Ongevalscijfers. Samenvatting. Overledenen

Transcriptie

1 Ongevalscijfers Samenvatting De ernst van het probleem bij vallen van ouderen blijkt uit het grote aantal doden, ziekenhuisopnamen, Spoedeisende hulpbehandelingen (SEH) en de hoge directe medische kosten. Valongevallen zijn de meest voorkomende oorzaak van letsel door een ongeval bij ouderen. Het aantal ziekenhuisopnamen en SEHbehandelingen na een val is in 213 voor het eerst in jaren gedaald. Het aantal dodelijke valongevallen is echter gestegen. In de periode was sprake van een significante stijging van 48%. De daling van het aantal SEH-behandelingen na een val is niet te zien bij ernstige letsels. Het aantal hersenletsels na een val blijft stijgen en het aantal heupfracturen lijkt zich te stabiliseren. De komende jaren vergrijst Nederland verder. Een prognose tot 23, gebaseerd op leeftijd- en geslachts-specifieke incidenties van 213, laat zien dat: - het aantal doden zal stijgen tot 4.7; - er jaarlijks plussers worden opgenomen in het ziekenhuis, en - jaarlijks plussers de SEH-afdeling bezoeken na een valongeval. Valongevallen bij 65-plussers Aantal Prognose 23* Doden Ziekenhuisopnamen SEH-behandelingen Directe medische kosten SEH-behandeling en/of ziekenhuisopname (miljoen ) *In deze prognose is alleen rekening gehouden met de veranderende bevolkingsopbouw. Aanname in deze prognose is dat de specifieke leeftijd- en geslachtincidentie van ongevallen gelijk blijft aan het niveau van 213 en dat kosten van zorg gelijk zijn aan de kosten in 213 Bron: Doodsoorzakenstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg , Dutch Hospital Data; Letsel Informatie Systeem , VeiligheidNL; Letsellastmodel 213, VeiligheidNL i.s.m. Erasmus Medisch Centrum; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek Overledenen In 213 zijn er personen van 65 jaar of ouder overleden als gevolg van een valongeval. Dit komt neer op 92 doden per 1. inwoners. Het aantal doden als gevolg van valongevallen bij 65- plussers is in de periode significant gestegen met 48% (zie figuur 1). Een deel hiervan is te verklaren door de vergrijzing. Als de trend wordt gecorrigeerd voor veranderingen in de bevolkingsopbouw, is de toename minder groot. Gebaseerd op de bevolkingsprognose en de aanname dat tot 23 de leeftijdsgroep- en geslachtsspecifieke incidenties gelijk blijven aan die van 213, is de verwachting dat het aantal ouderen dat overlijdt door een valongeval in 23 is gestegen tot 4.7 (zie figuur 2).

2 Figuur Trend in aantal overleden 65-plussers door valongevallen Val 65-plus Lineaire trend Bron: Doodsoorzakenstatistiek , VeiligheidNL; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek Figuur 2 Prognose aantal dodelijke valongevallen bij 65-plussers Bron: Doodsoorzakenstatistiek , VeiligheidNL; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek

