ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Sint-Joriscollege HAVO

Transcriptie

1 ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Sint-Joriscollege HAVO Plaats : Eindhoven BRIN nummer : 20AT C1 BRIN nummer : 20AT 00 HAVO Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 2 februari 2016 Datum vaststelling : 8 maart 2016

2 Pagina 2 van 11

3 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 2 februari 2016 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op de afdeling havo van het Sint-Joriscollege te Eindhoven om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. Het Sint-Joriscollege is een school voor vwo, havo en mavo en is onderdeel van OMO Scholengroep Het Plein. Dit is een brede scholengemeenschap die is ontstaan uit een samenwerking van zes scholen op zes aparte locaties. Het Sint- Joriscollege telt ongeveer 1550 leerlingen. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 2februari 2015 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten en trof zij tekorten aan in het onderwijsleerproces en de kwaliteitszorg op de havo afdeling van het Sint- Joriscollege te Eindhoven. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 10 april De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en wij hebben ons toezicht geïntensiveerd. Om na te gaan in hoeverre de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en of de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, voeren we nu een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uit. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften. Onderzoeksopzet Het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bestaat uit de volgende activiteiten: Wij hebben relevante documenten van en over de school geanalyseerd. Schoolbezoek, waarbij wij in een aantal lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd. Wij hebben gesprekken gevoerd met het management, vaksecties en leraren. Pagina 3 van 11

4 Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en een vertegenwoordiging van het bestuur. Tijdens het onderzoek hebben wij indicatoren van de volgende aspecten beoordeeld: de opbrengsten (1.1, 1.2, 1.3 en 1.4), het onderwijsproces (7.1) en de kwaliteitszorg (12.2 en 13.3). De overige (kern)indicatoren zijn als voldoende beoordeeld, zie hiervoor het rapport van bevindingen dat is vastgesteld op 10 april Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Pagina 4 van 11

5 2. CONCLUSIE EN TOEZICHTARRANGEMENT Een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering zoals wij hebben uitgevoerd, heeft tot doel om te beoordelen of de kwaliteit van het onderwijs weer van voldoende niveau is en of aan alle afspraken is voldaan die in het bestuursverslag van 2015 zijn vastgelegd. Onze conclusie voor de afdeling havo van het Sint-Joriscollege is als volgt: Op basis van het onderzoek kennen wij aan de afdeling het basisarrangement toe omdat zowel de opbrengsten als ook de kwaliteit van het onderwijsproces op de onderzochte onderdelen van voldoende niveau zijn. Dit betekent dat wij op dit moment geen reden hebben om het toezicht te intensiveren. Wij hebben geen tekortkomingen in de naleving van de gecontroleerde wettelijke voorschriften vastgesteld. Pagina 5 van 11

6 3. BEVINDINGEN In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit van de onderzochte aspecten zijn gekomen. Eerst ziet u het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan. Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe Algemeen Beeld Wij beoordelen de kwaliteit van het onderwijs op het Sint-Joriscollege te Eindhoven weer als voldoende. Dit oordeel is gebaseerd op de volgende overwegingen. Het Sint-Joriscollege heeft de onvoldoende opbrengsten op de afdeling havo om weten te buigen tot voldoende opbrengsten. Alleen het gemiddeld cijfer voor het centraal examen blijft achter bij het landelijk gemiddelde. De opbrengstenkaart 2016 laat echter naar alle waarschijnlijkheid voldoende opbrengsten zien voor alle indicatoren. De school heeft een intensief verbeterbeleid gericht op vakwerkplannen en toetsbeleid uitgevoerd. De school heeft hiermee voldaan aan de gemaakte afspraken van het bestuursgesprek. Deze afspraken hadden met name betrekking op de opbrengsten en kwaliteitszorg. Aandacht blijft nodig voor de doelgerichtheid van de lessen. 3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Pagina 6 van 11

