De 'papieren' schenking is een schenking ter zake des doods; de erfrechtelijke renteovereenkomst ook?!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De 'papieren' schenking is een schenking ter zake des doods; de erfrechtelijke renteovereenkomst ook?!"

Transcriptie

1 Publicatie Jaargang 13 Publicatiedatum Afleveringnummer 9 Artikelnummer 42 Titel Auteurs Samenvatting Paginanummers Rubriek FTV: Fiscaal Tijdschrift Vermogen De 'papieren' schenking is een schenking ter zake des doods; de erfrechtelijke renteovereenkomst ook?! Mr. P. Blokland, Notaris en estate planner bij De Kort van der Kolk van Tuijl Notarissen te Tilburg en lid Wetenschappelijke Adviesraad EPN. Recentelijk besliste de Hoge Raad dat een papieren schenking geldt als schenking ter zake des doods in de zin van art. 7:177 BW. In dit artikel wordt bezien of de uitspraak eveneens van belang is voor de erfrechtelijke renteovereenkomst en zo ja, wat daarvan de praktische consequenties zijn. Artikel FTV 2012(9) 42 De 'papieren' schenking is een schenking ter zake des doods; de erfrechtelijke renteovereenkomst ook?! De 'papieren' schenking is een schenking ter zake des doods; de erfrechtelijke renteovereenkomst ook?! Recentelijk besliste de Hoge Raad dat een papieren schenking geldt als schenking ter zake des doods in de zin van art. 7:177 BW. In dit artikel wordt bezien of de uitspraak eveneens van belang is voor de erfrechtelijke renteovereenkomst en zo ja, wat daarvan de praktische consequenties zijn. 1. Inleiding Bij de papieren schenking, ofwel de schuldigerkenning uit vrijgevigheid, schenkt de schenker een bedrag aan de begiftigde en leent dat ogenblikkelijk weer terug. Het eindresultaat van de transactie is dus dat de begiftigde een vordering op de schenker heeft verkregen. De bedoeling is over het algemeen dat de geschonken vordering pas kan worden opgeëist als de schenker komt te overlijden, zodat diens nalatenschap dan minder groot is en er erfbelasting wordt bespaard. Voor zover een schenking de strekking heeft dat ze pas na het overlijden van de schenker zal worden uitgevoerd, en niet reeds tijdens het leven van de schenker is uitgevoerd, vervalt zij met het overlijden van de schenker, tenzij de schenking door de schenker persoonlijk is aangegaan en daarvan een notariële akte is opgemaakt, aldus art. 7:177 lid 1 BW. In de vakliteratuur is er nogal wat discussie geweest over de vraag, of een papieren 1/11

2 schenking als een schenking ter zake des doods moet worden gekwalificeerd en dus bij notariële akte dient te geschieden. Enerzijds kan worden gesteld dat het veelal de bedoeling is dat het verrichten van de toegezegde hoofdprestatie - het uitbetalen van het geschonken bedrag - pas bij het overlijden van de schenker zal geschieden. Anderzijds kan ook zeker niet worden ontkend dat er in de meeste gevallen ook tijdens het leven van de schenker al het een en ander gebeurt; meestal betaalt de schenker immers rente aan de begiftigden (om te ontkomen aan de toepassing van art. 10 Successiewet (hierna ook: SW)), en daarnaast moeten de begiftigden de geschonken vordering opgeven in box 3, waartegenover de schenker de schulden aan de begiftigden in box 3 kan aftrekken. In de praktijk is deze discussie overigens altijd een tamelijk academische geweest, nu de Belastingdienst vanaf de invoering van het nieuwe schenkingsrecht in 2003 het standpunt innam dat een schenking op papier alleen als aftrekpost voor de erfbelasting wordt geaccepteerd als deze in een notariële akte is vastgelegd. Zie bijvoorbeeld al in 2003 het standpunt van het Specialistenteam Successie en Schenking Zwolle 25 november 2003, weergegeven in Notafax 2003/257. Ook staatssecretaris De Jager gaf ter gelegenheid van de aanpassing van de Successiewet per 1 januari 2010 aan dat bij een schuldigerkenning uit vrijgevigheid sprake is van een schenking ter zake des doods, tenzij op enig moment civielrechtelijk het tegendeel mocht komen vast te staan: Tevens is gevraagd of voor het doen van schuldigerkenningen het vormvereiste van een notariële akte geldt. Artikel 7:177 Burgerlijk wetboek stelt een notariële akte verplicht voor de schenking die pas na het overlijden zal worden uitgevoerd. In welke gevallen sprake is van een dergelijke schenking, en dus een notariële akte verplicht is wil de schuldigerkenning na het overlijden van de schuldenaar nog bestaan, is een civielrechtelijke vraag. Deze vraag dient eerst beantwoord te worden alvorens kan worden bepaald of de schuld ten gevolge van de schuldigerkenning bestaat en dus toegelaten kan worden tot het passief van de nalatenschap. Ik leg het bepaalde in artikel 7:177 BW zo uit dat voor een schuldigerkenning van een geldsom die eerst opeisbaar wordt bij overlijden van de persoon die de schuldigerkenning verricht, een notariële akte vereist is. [noot:1] In de praktijk speelde men dan ook op safe, zodat de papieren schenking vrijwel altijd in een notariële akte werd vastgelegd. Op 9 december 2011 (LJN BU7268) heeft de Hoge Raad de knoop doorgehakt en geoordeeld dat onderhands aangegane papieren schenkingen vervallen met het overlijden van de schenker en dus niet als aftrekpost voor de erfbelasting kunnen worden opgevoerd: Ingevolge het bepaalde in artikel 7:177, lid 1, BW vervalt een schenking met het overlijden van de schenker voorzover zij de strekking heeft pas na het overlijden van de schenker te worden uitgevoerd en zij niet reeds tijdens leven is uitgevoerd, tenzij de schenking door de schenker persoonlijk is aangegaan en van de schenking een notariële akte is opgemaakt. Met het begrip uitgevoerd in deze bepaling wordt gedoeld op de (feitelijke) nakoming van de verbintenis die uit de schenkingsovereenkomst voortvloeit De door erflaatster bij de onderhandse akten schuldig erkende bedragen waren (...) pas opeisbaar bij haar overlijden. Het hof heeft hieraan kennelijk en - gelet op het hiervoor in overwogene - terecht de gevolgtrekking verbonden dat de bij de onderhandse akten gedane schenkingen de strekking hadden pas na het leven van erflaatster te worden uitgevoerd. Hieraan doet niet af dat rente over de schuldig erkende bedragen is bedongen, ook niet indien die rente bij leven van erflaatster is betaald. Ook s Hofs oordeel dat de schenkingen niet bij leven van erflaatster zijn uitgevoerd geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, terwijl het voor het overige, als verweven met waarderingen van feitelijke aard, in cassatie niet op juistheid kan worden getoetst. Dit oordeel is voorts niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. [noot:2] De vraag die ons in dit artikel bezighoudt, is of hetgeen de Hoge Raad heeft beslist ook 2/11

