BEVORDERINGSNORMEN HOFSTAD MAVO HAVO. 1. Algemeen

Transcriptie

1 BEVORDERINGSNORMEN HOFSTAD MAVO HAVO 1. Algemeen 1.1 Verblijfsduurbeperking Vmbo-scholen mogen zelf bepalen hoeveel jaar leerlingen op school mogen blijven. Hierdoor wordt het voor de leerlingen makkelijker om vmbo-diploma s te stapelen. Ook kunnen leerlingen nu doorstromen naar mbo of havo op een later moment, wanneer dat beter bij hen past. Wel zal de school hierover advies uitbrengen, in samenspraak met de leerling en de ouders. In een aantal gevallen zal de school adviseren om naar het vmbo-k over te stappen om te voorkomen dat leerlingen zonder diploma het voortgezet onderwijs verlaten. Voor de havo klassen geldt dat het advies vmbo-tl dan gegeven wordt. 1.2 Doubleren (algemeen) Het doubleren van de brugklas is alleen op grond van bijzondere omstandigheden mogelijk, dit ter beoordeling van de docenten in de bevorderingsvergadering. Krijgt een leerling de mogelijkheid tot doubleren dan bepalen de docenten in de bevorderingsvergadering in welke klas deze leerling doubleert. Een leerling die twee opeenvolgende jaren doubleert, wordt afgewezen en moet de school verlaten. 1.3 Onvoldoende gegevens Wanneer aan het eind van het schooljaar voor een vak geen cijfer kan worden gegeven wegens onvoldoende gegevens doordat een leerling verzuimd heeft om aan zijn/haar verplichtingen te voldoen, moet de leerling een week voor de bevorderingsvergadering zijn achterstand hebben weggewerkt. (Bijzondere gevallen, bv. in geval van langdurige ziekte, kunnen worden uitgesloten van deze regeling, zie ook 2.4). 2. Bevordering 2.1 Beslissing Tijdens de bevorderingsvergadering wordt besloten of de leerling al of niet bevorderd wordt, aan de hand van de normen die hierbij zijn opgenomen. 2.2 Het determinatieadvies Tijdens de vergadering over het tweede cijferrapport (voorjaar) stelt het quorum van het docententeam (het aantal docenten dat nodig is om een besluit te kunnen nemen) een voorlopig determinatieadvies vast. Dit advies wordt na deze rapportvergadering schriftelijk aan de ouders van de leerling uitgereikt. 2.3 Het eindadvies Tijdens de bevorderingsvergadering wordt bepaald of het docententeam nog achter het voorlopig gegeven advies staat. Belangrijk hierbij is het feit dat ingeval het tot stemming komt om de uiteindelijke determinatie van een leerling te kunnen bepalen, de kernvakken NE, EN en WI een zwaarder stempel op de uitslag drukken, i.c. de stem van deze

2 kernvakken telt dubbel. Hierna wordt de determinatie definitief vastgesteld conform de normen van de betreffende klas. 2.4 Buiten de norm om bespreken tot bevorderen Het is in uitzonderlijke gevallen mogelijk dat een mentor een leerling buiten de norm om wil bespreken tot bevorderen. De afwegingen om buiten de norm om besproken te kunnen worden moeten in het vooroverleg (tussen mentoren en teamleider) besproken zijn en er moet voldoende basis (onderwijskundig en/of sociaal emotioneel) zijn om tot deze buitengewone stap te komen. 2.5 De revisievergadering Een leerling kan alleen in de revisievergadering worden gebracht op grond van relevante nieuwe informatie die bij het door de bevorderingsvergadering genomen besluit géén rol heeft gespeeld. De dag voor de revisievergadering moet bij de teamleider bekend zijn, welke leerlingen in de revisie zullen worden gebracht en op grond van welke nieuwe informatie dit gebeurt. Een revisiecommissie (bestaande uit: teamleider, mentor en directielid) beslist of het werkelijk om nieuwe en relevante informatie gaat. In de revisievergadering kan een leerling dus alsnog worden bevorderd of afgewezen, waarmee een eerder genomen beslissing door het docententeam wordt veranderd. 2.6 Overleg met de ouders Het besluit van het docententeam na de bevorderingsvergadering/ revisievergadering wordt aan de ouders medegedeeld. Indien de situatie daarom vraagt, wordt direct na voornoemde vergadering contact opgenomen met de ouders indien de eindbeslissing niet overeenkomt met het voorlopig gegeven advies of de wens van de leerling en diens ouders. 3. Algemene uitgangspunten en afspraken 3.1 Bij de overgang naar een hogere klas binnen dezelfde leerweg moet er voldoende basis voor succes in de volgende klas aanwezig zijn. Dat veronderstelt dat voor het merendeel van de vakken op voldoende niveau is gepresteerd. 3.2 Alle vakken in de onder- en bovenbouw tellen even zwaar mee. Er wordt per vak gestemd. Docenten die een klas delen of met behulp van een stagiair de klas lesgeven, hebben dus gezamenlijk één stem. Het vak rekenen wordt eveneens becijferd. Een eventuele onvoldoende voor het vak rekenen telt mee in het gemiddelde, dat leerlingen voor hun totale vakkenpakket moeten behalen (zie ook 3.6). Tevens moet de Maatschappelijke Stage (MaS) in leerjaar 3 altijd met een voldoende worden afgesloten. Indien dit niet het geval is zal de leerling een vervangende opdracht moeten vervullen, overeenkomstig de regeling voor vakken waarvoor geen landelijk CE wordt afgenomen. 3.3 Voor de Talenturen die in de leerjaren 1 en 2 worden gegeven en beoordeeld worden bij rapport 2 en 4, geldt hetzelfde als hierboven is beschreven voor het vak rekenen (zie 3.2). 3.4 Wanneer een docent niet bij de bevorderingsvergadering van een klas kan zijn, dient hij/zij vooraf aan de teamleider bekend te hebben gemaakt hoe hij/zij denkt over bevordering of doubleren van de leerlingen uit deze klas (en met welke argumentatie). Zijn/haar stem wordt dan meegenomen in de eindbeslissing.

