Temperament bij vroeggeboren en op tijd geboren baby s: ontwikkeling en relatie met joint- attention vaardigheden op 8 maanden.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Temperament bij vroeggeboren en op tijd geboren baby s: ontwikkeling en relatie met joint- attention vaardigheden op 8 maanden."

Transcriptie

1 Academiejaar Eerste Examenperiode Temperament bij vroeggeboren en op tijd geboren baby s: ontwikkeling en relatie met joint- attention vaardigheden op 8 maanden. Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie door Lindsey Depauw Promotor: Prof. dr. Herbert Roeyers

2 Ondergetekende, Lindsey Depauw, geeft toelating tot het raadplegen van de masterproef door derden.

3 Dankwoord Deze masterproef zou niet tot stand gekomen zijn zonder de hulp en steun van vele mensen. Ik zou dan ook van deze gelegenheid gebruik willen maken een aantal personen te bedanken. In de eerste plaats wil ik mijn promotor Prof. dr. Herbert Roeyers bedanken die mij de kans gegeven heeft deze masterproef te maken en voor zijn constructieve feedback en professioneel advies. Verder wil ik mijn medemasterproefstudenten Els, Jasmien, Eline en Ilse bedanken voor de leuke samenwerking tijdens de onderzoeksdagen en bij wie ik ook terecht kon met vragen. Hun motivatie en steun was heel belangrijk voor mij bij het maken van deze masterproef. Daarnaast wens ik alle medewerkers van het onderzoeksproject JOnG! mijn dank te betuigen voor de aangename samenwerking tijdens de onderzoeksdagen en hun hulp bij het verkrijgen van de onderzoeksgegevens. Daarnaast wil ik Sara Van der Paelt bedanken, bij wie ik terecht kon met statistische vragen en Anneliesje Ceulemans voor de organisatorische begeleiding van de onderzoeksdagen. Ook wil ik mijn dank betuigen aan alle ouders en kinderen die deelnamen aan het onderzoek. In bijzonder wil ik mijn ouders bedanken die het voor mij mogelijk maakten deze opleiding aan te vatten en vlot te doorlopen, voor hun goede zorgen en onvoorwaardelijke steun, hulp en begrip. Mijn broer wil ik bedanken voor de hulp bij de lay-out van deze masterproef en bemoedigende woorden. Mijn vriend wil ik bedanken voor zijn steun, liefde en geduld. Tot slot wens ik mijn vrienden te bedanken voor hun steun en vriendschap, de aangename klassfeer en de leuke ontspannende momenten. Bedankt! Lindsey Depauw

4 Abstract Vroeggeboren kinderen hebben, mede omwille van hun biologische immaturiteit bij de geboorte, een verhoogd risico op ontwikkelingsproblemen. Dit onderzoek beoogde na te gaan of vroeggeboren kinderen verschillen van a term geboren kinderen in temperament kort na de geboorte en de leeftijd van acht maanden, gecorrigeerd voor prematuriteit. Daarnaast werd de ontwikkeling van temperament in deze leeftijdsperiode onderzocht en werd de relatie tussen temperament en joint- attention vaardigheden geëxploreerd. Temperament van 21 vroeggeboren en 21 a term geboren baby s werd op beide momenten beoordeeld door de ouders aan de hand van de Infant Behavior Questionnaire Revised (Gartstein & Rothbart, 2003). Joint- attention vaardigheden werden op acht maanden bepaald in interactie met een onderzoeker in de Early Social Communication Scales (Mundy et al., 2003). De resultaten tonen aan dat ouders het temperament van hun vroeggeboren en a term geboren kinderen in dezelfde mate beoordelen, met uitzondering van de beoordeling op de schaal Activity Level kort na de geboorte waarbij vroeggeboren kinderen als meer motorisch actief worden beschouwd. Verder suggereren de resultaten dat temperament zich, in de eerste acht levensmaanden, grotendeels in dezelfde mate ontwikkelt bij vroeg en a term geboren kinderen en dat het geboortegewicht van de vroeggeboren kinderen, eerder dan de gestatioleeftijd, gerelateerd is aan verschillen in temperament op bepaalde schalen. Vroeggeboren kinderen beschikken op acht maanden over gelijke joint- attention vaardigheden als a term geboren kinderen en hun geboortegewicht en gestatioleeftijd is niet gerelateerd aan hun joint- attention gedrag in de ESCS (Mundy et al., 2003). Tenslotte blijkt uit correlationeel onderzoek dat temperament gedifferentieerd gerelateerd is aan joint attention bij vroeg en a term geboren kinderen en temperament kort na de geboorte joint attention op acht maanden in beperkte mate voorspelt. Algemeen zijn deze resultaten hoopgevend en geruststellend voor ouders van licht vroeggeboren kinderen.