3 van belang is voor de erfrechtelijke renteovereenkomst. Alvorens die vraag te beantwoorden en de consequenties van het antwoord te inventariseren, zal eerst kort worden ingegaan op de relevantie van deze rechtsfiguur in de praktijk. 2. Waarom een renteovereenkomst? De vordering die een kind op grond van art. 4:13 lid 3 BW in het kader van de wettelijke verdeling op de langstlevende echtgenoot verkrijgt, wordt, aldus art. 4:13 lid 4 BW, vermeerderd met een percentage dat overeenkomt met dat van de wettelijke rente, voor zover dit percentage hoger is dan zes. Deze wettelijke verhoging geldt niet als de erflater er bij testament van is afgeweken of als de langstlevende echtgenoot en het kind tezamen een andere rente zijn overeengekomen.[noot:3] Uiteraard komen dergelijke rentevaststellingen niet alleen voor in het kader van de wettelijke verdeling. Denk bijvoorbeeld aan een legaat tegen uitgestelde inbreng of een testament waarin de langstlevende partner tot enig erfgenaam wordt benoemd en de kinderen hun erfdeel tegoed houden in de vorm van een aan hen gelegateerd bedrag. De fiscale gevolgen van een dergelijke renteovereenkomst hangen af van het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten. Van belang zijn in dit verband de leden 3 en 4 van artikel 1 SW, luidende als volgt: 3. De verkrijging ten gevolge van de vaststelling van een rentevergoeding op grond van: a. een uiterste wilsbeschikking ten aanzien van vorderingen en schulden die zijn ontstaan krachtens erfrecht, of b. een overeenkomst als bedoeld in artikel 13, vierde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, wordt voor de toepassing van deze wet geacht alleen krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen indien deze binnen de met inachtneming van artikel 45 vastgestelde aangiftetermijn is vastgesteld of overeengekomen. 4. Indien de rentevergoeding, bedoeld in het derde lid, wordt vastgesteld of overeengekomen na de in dat lid bedoelde termijn, wordt het daaruit voortvloeiende voordeel geacht krachtens schenking te zijn verkregen. Kortom, als de rente wordt vastgesteld binnen de aangiftetermijn voor de erfbelasting, dan wordt deze - mits het testament de bevoegdheid tot vaststelling delegeert dan wel sprake is van een wettelijke verdeling - fiscaal als erfrechtelijke verkrijging aangemerkt, in de andere gevallen wordt de rente fiscaal als schenking beschouwd. Art. 1 lid 3 SW kan dus niet worden toegepast als de rentevaststelling weliswaar binnen de aangiftetermijn voor de erfbelasting plaatsvindt, maar een delegatie in het testament ontbreekt: Ter zijde wordt nog opgemerkt dat de erfgenamen altijd de mogelijkheid hebben om een andere rente vast te stellen, dan die geldt op grond van het wettelijk erfrecht of op grond van het testament. Indien daartoe noch artikel 13, vierde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, noch het testament aan de erfgenamen de mogelijkheid biedt, is sprake van een renteafspraak op basis van de algemeen geldende contractsvrijheid en niet van een renteafspraak krachtens erfrecht. Een dergelijke afspraak kan worden belast met schenkbelasting. [noot:4] Vindt de rentevaststelling plaats na verloop van de aangiftetermijn voor de erfbelasting, dan wordt deze fiscaal als schenking beschouwd, aldus art. 1 lid 4 SW. Hierbij moet overigens nog worden aangetekend dat de staatssecretaris te kennen heeft gegeven dat, als een rentevaststelling plaatsvindt waarop art. 1 lid 4 SW van toepassing is, art. 10 SW toepassing vindt in de nalatenschap van de langstlevende als de bedongen rente, zoals meestal het geval zal zijn, eerst ter gelegenheid van het overlijden van de langstlevende wordt uitbetaald/verrekend. Valt de rentevaststelling onder art. 1 lid 3 SW, dan komt art /11

4 SW niet aan de orde. De staatssecretaris aan het woord in de nota naar aanleiding van het verslag bij de herziening van de Successiewet: Door het bij de nota van wijziging weer opnemen van het woord rechtshandeling in de tekst van artikel 10, wordt bereikt dat bij de wettelijke verdeling of bij de verdeling op grond van een traditioneel ouderlijke boedelverdelingstestament, waarbij de langstlevende het genot verkrijgt van de vorderingen op de kinderen, artikel 10 buiten toepassing blijft bij het overlijden van de langstlevende ouder. In deze gevallen vindt de verdeling van rechtswege door en vanwege het overlijden plaats en is geen sprake van een rechtshandeling van de langstlevende echtgenoot bij de afwikkeling van de nalatenschap van de eerststervende echtgenoot. Als er bij deze situaties zogenoemde rentevaststellingen worden gemaakt waar het derde lid van artikel 1 op ziet, worden deze voor toepassing van de Successiewet 1956 alleen krachtens erfrecht verkregen indien deze binnen de aangiftetermijn van artikel 45 tot stand zijn gekomen. Omdat deze rentevaststellingen binnen de Successiewet 1956 functioneren alsof ze door de erflater zijn gemaakt, wordt het maken van deze rentevaststellingen niet gezien als een rechtshandeling in de zin van artikel 10. Wanneer de rentevaststelling echter buiten de aangiftetermijn plaatsvindt of indien het testament niet voorziet in de mogelijkheid dat de erfgenamen een (andere) rente mogen afspreken, functioneren die rentebepalingen binnen de Successiewet 1956 niet alsof ze door de erflater tot stand zijn gebracht. De wet behandelt deze rentevaststellingen als gemaakt door (een of meer) erfgenamen. Daarom is in die gevallen wel sprake van een rechtshandeling in de zin van artikel 10. [noot:5] Over het algemeen zal het dus van belang zijn de renteovereenkomst zo mogelijk binnen de aangiftetermijn te sluiten, opdat wordt voorkomen dat bij het overlijden van de langstlevende partner art. 10 SW wordt toegepast. Het sluiten van een renteovereenkomst door de langstlevende en de kinderen is uiteraard van groot fiscaal belang; een vordering met (meer) rente heeft immers een hogere contante waarde, zodat bij het eerste overlijden meer erfbelasting kan zijn verschuldigd, waartegenover staat dat het vermogen van de langstlevende echtgenoot - aannemende dat deze voldoende tijd van leven heeft - door de oprenting van de vorderingen wordt uitgehold, zodat bij het tweede overlijden des te minder erfbelasting is verschuldigd. Door binnen de aangiftetermijn een renteovereenkomst te sluiten, kan dus binnen een bepaalde bandbreedte met de grootte van de verkrijgingen voor de erfbelasting worden gespeeld; in het kader van deze ventieltechniek [noot:6] is het mogelijk om nu een spierinkje uit te gooien in de hoop later een kabeljauw te kunnen vangen. Een renteovereenkomst kan echter ook civielrechtelijk relevant zijn. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat de pater familias van een fusiegezin het tijdelijke met het eeuwige verwisselt en de stiefouder vervolgens met de eigen kinderen een hogere rente afspreekt dan met de stiefkinderen uit het eerste huwelijk van de overleden partner.[noot:7] 3. Wil de echte fictiebepaling opstaan? Is de renteovereenkomst een schenking of is toch sprake van een aanvullende erfrechtelijke verkrijging? Met het hiervoor omschreven systeem van de leden 3 en 4 van art. 1 SW zijn de fiscale gevolgen van de renteovereenkomst duidelijk, maar daarmee is op zich nog niets gezegd over de civielrechtelijke kwalificatie. In beide artikelleden is immers sprake van een fictieve verkrijging; in bepaalde gevallen wordt het resultaat van de renteovereenkomst aangemerkt als erfrechtelijke verkrijging, in andere situaties als een verkrijging krachtens schenking, maar wat het nu echt is, vertelt de wettekst niet. Op het eerste gezicht lijkt het evident dat civielrechtelijk sprake is van een schenking. Immers, langstlevende en kinderen sluiten een overeenkomst, waardoor de kinderen worden verrijkt (meer rente op de vorderingen), terwijl de langstlevende verarmt (grotere schulden aan de kinderen). Aangezien de overeenkomst om niet en - naar men mag aannemen - uit vrijgevigheid wordt aangegaan, voldoet deze aan de definitie van de schenking in art. 7:175 lid 1 BW. Dat geldt overigens evenzeer als de rente in onderling overleg wordt verlaagd, met dien verstande dat dan uiteraard sprake is van een schenking 4/11