3 Wie liepen letsel op? Het aantal doden als gevolg van een valongeval nam snel toe met de leeftijd. Ruim 6% van de slachtoffers was 85 jaar of ouder (63%, 1.675). Onder de dodelijke slachtoffers waren meer vrouwen (63%, 1.65) dan mannen (37%, 1.4). Voor alle leeftijdsgroepen gold dat mannen meer risico liepen op een dodelijk valongeval dan vrouwen (zie figuur 3). een hoogte gevallen (16%, 419), bijvoorbeeld van een stoel of de trap. Waar heeft het ongeval plaatsgevonden? Voor zover bekend vond een derde van de ongevallen plaats in of om een woonhuis (31%, 87). Drie van de tien dodelijke valongevallen heeft plaatsgevonden in een bejaardenoord/tehuis of verpleeghuis (29%, 77). Figuur jaar Doden per 1. inwoners na een valongeval bij 65-plussers, naar leeftijd en geslacht 7-74 jaar Bron: Doodsoorzakenstatistiek 213, Centraal Bureau voor de Statistiek; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek Man jaar Vrouw 8-84 jaar jaar 9+ jaar Hoe is het letsel ontstaan? Van veruit de meeste valongevallen was niet precies bekend hoe de val heeft plaatsgevonden. Wel is bekend dat ongeveer één op de vijf slachtoffers op gelijk niveau was gevallen (22%, 595), bijvoorbeeld door te struikelen. Eén op de zes slachtoffers was van Wat was de aard van het letsel? Bijna de helft van de slachtoffers is overleden aan de gevolgen van een heupfractuur door het valongeval (46%, 1.25). Ruim een vijfde van de slachtoffers overleed als gevolg van traumatisch hersenletsel (21%, 569; zie figuur 4). Figuur 4 Dodelijke valongevallen bij 65- plussers, naar type letsel Bron: Doodsoorzakenstatistiek 213, Centraal Bureau voor de Statistiek overig letsel 33% hersenletsel 21% heupfractuur 46% Figuur Jaarlijks aantal dodelijke valongevallen bij 65-plussers, naar belangrijkste letsels heupfractuur hersenletsel Bron: Doodsoorzakenstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek

4 In figuur 5 is te zien dat het aantal 65-plussers, dat is overleden door een heupfractuur, nog nooit zo hoog is geweest als in 213. Het aantal doden door hersenletsel veroorzaakt door een valongeval, is in de loop der jaren gestaag gestegen. Vanaf 21 is er sprake van een sterke stijging. Met name de sterke toename in het aantal doden door hersenletsel als gevolg van een valongeval, is schrikbarend. In 2 overleden er plussers aan hersenletsel door een valongeval. In 213 waren dit er 3,5 keer zoveel, namelijk 569. De stijgende trend lijkt het laatste jaar echter niet door te zetten. De gegevens in deze figuur zijn niet gecorrigeerd voor de veranderde bevolkingsopbouw. Met name in de leeftijd van 8 jaar en ouder gaat een valincident steeds vaker met een ernstig hersenletsel gepaard. Hierbij treden vaker bloedingen in of rond de hersenen op. Bloedingsgevaar door gebruik van antistolling en multimorbiditeit zijn mogelijke verklaringen voor toenemende sterfte bij het oplopen van een hersenletsel als gevolg van een valongeval bij ouderen van 8 jaar en ouder 1. 1 Factsheet Valongevallen en hersenletsel 65+, VeiligheidNL, 214 Bron: Doodsoorzakenstatistiek 213; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek Ziekenhuisopnamen Omvang van de problematiek In 213 zijn er plussers opgenomen in het ziekenhuis na een valongeval. Dit komt neer op 1.4 ziekenhuisopnamen per 1. inwoners, ofwel 1 op 71. Een valongeval was de belangrijkste oorzaak van letsel bij 65-plussers: 9 op de 1 privé-ongevallen, waarna een ziekenhuisopname volgde, was een valongeval (9%). Het aantal ziekenhuisopnamen als gevolg van valongevallen bij 65-plussers is voor het eerst in 15 jaar gedaald (zie figuur 6). VeiligheidNL heeft een prognose gemaakt van het aantal ziekenhuisopnamen door valongevallen bij 65- plussers tot en met 23. Deze prognose is gebaseerd op de bevolkingsprognose en de aanname dat de leeftijd- en geslachtsspecifieke incidenties gelijk blijven aan die van 213. Op basis van deze gegevens is de prognose dat het aantal ziekenhuisopnamen als gevolg van een valongeval bij 65-plussers in 23 is gestegen tot maar liefst 63. (zie figuur 7). Figuur 6 Jaarlijks aantal ziekenhuisopnamen bij 65-plussers door valongevallen Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg , Dutch Hospital Data

