willekeurige andere bedrijven benaderd. Er heeft geen weging van de resultaten plaatsgevonden. Dit leidt waarschijnlijk niet tot een vertekend beeld, omdat niet alle grote bedrijven hebben gerespondeerd. De respons op de enquête is 50% (100 zweminrichtingen en verblijfsrecreatiebedrijven). De enquête geeft daarmee een indicatief beeld. Bij een dergelijke steekproefomvang kunnen de uitkomsten van de enquête maximaal 9,5% afwijken van de werkelijke percentages bij alle bedrijven uit de branche (bij een betrouwbaarheidsniveau van 95%). De respons is weergegeven in tabel 1.2. Tabel 1.2 Respons naar grootteklasse in aantal werknemers Grootteklasse Respons Kleine bedrijven (1 t/m 9 werknemers) 49 Middelgrote bedrijven (10 t/m 49 werknemers) 34 Grote bedrijven (50 en meer werknemers) 17 Totaal 100 Gevraagd is naar de persoon binnen de organisatie die verantwoordelijk is voor het arbobeleid. In de meeste gevallen is gesproken met de directeur/eigenaar of de algemeen manager. De vragen gingen in op bekendheid, gebruik en oordeel over het convenant en de convenantsproducten en diensten en de borging van arbobeleid in de organisatie en in de branche. De vragenlijst is opgenomen in bijlage 6. 22

23 2 Doelmatigheid In dit hoofdstuk staat de doelmatigheid van het Arboplusconvenant Recreatie centraal. Onder doelmatigheid verstaan we de wijze waarop het uitvoeringsproces heeft plaatsgevonden en of dat conform de geest en afspraken van het convenant is geweest. Allereerst zijn in paragraaf 2.1 de projectorganisatie en delen uit het Plan van Aanpak weergegeven. Vervolgens behandelt paragraaf 2.2 het verloop van het proces en paragraaf 2.3 de ervaringen uit het veld. Het hoofdstuk geeft daarmee antwoord op de volgende onderzoeksvragen: Welke middelen zijn ingezet ter uitvoering van het convenant? Wat waren de taken van de BBC, de projectorganisatie, de uitvoerende organisaties, etc? Hoe oordelen betrokkenen over het proces van uitvoering? 2.1 Projectorganisatie Het Arboplusconvenant heeft een totale looptijd van 2½ jaar: van 9 december 2004 tot 1 juli Gedurende de looptijd is een infrastructuur opgezet die belast is met de projectorganisatie en de concrete uitvoering van het convenant: het Brancheloket Recreatie, vanaf medio 2005 Knooppunt Recreatie geheten. De totstandkoming, aansturing en evaluatie van het Arboplusconvenant is in handen van de branchebegeleidingscommissie (BBC). In deze paragraaf komen het plan van aanpak en de gemaakte afspraken over de projectorganisatie aan de orde Knooppunt Recreatie Hoofdtaken en speerpunten Het Knooppunt Recreatie is ingesteld als projectorganisatie. Het Plan van Aanpak noemt de volgende concrete hoofdtaken van het Knooppunt Recreatie: 1 procesondersteuning van de BBC 2 inhoudelijk: uitvoering van het convenant a. bewaking en uitvoering van het Plan van Aanpak b. helpdeskfunctie c. verzamelen en verspreiden branchespecifieke informatie (o.a. kerncijfers) d. het onderhouden van contacten met diverse partijen betrokken bij het Plan van Aanpak e. inhoudelijke en procesmatige aansturing van externe bureaus betrokken bij de uitwerking van het Arboplusconvenant f. bewaking van financiën en verzorgen van periodieke rapportages over de voortgang. In het Plan van Aanpak zijn verscheidene maatregelen genoemd om de doelstellingen te realiseren. Het volgende hoofdstuk gaat nader in op deze maatregelen. Om de maatregelen bekend te maken in de branche en aan te laten sluiten bij de branchespecifieke situatie en behoeften, zijn enkele speerpunten benoemd van het Knooppunt Recreatie. 1 Vanaf 1 april 2007 mogen geen nieuwe activiteiten meer worden ingezet voor het convenant. 23

Arbeidsomstandigheden in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen

Arbeidsomstandigheden in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen Arbeidsomstandigheden in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen Nulmeting arboplusconvenant Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Sociaal Fonds Verblijfsrecreatie Lilian van der Linden Mirjam