5 van de kinderen aan de langstlevende. Is sprake van een eenzijdige vaststelling van de rente door de langstlevende aan wie daartoe in het testament van de overledene de bevoegdheid is toegekend,[noot:8] dan kan uiteraard geen sprake zijn van een schenking in de zin van art. 7:175 lid 1 BW, maar wel van een rechtshandeling die kwalificeert als een gift als bedoeld in art. 7:186 lid 2 BW, en dus fiscaal (zie de definitie in art. 1 lid 7 SW) ook kwalificeert als een schenking. Een andere benadering is ook denkbaar, te weten de civielrechtelijke kwalificatie van de renteovereenkomst als een nadere invulling van de erfrechtelijke verkrijging. De rente wordt dan als het ware uit de nalatenschap van de overledene verkregen. In de eerste visie - renteovereenkomst is schenking/ gift - is art. 1 lid 3 SW de fictiebepaling en is art. 1 lid 4 SW ten onrechte als fictiebepaling geformuleerd, in de tweede visie is het uiteraard precies omgekeerd, dan lijkt art. 1 lid 3 overbodig. Aangezien een derde kwalificatie van de renteovereenkomst zich - althans door mij - niet laat denken, komen we dus tot de conclusie dat een van beide fictiebepalingen vals is, of anders gezegd: wil de echte fictiebepaling opstaan? In de parlementaire geschiedenis van de herziening van de Successiewet (toelichting op de betekenis van de leden 3 en 4 van art. 1 SW in de eerste Nota van wijziging) blijkt hoe de staatssecretaris hier tegenaan kijkt: Aan de voorgestelde bepalingen liggen de volgende drie uitgangspunten ten grondslag. 1. Een rentevaststelling heeft in beginsel gevolgen voor de erfbelasting indien de bevoegdheid tot deze vaststelling voortvloeit uit artikel 13, vierde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek of uit een testament (bijvoorbeeld via een zogenoemde tenzij-clausule). Hierbij maakt het niet uit of de bevoegdheid in het testament alleen aan de langst levende of aan de erfgenamen in gezamenlijk overleg is gegeven. 2. Het maakt geen verschil op welke wijze de vordering is ontstaan, mits deze krachtens erfrecht is ontstaan. Dit betekent dat vorderingen en schulden die zijn ontstaan als gevolg van de wettelijke verdeling, een ouderlijke boedelverdeling en een legaat tegen inbreng van de waarde welke inbreng schuldig wordt gebleven, allen hetzelfde regime ten deel moeten vallen. 3. De regeling moet uitvoerbaar zijn. Het wettelijk erfrecht stelt geen termijn waarbinnen de renteafspraak moet worden gemaakt. Reeds bij de aanpassing van de Successiewet 1956 op het zogenoemde nieuwe erfrecht met ingang van 1 januari 2003 is onderkend dat het ont breken van een dergelijke termijn voor de belastingheffing weinig praktisch is. Daarom verbinden de voorgestelde bepalingen alleen gevolgen voor de erfbelasting aan de renteafspraken als die afspraken binnen een bepaalde termijn worden gemaakt, waarbij is aangesloten bij de aangiftetermijn. Aansluiting bij deze termijn betekent dat ook rentevaststellingen gemaakt binnen de periode van het verleende uitstel voor het doen van aangifte gevolgen hebben voor de erfbelasting. Door aan te sluiten bij de aangiftetermijn kan bij het vaststellen van de aanslagen direct met de renteafspraak rekening worden gehouden. Dit is voor de uitvoering ook noodzakelijk, omdat voor de bepaling van de waarde van het vruchtgebruik en de hoofdgerechtigdheid van de vordering, de rente nu eenmaal moet vaststaan. Bovendien wordt hiermee voorkomen dat bij latere renteafspraken op de opgelegde aanslagen moet worden teruggekomen. De heffing over deze laatste rentevaststellingen vindt, hoewel zij een erfrechtelijke basis hebben, dus om uitvoeringstechnische redenen niet plaats op grond van de erfbelasting. Zo bevat het derde lid geen fictie, maar een successiewettelijke beperking van de erfrechtelijke werkelijkheid. Voor zover de rentevaststelling niet in de erfbelasting wordt betrokken omdat er geen 5/11

6 bevoegdheid toe bestaat of deze buiten de aangiftetermijn plaatsvindt, wordt deze betrokken in de schenkbelasting. De rentebepalingen hebben immers ongeacht het tijdstip waarop zij plaatsvinden wel financiële gevolgen. Hierbij is het irrelevant wie bevoegd is tot het vaststellen van de rente. Indien bijvoorbeeld de langstlevende op grond van het testament alleen bevoegd is tot het vaststellen van de rente en daartoe buiten de aangiftetermijn overgaat, is dus sprake van een belastbaar feit voor de schenkbelasting, ondanks dat deze vaststelling eenzijdig plaatsvindt. Indien de langstlevende een rente vaststelt die lager is dan de rente op grond van het testament, wordt er een schenking aangenomen van de schuldeiser aan de langstlevende. Wanneer de langstlevende een hogere rente vaststelt, w ordt er een schenking aangenomen van de langstlevende aan de schuldeiser. In het geval de erfgenamen een rente hebben vastgesteld op grond van het wettelijk erfrecht of op grond van het testament en zij daar vervolgens weer op terugkomen, is het kwestieus of de nader bepaalde rente wel een erfrechtelijke rente is. Door hiervoor geen uitzondering op te nemen, lost de voorgestelde bepaling dit vraagstuk pragmatisch op. Ook voor deze situaties geldt het derde lid mits deze herziening binnen de aangiftetermijn heeft plaatsgevonden. De rentevaststelling wordt dan in de erfbelasting betrokken. Wanneer er geen testamentaire bevoegdheid tot (herziening van de) rentevaststelling bestaat of deze buiten de aangiftetermijn plaatsvindt, is het vierde lid van toepassing. Ter zijde wordt nog opgemerkt dat de erfgenamen altijd de mogelijkheid hebben om een andere rente vast te stellen, dan die geldt op grond van het wettelijk erfrecht of op grond van het testament. Indien daartoe noch artikel 13, vierde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek noch het testament aan de erfgenamen de mogelijkheid biedt, is sprake van een renteafspraak op basis van de algemeen geldende contractsvrijheid en niet van een renteafspraak krachtens erfrecht. Een dergelijke afspraak kan worden belast met schenkbelasting. [noot:9] Wat de staatssecretaris hier zegt, is dat een rentevaststelling op grond van een testamentaire bevoegdheid of op grond van het wettelijk erfrecht (art. 4:13 lid 4 BW) civielrechtelijk, ongeacht het moment waarop deze plaatsvindt, een erfrechtelijke verkrijging is. Puur om praktische redenen (het voorkomen dat aanslagen moeten worden herzien) wordt de periode waarbinnen de fiscaliteit het civiel recht volgt echter beperkt tot de - eventueel verlengde - aangiftetermijn. Als er geen testamentair aanknopingspunt is en art. 4:13 lid 4 BW niet aan de orde is, dan is er sprake van een schenking. Cruciaal in deze redenering is de zin Zo bevat het derde lid geen fictie, maar een successiewettelijke beperking van de erfrechtelijke werkelijkheid. Naar blijkt is - althans in de visie van de staatssecretaris - art. 1 lid 3 de valse fictiebepaling. In feite is het een negatieve fictiebepaling, omdat de wettekst blijkbaar inhoudt dat de civielrechtelijke werkelijkheid alleen wordt gevolgd als deze zich binnen de aangiftetermijn voordoet. Blijkbaar, want dit had in de wet wel duidelijker tot uitdrukking kunnen worden gebracht! Heeft de staatssecretaris het bij het rechte eind? Naar ik meen is dat niet het geval, omdat het in de visie dat de renteovereenkomst (vaak) leidt tot een erfrechtelijke verkrijging al te gemakkelijk zou zijn om derden te benadelen. Om te beginnen een wat exotisch voorbeeld. Stel een erflater, gehuwd onder koude uitsluiting, overlijdt zonder testament, zodat de wettelijke verdeling van toepassing is. De langstlevende, die vreest binnen afzienbare tijd belaagd te zullen worden door privéschuldeisers (geen nalatenschapsschuldeisers), komt met de kinderen overeen dat op de vorderingen een direct opeisbare rente van 100% per jaar wordt bijgeschreven, [noot:10] opdat haar vermogen met gezwinde spoed aan de nazaten kan worden overgeheveld en de schuldeisers het nakijken hebben. Actio Pauliana, zal iedere jurist meteen roepen, maar in de visie van de staatssecretaris is het aanknopingspunt daarvoor moeizaam, omdat de verkrijging door de kinderen wordt beschouwd als een erfrechtelijke verkrijging en dus niet aan de langstlevende kan worden toegerekend. Naar ik meen zou een Actio Pauliana hier moeten kunnen worden ingesteld.[noot:11] Minder vergezocht is de situatie dat de renteovereenkomst wordt ingezet om een legitimaris buiten spel te zetten; na het overlijden van de eerste ouder behoudt het zwarte schaap een vordering met wettelijke verhoging, terwijl de langstlevende met de brave kinderen overeenkomt dat op hun vorderingen een hoge rente wordt bijgeschreven, zodat 6/11

