Eindgesprek: in de vorm van een panelgesprek

Transcriptie

1 Eindgesprek: in de vorm van een panelgesprek Cohort 2012 en later Leertrajecten mbo Verpleging & Verzorging April 2013, herziene versie 2 febr

2 Deel 1: Algemene Informatie Inleiding Het Eindgesprek is de beoordelingsvorm voor de toetsing van het ontwikkelingsbekwame niveau. Er zijn verschillende vormen voor dit eindgesprek. De unit V&V heeft gekozen voor een eindgesprek in de vorm van een Panelgesprek. Voorheen was het panelgesprek een gesprek vanuit 3 kritische situaties, ingebracht door de student. Dat blijft zo voor studenten die werken met KD 2010 en Voor KD 2012 wordt het uitgangspunt voor het gesprek een zelfportret, ingebracht door de student. (zie pag.5) Hierbij houdt we ons aan een aantal vastgestelde criteria die recht doen aan de uitgangspunten van ontwikkelingsbekwaamheid. De uitgangspunten Essentie vormt het ontwikkelend vermogen. Als een student ontwikkelend vermogen kan laten zien, dan laat hij daarmee ook zien dat hij bewust heeft nagedacht over hoe hij handelt, hoe anderen handelen en wat het effect daarvan is (zie ook hoofdstuk 4 van Groeidocument versie 4 juni 2010 beoordelen om te leren & beoordelen om te beslissen ). Het nadenken over het handelen (inclusief de keuze om oorspronkelijke opvattingen te herzien) kan de student uiten in de vorm van een eigen opvatting (persoonlijke theorie) met betrekking tot het handelen. Deze eigen opvatting is opgenomen in een portret dat de student van zichzelf maakt. De mate waarin het handelen zich beperkt tot de voor de opleiding relevante beroepscontext is ter beoordeling aan de opleidingen. Door een ruime context van handelen in beschouwing te nemen, krijgt de student ook meer ruimte te laten zien dat hij/zij zich kan ontwikkelen in andere arbeidsgebieden dan voor de opleiding aan de orde zijn. De inhoud gaat over: leren, loopbaan competentieontwikkeling gekoppeld aan kritische situaties. (competenties kun je kiezen uit de FC competenties of de HSL competenties, zie hiervoor je BPV-boek). De beoordelingsvorm voldoet aan onderstaande criteria: Het panelgesprek maakt het de student mogelijk de eigen opvatting over ontwikkelend vermogen te laten zien en deze te kunnen toelichten. Vindt plaats aan het eind van het opleidingstraject als afronding. Bij de toetsing wordt geen oordeel meer gegeven over het beroepsbekwame deel van het kwalificatiedossier. De toetsvorm past bij de doelgroep, de student. Er is sprake van interactie gedurende het gesprek. De setting (plaats, moment, omgeving) wordt door de unit V&V bepaald. Het is de student vooraf bekend op grond van welke criteria hij/zij wordt beoordeeld. Reflectie op de inhoud 1 (zie boven) komt aan bod (reflectie op jezelf, reflectie op de samenleving, reflectie op de (beroeps)loopbaan). Het examenonderdeel moet gedaan zijn (vereiste) om een diploma te krijgen. 1 Reflectie leidt tot nieuw begrip of een andere waardering, geeft en transformeert betekenis die we aan ervaring toekennen en vertaalt ervaring in leren. Bij het beoordelen van ontwikkelingsbekwaam niveau is niet het (kunnen) reflecteren zelf aan de orde, maar de opbrengst ervan (een ander begrip/waardering, uitgedrukt in een eigen opvatting). 2

3 Assessoren zijn deskundig en zijn gedurende het laatste leerjaar van de opleiding geen coach of werkbegeleider van de student geweest De beoordeling Wat wordt er beoordeeld? De student kan zijn ontwikkelend vermogen vanuit zichzelf in relatie tot zijn toekomstige loopbaan en zijn plek in de maatschappij benoemen en aantonen. Te hanteren model kan zijn: hoe stond ik er eerst voor/keek ik er eerst tegen aan hoe sta ik er nu voor/kijk ik er nu tegen aan? hoe ga ik erin verder? De student kan laten zien dat hij zijn vaardigheid in reflecteren kan inzetten om tot nieuwe inzichten te komen. Algemene Informatie voor studenten over het eindgesprek Wat moet je doen? Het eindgesprek gaat over jezelf en hoe jij je tijdens je opleiding ontwikkeld hebt. Het is de bedoeling dat je aan kunt tonen dat jouw ontwikkeling gedurende je opleiding tot een bepaald standpunt, een bepaalde opvatting over jezelf, je loopbaan of je kwaliteiten heeft geleid. Dat geeft aan hoe je er nu in staat, maar je moet ook kunnen aangeven hoe je er in de toekomst (samen met anderen!) mee verder gaat. Je eindgesprek doe je in een gesprek met minimaal 2 assessoren. Je presenteert als het ware een portret van jezelf, waarin je laat zien wie je bent, waarin je je ontwikkeling beschrijft, waarin je een beeld geeft van wat je hebt geleerd over jezelf en jouw competenties en waarin je vooruit kijkt naar je loopbaan. Je kunt dit portret in geschreven vorm aanbieden, maar het kan ook een presentatie, een film, of iets dergelijks zijn. Hieraan voeg je de specifieke competenties toe die je in het gesprek wilt benadrukken. (competenties kun je kiezen uit de FC competenties of de HSL competenties, zie hiervoor je BPV-boek). Waarop letten de assessoren? Je vakkennis en vaardigheden voor het beroep staan in het examen Ontwikkelingsbekwaamheid niet meer ter discussie. Deze heb je immers al aangetoond. De kwaliteit van je presentatie, je verhaal, je film etc. wordt op inhoud beoordeeld, niet op vorm. Inhoudelijk moet goed duidelijk worden dat je in staat bent geweest om te reflecteren op jezelf en je ontwikkeling, en dat die reflectie tot nieuw inzicht/nieuwe daden heeft geleid. Reflectie Reflectie (= denken over doen ) heeft als resultaat dat je weet wat je jezelf geleerd hebt door bewust bezig te zijn geweest. Bewust bezig zijn betekent dat je niet alleen kunt vertellen hoe je in een bepaalde situatie je werk (met anderen) hebt aangepakt, maar ook waarom je dat zo gedaan hebt. Door reflectie denk je na over het resultaat van je handelen en ontwikkel je bij jezelf een nieuwe kijk hierop. Hoe bereid jij je voor? Jouw opleiding heeft gekozen voor een eindgesprek in de vorm van een panelgesprek.(je examen). Tijdens je opleiding ben je op die vorm voorbereid. Het is de bedoeling dat je een portret opstelt waarin je jezelf zo goed mogelijk laat zien. In dit portret is duidelijk zichtbaar: hoe stond ik er eerst voor/keek ik er eerst tegen aan hoe sta ik er nu voor/kijk ik er nu tegen aan? hoe ga ik erin verder?. Geadviseerd wordt dit portret eerst met je coach door te nemen voordat je het inlevert. 3