Nadere informatie

Eindevaluatie Arboconvenant Agrarische sectoren

Eindevaluatie Arboconvenant Agrarische sectoren Eindevaluatie Arboconvenant Agrarische sectoren Mirjam Engelen Miranda Grootscholte B3209 / 2 april 2007 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Inleiding Op 2 juli 2002 is het Arboconvenant Agrarische

Nadere informatie

Intentieverklaring Arbeidsomstandigheden Schoonmaak- en reinigingssector

Intentieverklaring Arbeidsomstandigheden Schoonmaak- en reinigingssector Intentieverklaring Arbeidsomstandigheden Schoonmaak- en reinigingssector Ondergetekenden, De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer drs. J.F. Hoogervorst, hierna te noemen: de overheid

Nadere informatie

SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL!

SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL! SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL! Aanleiding Het Vervangingsfonds voert regelmatig grootschalige projecten of programma s uit om een extra impuls te geven aan de aanpak van het ziekteverzuim in

Nadere informatie

Arbocatalogus Tuincentra

Arbocatalogus Tuincentra Arbocatalogus Tuincentra Arbocatalogus Tuincentra Voorwoord Voor u ligt de Arbocatalogus Tuincentra, het oplossingenboek voor arborisico s in tuincentra. In de tuincentra denken we bij veiligheid automatisch

Nadere informatie

Servicecentrum Particuliere Beveiliging

Servicecentrum Particuliere Beveiliging 2014 Achtergrondinformatie Beveiligingsbranche Circa 300 bedrijven vallen onder de cao Particuliere Beveiliging. In de branche zijn naar schatting 30.000 beveiligers actief, 80% daarvan is werkzaam bij

Nadere informatie

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Januari 2015 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Opzet... 5 1.2 Leeswijzer... 6 2. Inventarisatie medewerkers arbeidsbeperking...

Nadere informatie

SAMENVATTING EINDEVALUATIE ARBOCONVENANT KOEK EN SNOEP

SAMENVATTING EINDEVALUATIE ARBOCONVENANT KOEK EN SNOEP SAMENVATTING EINDEVALUATIE ARBOCONVENANT KOEK EN SNOEP In opdracht van de branchebegeleidingscommissie (BBC) heeft Regioplan de eindevaluatie uitgevoerd van het Arboconvenant Suikerverwerkende Industrie

Nadere informatie

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers drs. F.M.J. Westhof Zoetermeer, december 2005 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

Nadere informatie

Arboconvenant ambulancezorg inzake psychische en fysieke belasting en terugdringing van ziekteverzuim

Arboconvenant ambulancezorg inzake psychische en fysieke belasting en terugdringing van ziekteverzuim SZW Arboconvenant ambulancezorg inzake psychische en fysieke belasting en terugdringing van ziekteverzuim Ondergetekenden, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer drs. M. Rutte,

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW - eindrapport - drs. L.F. Heuts drs. R.C. van Waveren Amsterdam, december 2009

Nadere informatie

Arboplusconvenant Contractcatering

Arboplusconvenant Contractcatering SZW inzake verzuim- en reïntegratiebeleid, werkdruk en lichamelijke belasting Zeist, 30 maart 2005 Ondergetekenden, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend als bestuursorgaan,

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2011 t/m 2 e kwartaal 2012 MBO Raad Woerden, November 2012 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar

Nadere informatie

...NOG LANG NIET UITGESPEELD

...NOG LANG NIET UITGESPEELD Nieuwsbrief 14MSV3:Opmaak 1 7/9/07 12:16 PM Page 1...NOG LANG NIET UITGESPEELD De evaluatie van het Arbo(plus)convenant De highlights van het congres Gezond Uitgeven!... nog lang niet uitgespeeld Gezond

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Re-integratie door Keerpunt. Effectiviteit bij het voorkomen van WGA-instroom en ervaringen van werkgevers

Re-integratie door Keerpunt. Effectiviteit bij het voorkomen van WGA-instroom en ervaringen van werkgevers Re-integratie door Keerpunt Effectiviteit bij het voorkomen van WGA-instroom en ervaringen van werkgevers 9 mei 2017 Levert private WIA verzekering meerwaarde op voor de klant ten opzichte van publieke

Nadere informatie

Taak 1.1.8 Arbo >> Discussietaak Burcu Arslan 3T1A. Ergonomie. Arbozorg in de grafimedia