7 Wij hebben daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de score ja of nee. De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding havo De leerlingen van de opleiding havo behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht Bij de opleiding havo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw. 7.2 De leraar geeft een begrijpelijke uitleg. 7.3 De leerlingen zijn actief betrokken. 7.4 De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces. De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen. 9.2 De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen. 9.3 De school heeft doelen gesteld die erop gericht zijn om achterstanden te bestrijden. De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten De school evalueert systematisch de opbrengsten De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten. Pagina 7 van 11

8 De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces De school evalueert systematisch het onderwijsproces De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces. Nalevingsindicatoren 2013 ja nee N1 N2 N4 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de onderzochte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a). Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de onderzochte onderdelen (art. 24c en 24 WVO). Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de onderzochte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31). N.1 N1. Toelating voortgezet onderwijs ja nee N1.1 Het bevoegd gezag baseert zijn beslissing over de toelating van leerlingen tot het eerste schooljaar op het schooladvies van de basisschool dat voor 1 maart wordt vastgesteld. N1.2 Indien het schooladvies naar aanleiding van het resultaat van de centrale eindtoets of een andere toegestane eindtoets wordt gewijzigd, dan baseert het bevoegd gezag zijn beslissing over de toelating van leerlingen tot het eerste schooljaar op dat gewijzigde schooladvies. N2. Verzuim en voortijdig schoolverlaten ja nee N2.1 De schoolgids bevat informatie over: het percentage leerlingen dat de school zonder diploma verlaat (VSV). N2.2 De schoolgids bevat informatie over: Verzuimbeleid N3. Passend onderwijs ja nee N3.1 De schoolgids bevat informatie over: De wijze waarop de ondersteuning van leerlingen die extra ondersteuning behoeven wordt vormgegeven. N3.2 De schoolgids bevat informatie over: bij welk(e) samenwerkingsverband(en) het bevoegd gezag van de school is aangesloten. N3.3 In het schoolplan is het onderwijskundig beleid opgenomen waarbij tevens het schoolondersteuningsprofiel is betrokken (de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven). Pagina 8 van 11

9 3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel Het kwaliteitsprofiel lichten we hieronder toe. Daarbij komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces en de kwaliteitszorg. De overige aspecten staan reeds beschreven in het rapport van bevindingen dat is vastgesteld op 10 april Opbrengsten Wij beoordelen de opbrengsten als voldoende. De meerjarenopbrengstenkaart van 2015 van het Sint-Joriscollege laat een positief beeld zien en geeft aan dat de opbrengsten gemiddeld over drie jaar gemeten voldoende zijn. Het onder- en bovenbouwrendement zijn al jaren stabiel en voldoende maar op de opbrengstenkaart 2015 laat het onderbouwrendement een lichte daling zien. Het Sint-Joriscollege slaagt erin om leerlingen met een vmbo-g/t of gemengd vmbo-g/t-havo advies (17 en 20 procent van de instroom) met succes het een havo diploma te laten behalen. Het verschil tussen het CE en het SE over drie jaar genomen ligt ruim binnen de norm (0,10) en is dus voldoende. Het gemiddelde cijfer voor het centraal examen is de afgelopen drie jaren weliswaar voldoende ( 6.3, 6.2 en 6.2) maar deze score ligt onder het landelijk gemiddelde en is daarmee onvoldoende. Wat opvalt in positieve zin is de score voor het vak Nederlands (6.6), die daarmee tot de 25 procent beste scorende afdelingen behoort. In negatieve zin behoren de vakken geschiedenis en aardrijkskunde (5.9) tot de 10 procent slecht scorende afdelingen. In het nieuwe opbrengstenmodel stijgt het gemiddeld CE-cijfer naar 6.28 en lijkt daarmee voldoende te zijn op de opbrengstenkaart Hierdoor zijn alle indicatoren naar alle waarschijnlijkheid weer boven de norm in onze nieuwe berekening van de onderwijsresultaten. Onderwijsproces Wij beoordelen het onderwijsproces als voldoende. Tijdens dit onderzoek hebben we de algemene didactische vaardigheden van de leraren als voldoende beoordeeld, te weten: het geven van begrijpelijke toelichting op de leerstof, het bewerkstelligen van voldoende betrokkenheid van de leerlingen en het geven van feedback aan leerlingen. De doelgerichtheid van de bezochte lessen beoordelen we echter als onvoldoende. Na het vorige inspectiebezoek heeft de school met behulp van een extern deskundige de kwaliteit van de lessen een positieve impuls trachten de geven. De resultaten van dit traject, dat nog niet beëindigd is, zijn zichtbaar in het Pagina 9 van 11