5 Figuur 7 Prognose aantal ziekenhuisopnamen na valongevallen bij 65-plussers (bij gelijkblijvende incidentie) Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg , Dutch Hospital Data; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek Wie werden opgenomen? Zeven van de tien opgenomen slachtoffers was vrouw (7%, 28.). In alle leeftijdsgroepen liepen vrouwen een hoger risico dan mannen. 6 op de 1 opgenomen slachtoffers was 8 jaar of ouder. Het risico op een valongeval met ziekenhuisopname tot gevolg nam sterk toe met de leeftijd (figuur 8). Het risico voor een oudere in Nederland op een val met een ziekenhuisopname tot gevolg was voor iemand van 9 jaar of ouder meer dan 1 maal zo groot als voor een 65- tot en met 69- jarige. Te weten 1 op 17 voor iemand van 9 jaar of ouder en 1 op 19 voor iemand van 65 tot en met 69 jaar oud. Figuur 8 Ziekenhuisopnamen per 1. inwoners na een valongeval bij 65-plussers, naar leeftijd en geslacht Man Vrouw jaar 7-74 jaar jaar 8-84 jaar jaar 9 jaar en ouder Hoe is het letsel ontstaan? Van veel valongevallen was niet bekend hoe de val heeft plaatsgevonden. Wel is bekend dat een kwart van de slachtoffers was uitgegleden of gestruikeld (25%, 1.). Acht procent was van een vaste trap of stoep gevallen (3.1) en 7% was uit stoel of bed gevallen (2.7). Waar heeft het ongeval plaatsgevonden? De locatie van het ongeval was bij ongeveer 3 op de 1 ongevallen onbekend (29%). Voor zover bekend vond de helft van de ongevallen plaats in of om een woonhuis (51%, 21.). 1 op de 12 ongevallen heeft plaatsgevonden in een instelling waar personen verblijven (4.3). Zes procent vond plaats op straat of andere openbare weg (2.4). Wat was de aard van het letsel? Het meest voorkomende type letsel na een valongeval dat heeft geleid tot een ziekenhuisopname, was een fractuur (66%, 27.). Een derde van de slachtoffers werd opgenomen in verband met een heupfractuur (33%, 13.). Negen procent van de slachtoffers had schedel-/hersenletsel (3.6; zie figuur 9). Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 213, Dutch Hospital Data; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek

6 Figuur 9 Ziekenhuisopnamen na valongevallen bij 65-plussers, naar type letsel Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 213, Dutch Hospital Data overig letsel 59% hersenletsel 9% heup fractuur 33% Andere veelvoorkomende letsels waren fracturen van bovenarm (5%, 1.9), bekken (4%, 1.6) of pols (4%, 1.6). Mannen liepen relatief vaak hersenletsel op. Eén op de acht mannen is opgenomen na een val vanwege hersenletsel (13%) terwijl dit voor één op de veertien vrouwen de reden van de opname was (7%). Letsels aan heup, been of voet daarentegen kwamen vaker bij vrouwen voor (5%) dan bij mannen (41%), zie figuur 1. Het aandeel slachtoffers dat is opgenomen met een heupfractuur neemt toe met de leeftijd (18% van de opgenomen slachtoffers van jaar had een heupfractuur tot ruim 4% van de slachtoffers van 85 jaar en ouder). Voor hersenletsel is de relatie met leeftijd minder duidelijk. Figuur 1 Ziekenhuisopnamen na valongevallen bij 65-plussers, naar getroffen lichaamsdeel en geslacht Man Vrouw HOOFDLETSEL 2% hersenletsel 13% HOOFDLETSEL 11% hersenletsel 7% ROMP 14% ARMEN 8% ROMP 11% ARMEN 16% BENEN 41% heupfractuur 29% BENEN 5% heupfractuur 34% OVERIG 18% OVERIG 12% Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 213, VeiligheidNL In figuur 11 is te zien dat het aantal 65-plussers, dat is opgenomen in het ziekenhuis als gevolg van een heupfractuur door een valongeval, lange tijd stabiel is geweest. Nadat er sprake leek te zijn van een stijging vanaf 27, is er de laatste jaren weer sprake van een daling. Onderzoek heeft nog niet geleid tot een eenduidige verklaring voor deze daling 2 Het aantal ouderen dat is opgenomen met hersenletsel als gevolg van een valongeval is met name vanaf 26 sterk gestegen. Van 2.1 in 26 naar 4.4 in 211. Dat is ruim een verdubbeling. In de laatste twee jaar is het aantal opnamen met hersenletsel als gevolg van een valongeval weer gedaald, naar 3.6 ziekenhuisopnamen. De daling is zowel te zien bij lichte als bij ernstige hersenletsels. Overigens gaat de daling in het aantal opnamen vanwege een heupfractuur of hersenletsel gepaard met een stijging van het aantal letsels dat als overig is gecodeerd (van 2.7 in 26 tot 5.6 in 213). Dit kan een aanwijzing zijn dat er sprake is van een verandering in registratie in de ziekenhuizen. De gegevens in deze figuur zijn niet gecorrigeerd voor de veranderde bevolkingsopbouw. 2 Gunstige ontwikkeling heupfracturen bij ouderen, VeiligheidNL, december 212