Taak 1.1.8 Arbo >> Discussietaak Burcu Arslan 3T1A. Ergonomie. Arbozorg in de grafimedia Taak 1.1.8 Arbo >> Discussietaak Burcu Arslan 3T1A Ergonomie Arbozorg in de grafimedia In de grafische sector zijn de laatste jaren behoorlijke inspanningen gedaan om een gezondere bedrijfstak te worden

Nadere informatie

Een branche in beweging

Een branche in beweging Technische Groothandel Een branche in beweging Vijf jaar Arboprogramma in de Technische Groothandel (2008-2013) een overzicht in vogelvlucht Geachte lezer, Arbo-ambassadeurs. Een Branche-RI&E, Arbocatalogus

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Plan van aanpak Rekenkamer Maastricht februari 2007 1 1. Achtergrond en aanleiding 1 De gemeente Maastricht wil maatschappelijke doelen bereiken.

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

ARBOCONVENANT SUIKERVERWERKENDE INDUSTRIE EN SUIKERWERK- EN CHOCOLADEVERWERKENDE INDUSTRIE. inzake RSI, Werkdruk en Vroegtijdige reïntegratie

ARBOCONVENANT SUIKERVERWERKENDE INDUSTRIE EN SUIKERWERK- EN CHOCOLADEVERWERKENDE INDUSTRIE. inzake RSI, Werkdruk en Vroegtijdige reïntegratie ARBOCONVENANT SUIKERVERWERKENDE INDUSTRIE EN SUIKERWERK- EN CHOCOLADEVERWERKENDE INDUSTRIE inzake RSI, Werkdruk en Vroegtijdige reïntegratie Ondergetekenden, De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

8b. (0,5 VE) Op welke manier wordt de blootstelling aan gevaarlijke stoffen beoordeeld? Geschat Gemeten Weet niet

8b. (0,5 VE) Op welke manier wordt de blootstelling aan gevaarlijke stoffen beoordeeld? Geschat Gemeten Weet niet Beleid en maatregelen vanuit bedrijf 7. (1 VE) Treft uw onderneming maatregelen gericht op het werken met gevaarlijke stoffen? (Toelichting: We bedoelen daarmee concrete maatregelen om de gezondheidsrisico

Nadere informatie

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert

Nadere informatie

Aan de slag met de Stoffenmanager Schoonmaak. Zo werk je prettiger!

Aan de slag met de Stoffenmanager Schoonmaak. Zo werk je prettiger! Aan de slag met de Stoffenmanager Schoonmaak Zo werk je prettiger! Vooraf Schoonmakers werken dagelijks met allerlei schoonmaak- en onderhoudsmiddelen. Hierin zitten stoffen die schadelijk kunnen zijn

Nadere informatie

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Oktober 2015 2 Management Summary Inleiding Ongeveer een jaar geleden heeft de gemeenteraad van Borger-Odoorn besloten om de winkels in haar gemeente

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

ARBO CONVENANT. Arboconvenant Industriële Reiniging en Scheepsonderhoud (ORSIMA) Eindevaluatie

ARBO CONVENANT. Arboconvenant Industriële Reiniging en Scheepsonderhoud (ORSIMA) Eindevaluatie ARBOCONVENANT Arboconvenant Industriële Reiniging en Scheepsonderhoud (ORSIMA) - Eindevaluatie ARBO CONVENANT Hanneke van Lindert Wietske Nijhof Arboconvenant Industriële Reiniging en Scheepsonderhoud

Nadere informatie

Je bedrijf, je lijf en RI&E. RecreatIE werkt er veilig mee!

Je bedrijf, je lijf en RI&E. RecreatIE werkt er veilig mee! Je bedrijf, je lijf en RI&E. RecreatIE werkt er veilig mee! Een RI&E Een RI&E? Ondernemen is risico s lopen Een ondernemer loopt risico s; dat weet u als geen ander. Een innovatie waarin u investeert moet

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 Willemstad, september 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat...