3 3.5 Alle rapport- en SE-cijfers (van de TL-, TL/havo- en havo-afdeling) worden vastgesteld op een cijfer met één decimaal. Alle cijfers van alle vakken in een leerjaar bij elkaar opgeteld, levert een gemiddelde op (zie 3.8). Er vindt vervolgens geen afronding van dit gemiddelde plaats (een 5,6 wordt dus geen 6 maar blijft een 5,6). 3.6 Er wordt in de beoordeling van de resultaten van de TL-afdeling nadrukkelijk rekening gehouden met de volgende kernvakken NE, EN en WI. De (niet afgeronde) som van deze drie vakken moet minimaal 18 punten bedragen; hierbij mag 1 onvoldoende zitten, niet lager dan een 4,0. Dit geldt alleen voor leerjaar 1 en 2. Voor leerlingen in klas 3 die geen WI hebben, geldt een minimaal aantal punten van 12 (voor NE en EN samen; hierbij mag eveneens een onvoldoende zitten, niet lager dan een 4,0). 3.7 Leerlingen in leerjaar 2TL die een vak in hun vakkenpakket willen kiezen, dat hen door hun docent sterk wordt afgeraden, moeten er rekening mee houden dat dit hun eindresultaten negatief kan beïnvloeden, Hierdoor kan het voorkomen dat een leerling niet (meer) kan voldoen aan de geldende bevorderingsnormen. Zo kan een leerling niet het vak NA kiezen, indien er een onvoldoende is behaald voor het vak WI. Het vak SK mag wel worden gekozen, ondanks een onvoldoende resultaat (niet lager dan 4) voor het vak WI. 3.8 Het jaarcijfer ( = eindcijfer) wordt bepaald volgens de formule Dit betekent dat de cijfers van rapport 1 één maal meetellen, de cijfers van rapport 2 tweemaal etc. Dit geldt overigens alleen voor de TL-afdeling (onderbouw). De overige leerlagen kennen een weging van Een leerling wordt zonder cijfermatige bespreking bevorderd indien hij een gemiddelde heeft van minimaal 6,3 voor alle vakken tezamen én als de (niet afgeronde) som van de drie kernvakken minimaal 18 punten bedraagt. Het vak LO, Omgangskunde, Studie Vaardigheden en LOB zijn uitgesloten van het totaal gemiddelde. Wel moet de leerling LO afsluiten met minimaal een 6,3 en Omgangskunde, Studievaardigheden en LOB moeten beoordeeld zijn met een voldoende Een bespreking kan resulteren in: a. Bevorderd, al dan niet met voorwaarde. b. Bevorderd naar een andere leerweg, sector of profiel, al dan niet met voorwaarde(n). c. Doubleren (hierbij dient heel zorgvuldig te worden bepaald of doubleren zinvol is en of daardoor een gerede kans bestaat dat deze leerling op Hofstad Mavo een diploma haalt) Voor de havo gelden in het algemeen strengere eisen voor bevordering (zie bevorderingsnormen havo-afdeling). Bij deze normeringen geldt ook dat het vak LO is uitgesloten voor het totaal gemiddelde en de leerling het vak LO moet afsluiten met minimaal een 6,3.