7 Figuur Jaarlijks aantal ziekenhuisopnamen na valongevallen bij 65-plussers, naar heupfracturen en hersenletsels hersenletsel heupfractuur letsel 'overig' Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg , Dutch Hospital Data Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 213, Dutch Hospital Data; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) Omvang van de problematiek In 213 zijn er plussers na een valongeval behandeld op de SEH-afdeling van een ziekenhuis. Dit komt neer op 2.8 SEH-behandelingen per 1. inwoners, ofwel 1 op 36. Per dag werden er 22 ouderen behandeld na een valongeval. Een valongeval was de belangrijkste oorzaak van letsel bij 65-plussers: ruim 4 op de 5 van alle privéongevallen, waarna een SEH-behandeling volgde, was een valongeval (84%). Het aantal SEH-behandelingen als gevolg van valongevallen bij 65-plussers is in 213 gedaald ten opzichte van de jaren ervoor (zie figuur 12). VeiligheidNL heeft een prognose gemaakt van het aantal valongevallen bij 65-plussers tot en met 23. Deze prognose is gebaseerd op de bevolkingsprognose en de aanname dat de leeftijd- en geslachtsspecifieke incidenties gelijk blijven aan die van 213. Op basis van deze gegevens is de prognose dat er in 23 maar liefst plussers op de SEH-afdeling worden behandeld na een valongeval (zie figuur 13). Figuur 12 Jaarlijks aantal SEH-behandelingen bij 65-plussers door valongevallen aantal SEH-behandelingen Bron: Letsel Informatie Systeem , VeiligheidNL