Nadere informatie

ARBO CONVENANT. Eindevaluatie Arboconvenant bitumineuze en kunststofdakbedekkingsbranche

ARBO CONVENANT. Eindevaluatie Arboconvenant bitumineuze en kunststofdakbedekkingsbranche ARBOCONVENANT Eindevaluatie Arboconvenant bitumineuze en kunststofdakbedekkingsbranche ARBO CONVENANT drs. E. van Doorn drs. C. van Rij drs. J. Soethout Eindevaluatie Arboconvenant bitumineuze en kunststofdakbedekkingsbranche

Nadere informatie

Arbeidsomstandigheden in de Ambulancezorg

Arbeidsomstandigheden in de Ambulancezorg Arbeidsomstandigheden in de Ambulancezorg Nulmeting Arboconvenant Eindrapport Een onderzoek in opdracht van de Branchebegeleidingscommissie Arboconvenant Ambulancezorg Marieke Vonk Mirjam Engelen B2941

Nadere informatie

MeetUp Verzuim. Draag bij aan de aanpak van verzuim! INZICHTEN & AANPAK! HANDREIKING VOOR ONDERNEMINGSRADEN

MeetUp Verzuim. Draag bij aan de aanpak van verzuim! INZICHTEN & AANPAK! HANDREIKING VOOR ONDERNEMINGSRADEN MeetUp Verzuim INZICHTEN & AANPAK! Draag bij aan de aanpak van verzuim! HANDREIKING VOOR ONDERNEMINGSRADEN Inleiding Het (langdurig) verzuim in de VVT stijgt de laatste paar jaar gestaag. De sociale partners

Nadere informatie

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012)

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012) -1- Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012) 1 Aanleiding voor het project Arbeidsparticipatie is een belangrijk onderwerp voor mensen met een chronische ziekte of functiebeperking

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA 'S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA 'S GRAVENHAGE Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA 'S GRAVENHAGE Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 782 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Rapportage onderzoeksproject Genieten aan tafel Een toegepast onderzoek naar maaltijdbeleving in verpleeghuizen

Rapportage onderzoeksproject Genieten aan tafel Een toegepast onderzoek naar maaltijdbeleving in verpleeghuizen Rapportage onderzoeksproject Genieten aan tafel Een toegepast onderzoek naar maaltijdbeleving in verpleeghuizen De samenvatting van de interventie Genieten aan tafel die in zorginstellingen is uitgevoerd,

Nadere informatie

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden. Aan: Gemeenteraad van Druten Druten, 27 juli 2015 Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, In de eerste rekenkamerbrief van 2015 komt inkoop en aanbesteding aan bod. Dit onderwerp heeft grote relevantie,

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 44 t/m 47 2015 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 23 november 2015 Projectnummer: 20645 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVAL 2014. December 2014 Marij Tillmanns 36683 GfK 2014 CTO Oval December 2014

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVAL 2014. December 2014 Marij Tillmanns 36683 GfK 2014 CTO Oval December 2014 CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVAL December Marij Tillmanns 36683 1 Inhoud 1. Management Summary 2. Resultaten Algemeen Overall tevredenheid Bedrijfsarts Casemanager Achtergrondkenmerken 3. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

GEZONDE HANDEL? HANDEL GEZOND! Stappenplan verbeteren arbeidsveiligheid

GEZONDE HANDEL? HANDEL GEZOND! Stappenplan verbeteren arbeidsveiligheid GEZONDE HANDEL? HANDEL GEZOND! Stappenplan verbeteren arbeidsveiligheid GEZONDE HANDEL? HANDEL GEZOND! Met deze brochure kunt u aan de hand van een eenvoudig stappenplan bepalen waar u als organisatie

Nadere informatie

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld. rriercoj Gemeenteraad Barneveld Postbus 63 3770 AB BARNEVELD Barneveld, 27 augustus 2015 f Ons kenmerk: Ö^OOJcfc Behandelend ambtenaar: I.M.T. Spoor Doorkiesnummer: 0342-495 830 Uw brief van: Bijlage(n):

Nadere informatie

PRAKTISCHE INSTRUMENTEN VOOR ARBORISICO S IN DE GRAFIMEDIA. RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie is wettelijk verplicht

PRAKTISCHE INSTRUMENTEN VOOR ARBORISICO S IN DE GRAFIMEDIA. RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie is wettelijk verplicht PRAKTISCHE INSTRUMENTEN VOOR ARBORISICO S IN DE GRAFIMEDIA RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie is wettelijk verplicht PRAKTISCHE INSTRUMENTEN VOOR ARBORISICO S IN DE GRAFIMEDIA Ondernemers in de Grafimedia,

Nadere informatie

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en 2007 ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en Kartonproducerende en - verwerkende industrieën.