7 zij bij haar overlijden technisch failliet is en de legitimaris ponds-pondsgewijs moet delen met de andere kinderen die een veel grotere vordering hebben. Het past in het systeem van het erfrecht dat dan de aan de andere kinderen geschonken extra rente bij het overlijden van de langstlevende deel uitmaakt van haar legitimaire massa.[noot:12] In de visie van de staatssecretaris zou dit laatste, nu de rente als erfrechtelijke verkrijging uit de eerste nalatenschap wordt beschouwd, niet mogelijk zijn. Ondanks de penibele positie van de legitimaris in het nieuwe erfrecht lijkt mij dit toch een stap te ver. Mijn conclusie is dus dat de renteovereenkomst, ook als deze voortbouwt op een testamentaire bevoegdheid of is gebaseerd op art. 4:13 lid 4 BW, civielrechtelijk als schenking moet worden beschouwd.[noot:13] In de visie van de staatssecretaris is alleen sprake van een schenking als geen sprake is van een testamentaire basis of van een overeenkomst als bedoeld in art. 4:13 lid 4 BW. Het belang van het onderscheid is onder andere gelegen in de vraag of het mogelijk is om de verkrijging van de extra rente aan bijzondere bepalingen te binden, zoals een (van het testament afwijkende) uitsluitingsclausule, een bewind (terwijl de testamentaire verkrijging niet of op andere wijze onder bewind is gesteld) of een (afwijkende) fideïcommissaire regeling. Indien de renteovereenkomst een schenking is, bestaat die vrijheid, als deze een nadere invulling van de erfrechtelijke verkrijging is, (uiteraard) niet. 4. Is de renteovereenkomst een schenking ter zake des doods? Als de renteovereenkomst een schenking is, dan is het, zeker gezien het hiervoor besproken arrest van de Hoge Raad van 9 december 2011, aannemelijk dat art. 7:177 BW daarop van toepassing is. De renteovereenkomst waarbij een hogere rente wordt overeengekomen, lijkt immers als twee druppels water op een papieren schenking. Ook hier is het de bedoeling dat de hoofdprestatie - de overeengekomen extra rente - in principe pas bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot opeisbaar is. Dat geldt dan a fortiori omdat de argumenten die worden aangevoerd om een papieren schenking niet als 177-schenking aan te merken hier niet gelden; er wordt geen rente betaald om aan art. 10 SW te ontkomen en de vordering van de kinderen zal over het algemeen gedefiscaliseerd zijn en dus voor de heffing van de inkomstenbelasting niet in box 3 figureren. Uiteraard ligt dit anders in situaties dat de rente wordt verlaagd; dan is sprake van een schenking van de kinderen aan de langstlevende die onmiddellijk effect sorteert, aangezien de bijgeschreven rente op de vorderingen meteen lager wordt en niet afhangt van het overlijden van de kinderen. 5. De renteovereenkomst als 177 schenking ; consequenties voor de praktijk De praktische consequenties van de kwalificatie van een renteovereenkomst als schenking ter zake des doods zijn de volgende: de renteovereenkomst dient in een notariële akte te worden opgenomen (om te voorkomen dat deze vervalt als de toegezegde rente bij het overlijden van de langstlevende nog niet is voldaan); de langstlevende dient die akte persoonlijk (dus niet bij volmacht) te ondertekenen (om dezelfde reden); de renteovereenkomst wordt ingevolge art. 4:126 lid 1 BW aangemerkt als legaat en is dus vatbaar voor inkorting door legitimarissen en vermindering door schuldeisers; als quasilegaat vergroot de verkrijging uit hoofde van de renteovereenkomst dus de legitimaire massa,[noot:14] hetgeen, zoals hiervoor al werd opgemerkt, aansluit bij het systeem van crediteurenbescherming in het erfrecht; de akte moet in het centraal testamentenregister worden ingeschreven (zie art. 1 lid 7/11

8 1 onder e Wet op het centraal testamentenregister). Voor het geval dat de langstlevende is hertrouwd, gelden ook op het terrein van het huwelijksvermogensrecht enkele speciale regels voor dergelijke schenkingen. Zo is op grond van het bepaalde in art. 1:88 lid 4 BW voor het verrichten van een schenking ter zake des doods (voor zover deze althans niet bij leven wordt uitgevoerd) geen toestemming van de echtgenoot van de schenker vereist en ontstaat door het verrichten van een dergelijke schenking door een in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoot op grond van art. 1:94 lid 5 BW een privéschuld van de schenkende echtgenoot. Dit laatste geldt echter op grond van het overgangsrecht bij de invoering van de derde tranche van het huwelijksvermogensrecht uitsluitend indien de gemeenschap na 2011 is ontstaan.[noot:15] 6. Reparatie mogelijk? Vele renteovereenkomsten zijn onderhands aangegaan. Op grond van art. 7:177 lid 1 BW zijn deze overeenkomsten op zich geldig zolang de langstlevende in leven is, maar er hangt een zwaard van Damocles boven, te weten dat de schenking vervalt als deze bij het overlijden van de langstlevende nog niet is uitgevoerd. Gevolg daarvan is, dat de kinderen geen aanspraak kunnen maken op de toegezegde rente en dat de fiscus deze, net zoals een schuld uit hoofde van een onderhands aangegane papieren schenking, niet als aftrekpost in de nalatenschap zal accepteren. Uiteraard rijst dan de vraag of de vormfout kan worden hersteld door de overeenkomst alsnog in de notariële vorm te gieten. De staatssecretaris heeft aangegeven dat een schuldigerkenning die in het verleden in onderhandse vorm heeft plaatsgevonden alsnog bij notariële akte kan worden bekrachtigd [noot:16] zodat het schuldig erkende bedrag bij het overlijden van de schenker als aftrekpost in de nalatenschap wordt geaccepteerd: De leden van de fracties van de ChristenUnie en de SGP vragen naar het op een later tijdstip in notariële vorm bekrachtigen van een eerdere onderhandse schuldigerkenning uit vrijgevigheid. Uit artikel 7:177 van het Burgerlijk Wetboek vloeit voort dat, wil een onderhandse schenking ter zake des doods ook werking hebben na het overlijden van de schenker, deze in de notariële vorm dient te zijn opgemaakt. Omdat bij leven van de schenker de overeenkomst bestaat, kan deze in die periode alsnog bij notariële akte worden bekrachtigd (artikel 3:58 van het Burgerlijk Wetboek). [noot:17] Mij lijkt dat deze voor papieren schenkingen geschreven tegemoetkoming - voor zover dat naar de letter al niet het geval is - ook voor renteovereenkomsten geldt, nu deze immers ook als schuldigerkenningen uit vrijgevigheid kunnen worden beschouwd. Het zou goed zijn als dit van de zijde van de fiscus ook uitdrukkelijk wordt bevestigd.[noot:18] 7. Conclusie/samenvatting De overeenkomst waarbij de over een erfrechtelijke vordering verschuldigde rente wordt verhoogd, is een schenking ter zake des doods als bedoeld in art. 7:177 lid 1 BW; een eenzijdige vaststelling van de rente - indien mogelijk - is een gift ter zake des doods. In de visie van de staatssecretaris - die ik betwist - geldt het vorenstaande niet als de rente wordt overeengekomen op grond van een testamentaire bevoegdheid of op grond van het wettelijk erfrecht (art. 4:13 lid 4 BW), omdat dan civielrechtelijk, ongeacht het moment waarop de rentevaststelling plaatsvindt, geen sprake is van een schenking/gift, maar van een nadere invulling van de erfrechtelijke verkrijging. De renteovereenkomst dient dus, evenals een papieren schenking waarop de rechtsfiguur veel lijkt, te worden aangegaan bij een notariële akte waarbij de schuldenaar persoonlijk compareert om te voorkomen dat de schenking vervalt wanneer de rente - zoals meestal het geval zal zijn - bij het overlijden van de schuldenaar nog niet is uitbetaald. Gezien de parallel met de papieren schenking moet worden aangenomen dat bekrachtiging van een onderhands gesloten renteovereenkomst bij latere notariële akte 8/11

9 mogelijk is. [1] Brief van de staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer van 13 oktober 2009 naar aanleiding van het wetgevingsoverleg van 12 oktober 2009, Kamerstukken II , , nr. 38, p. 9. [2] De uitspraak is becommentarieerd door Blokland in JBN en Welkers en Reijnen in FBN [3] Als renteovereenkomst beschouw ik niet de rentevaststelling met gebruikmaking van de zogenoemde handmatige ventielclausule. In deze constructie dragen de erfrechtelijke vorderingen van de kinderen een zodanig hoge rente dat de contante waarde ervan gelijk is aan de nominale waarde. De langstlevende, aan wie het vruchtgebruik van de vorderingen is gelegateerd, krijgt deze rente als vruchtgebruiker weer terug. Door het vruchtgebruik in meerdere of mindere mate te aanvaarden/verwerpen, wordt op indirecte wijze de hoogte van de rente van de vorderingen van de kinderen bepaald. Ook hier dus een vaststelling van de rente na het overlijden, maar via het puur erfrechtelijke mechanisme van aanvaarding/verwerping van een legaat van vruchtgebruik. De handmatige ventieltechniek speelt zich civielrechtelijk geheel binnen het erfrecht af. [4] Eerste nota van wijziging, Kamerstukken II , , nr. 10, p. 13. Opgemerkt wordt dat lang niet iedereen het eens is met deze mening van de staatssecretaris, dat art. 1 lid 3 SW niet kan worden toegepast als sprake is van een testament met vaste rente. Diverse auteurs verdedigen dat het arrest van de Hoge Raad van 25 juni 2010 (LJN BL5593), waarin voor een situatie dat een testament met een vaste rente voor 2010 was opengevallen werd geoordeeld dat de renteafspraak tussen de erfgenamen voor de berekening van het successierecht moest worden gevolgd, ook kan worden toegepast op nieuwe nalatenschappen. Zie o.a. Van Straaten in de annotatie bij het arrest van de Hoge Raad (BNB 2010/274), Pijpers, De reikwijdte van HR 25 juni 2010, BNB 2010/274 onder de nieuwe Successiewet, WPNR 2011/6891 en B. Schols, Gaat het doek eerder dicht of langer open? De ventieltechniek gesynchroniseerd, FBN [5] Nota naar aanleiding van het verslag van 21 augustus 2009, Kamerstukken II , , nr. 9, p [6] Deze term kan worden toegeschreven aan W. Burgerhart en de gebroeders B.M.E.M. en F.W.J.M. Schols, die de werking van art. 1 lid 3 SW didactisch beschrijven in termen van het oppompen en laten leeglopen van wat ik hier nu maar zal noemen de erfrechtelijke binnenband. Zie bijvoorbeeld hun samen met J.D.H. van Ewijk geschreven artikelen De ventieltechniek in concreto. De toepassing van het spel met artikel 1 lid 2 en 4 Successiewet 1956 in de estate-planningspraktijk, Tijdschrift Nieuw Erfrecht 2004, nr. 1 en De ventieltechniek in concreto Deel II. De toepassing van het spel met art. 1 lid 3 Successiewet 1956 in de estate planningspraktijk van alledag, Kwartaalbericht Estate Planning [7] Daarom kan het verstandig zijn om te bepalen dat de rente op de vorderingen van de eigen kinderen van de stiefouder alleen hoger kan worden vastgesteld dan de rente op de vorderingen van de kinderen die niet van de stiefouder afstammen als alle laatstbedoelde kinderen daarmee instemmen. 9/11