8 Figuur 13 Prognose aantal SEH-behandelingen na valongevallen bij 65-plussers (bij gelijkblijvende incidentie) Bron: Letsel Informatie Systeem , VeiligheidNL; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek Wie liepen letsel op? Net als bij de ziekenhuisopnamen was zeven van de tien ouderen, die op de SEH-afdeling behandeld werd na een valongeval, vrouw (58., 72%). Het risico om door een valongeval op een SEH-afdeling terecht te komen, was voor vrouwen 1 op 27, voor mannen 1 op 57. Net als bij de ziekenhuisopnamen geldt hier ook dat in alle leeftijdsgroepen vrouwen meer risico liepen dan mannen. Het risico op letsel door een val nam toe met het stijgen van de leeftijd (zie figuur 14). Voor ouderen van 65 tot en met 69 jaar was dit risico 1 op 71. Bij ouderen vanaf 9 jaar was dit risico gestegen naar 1 op 1. Figuur 14 SEH-behandelingen per 1. inwoners na een valongeval bij 65-plussers, naar leeftijd en geslacht Man Vrouw Bron: Letsel Informatie Systeem 213, VeiligheidNL; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek jaar 7-74 jaar jaar 8-84 jaar jaar 9 jaar en ouder Hoe is het letsel ontstaan? Bij ruim een derde van de valongevallen is de manier waarop ouderen gevallen zijn niet bekend (34%). Wel is bekend dat 1 op de 5 ouderen is gestruikeld (21%), bijvoorbeeld over een steen, tegel of drempel. 1 op de 12 ouderen is gevallen van een vaste trap (8%). Nog eens 8% is uitgegleden, bijvoorbeeld over gladde bestrating of een natte vloer. Een val van een 'hoogte' kwam in 7% van de gevallen voor, bijvoorbeeld uit bed of van een zitmeubel. En 5% heeft zich verzwikt. De belangrijkste producten die betrokken zijn bij een valongeval bij ouderen zijn het bed, de rollator en de stoel. Waar heeft het ongeval plaatsgevonden? De locatie van het ongeval was bij ongeveer 1 op de 8 ongevallen onbekend (13%). Bijna de helft van de ongevallen vond plaats in een woonhuis (46%), waarbij met name valongevallen gebeurden in de woonkamer, de slaapkamer of op de vaste trap. Vijftien procent van de ouderen is op straat gevallen, bijvoorbeeld op de stoep of het trottoir. 1 op de 8 valongevallen vond plaats in een instelling (12%), bijvoorbeeld in een verzorgings- of verpleeghuis. 9% van de valongevallen gebeurde rond het huis, bijvoorbeeld in de tuin. Wat was de aard van het letsel? Zes op de tien 65-plussers die na een val op een SEH-afdeling is behandeld had een fractuur (6%, 48.). Een heupfractuur is de meest voorkomende fractuur (16%, 13.), gevolgd door polsfracturen (11%, 8.8). Zestien procent van de slachtoffers had oppervlakkig letsel (13.) en zeven procent had een

9 open wond (5.8). Bij vijf procent van de slachtoffers was er sprake van hersenletsel (4.4), zie figuur 15. Figuur 15 hersenletsel 5% SEH-behandelingen na valongevallen bij 65-plussers, naar type letsel open wond 7% oppervlakkig letsel 16% overig 11% fractuur 6% Bron: Letsel Informatie Systeem 213, VeiligheidNL Hierbij valt op dat mannen relatief veel letsel hebben opgelopen aan hoofd en romp, terwijl vrouwen vaker letsels aan de ledematen opliepen, zie figuur 16. Ruim één op de vijf van de mannen is op de SEH-afdeling behandeld aan letsel aan het hoofd (22%), tegenover één op de zeven vrouwen (13%). Eén op de drie vrouwen liep letsel op aan schouder, arm of hand (35%), terwijl een kwart van de mannen die na een val op de SEH-afdeling kwamen letsel hadden aan schouder, arm of hand (25%). Heupfracturen komen bij mannen en vrouwen ongeveer even vaak voor. Het aandeel slachtoffers dat op een SEH-afdeling is behandeld aan een heupfractuur loopt toe met de leeftijd (6% van de slachtoffers van jaar had een heupfractuur tot 26% van de slachtoffers van 9 jaar en ouder). Voor hersenletsel is de relatie met leeftijd minder duidelijk. Figuur 16 SEH-behandelingen in verband met een valongeval bij 65-plussers naar getroffen lichaamsdeel en geslacht Man Vrouw HOOFDLETSEL 22% hersenletsel 8% HOOFDLETSEL 13% hersenletsel 5% ROMP 16% ARMEN 25% ROMP 11% ARMEN 35% BENEN 35% heupfractuur 15% BENEN 39% heupfractuur 16% OVERIG 3% Bron: Letsel Informatie Systeem 213, VeiligheidNL OVERIG 2% In figuur 17 is te zien dat het aantal 65-plussers dat op de SEH-afdeling is behandeld als gevolg van een heupfractuur door een valongeval, in de loop der tijd gestaag is gestegen. De laatste jaren lijkt er sprake te zijn van een afvlakking. Het aantal SEHbehandelingen bij 65-plussers met hersenletsel als gevolg van een valongeval, is vanaf 25 sterk aan het stijgen. In 213 is het aantal SEH-behandelingen ruimschoots verdubbeld ten opzichte van 25. De stijging in het laatste jaar is vooral te zien bij de ernstige hersenletsels (1.8 in 213 en 1.5 in 212). De gegevens in deze figuur zijn niet gecorrigeerd voor de veranderde bevolkingsopbouw

