Analyse van de uitkeringen voor volledige werkloosheid

Transcriptie

1 Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Keizerslaan Brussel Tel Analyse van de uitkeringen voor volledige werkloosheid Beschouwde statuten De onderzochte populatie bestaat uit de volledig werklozen die kunnen onderverdeeld worden in twee groepen: - De niet werkende werkzoekenden na een voltijdse of een vrijwillig deeltijdse betrekking of na studies; - De volledig werklozen die vrijgesteld zijn van inschrijving als werkzoekende nl. a. de oudere werklozen b. de volledig werklozen met vrijstelling wegens beroepsopleiding c. de volledig werklozen met vrijstelling wegens het hervatten van studies d. de vrijgestelden na arbeid in een PWA; Blijven hier evenwel buiten beschouwing: a. de deeltijdse werknemers met behoud van rechten en een inkomensgarantieuitkering b. de tewerkgestelden in een beschutte werkplaats c. de vrijgestelden om sociale en familiale redenen Er wordt ook geen rekening gehouden met de werklozen die hun recht op uitkeringen invoeren uit een ander E.U.-land. Statistisch bronmateriaal De statistiek is gebaseerd op de tijdens de maand door de uitbetalingsinstellingen uitgevoerde en bij de RVA ter verificatie ingediende- betalingen aan de werklozen. Als betaling wordt in dit overzicht beschouwd elke persoon waarvoor in de maand april uitkeringen (= volledige maand) volledige werkloosheid werden betaald en die betrekking hebben op die maand (= refertemaand). Verdeling volgens uitkeringscategorie Naargelang hun gezinstoestand kunnen de werklozen ondergebracht worden in 3 categorieën: - samenwonenden met gezinslast = categorie A - alleenwonenden = categorie N - andere samenwonenden = categorie B Onderstaand wordt de verdeling van de vergoede volledig werklozen bekeken volgens gezinscategorie, werkloosheidsduur en basis van toelaatbaarheid. In een laatste deel wordt de verdeling van de klassen van toegekende maandbedragen volgens dezelfde criteria geanalyseerd.

2 1. Toelaatbaarheidsbasis en werkloosheidsduur toelaatbaarheidsbasis werkloosheidsduur < 1 jaar 1-2 jaar 2-5 jaar 5 jaar en + Totaal arbeid ,9% ,9% ,1% ,4% ,2% studies ,1% ,1% ,9% ,6% ,8% Totaal Ruim 79% van de volledig werklozen wordt toegelaten op basis van arbeidsprestaties, tegenover 20,8% op basis van studies. Het aandeel van werklozen toegelaten op basis van arbeid stijgt met de werkloosheidsduur. Van de werklozen met een werkloosheidsduur van minimum 5 jaar is toch nog ruim 13% toegelaten op basis van studies. 2. Toelaatbaarheidsbasis, werkloosheidsduur en gezinscategorie Basis arbeid werkloosheidsduur categorie samenwonenden met gezinslast (A) alleenwonenden (N) andere samenwonenden (B) Totaal < 1 jaar ,2% ,7% ,9% ,6% 1-2 jaar ,6% ,5% ,3% ,5% 2-5 jaar ,5% ,4% ,5% , 5 jaar en ,7% ,4% ,2% ,9% Totaal Basis studies < 1 jaar ,2% ,5% ,7% ,6% 1-2 jaar ,9% ,1% ,3% ,6% 2-5 jaar ,9% ,3% ,8% ,6% 5 jaar en ,9% ,1% ,2% ,1% Totaal Telkens geldt dat de samenwonenden met gezinslast (cat.a) een ongunstiger duurprofiel hebben en andere samenwonenden (cat. B) een gunstiger duurprofiel, terwijl de alleenwonenden (cat. N) nagenoeg een gemiddeld profiel vertonen. Van diegenen die toegelaten zijn op basis van arbeid en behoren tot categorie A is meer dan de helft minstens 5 jaar werkloos; bij diegenen die toegelaten zijn op basis van studies loopt het aandeel terug tot 41%.