10 [8] De interessante discussie of hier geen sprake is van een verboden delegatie bewaren we voor een ander artikel; ik volsta hier met de opmerking dat de fiscale wetgever, gezien de formulering van art. 1 lid 3 SW en het hiernavolgende citaat uit de eerste Nota van wijziging, er kennelijk van uitgaat dat het mogelijk is. [9] Eerste Nota van Wijziging, Kamerstukken II , , nr. [10] p Gezien art. 9 lid 1 SW kunnen de vorderingen van de kinderen, ongeacht de rente, niet hoger dan nominaal worden gewaardeerd en in deze situatie zal men waarschijnlijk niet wakker liggen over de toepassing van art. 9 lid 2 SW bij het overlijden van de langstlevende. [11] Daarbij bevind ik mij in goed gezelschap. Van Mourik, Handboek Erfrecht (2006) op p. 68, en Asser-Perrick, nr. 67, zijn van mening dat een rentevaststelling onder omstandigheden paulianeus kan zijn. [12] In verband daarmee is het handiger als de eerste erflater dit onderscheid maakt door al meteen in zijn testament te bepalen dat het zwarte schaap geen rente krijgt en de anderen een hoge rente, zodat die laatste rente niet afhangt van een overeenkomst ten gunste van de brave kinderen waaraan de langstlevende meewerkt. [13] Dit geldt niet voor de handmatige ventieltechniek, zie noot 3. [14] Beter gezegd: bij de berekening van de legitimaire massa komt deze schuld niet in aftrek, omdat ze wordt aangemerkt als 7 letter h-schuld in plaats van 7 letter a-schuld, zie art. 4:65 BW jo. 4:7 lid 1 BW. [15] Hierover uitgebreider Blokland in JBN [16] Welkers en Reijnen merken in FBN terecht op, dat hier eigenlijk geen sprake is van een echte bekrachtiging als bedoeld in art. 3:58 lid 1 BW, aangezien de schenking op het moment dat deze wordt bekrachtigd niet nietig is. Met hen ben ik van mening dat de reparatie wel in de lijn ligt van art. 3:55 en 3:58 BW. [17] Nadere memorie van antwoord, Kamerstukken I , , nr. F, p. 14. [18] Het is jammer dat de mogelijkheid tot bekrachtiging van onderhandse schuldigerkenningen niet formeel in een besluit is vastgelegd; daarbij zou dan ook meteen de onderhandse renteovereenkomst kunnen worden meegenomen. Het besluit van 4 april 2012, BLKB2012/103M, waarin onder meer wordt ingegaan op de mogelijkheid tot herstel van verzuimde rentebetalingen, zou daarvoor een uitgelezen gelegenheid zijn geweest. 10/11

11 11/11

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/78231

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

Wettelijke verdeling, ouderlijke boedelverdeling en rente(afspraken)

Wettelijke verdeling, ouderlijke boedelverdeling en rente(afspraken) Mr. Caroline J.M. Martens 1 Wettelijke verdeling, ouderlijke boedelverdeling en rente(afspraken) De verkrijging krachtens de renteafspraak is een verkrijging op grond van een fictiebepaling In deze bijdrage

Nadere informatie

Successiewet en rente na 1 januari 2010

Successiewet en rente na 1 januari 2010 Successiewet en rente na 1 januari 2010 Mr. Caroline J.M. Martens 1 Renteovereenkomsten en rentebepalingen in testamenten houden ons voortdurend bezig. Wanneer kan er successierecht en wanneer schenkingsrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur

Nadere informatie

2. In onderdeel II wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

2. In onderdeel II wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende: 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een

Nadere informatie

INFOKAART TESTAMENTEN Versie november 2010

INFOKAART TESTAMENTEN Versie november 2010 INFOKAART TESTAMENTEN Versie november 2010 Informatie over langstlevende testamenten en het " tweetrapstestament " Hieronder heb ik enige voorbeelden en uitwerkingen van diverse testamentvormen weergegeven,

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden. Uitspraak 10 oktober 2014 Nr. 13/04777 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2013, nr. 12/00472,

Nadere informatie

ESTATE PLANNING. I. Schenking

ESTATE PLANNING. I. Schenking ESTATE PLANNING Estate planning, ofwel nalatenschapsplanning, wordt wel omschreven als een geheel van maatregelen om te bereiken dat het vermogen op zo goed mogelijke wijze overgaat op de erfgenamen. Vaak

Nadere informatie

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 Successiewet 1956

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 Successiewet 1956 Regelingen en voorzieningen CODE 3.3.1.214 Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 Successiewet 1956 tekst bronnen Besluit van de staatssecretaris van Financiën d.d. 4.4.2012 Nr. BLKB2012/103M, zoals gepubliceerd

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/73672

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54269

Nadere informatie

NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER

NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER 1. Voor welke schenking is een notariële akte verplicht? A. Voor de schenking van een effectenportefeuille. B. Voor de schuldigerkenning uit vrijgevigheid

Nadere informatie

VOORBEELD. Voorbeeld: Als de nalatenschap 100 bedraagt en er naast de langstlevende partner drie kinderen zijn, erft

VOORBEELD. Voorbeeld: Als de nalatenschap 100 bedraagt en er naast de langstlevende partner drie kinderen zijn, erft Geachte heer Test, U hebt aangegeven momenteel geen testament te hebben. Het antwoord op de vraag of u wel een testament nodig hebt, is van veel factoren afhankelijk. Een belangrijke factor is de hoogte

Nadere informatie

Estate planning. Inventarisatie van civiel- en fiscaalrechtelijke gevolgen bij overgang van vermogen. Hulpmiddel Schijf van vijf. Géén schenkbelasting

Estate planning. Inventarisatie van civiel- en fiscaalrechtelijke gevolgen bij overgang van vermogen. Hulpmiddel Schijf van vijf. Géén schenkbelasting Estate planning Stichting RB studiekring Utrecht, 11 november 2014 Mr. C.G.C. Engelbertink, Van Ewijk Estate Planning te Bussum Definitie van estate planning Inventarisatie van civiel- en fiscaalrechtelijke

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

Kluwer Online Research. Kwartaalbericht Estate Planning, Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956

Kluwer Online Research. Kwartaalbericht Estate Planning, Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Kwartaalbericht Estate Planning, Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Auteur: - Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Op 4 april is een nieuw besluit uitgevaardigd

Nadere informatie

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek Schenk- en erfbelasting. Overdrachtsbelasting. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/ Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Schenk- en erfbelasting. Toepassing van artikel 9, 10 en 15 van de Successiewet 1956

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Schenk- en erfbelasting. Toepassing van artikel 9, 10 en 15 van de Successiewet 1956 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 57602 1 november 2016 Schenk- en erfbelasting. Toepassing van artikel 9, 10 en 15 van de Successiewet 1956 18 oktober

Nadere informatie

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in werking

Nadere informatie

2. Geef aan wat de voor- en nadelen zijn van een verplicht wederkerig finaal verrekenbeding ten opzichte van een wettelijke gemeenschap.