Nadere informatie

vinger aan de pols van werkend Nederland

vinger aan de pols van werkend Nederland Innovaties voor Gezond en Veilig Werken IMPLEMENTATION AND EVALUATION OSH POLICIES NEA: vinger aan de pols van werkend Nederland De NEA Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden is het grootste iodieke onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 METINGEN 2004 EN 2006 B. Bieleman A. Kruize COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam:

Nadere informatie

Horeca en omzet. Samenvatting. Onderzoek onder 1016 horecagelegenheden. Maartje van Diepen/Noortje Antonis. F december 2008.

Horeca en omzet. Samenvatting. Onderzoek onder 1016 horecagelegenheden. Maartje van Diepen/Noortje Antonis. F december 2008. Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Horeca en omzet Onderzoek onder

Nadere informatie

M Scholing in het MKB. Waarom, hoe gevonden en bekostigd en wat knelt er? drs. W.D.M. van der Valk

M Scholing in het MKB. Waarom, hoe gevonden en bekostigd en wat knelt er? drs. W.D.M. van der Valk M200605 Scholing in het MKB Waarom, hoe gevonden en bekostigd en wat knelt er? drs. W.D.M. van der Valk Zoetermeer, juli 2006 Scholing in het MKB Een overgrote meerderheid van de bedrijven in het MKB besteedt

Nadere informatie

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................

Nadere informatie

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap Kwaliteit van Goed Werkgeverschap Meting KWH-Goed Werkgeverschaplabel Rapportage opgesteld door KWH in samenwerking met EVZ organisatie-advies Bijlagen Corporatie Rotterdam, 20xx Inhoudsopgave

Nadere informatie

Tevredenheid over MEE. Brancherapport 2011. Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913

Tevredenheid over MEE. Brancherapport 2011. Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913 Tevredenheid over MEE Brancherapport 2011 Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913 Zoetermeer, 21 december 2011 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

13. RI&E EN HET PLAN VAN AANPAK

13. RI&E EN HET PLAN VAN AANPAK 13. RI&E EN HET PLAN VAN AANPAK Om een goed arbobeleid te voeren, moet je inzicht hebben in de risico s binnen de organisatie. Pas als dat beeld compleet is, kunnen de maatregelen en oplossingen worden

Nadere informatie

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg Aanleiding en projectdoelstellingen Aanleiding In 2011 werd door de (toenmalige) portefeuillehouder Bevolkingszorg in het DB Veiligheidsberaad geconstateerd dat de nog te vrijblijvend door de gemeenten

Nadere informatie

Mens en Organisatie in het architectenbureau. Peiling juni 2013

Mens en Organisatie in het architectenbureau. Peiling juni 2013 Mens en Organisatie in het architectenbureau Peiling juni 2013 Inhoudsopgave Peiling Mens en Organisatie 3 Arbeidsrelaties 4 Beleid voor mens en organisatie: ontwikkeling 5 Beleid voor mens en organisatie:

Nadere informatie

Duurzame ontwikkeling

Duurzame ontwikkeling Duurzame ontwikkeling Rapportage duurzaamheid en groene energie 2010 Onderzoek & Statistiek Groningen is ondergebracht bij de dienst SOZAWE van de Gemeente Groningen Duurzame ontwikkeling Rapportage duurzaamheid

Nadere informatie

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Regeling studiefaciliteiten duurzame inzetbaarheid Vastgesteld bij besluit nr. 2015cb0168 van het College van Bestuur op 18 mei 2015 Deze regeling treedt in werking per 1 juni 2015 en vervangt de Regeling

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek 4. SAMENVATTING Op 7 mei 2002 is in het Staatsblad 2002 nummer 201 de gewijzigde Tabakswet gepubliceerd. Naar aanleiding hiervan wil de Keuringsdienst van Waren goed inzicht in de naleving van het onderdeel

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid

Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid Jose Gravesteijn Jaap de Koning Kim Weistra Presentatie voor een bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar en Recht, 14 april 2016 Inhoud Hoofdpunten

Nadere informatie

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten Effecten van cliëntondersteuning Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten MEE Nederland, 4 februari 2014 1. Inleiding In deze samenvatting beschrijven

Nadere informatie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Quick scan re-integratiebeleid Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Doetinchem, 16 december 2011 1 1. Inleiding De gemeenteraad van Doetinchem heeft op 18 december 2008 het beleidsplan