10 Figuur Jaarlijks aantal SEH-behandelingen na valongevallen bij 65-plussers, naar heupfracturen en hersenletsels heupfractuur hersenletsel Bron: Letsel Informatie Systeem , VeiligheidNL Bron: Letsel Informatie Systeem 213, VeiligheidNL; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek Kosten en gevolgen van letsel Directe medische kosten De directe medische kosten van letsel door een valongeval bij ouderen, waarvoor het slachtoffer op een SEH-afdeling is behandeld of in een ziekenhuis is opgenomen, bedroegen gemiddeld 9.1 per slachtoffer. Deze kosten van een valongeval zijn logischerwijze sterk afhankelijk van het type letsel. Zo bracht een heupfractuur 22. aan kosten met zich mee, een licht hersenletsel kostte gemiddeld 6.6 en een ernstig schedel-/hersenletsel kostte gemiddeld 1.. De totale jaarlijkse directe medische kosten van 65- plussers die na een valongeval op een SEH-afdeling zijn behandeld of in het ziekenhuis zijn opgenomen, bedroegen in miljoen. Bron: Letsellastmodel 213, VeiligheidNL i.s.m. Erasmus Medisch Centrum Rotterdam; Letsel Informatie Systeem 213, VeiligheidNL bedrijfsongevallen een nader onderscheid te maken naar het type ongeval. Toelichting bronnen letselgegevens In de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg(LBZ, voorheen LMR, bron voor ziekenhuisopnamen) is het niet mogelijk om binnen de groep privé-, sport- en In de LBZ is geselecteerd op alle 65-plussers die in 213 uit het ziekenhuis zijn ontslagen na een ziekenhuisopname als gevolg van een valongeval. Voor een beschrijving van de gebruikte gegevensbronnen, zie

11 Meer cijfers VeiligheidNL beschikt over veel meer cijfers over letsels en ongevallen. Per onderwerp of doelgroep staan de belangrijkste ongevalscijfers beschreven in factsheets zoals deze. U kunt de factsheets gratis downloaden op Heeft u interesse in bepaalde cijfers of een specifieke analyse? VeiligheidNL levert u deze graag. Ga hiervoor naar Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze uitgave voorkomende onjuistheden of onvolkomenheden. Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding. Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke toestemming verkregen te zijn.

12 Dodelijke valongevallen bij 65-plussers, naar leeftijd en geslacht Man Vrouw Totaal Aantal per 1. 1 Aantal per 1. 1 Aantal per jaar , , jaar jaar jaar jaar jaar en ouder Totaal % Bron: : Doodsoorzakenstatistiek 213, Centraal Bureau voor de Statistiek; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek 1 Aantal per 1. inwoners van de betreffende leeftijdsgroep en/of geslacht Dodelijke valongevallen bij 65-plussers, naar ongevalsscenario Val op gelijk niveau Val op ongelijk niveau Val; niet gespecificeerd Totaal Bron: Doodsoorzakenstatistiek 213, Centraal Bureau voor de Statistiek Dodelijke valongevallen bij 65-plussers, naar locatie ongeval Eigen woning/tuin/schuur Andere woning/tuin/schuur Bejaardenoord/Tehuis/verpleeghuis Ziekenhuis, onderwijsinstelling, bioscoop, museum 4 2 Openbare weg 35 1 Overig/onbekend Totaal Bron: Doodsoorzakenstatistiek 213, Centraal Bureau voor de Statistiek

13 Dodelijke valongevallen bij 65-plussers, naar locatie en aard van het letsel Hoofd en hals traumatisch hersenletsel Romp en wervelkolom fractuur thorax/rib 1 4 fractuur wervelkolom/ruggenmergletsel 76 3 fractuur bekken 27 1 Schouder/arm/hand 96 4 fractuur schouder/arm/hand 85 3 Heup/been/voet fractuur heup fractuur bovenbeen Overig Totaal Bron: Doodsoorzakenstatistiek 213, Centraal Bureau voor de Statistiek