3 Binnen categorie N is 47% van diegenen die toegelaten zijn op basis van arbeid al 5 jaar of meer werkloos; voor diegenen die toegelaten zijn op basis van studies loopt dat percentage terug tot 27%. De werklozen in categorie B blijven duidelijk minder lang werkloos; dat geldt vooral voor diegenen die toegelaten zijn op basis van studies van wie 15% 5 jaar of meer werkloos zijn. duurklasse samenwonenden met gezinslast (A) alleenwonenden (N) andere samenwonenden (B) Totaal Arbeid Studies Arbeid Studies Arbeid Studies Arbeid Studies < 1 jaar 25,6% 25, 23,9% 19,4% 50,5% 55,6% jaar 32,3% 30,2% 25,2% 21,7% 42,5% 48, jaar 37, 42,3% 25,7% 23,1% 37,4% 34,6% jaar en + 37,6% 58,8% 25,6% 20,4% 36,8% 20,7% Totaal 34,8% 40,4% 25,3% 21,2% 39,9% 38,4% Als we het aandeel van de gezinscategorieën in elke duurklasse beschouwen, merken we dat ongeacht de basis van toelaatbaarheid - het aandeel van categorie A toeneemt met de duur van de werkloosheid. Het aandeel van categorie B verloopt omgekeerd evenredig met de duur van de werkloosheid. De verdeling van categorie N volgens duur vertoont een geringe spreiding. Bij diegenen die toegelaten zijn op basis van arbeid schommelt het aandeel tussen 23,9% en 25,7% terwijl bij diegenen die toegelaten zijn op basis van studies het aandeel schommelt tussen 19,4% en 23,1%. 10 Arbeid 10 Studies < 1 jaar 1-2 jaar 2-5 jaar 5 jaar en + < 1 jaar 1-2 jaar 2-5 jaar 5 jaar en + categorie A categorie N categorie B categorie A categorie N categorie B

4 3. Maanduitkeringen, toelaatbaarheidsbasis en gezinscategorie klasse categorie A categorie N categorie B Totaal Algemeen totaal maandbedragen Arbeid Studies Arbeid Studies Arbeid Studies Arbeid Studies < en Totaal klasse categorie A categorie N categorie B Totaal Algemeen totaal maandbedragen Arbeid Studies Arbeid Studies Arbeid Studies Arbeid Studies < , - 0,2% - 0,1% 0, ,7% 26,8% 99, 10,7% 39,2% 16,6% , 0,5% 0,1% 0,2% 0,1% 0,2% , 7,9% 0,1% 3,1% 13,4% 5,3% ,1% 15,2% 0,1% 6,1% 6,6% 6,2% ,2% 0,1% 20,3% 0,1% 23, 0, 18,3% ,9% 99,9% 17,5% 0,1% 18, 0,4% 26,2% 40,5% 29,2% ,8% 0,1% 15,9% - 11,3% 0, 19,6% 0, 15,5% 1000 en + 26,3% 0, 7,5% - 0,1% 0, 11,1% 0, 8,8% Totaal Bijna 17% van de werklozen ontvangt een uitkering van minder dan 400 per maand; 54% van de werklozen ontvangt een maanduitkering van meer dan 800. Naar basis van toelaatbaarheid komen duidelijke verschillen tot uiting. Daar waar 57 % van diegenen die toegelaten zijn op basis van arbeid een uitkering genieten van meer dan 800, hebben 41% van diegenen die toegelaten zijn op basis van studies recht op een dergelijke uitkering. Daartegenover staat dat ruim 39% van diegenen die toegelaten zijn op basis van studies een uitkering ontvangen van minder dan 400 per maand. Meer dan de helft ( 55% ) van de samenwonenden met gezinslast ( categorie A ) ontvangt een maandelijkse uitkering tussen 800 en 900. Voor deze categorie behoren praktisch alle werklozen die toegelaten zijn op basis van studies tot die uitkeringsklasse.ter referentie: het bedrag van het leefloon voor een samenwonende met een gezin ten laste bedraagt op dit ogenblik 834,14. 49% van de alleenstaanden ( categorie N ) geniet een uitkering tussen 700 en 800 ; desalniettemin geniet 63% van diegenen die toegelaten zijn op basis van studies een uitkering tussen 500 en 600. Het leefloonbedrag voor een alleenstaande bedraagt 625,6

5 Ruim 41% van de samenwonenden zonder gezinslast hebben een uitkering tussen 300 en 400 ; diegenen die toegelaten zijn op basis van studies vallen praktisch allemaal in deze uitkeringsklasse. Zij ontvangen hiermee minder dan het leefloon voor samenwonende personen ( = 417,07 ) ,1% 9,1% 8 44,6% 30,6% 62,8% 18,4% 2 55,4% 41,8% 1 17, 0, 1, A N B < < < en +