Nadere informatie

Groepstrajecten Agressie- en Weerbaarheidsonderzoek (AWO) Gehandicaptenzorg

Groepstrajecten Agressie- en Weerbaarheidsonderzoek (AWO) Gehandicaptenzorg Groepstrajecten Agressie- en Weerbaarheidsonderzoek (AWO) Gehandicaptenzorg Achtergrond Het Programma Veilige Publieke Taak (VPT) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)

Nadere informatie

ARBOCONVENANT Arboconvenant Houthandel - Eindevaluatie ARBO CONVENANT. Arboconvenant Houthandel. Eindevaluatie

ARBOCONVENANT Arboconvenant Houthandel - Eindevaluatie ARBO CONVENANT. Arboconvenant Houthandel. Eindevaluatie ARBOCONVENANT Arboconvenant Houthandel - Eindevaluatie ARBO CONVENANT Arboconvenant Houthandel Eindevaluatie Bureau Bartels B.V. Amersfoort Arboconvenant Houthandel Eindevaluatie Onderzoek uitgevoerd in

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005. Hoe maak ik een jeugdenquête

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005. Hoe maak ik een jeugdenquête Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005 Hoe maak ik een jeugdenquête Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Wanneer een enquête 4 Hoofdstuk 2 Hoe maak ik een enquête 5 Hoofdstuk 3 Plan van aanpak

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

Toezichthouders in de wijk

Toezichthouders in de wijk Toezichthouders in de wijk Hoe ervaren inwoners uit Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht de aanwezigheid van Toezichthouders? Inhoud: 1 Conclusies 2 Bekendheid 3 Effect 4 Waardering taken Hondengerelateerde

Nadere informatie

PILOT. Nieuw werkproces voor loonkostensubsidie. Alles over de pilot

PILOT. Nieuw werkproces voor loonkostensubsidie. Alles over de pilot PILOT Nieuw werkproces voor loonkostensubsidie Alles over de pilot 1 Alles over de pilot loonkostensubsidie Loonkostensubsidie: het kan makkelijker en eenduidiger. Voor werkgevers én voor gemeenten. Dat

Nadere informatie

Inleiding. De volgende vijf onderzoeksthema s stonden centraal

Inleiding. De volgende vijf onderzoeksthema s stonden centraal 1 Inleiding Onderzoek Eind 2012 hebben de werkgevers en vakbonden vertegenwoordigd in de ROM AStri Beleidsonderzoek en advies opdracht gegeven voor een onderzoek naar de kosten en de opbrengsten van de

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013. Gemeente Vlissingen

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013. Gemeente Vlissingen MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013 Gemeente Vlissingen Voorwoord Groningen, september 2013 Voor u ligt het resultaat van het in 2012 en 2013 gehouden onderzoek naar de MKBvriendelijkste

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. InterLuceo

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. InterLuceo Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van InterLuceo Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: InterLuceo Inleiding Voor u ligt de definitieve rapportage van het tevredenheidsonderzoek van

Nadere informatie

Het stappenplan. Inleiding

Het stappenplan. Inleiding Het stappenplan Inleiding Op de pagina instrumenten op Overstag.nu vind je instrumenten, informatie en inspiratie om binnen je eigen organisatie met het thema duurzame inzetbaarheid aan de slag te gaan.

Nadere informatie

Afstudeeropdracht. Win - Win

Afstudeeropdracht. Win - Win Agenda Afstudeeropdracht Aanleiding Twee elementen uitgelicht Methodologische verantwoording Normenkader Beheerplan wegen Richtlijnen en doelstellingen Kwaliteit van de doelstellingen De praktijk Conclusies

Nadere informatie

Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden

Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden Syllabus Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden Verzuimpreventie, veilig werken en een integrale aanpak U lapt de regels van de Arbowet natuurlijk niet aan uw laars. Maar kent u al uw arboverantwoordelijkheden?

Nadere informatie

Wijziging Arbowet: wat verandert er in 2015?