2. Geef aan wat de voor- en nadelen zijn van een verplicht wederkerig finaal verrekenbeding ten opzichte van een wettelijke gemeenschap. EPN-EXAMEN EXAMEN 17 JUNI 2011 (OCHTENDGEDEELTE) I ONDERDEEL HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 1. Geef aan welke vier varianten er bestaan op het geboed van finale verrekenbedingen en beschrijf de gevolgen voor

Nadere informatie

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017)

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017) Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in

Nadere informatie

De heer P. Groothuizen. Datum: 02 januari 2015 Samengesteld door: Anneke Janssen

De heer P. Groothuizen. Datum: 02 januari 2015 Samengesteld door: Anneke Janssen De heer P. Groothuizen Datum: 02 januari 2015 Samengesteld door: Anneke Janssen Geachte heer P. Groothuizen, U hebt aangegeven momenteel geen testament te hebben. Het antwoord op de vraag of u wel een

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind - OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw, geboren op. 19 te, wonende aan de.., ( ).., hierna ook te noemen "de Schenker", en

Nadere informatie

Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil

Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Vergeten testament. Informele wil 1 Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling,

Nadere informatie

2. Het cassatieberoepschrift voldoet niet aan de door de wet gestelde eisen. De aan het

2. Het cassatieberoepschrift voldoet niet aan de door de wet gestelde eisen. De aan het Edelhoogachtbaar College, X, X3 *2 en (hierna gezamenlijk: belanghebbenden) hebben bij brief van d.d. 25 juli 2018, opgesteld door haar gemachtigden, thmbhien cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraak

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/65065

Nadere informatie

Presentatie ZijActief

Presentatie ZijActief Presentatie ZijActief Op: 18 januari 2012 Door: mr A.J.W. (Arjan) Kuiper, notaris te Montfoort Even voorstellen? Mr A.J.W. (Arjan) Kuiper, notaris Opvolger van notaris mr H.J.Th.G. Tomlow Even voorstellen?

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2015:5579

ECLI:NL:RBZWB:2015:5579 ECLI:NL:RBZWB:2015:5579 Instantie Datum uitspraak 20-08-2015 Datum publicatie 21-08-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/02/297897 / HA RK 15-74 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Variant 1 t/m 3: Wettelijke verdeling gelijke erfdelen

Variant 1 t/m 3: Wettelijke verdeling gelijke erfdelen Geachte heer X, U hebt aangegeven momenteel geen testament te hebben. Het antwoord op de vraag of u wel een testament nodig hebt, is van veel factoren afhankelijk. Een belangrijke factor is de hoogte van

Nadere informatie

Kwartaalbericht Estate Planning, Knelpunten bij het Ik-opa-testament

Kwartaalbericht Estate Planning, Knelpunten bij het Ik-opa-testament Page 1 of 6 Kwartaalbericht Estate Planning, Knelpunten bij het Ik-opa-testament Bijgewerkt tot 2012-12-01. Knelpunten bij het Ik-opa-testament Auteur: Mr. J. Beers 1 Inleiding Wanneer de erflater naast

Nadere informatie

Seniorenbeurs (LEVENS)TESTAMENT & ERFRECHT 4 april Mr. Hellen de Bie- van Seters

Seniorenbeurs (LEVENS)TESTAMENT & ERFRECHT 4 april Mr. Hellen de Bie- van Seters Seniorenbeurs (LEVENS)TESTAMENT & ERFRECHT 4 april 2019 Mr. Hellen de Bie- van Seters Onderwerpen van vandaag Wettelijk erfrecht Testamenten Schenk- en erfbelasting Levenstestament Wet Langdurige Zorg

Nadere informatie

De overdracht van de ouderlijke woning aan de kinderen onder voorbehoud van een vruchtgebruik (deel 2)

De overdracht van de ouderlijke woning aan de kinderen onder voorbehoud van een vruchtgebruik (deel 2) Mr. Wim J.J.G. Speetjens 1 De overdracht van de ouderlijke woning aan de kinderen onder voorbehoud van een vruchtgebruik (deel 2) Eindigt het vruchtgebruik door opzegging door de vruchtgebruiker, dan fingeert

Nadere informatie

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 4 april 2012, nr. BLKB2012/103M, Staatscourant

Nadere informatie

Voorbeelden Schenkbelasting Voorbeeld 1

Voorbeelden Schenkbelasting Voorbeeld 1 Onderstaande voorbeelden zijn afkomstig uit de Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2018 De volledige tekst kunt u vinden via onderstaande link https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/09/19/overige-fiscale-maatregelen-

Nadere informatie

Belastingadviesbureau Groenemans WELKOM. Henk Groenemans CB RB Msc. Register Belastingadviseur

Belastingadviesbureau Groenemans WELKOM. Henk Groenemans CB RB Msc. Register Belastingadviseur Belastingadviesbureau Groenemans WELKOM Henk Groenemans CB RB Msc. Register Belastingadviseur Koren 16 a 0492-841336 5731 LC Mierlo u 06-24243155 Nederland fiscad@onsmail.nl Vliegert Mierlo, 15 november

Nadere informatie

Estate Planning. Leo Brunt FFP

Estate Planning. Leo Brunt FFP Estate Planning Leo Brunt FFP 1.900.000.000 Miljoenen Nota 150.000 Door welke bril bekijk je het? Juridisch Fiscaal En wanneer bekijk je het? Tijdens het leven Inventarisatie is noodzakelijk Juridisch

Nadere informatie

Estate planning Fiscaal voordelig vermogen nalaten

Estate planning Fiscaal voordelig vermogen nalaten Estate planning Fiscaal voordelig vermogen nalaten U betaalt pas als het bedrag van de erfenis of schenking hoger is dan de vrijstelling Estate planning Fiscaal voordelig vermogen nalaten U denkt er misschien

Nadere informatie

EPN-EXAMEN 17 JUNI 2011 (OCHTENDGEDEELTE)

EPN-EXAMEN 17 JUNI 2011 (OCHTENDGEDEELTE) EPN-EXAMEN 17 JUNI 2011 (OCHTENDGEDEELTE) I ONDERDEEL HUWELIJKSVERMOGENSRECHT Pieter (65) en Margot (63) zijn reeds vele jaren gehuwd. Zij hebben samen drie kinderen, Albert, Bernard en Carla.De echtgenoten

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54275

Nadere informatie

ten behoeve van het Rondetafelgesprek over wetsontwerp 31.930 (herziening successiewetgeving) op 23 september 2009

ten behoeve van het Rondetafelgesprek over wetsontwerp 31.930 (herziening successiewetgeving) op 23 september 2009 - 1 Position Paper ten behoeve van het Rondetafelgesprek over wetsontwerp 31.930 (herziening successiewetgeving) op 23 september 2009 Mr P. Blokland, notaris en estate planner te Tilburg, lid Wetenschappelijke

Nadere informatie

Erfrecht. Mr. Caroline de Maat Fikkers notarissen BAS Bergen op Zoom 27 januari 2015

Erfrecht. Mr. Caroline de Maat Fikkers notarissen BAS Bergen op Zoom 27 januari 2015 Erfrecht Mr. Caroline de Maat Fikkers notarissen BAS Bergen op Zoom 27 januari 2015 Fikkers notarissen Lange Parkstraat 1 Bergen op Zoom Tel. 0164 242 650 c.de.maat@fikkersnotarissen.nl Erfrecht Bij versterf

Nadere informatie

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Erfrecht Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Erfrecht Algemeen Wettelijke verdeling Legitieme portie Samenwoners 2-Trapsmaking Zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding,

Nadere informatie

Schenken door (Neder)Belgen bij de Nederlandse notaris

Schenken door (Neder)Belgen bij de Nederlandse notaris Schenken door (Neder)Belgen bij de Nederlandse notaris Eerst tien jaar weg uit Nederland... Voor Nederbelgen heeft schenken over het algemeen pas zin als men meer dan tien jaar weg is uit Nederland. De

Nadere informatie

- 1 - Eigen bijdrage AWBZ

- 1 - Eigen bijdrage AWBZ - 1 - Eigen bijdrage AWBZ Met ingang van 1 januari 2013 is voor personen met een eigen vermogen de eigen bijdrage voor de AWBZ-zorg verhoogd. Dit wordt de vermogensinkomensbijtelling genoemd. Deze bijtelling

Nadere informatie

Voorwoord bij de tweeëntwintigste druk / 13

Voorwoord bij de tweeëntwintigste druk / 13 Voorwoord bij de tweeëntwintigste druk / 13 Lijst van gebruikte afkortingen / 15 1 1.1 1.2 1.3 1.4 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 3 Inleiding / 17 Korte historische schets / 17 Rechtsgronden / 20 Civielrechtelijke

Nadere informatie

Slim Schenken en nalaten

Slim Schenken en nalaten Slim Schenken en nalaten U wilt geld schenken aan bijvoorbeeld uw kind, kleinkind, een willekeurig persoon of een goed doel. Op die manier kunt u hen financieel ondersteunen. Afhankelijk van aan wie u

Nadere informatie

Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010

Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010 Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010 Op 1 januari 2010 is de Successiewet 1956 gewijzigd. Er is veel gewijzigd. Hieronder zijn enkele wijzigingen vermeld welke ook voor

Nadere informatie

2014 -- Successiewet -- Deel 1

2014 -- Successiewet -- Deel 1 Successiewet les 1 programma Eén wet, twee belastingen Woonplaats Successierecht Wettelijk erfrecht en wettelijke verdeling Testamenten Wetsficties 1 Eén wet, twee belastingen De Successiewet bestaat uit:

Nadere informatie

Fiscaal voordeling vermogen nalaten

Fiscaal voordeling vermogen nalaten Kennisdocument Estate planning Fiscaal voordeling vermogen nalaten U denkt er misschien liever niet aan, maar er komt ooit een moment dat u er niet meer zult zijn. Het is goed om daar nu al bij stil te

Nadere informatie

info &boon tips & boon

info &boon tips & boon tips & boon Vermogen schenken of erven Nieuwe regels 2010 De Successiewet is per 1 januari 2010 drastisch gewijzigd. De termen successie- en schenkingsrecht zijn vervangen door erf- en schenkbelasting.