5 Inhoudstafel Inleiding 1 Voorwoord 1 Temperament 1 Temperamentmodellen 2 Meting van temperament 5 Ontwikkeling van temperament 7 Stabiliteit van temperament 10 Relatie met andere ontwikkelingsdomeinen 11 Joint attention 12 Relatie met temperament 14 Vroeggeboorte 16 Temperament bij vroeggeboren kinderen 19 Joint attention bij vroeggeboren kinderen 22 Doel en Onderzoeksvragen 24 Onderzoeksvragen 25 Methode 26 Steekproef 26 Meetinstrumenten 29 Temperament 29 Joint attention 30 Procedure 32 Statistische Analyse 36 Resultaten 37 Temperament 37 Temperament kort na de geboorte 38 Temperament op acht maanden 40 Invloed van zwangerschapsduur bij vroeggeboren kinderen 43 Invloed van geboortegewicht bij vroeggeboren kinderen 43 Ontwikkeling van Temperament 44 Joint attention 47

6 Relatie Temperament en Joint- attention vaardigheden 48 Discussie 51 Temperament 52 Ontwikkeling van Temperament 56 Joint attention 59 Relatie Temperament en Joint- attention vaardigheden 60 Beperkingen en Sterktes van het Onderzoek 63 Aanbevelingen voor Verder Onderzoek 65 Conclusie 66 Referenties 67 Tabellen Tabel 1. Omschrijving IBQ-R temperamentschalen (Gartstein & Rothbart, 2003) 8 Tabel 2. Kenmerken deelnemers 28 Tabel 3. Gemiddelde scores en standaarddeviaties van de vroeggeboren en a term geboren kinderen op de temperamentschalen op beide meetmomenten. 39 Tabel 4. Gemiddelden en standaarddeviaties van de temperamentschalen op beide meetmomenten met bijhorende F-toesten van Repeated Measures (N=42). 46 Tabel 5. Gemiddelden en standaarddeviaties van totaal initiërend en responsief joint-attention gedrag (N = 42) 47 Tabel 6. Correlaties tussen temperamentschalen en joint- attention gedrag. 50 Figuren Figuur 1. Kameropstelling Early Social Communication Scales (Mundy et al., 2003). 35 Figuur 2. Ontwikkeling temperamentschalen over de twee meetmomenten. 46

7 1 Inleiding Voorwoord In deze masterproef wordt gebruik gemaakt van een nog niet volledige dataset van het onderzoeksprogramma JOnG! van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Hiervoor werd door de promotor van het desbetreffende onderzoeksprogramma toestemming verleend. De onderzoeksresultaten en besluiten zijn geheel voor rekening van de betrokken student, en maken niet noodzakelijk deel uit van de finale onderzoeksresultaten van het onderzoeksprogramma JOnG!. De officiële onderzoeksresultaten en publicaties zullen terug te vinden zijn op de website van het SWVG ( Deze masterproef handelt over temperament bij vroeggeboren en a term geboren kinderen tijdens het eerste levensjaar en relatie met joint- attention vaardigheden. In wat volgt wordt eerst literatuur over temperament en joint attention besproken. Vervolgens wordt vroeggeboorte en onderzoek over temperament en joint attention bij vroeggeborenen toegelicht. Temperament Reeds van bij de geboorte kan men vaststellen dat kinderen sterk onderling van elkaar verschillen. Zo reageren jonge kinderen heel verschillend op gebeurtenissen in hun omgeving. Individuele verschillen bij baby s, peuters, kleuters en lagere schoolkinderen worden klassiek in onderzoek benoemd als temperament (De Pauw & Mervielde, 2008, 2010). Ondanks de onenigheid in de literatuur over de exacte inhoud van temperament, onderliggende trekdimensies en hoe deze het best kunnen worden gemeten (De Pauw & Mervielde, 2008; Goldsmith et al., 1987; Rettew & McKee, 2005), zijn onderzoekers over het algemeen eens dat temperament verwijst naar kenmerken die al vroeg in de ontwikkeling zichtbaar zijn en een sterke genetische en neurobiologische grondslag hebben (De Pauw & Mervielde, 2008, 2010; Else-Quest, Hyde, Goldsmith, & Van Hulle, 2006). Ook veronderstelt men dat de temperamentstrekken relatief stabiel zijn over verschillende situaties en tijdstippen heen (De Pauw & Mervielde, 2008, 2010; Else-Quest et al., 2006). Allport (1961) definieerde temperament als the characteristic phenomena of an individual s emotional nature,