Wijziging Arbowet: wat verandert er in 2015? Wijziging Arbowet: wat verandert er in 2015? Door Carolina Verspuij, trainer/adviseur Arbeid en Gezondheid SBI Formaat, 10/06/2015. Dit artikel is gepubliceerd door Werk en Veiligheid, Kerckebosch. Minister

Nadere informatie

Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS 18001-certificatie Samenvatting en conclusies

Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS 18001-certificatie Samenvatting en conclusies Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS 18001-certificatie Samenvatting en conclusies 26 juni 2013 > Samenvatting 2 > Conclusies 5 1 Samenvatting en conclusies Deze samenvatting en conclusies komen uit het

Nadere informatie

Yes We Can Fellow onderzoek

Yes We Can Fellow onderzoek Yes We Can Fellow onderzoek Resultaten 2017 1 Inhoud Inleiding... 3 Respons... 3 Eigenschappen responsegroep... 3 Enkelvoudige of meervoudige problematiek... 4 Zorg voorafgaand aan opname... 4 Situatie

Nadere informatie

Zeist, 10 februari 2010

Zeist, 10 februari 2010 Loyalis Seminar Rien Fait, SOML Zeist, 10 februari 2010 Stichting Onderwijs Midden-Limburg (SOML) 4 brede scholengemeenschappen ruim 1.000 medewerkers tot 2001 structureel hoog ziekteverzuim: > 11% 2001:

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Van 24 t/m 28 maart vond de Week van Passend Onderwijs plaats. De Week is een initiatief van het ministerie van OCW en 22 onderwijsorganisaties,

Nadere informatie

Evaluatie Bewijs van Goede Dienst

Evaluatie Bewijs van Goede Dienst Evaluatie Bewijs van Goede Dienst Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten Postbus 30435 2500 GK Den Haag 14 juni 2013 Management summary In opdracht van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten

Nadere informatie

Rapportage toetsing Risico Inventarisatie en Evaluatie en Plan van aanpak

Rapportage toetsing Risico Inventarisatie en Evaluatie en Plan van aanpak Rapportage toetsing Risico Inventarisatie en Evaluatie en Plan van aanpak Aan Vlietkinderen t.a.v. Vanessa van Zee Bucaillestraat 6 2273 CA Voorburg Datum 10 maart 2015 Versie Projectnummer Van Definitief

Nadere informatie

Samenvatting. Het antwoord op vraag 4 is niet in deze samenvatting opgenomen. We verwijzen naar bijlage 3 van dit rapport.

Samenvatting. Het antwoord op vraag 4 is niet in deze samenvatting opgenomen. We verwijzen naar bijlage 3 van dit rapport. Samenvatting Aanleiding en doelstelling van het onderzoek Het ministerie van Justitie heeft in het voorjaar van 2003 kenbaar gemaakt behoefte te hebben aan een implementatie-evaluatie van het Keurmerk

Nadere informatie

Internetpanel over de proef met de gratis bus

Internetpanel over de proef met de gratis bus Internetpanel over de proef met de gratis bus Internetpanel over de proef met de gratis bus In opdracht van: Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Rapportage door: Team Beleidsonderzoek & Informatiemanagement

Nadere informatie

Internetpeiling ombuigingen

Internetpeiling ombuigingen Internetpeiling ombuigingen In opdracht van: Gemeente Sittard-Geleen januari 2012 Flycatcher Internet Research, 2004 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Hoe blijf je er gezond bij?

Hoe blijf je er gezond bij? Het Nieuwe Werken Hoe blijf je er gezond bij? Aandachtspunten bij een verantwoorde introductie W&V-64L240-A5 folder_07_def.indd 1 10-09-10 09:19 W&V-64L240-A5 folder_07_def.indd 2 10-09-10 09:19 Het Nieuwe

Nadere informatie

Onderzoek naar termijnoverschrijding bij afhandeling WOZ-bezwaren

Onderzoek naar termijnoverschrijding bij afhandeling WOZ-bezwaren WAARDERINGSKAMER Onderzoek naar termijnoverschrijding bij afhandeling WOZ-bezwaren Een onderzoek naar overschrijding van de jaargrens bij de afhandeling van WOZ-bezwaarschriften 18 juli 2014 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlage: De standaard rekenregels voor verzuimmaten...11

Inhoudsopgave. Bijlage: De standaard rekenregels voor verzuimmaten...11 Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2013 t/m 2 e kwartaal 2013 MBO Raad Woerden, oktober 2013 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar informatie...

Nadere informatie

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Digitaal Cursisten - Panelonderzoek 1 WoonWerk Jonna Stasse Woerden, mei 2007 In geval van overname van het datamateriaal is bronvermelding

Nadere informatie