4 4. Aanvullende bevorderingsnormen afdeling vmbo TL 4.1 Bevorderingssystematiek klas Bevordering van 1 TL naar 2 TL/h Afwijkend van de algemene afspraken geldt dat een leerling van 1 TL bevorderd kan worden naar 2 TL/h als hij/zij: o voor de vakken En, Ne en Wi minimaal een 8,0 heeft o voor de resterende afgeronde eindcijfers ten minste gemiddeld een 7,5 heeft o voor de non-cognitieve gegevens allemaal voldoendes heeft o Voor het vak wiskunde zal een leerling die op wil stromen naar 2 TL/h tijdens de reguliere lessen een verdiepingsopdracht met een voldoende moeten afronden; dit ter beoordeling van de TL/h- docent(e) wiskunde Bevordering van 1 TL/h naar 2 h Een leerling is van 1 TL/h bevorderd naar 2 h als hij/zij: o maximaal 1 tekort heeft in de havo cijfers (één x 5) Bevordering van 1 TL/h naar 2 TL/h Een leerling is van 1 TL/h bevorderd naar 2 TL/h als hij/zij: minimaal 18,0 punten voor Ne, En en Wi. o maximaal 2 tekorten heeft (één x4 of twee x5) Bevordering van 1 TL/h naar 2 TL Een leerling is van 1 TL/h bevorderd naar 2 TL als hij/zij: o niet voldoet aan de bevorderingsnormering 1 TL h naar 2 TL/h of 1 TL/h naar 2 h, zoals gesteld in en maar met de TL cijfers wel voldoet aan de TL normering gesteld in Bevorderingssystematiek klas Bevordering van 2 TL/h naar 3 h Een leerling is van 2 TL/h bevorderd naar 3 h als hij/zij:

5 o maximaal 1 tekort heeft in de havo cijfers (één x 5) Bevordering van 2 TL/h naar 3 TL Een leerling is van 1 TL/h bevorderd naar 2 TL/h als hij/zij: o niet voldoet aan de bevorderingsnormering 2 TL/h naar 3 h, zoals gesteld in 4.2.1, maar met de TL cijfers wel voldoet aan de TL normering gesteld in Bevorderingssystematiek klas Bevordering 3 TL naar 4 TL Een leerling is van 3 TL bevorderd naar 4 TL als hij/zij: o Een gemiddelde heeft voor alle vakken van 6,3 én voldoet aan het onder 3.9 gestelde o Eindcijfers heeft binnen het gekozen vakkenpakket, die voldoen aan de geldende slaag-zakregeling 5. Aanvullende bevorderingsnormen afdeling havo 5.1 Bevorderingssystematiek klas Bevordering van 1 h naar 2 h Een leerling is van 1 h bevorderd naar 2 h als hij/zij: o maximaal 1 tekort heeft in de havo cijfers (één x 5) Bevordering van 1 h naar 2 TL/h Een leerling is van 1 h bevorderd naar 2 TL/h als hij/zij: o maximaal 2 tekorten heeft (één x4 of twee x5) Bevordering van 1 h naar 2 TL Een leerling is van 1 h bevorderd naar 2 TL als hij/zij: o niet voldoet aan de normering voor 1 h naar 2 h of 1 h naar 2 TL/h zoals gesteld in en 5.1.2, maar wel voldoet aan het gemiddelde van minimaal 5,3 voor alle vakken. 5.2 Bevorderingssystematiek klas Bevordering van 2 h naar 3 h Een leerling is van 2 h bevorderd naar 3 h als hij/zij:

6 o Voor alle vakken gemiddeld een 6,3 of hoger heeft o Maximaal 1 tekort.(één x 5) Bevordering van 2 h naar 3 TL Een leerling is van 2 h bevorderd naar 3 TL als hij/zij: o niet voldoet aan de bevorderingsnormering 2 h naar 3 h, zoals gesteld in maar voldoet aan het gemiddelde van 5,3 voor alle vakken. 5.3 Bevorderingssystematiek klas Bevordering van 3 h naar 4 h Leerlingen in 3 h kiezen in mei een van de vier profielen (voor de inhoud van deze profielen wordt verwezen naar de website van Hofstad Lyceum). Een leerling is van 3 h naar 4 h bevorderd als hij/zij: o Geen tekorten heeft en het gemiddelde van de onafgeronde eindcijfers van de hoofdvakken 1 minimaal 6,0 is o Eén tekort heeft en het gemiddelde van de onafgeronde eindcijfers van de hoofdvakken minimaal 6,0 is o Twee tekorten heeft of drie tekorten over twee vakken én niet meer dan één tekort in de hoofdvakken en het gemiddelde van de onafgeronde eindcijfers van de hoofdvakken minimaal 6,0 is. 1 Hoofdvakken zijn de vakken die een leerling in havo 4 gaat volgen. Voor de keuze van de vakken Wb, Na geldt bovendien dat de onafgeronde eindcijfers van Wi en Na minimaal 6,0 moeten zijn Bevordering van 3 h naar 4 TL Een leerling is van 3 h bevorderd naar 4 TL als hij/zij: o Niet voldoet niet aan de bevorderingsnormering 3h naar 4h, zoals gesteld in 5.3.1, maar voldoet aan het gemiddelde van 5,3 voor alle vakken.

7