10 onderwijsproces. De meeste van de door ons bezochte lessen vertonen een vaste structuur waarin na de centrale uitleg of instructies van de docent de leerlingen zelfstandig aan de slag gaan, alleen of in tweetallen, en tenslotte worden opdrachten plenair besproken. Wat opvalt is dat de lessen in een betrekkelijke rust verlopen, waar niet of nauwelijks ordeverstoringen plaatsvinden. Een aandachtspunt is echter wel dat niet alle docenten even eenduidig de schoolregels naleven wat betreft het gebruik van mobiele telefoons en het op tijd in de les aanwezig zijn van sommige leerlingen. Een verbeterpunt blijft echter nog de doelgerichtheid van de meeste lessen. Lang niet alle docenten vermelden aan het begin van de les welke activiteiten centraal staan in de les en benoemen ook niet expliciet wat leerlingen gaan leren. Tevens kan de afsluiting van de les aan kracht winnen als leraren samen met de leerlingen kort terugblikken op het leerdoel en resultaat van het geleerde. De schoolleiding erkent dat het verbeteren van de doelgerichtheid van de lessen de spil is in het proces van kwaliteitsverbetering van het onderwijs op het Sint-Joriscollege. Indien de docenten tijdens hun lesvoorbereiding gerichter nadenken over wat ze willen bereiken in en met hun lessen, zal dit ook ten goede komen aan de actieve betrokkenheid van de leerlingen. Bovendien is het eenvoudiger voor de docenten om zo de effectieve feedback meer procesgericht in plaats van productgericht te laten zijn. Kwaliteitszorg Wij beoordelen de kwaliteitszorg als voldoende tot goed. De verbetermaatregelen die tijdens het vorige inspectiebezoek al in gang waren gezet, hebben voor voldoende onderwijsresultaten gezorgd. Er is zichtbaar sprake van meer sturing door, en ondersteuning van de schoolleiding met als gevolg een betere en transparantere communicatie. Ook zijn er duidelijkere kaders waarin teams kunnen functioneren waarmee de betrokkenheid en het eigenaarschap sterk verbeterd zijn. De schoolleiding handelt vanuit een duidelijke visie op onderwijs en leren en het gevolg is dat de onderwijskwaliteit van het St.Joriscollege duidelijk weer in de lift zit. De school heeft met succes een aantal maatregelen ter verbetering van de opbrengsten doorgevoerd. Ten eerste vinden er regelmatig gesprekken plaats tussen schoolleiding en vakgroepen over de behaalde resultaten, de vakwerkplannen zijn verbeterd en blijven een onderwerp van gesprek. Ten tweede is er meer sprake van een doorlopende leerlijn en het toetsbeleid is aangescherpt. Ten derde zijn er duidelijke richtlijnen voor de kwaliteit van de toetsen waar een taxonomie aan ten grondslag ligt. De school bevindt zich nu in een proces waar de docenten de toetsanalyses gaan gebruiken voor de inrichting Pagina 10 van 11

11 van hun onderwijs en zo gerichter kunnen omgaan met de verschillen tussen leerlingen. Ten slotte is er ook een begin gemaakt met collegiale consultatie maar deze vindt nog te weinig systematisch plaats. Verbeterplannen worden met regelmaat geëvalueerd en aangepast waar nodig. De ingezette koers en positieve houding van leraren en schoolleiding geven vertrouwen dat de verbeteringen duurzaam van aard zullen zijn. Pagina 11 van 11