Nadere informatie

A. Vaste kosten Het opmaken en passeren van de akte houdende een Nederlandse verklaring van erfrecht:

A. Vaste kosten Het opmaken en passeren van de akte houdende een Nederlandse verklaring van erfrecht: kandidaat- OFFERTE VERKLARING VAN ERFRECHT A. Vaste kosten Het opmaken en passeren van de akte houdende een Nederlandse verklaring van erfrecht: notarieel salaris onderzoek Centraal Testamenten Register

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/65061

Nadere informatie

SCHENKEN AAN KINDEREN

SCHENKEN AAN KINDEREN Bernard Leurinkstraat 107 Postbus 12, 7580 AA LOSSER Telefoon : 053 53 83 777 e-mail: info@poppinghaus.nl SCHENKEN AAN KINDEREN Voordat een ouder aan een kind iets schenkt, moet worden nagegaan of dit

Nadere informatie

Wet schenk- en erfbelasting

Wet schenk- en erfbelasting Successiewet 2010 Wet schenk- en erfbelasting Successiewet 2010 De nieuwe Successiewet is op 1 januari 2010 ingegaan en heeft gevolgen voor bijna iedereen! Wijziging tariefstructuur/ vrijstellingen Vereenvoudiging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:229

ECLI:NL:RBROT:2016:229 ECLI:NL:RBROT:2016:229 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 06-01-2016 Datum publicatie 07-01-2016 Zaaknummer C/10/475943 / HA ZA 15-510 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN 2012. www.abincontrol.nl. Erven en schenken

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN 2012. www.abincontrol.nl. Erven en schenken Erven en schenken Voordelen van schenken Uw erfgenamen kunnen een aanzienlijke besparing van schenk- en erfbelasting behalen als u tijdens uw leven (periodiek) aan hen schenkt. Voor de schenkbelasting

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Rabobank Flevoland 16 december. Successiewet 2010. I.s.m. notariskantoor van Der Weele

Informatiebijeenkomst Rabobank Flevoland 16 december. Successiewet 2010. I.s.m. notariskantoor van Der Weele Informatiebijeenkomst Rabobank Flevoland 16 december Successiewet 2010 I.s.m. notariskantoor van Der Weele 0611083 1 mr. Jeroen van der Weele - Notaris 16 december 2009 Successiewet per 1 januari 2010

Nadere informatie

Erfrechtjournaal. 16 januari 2015

Erfrechtjournaal. 16 januari 2015 Erfrechtjournaal 16 januari 2015 Items Gewijzigde familieverhoudingen Defiscalisatie in het erfrecht Machtiging kantonrechter voor het doen van schenking? Gewijzigde familieverhoudingen Eindejaarspeiling

Nadere informatie

Defiscalisering van schuldigerkenningen?

Defiscalisering van schuldigerkenningen? Defiscalisering van schuldigerkenningen? Defiscalisering in de Successiewet en in de Wet Inkomstenbelasting 2001 Naam: Anneke van Hooft ANR: S256947 Begeleider: I.J.F.A van Vijfeijken Datum: 24 juli 2009

Nadere informatie

Rouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden

Rouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden Rouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden Mr G.F. Rouwenhorst & Mr G.W Rouwenhorst Erfrecht & Schenk en Erfbelasting Wlz, Wmo, AWBZ (WLZ) & Levenstestament Rouwenhorst & Rouwenhorst Netwerk Notarissen

Nadere informatie

HYPOTHEEK, LEVENSVERZEKERING EN PARTNERVERKLARING HYPOTHEEK EN LEVENSVERZEKERING

HYPOTHEEK, LEVENSVERZEKERING EN PARTNERVERKLARING HYPOTHEEK EN LEVENSVERZEKERING HYPOTHEEK, LEVENSVERZEKERING EN PARTNERVERKLARING HYPOTHEEK EN LEVENSVERZEKERING Wanneer u voor de financiering van een huis een hypothecaire lening afsluit, verlangt uw financier vaak dat tevens een levensverzekering

Nadere informatie

Schenken door (Neder)Belgen bij de Nederlandse notaris

Schenken door (Neder)Belgen bij de Nederlandse notaris Schenken door (Neder)Belgen bij de Nederlandse notaris Eerst tien jaar weg uit Nederland...?xml:namespace prefix = "o" ns = "urn:schemas-microsoft- com:office:office" /> Voor Nederbelgen heeft schenken

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Het Erfrecht Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Algemeen Zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding, verwerping Wettelijke verdeling Legitieme portie Samenwoners 2-Trapsmaking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 229 Wet van 18 april 2002 tot vaststelling van de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte

Nadere informatie

Zeker van uw zaak en zorg voor uw gezin

Zeker van uw zaak en zorg voor uw gezin Zeker van uw zaak en zorg voor uw gezin Thema-avond Op naar een (on)zekere toekomst OVSB, 9 november 2015 mr. Heleen C. Vaarten Notaris te Eindhoven Om te beginnen: enkele misverstanden 1. Door het nieuwe

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 428 Beschikking van de Minister van Justitie van 16 augustus 2002, houdende plaatsing in het Staatsblad van de vernummerde tekst van de wet van

Nadere informatie

Erfrecht algemeen. 1 Erfrecht

Erfrecht algemeen. 1 Erfrecht I Erfrecht algemeen 1 Erfrecht Wat is erfrecht? Wat is de nalatenschap? Het erfrecht treft men aan in Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en kan worden gezien als een onderdeel van het vermogensrecht

Nadere informatie

De tweetrapsmaking in het nieuws!

De tweetrapsmaking in het nieuws! notaris mr. W.J. Boelens Oude Delft 62 2611 CD Delft Postbus 2882 2601 CW Delft tel. 015-213 70 50 fax 015-213 70 55 notaris@boelens.net www.boelens.net De tweetrapsmaking in het nieuws! Extra nieuwsbrief

Nadere informatie

partners en kinderen kleinkinderen overig 0,00-121.296,00 10% 18% 30% 121.296,00 en meer 20% 36% 40%

partners en kinderen kleinkinderen overig 0,00-121.296,00 10% 18% 30% 121.296,00 en meer 20% 36% 40% SCHENKINGEN AAN KINDEREN, BESPARING ERFBELASTING Men kan schenken aan kinderen omdat men het leuk vindt daadwerkelijk iets aan de kinderen te geven. Het is ook mogelijk om te schenken aan kinderen zonder

Nadere informatie

ERVEN EN SCHENKEN. Onderlinge Fonds voor zieken U.A. Onderwerpen. Stukje historie. Mr Tj.Smid Netwerk Notarissen

ERVEN EN SCHENKEN. Onderlinge Fonds voor zieken U.A. Onderwerpen. Stukje historie. Mr Tj.Smid Netwerk Notarissen ERVEN EN SCHENKEN Onderlinge Fonds voor zieken U.A. Woensdag 9 april 2014 Mr Tj.Smid Netwerk Notarissen notaris in de gemeente Zuidhorn Mr. Tj.Smid Netwerk Notarissen / 1 Netwerk Notarissen / 2 Onderwerpen

Nadere informatie

Hoe beveilig ik mijn partner?