14 Ziekenhuisopnamen naar leeftijd en geslacht Type ongeval: Privé-, sport- of bedrijfsongeval Leeftijd: >= 65 jaar Oorzaak: Val Man Vrouw Totaal Aantal per 1. 1 Aantal per 1. 1 Aantal per jaar jaar jaar jaar jaar jaar en ouder Totaal % Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 213, Dutch Hospital Data; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek (inwoners) 1 Aantal per 1. inwoners van de betreffende leeftijdsgroep en/of geslacht

15 Ziekenhuisopnamen naar ongevalsscenario Type ongeval: Privé-, sport- of bedrijfsongeval Leeftijd: >= 65 jaar Oorzaak: Val Val van hoogte val uit stoel of bed Val van vaste trap, stoep, ladder, steiger val van vaste trap, stoep Val, overig uitglijden/struikelen Totaal 4. 1 Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 213, Dutch Hospital Data

16 Ziekenhuisopnamen naar locatie ongeval Type ongeval: Privé-, sport- of bedrijfsongeval Leeftijd: >= 65 jaar Oorzaak: Val In en om huis Instelling waar personen verblijven Straat en andere openbare weg Openbaar gebouw Overig 97 2 Onbekend Totaal 4. 1 Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 213, Dutch Hospital Data Let op bij interpretatie indien aandeel 'onbekend' groot is

17 Ziekenhuisopnamen naar locatie en aard van het letsel Type ongeval: Privé-, sport- of bedrijfsongeval Leeftijd: >= 65 jaar Oorzaak: Val Hoofd en hals schedel/hersenletsel, excl. hersenschudding hersenschudding open wond hoofd/hals (exclusief oog) 48 1 Romp en wervelkolom fractuur bekken fractuur wervelkolom fractuur thorax 87 2 oppervlakkig letsel romp/wervelkolom 66 2 Schouder/arm/hand fractuur bovenarm fractuur pols fractuur onderarm 79 2 Heup/been/voet fractuur heup oppervlakkig letsel heup/been/voet fractuur enkel fractuur bovenbeen fractuur knie 56 1 fractuur onderbeen 54 1 Overig Totaal 4. 1 Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 213, Dutch Hospital Data

18 SEH-behandelingen naar leeftijd en geslacht Type ongeval: Privé-ongeval Leeftijd: >= 65 jaar Scenario: Val Man Vrouw Totaal Aantal per 1. 1 Aantal per 1. 1 Aantal per jaar jaar jaar jaar jaar jaar en ouder Totaal % Bron: Letsel Informatie Systeem 213, VeiligheidNL; Bevolkingsstatistiek , Centraal Bureau voor de Statistiek (inwoners) 1 Aantal per 1. inwoners van de betreffende leeftijdsgroep en/of geslacht

19 SEH-behandelingen naar ongevalsscenario Type ongeval: Privé-ongeval Leeftijd: >= 65 jaar Scenario: Val Val 8. 1 Struikelen over steen, tegel, beton over drempel 1. 1 over vloerbedekking of tapijt 67 <1 over stoeprand 46 <1 over meubilair 33 <1 over hond 19 <1 over verpakkings- en opslagmateriaal 16 <1 Val van trap of ladder 8. 1 van vaste trap van ladder 75 <1 van huishoudtrapje 54 <1 Uitglijden over gladde bestrating over (natte, gladde) vloer 73 <1 over ijs 11 <1 Val van hoogte, val uit, van 6. 7 uit bed van zitmeubel van afstapje, opstapje 2 <1 Val door ziekte, onwel worden Zwikken over stoeprand 12 <1 bij in-, uitstappen auto 11 <1 Val van tweewieler 1 <1 Val, niet gespecificeerd Val, overig 6. 7 tegen kast 37 <1 tegen deur(-post) 31 <1 tegen tafel 23 <1 tegen muur 21 <1 tegen verwarmingsapparatuur 18 <1 tegen zitmeubel 15 <1 door duw 13 <1 Totaal 8. 1 Bron: Letsel Informatie Systeem 213,VeiligheidNL