4 De coach zal in de coachgroepen tijdig informatie geven over hoe je dit portret zo goed mogelijk kunt samenstellen. Te denken valt aan je hele leergeschiedenis en ook je functioneren in bepaalde situaties die kenmerkend zijn voor je ontwikkeling. Je kunt dit in vertelvorm doen, je kunt ook anderen over je laten vertellen. (Die ander neemt geen deel aan het eindgesprek). Je kunt best practices laten zien, jezelf presenteren in een powerpoint, een filmportret of misschien wel een eigen glossy. Hoe creatief die presentatie ook kan zijn, bedenk wel dat hij moet passen binnen de criteria die zijn geformuleerd voor het beoordelen van ontwikkelingsbekwaamheid (zie de beoordelingsformulieren die de assessoren hanteren). Maak bij de voorbereiding goed gebruik van je ontwikkelingsportfolio, waarin je tijdens je opleiding allerlei leerervaringen op basis van reflecties hebt opgenomen. Zie voor jezelf daarin een duidelijke lijn van ontwikkeling en zorg dat die lijn tijdens het examen over komt. Als je het ontwikkelingsportfolio goed bijhoudt en ordent, zal het niet moeilijk zijn op basis daarvan een zelfportret te ontwerpen. Bijlage 1 1 Hulpvragen* Kwaliteiten Wat zijn de dingen waar ik goed in ben? Aan wie vraag ik nu en in de toekomst wat mijn sterke en minder sterke kanten zijn? Wat zijn mijn talenten en wanneer gebruik ik deze? Wat vertel ik over mijzelf als ik iets goed heb gedaan? Wat vertel ik over mijzelf wanneer iets mislukt is? Hoe maak ik een inschatting ik of ik iets nieuws wel of niet kan uitvoeren? Welke kwaliteit(en) zet ik wanneer in? Motieven Wat vind ik interessante dingen om te doen en waarom vind ik dat? Waarom doen mensen wat ze doen? Wanneer ben ik blij, eenzaam, vrolijk of verdrietig en hoe komt dat? Wat zijn mijn principes en hoe kom ik daaraan? Hoe maak ik aan anderen duidelijk dat ik iets graag wil doen? Waarom vind ik mijn hobby leuk? Werkexploratie Hoe kom ik erachter of ik ander werk leuk vind en of het bij me past? Waar vind ik informatie over een leuke nieuwe baan? Op welke baan zou ik willen solliciteren? Wat kan ik doen om achter de leuke en minder leuke kant van werk te komen? Wat vind ik belangrijk en waardevol werk? Hoe blijf ik op de hoogte van nieuwe trends en ontwikkelingen? Loopbaansturing Wat moet ik leren om mijn ambities waar te maken? Waar en bij wie moet ik zijn om een volgende stap na mijn examen te zetten? Welke extra dingen kan ik doen om meer kansen te krijgen in de toekomst? Wat doe ik buiten school om meer kansen in de toekomst te hebben? Wat zijn voor- en nadelen van een keuze die ik kan maken in mijn loopbaan? Hoe ziet mijn toekomstbeeld eruit en wat doe ik om dat te verwezenlijken? 4

5 Welke kans(en) zie ik voor een volgende stap in mijn loopbaan? Hoe zorg ik ervoor dat ik mijn sterke punten kan gebruiken in mijn werk? Welk initiatief van mij is nodig om met de ontwikkelingen in het bedrijf waar ik nu werk mee te kunnen? Netwerken Wie uit mijn netwerk kan mij aan (nieuw)werk helpen? Hoe zorg ik ervoor dat mensen in mijn netwerk weten wat ik graag doe? Wat kunnen mensen in mijn netwerk van mij verwachten? Wie kan mij vertellen dat er ergens een leuke baan beschikbaar komt? Wie uit mijn netwerk doen hetzelfde werk als ik? Hoe kan ik ervoor zorgen dat anderen mij bij mijn loopbaan willen helpen? Hoe kom ik in contact met mensen buiten mijn netwerk? *gerelateerd aan de vragenlijst over vijf loopbaancompetenties van Marinka Kuijpers, kenniscentrum GOC. 5