Hoe beveilig ik mijn partner? Hoe beveilig ik mijn partner? Brussel, 22 oktober 2011 2 Agenda Planning tussen partners Samenwonenden Echtgenoten Civiel- en fiscaal statuut Instrumenten Van testament tot contract 3 Wettelijke bescherming

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:9396

ECLI:NL:RBDHA:2015:9396 ECLI:NL:RBDHA:2015:9396 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 31-07-2015 Datum publicatie 20-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 15_2521 ERF Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

TWEETRAP EN/OF AFVULLEGAAT Versie april 2011

TWEETRAP EN/OF AFVULLEGAAT Versie april 2011 TWEETRAP EN/OF AFVULLEGAAT Versie april 2011 Informatie over langstlevende testamenten en het " tweetrapstestament " In aanvulling op de "Infokaart Testamenten" van notariskantoor Montfoort wordt in dit

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18050 30 maart 2018 Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. 10783 Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

Schenkings- en successierecht

Schenkings- en successierecht Page 1 of 5 Netwerk Notarissen Centrale Organisatie Lt. Gen. Van Heutszlaan 8 3743 JN Baarn T: (035) 577 27 07 F: (035) 695 28 95 E: info@nnco.nl Schenkings- en successierecht Inhoudsopgave: Schenkingsrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur

Nadere informatie

SUCCESSIEWET 1956. Herziening successiewet 2010

SUCCESSIEWET 1956. Herziening successiewet 2010 SUCCESSIEWET 1956 Herziening successiewet 2010 René Breemans 1 e druk 17 juli 2010 2010 René Breemans Deze tekst mag zonder toestemming niet commercieel worden gebruikt. Deze tekst is informatief en er

Nadere informatie

Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. zevende druk Deventer KLUWER

Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. zevende druk Deventer KLUWER s t u d i e p oc ke t s privaatrecht Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik KLUWER 2002 Deventer Inhoud Lijst van afkortingen/verklaring van Symbolen Enige verkort aangehaalde werken XV XVII

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 297 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Aanvaarden Het accepteren van een erfdeel, inclusief de schulden. Hierdoor wordt iemand erfgenaam.

Aanvaarden Het accepteren van een erfdeel, inclusief de schulden. Hierdoor wordt iemand erfgenaam. Erfrecht Woordenboek Op onze website heb je een hoop moeilijke woorden en vaktermen gezien. We hebben steeds geprobeerd die goed uit te leggen. Waarschijnlijk lees je de komende tijd documenten die bol

Nadere informatie

ERFRECHT EN SCHENKING

ERFRECHT EN SCHENKING MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT ERFRECHT EN SCHENKING BEWERKT DOOR MR. S. PERRICK ADVOCAAT EN NOTARIS TE AMSTERDAM DERTIENDE DRUK KLUWER - DEVENTER - 2002

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675 ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 20-07-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 119380 - HA ZA 10-390 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Inhoud. 2.1 Uiterste wilsbeschikkingen in het algemeen 69 2.1.1 Het karakter van de uiterste wilsbeschikking 69. Maklu 5

Inhoud. 2.1 Uiterste wilsbeschikkingen in het algemeen 69 2.1.1 Het karakter van de uiterste wilsbeschikking 69. Maklu 5 Inhoud Hoofdstuk 1 Versterferfrecht 13 1.1 Inleiding 13 1.1.1 Achtergrond 13 1.1.2 Terminologie 15 1.1.3 Geschiedenis 16 1. 2 Algemene bepalingen 20 1.2.1 Erfopvolging 20 1.2.2 Commoriënten 20 1.2.3 Onwaardigheid

Nadere informatie

Inleiding. Artikel 10 Successiewet 1956: algemeen

Inleiding. Artikel 10 Successiewet 1956: algemeen > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Mevrouw E.I. Kortlang Voorzitter van de Koninklijke Notariéle Beroepsorganisatie Postbus 16020 2500 BA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201

Nadere informatie

Onder voorwaarden getrouwd of geregistreerd

Onder voorwaarden getrouwd of geregistreerd Onder voorwaarden getrouwd of geregistreerd Van Kaam Notarissen Someren, Witvrouwenbergweg 8a, tel. (0493) 49 43 52 Wat is... Wie gaat trouwen of een geregistreerd partnerschap wil aangaan en de verdeling

Nadere informatie

Levensverzekering, premiesplitsing. Jasper Commandeur Fiscalist bij Reaal

Levensverzekering, premiesplitsing. Jasper Commandeur Fiscalist bij Reaal Levensverzekering, premiesplitsing en erfbelasting Jasper Commandeur Fiscalist bij Reaal 1 Met een overlijdensrisicoverzekering kun je met de verzekeraar afspreken dat iemand na een overlijden een eenmalig

Nadere informatie

Financiële Planning. Nabestaandenpensioen in de SPMS regeling Erfrecht Successiewet, schenk- en erfbelasting Eigen bijdrage AWBZ

Financiële Planning. Nabestaandenpensioen in de SPMS regeling Erfrecht Successiewet, schenk- en erfbelasting Eigen bijdrage AWBZ Financiële Planning Nabestaandenpensioen in de SPMS regeling Erfrecht Successiewet, schenk- en erfbelasting Eigen bijdrage AWBZ Alisen Düzgün, financieel planner bestuursbureau SPMS advies@spms.nl 030-6937680

Nadere informatie

Inleiding HOOFDSTUK I. 1 Het wetgevingstraject

Inleiding HOOFDSTUK I. 1 Het wetgevingstraject HOOFDSTUK I Inleiding 1 Het wetgevingstraject Het wetsvoorstel schenking is grotendeels ontleend aan het voorontwerp van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek (NBW), gepubliceerd in 1972, met name de

Nadere informatie

Den Haag, 9 oktober 2015. Welkom bij de workshop

Den Haag, 9 oktober 2015. Welkom bij de workshop Den Haag, 9 oktober 2015 Welkom bij de workshop Programma en even voorstellen 1. Financieel Fit 2. Voorgestelde wijziging Box 3 Prinsjesdag 2015 3. Overdracht bij overlijden 4. Overdracht door schenken

Nadere informatie

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012 Erf- en schenkbelasting - eindejaarstips Tijdelijk ruimere vrijstelling schenking voor eigen woning Vanaf 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 geldt een verruimde schenkingsvrijstelling van 100.000 als het

Nadere informatie

s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik 2002 Deventer KLUWER

s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik 2002 Deventer KLUWER s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik KLUWER 2002 Deventer Inhoud Lijst van afkortingen/verklaring van symbolen Enige verkort aangehaalde

Nadere informatie

Schenk- en erfbelasting. Internationale aspecten

Schenk- en erfbelasting. Internationale aspecten Schenk- en erfbelasting. Internationale aspecten Besluit van 15 oktober 2014, nr. BLKB2013M/1870M, Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende

Nadere informatie

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014 Alumni-Mfp Actualiteiten estate planning Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014 1 Programma Fiscaal partnerschap Huwelijks vermogensrecht Erven & AWBZ Erven of schenken woning & WOZ Schenken Uniform partnerbegrip

Nadere informatie

LEZING RABOBANK KRIMPENERWAARD 18 & 21 NOVEMBER 2013 AWBZ, SCHENKEN, LEVENSTESTAMENT EN ERFRECHT

LEZING RABOBANK KRIMPENERWAARD 18 & 21 NOVEMBER 2013 AWBZ, SCHENKEN, LEVENSTESTAMENT EN ERFRECHT LEZING RABOBANK KRIMPENERWAARD 18 & 21 NOVEMBER 2013 AWBZ, SCHENKEN, LEVENSTESTAMENT EN ERFRECHT DE HOOGTE VAN DE EIGEN BIJDRAGE AWBZ HANGT ONDERMEER AF VAN HET (GEZAMENLIJKE) INKOMEN EN (DE HOOGTE VAN)

Nadere informatie

partners en kinderen kleinkinderen overig 0, ,00 10% 18% 30% ,00 en meer 20% 36% 40%

partners en kinderen kleinkinderen overig 0, ,00 10% 18% 30% ,00 en meer 20% 36% 40% SCHENKINGEN AAN KINDEREN, BESPARING ERFBELASTING Men kan schenken aan kinderen omdat men het leuk vindt daadwerkelijk iets aan de kinderen te geven. Het is ook mogelijk om te schenken aan kinderen zonder

Nadere informatie

VISSER VAN DEN BROEK NETWERK NOTARISSEN. Schootense Loop 2 Helmond

VISSER VAN DEN BROEK NETWERK NOTARISSEN. Schootense Loop 2 Helmond VISSER VAN DEN BROEK NETWERK NOTARISSEN Schootense Loop 2 Helmond 0492-522431 VISSER VAN DEN BROEK MIRANDA VAN DEN BROEK VISSER VAN DEN BROEK LEVENSTESTAMENT volmacht Waarvoor is een levenstestament? Stel

Nadere informatie

Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon?

Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon? Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon? MR. MARGRIET G. EERENSTEIN 1 De minister van Financiën heeft op 23 november

Nadere informatie