20 SEH-behandelingen naar locatie ongeval Type ongeval: Privé-ongeval Leeftijd: >= 65 jaar Scenario: Val In woonhuis woonkamer slaapkamer vaste trap badkamer, douche keuken toilet hal, gang, overloop Straat, rijweg, trottoir stoep, trottoir rijweg 73 <1 parkeergelegenheid 56 <1 station, halte 47 <1 openbaar vervoermiddel 13 <1 Instelling waar personen verblijven verzorgingshuis verpleeghuis ziekenhuis 45 <1 Om woonhuis tuin buitenkant van huis garage, oprit 81 1 schuur 28 <1 buitentrap 11 <1 Handel, dienstverlening winkel vliegveld, luchthaven 32 <1 Natuurgebied bos 54 <1 strand 16 <1 Speelgelegenheden, attractie-, bungalowparken 75 <1 kampeerterrein 44 <1 bungalowpark 1 <1 Uitgaans-, horecagelegenheden 73 <1 restaurant 28 <1 bioscoop of theater 1 <1 hotel of motel 1 <1

21 SEH-behandelingen naar locatie ongeval Type ongeval: Privé-ongeval Leeftijd: >= 65 jaar Scenario: Val Bedrijfsterreinen, boerderijen 17 <1 Sportlocatie 11 <1 Overig 15 <1 Onbekend Totaal 8. 1 Bron: Letsel Informatie Systeem 213, VeiligheidNL Let op bij interpretatie indien aandeel 'onbekend' groot is

22 SEH-behandelingen naar locatie en aard letsel Type ongeval: Privé-ongeval Leeftijd: >= 65 jaar Scenario: Val Hoofd/hals/nek open wond hoofd licht hersenletsel oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd ernstig schedel/hersenletsel fractuur aangezicht/kaak 46 <1 fractuur neus 35 <1 Romp/wervelkolom fractuur wervelkolom/ruggemergletsel oppervlakkig letsel/kneuzing romp fractuur bekken fractuur thorax/rib Schouder/arm/hand Pols polsfractuur oppervlakkig letsel/kneuzing pols 57 <1 distorsie pols 16 <1 Bovenarm/elleboog/onderarm fractuur bovenarm fractuur elleboog fractuur onderarm 8 <1 oppervlakkig letsel/kneuzing arm 62 <1 open wond arm 45 <1 Schouder/sleutelbeen/ac-gewricht fractuur sleutelbeen/schouder luxatie schouder/ac-gewricht oppervlakkig letsel/kneuzing sleutelbeen/schouder 1. 1 Hand/vingers fractuur hand/vinger open wond hand/vinger 52 <1 luxatie hand/vinger 47 <1 oppervlakkig letsel/kneuzing hand/vinger 42 <1 spier-/peesletsel hand/vinger 13 <1 Heup/been/voet Heup/bovenbeen heupfractuur oppervlakkig letsel/kneuzing heup/bovenbeen 3.9 5

23 SEH-behandelingen naar locatie en aard letsel Type ongeval: Privé-ongeval Leeftijd: >= 65 jaar Scenario: Val fractuur bovenbeen luxatie heup 73 <1 Enkel enkelfractuur enkeldistorsie 74 <1 oppervlakkig letsel/kneuzing enkel 29 <1 Knie fractuur knie 95 1 oppervlakkig letsel/kneuzing knie 94 1 distorsie knie 38 <1 open wond knie 14 <1 Voet/tenen fractuur voet/teen 2. 2 oppervlakkig letsel/kneuzing voet/tenen 25 <1 Onderbeen fractuur onderbeen 63 <1 open wond onderbeen 51 <1 oppervlakkig letsel/kneuzing onderbeen 18 <1 Overig Totaal 8. 1 Bron: Letsel Informatie Systeem 213, VeiligheidNL