8 2 including his susceptibility to emotional stimulation, his customary strength and speed of response, and the quality of his prevailing mood, these phenomena being regarded as dependent upon constitutional make-up, and therefore largely hereditary in origin (p.34). Verder is er eensgezindheid over de belangrijke relatie tussen temperament en persoonlijkheid op volwassen leeftijd, waarbij verondersteld wordt dat temperament een belangrijke basis vormt voor de latere ontwikkeling van persoonlijkheid (Rothbart, Evans, & Ahadi, 2000). De term persoonlijkheid verwijst in onderzoek naar individuele verschillen bij volwassenen (De Pauw & Mervielde, 2008) en wordt door Allport (1937, geciteerd in Rothbart et al., 2000) gedefinieerd als the dynamic organization within the individual of those psychophysical systems that determine his unique adjustment to his environment (p.48). Men gaat ervan uit dat het persoonlijkheidsdomein meer omvat dan het domein van temperament. Zo verwijst temperament naar gedragstendensen en aandachtscapaciteiten (Rothbart, 2004). Persoonlijkheid verwijst daarenboven naar de inhoud van verschillende cognities en attitudes die betrekking hebben op zichzelf, anderen, de fysieke en sociale wereld. Daarnaast verwijst persoonlijkheid naar aspecten die te maken hebben met doelen en waarden (Rothbart, 2004). Onderzoek heeft aangetoond dat de factoren van het Vijffactoren Model (McCrae & Costa, 1987), die gebruikt worden om persoonlijkheid bij volwassenen te beschrijven, ook gebruikt kunnen worden om individuele verschillen bij kinderen te beschrijven (De Pauw & Mervielde, 2008, 2010). Temperamentmodellen. Verschillende onderzoeksgroepen hebben een eigen model over temperament ontwikkeld. Hoewel deze modellen verschillen in de mate waarin er nadruk wordt gelegd op stilistische componenten, emotionele- en aandachtsprocessen als de kern van temperament (Mervielde, De Clercq, De Fruyt, & Van Leeuwen, 2005), is er algemeen een partiële overlap terug te vinden tussen de schalen van de verschillende modellen. Een belangrijke doorbraak in het onderzoek naar temperament bij jonge kinderen was de New York Longitudinal Study van Thomas en Chess (1977). Op basis van een inhoudsanalyse van 22 interviews met ouders over hun jonge kinderen, hebben zij een systeem met negen dimensies geïdentificeerd (De Pauw & Mervielde,

9 3 2008, 2010; Else-Quest et al., 2006). Deze negen dimensies zijn activiteitsniveau, regelmaat, aanpassingsvermogen, toenadering/terugtrekking, intensiteit van reactie, stemmingskwaliteit, reactiedrempel, afleidbaarheid en taakvolharding. Zij beschouwden temperament als een gedragsstijl en benadrukten dat temperament gaat over de stilistische aspecten van gedrag, namelijk het hoe van het gedrag, wat verschillend is van de inhoud en motivatie van het gedrag. Volgens hen ontwikkelt temperament niet onafhankelijk van de omgeving, maar de interactie tussen kind en omgeving beïnvloedt de aanpassing van het kind (De Pauw & Mervielde, 2008, 2010). Verder hebben zij op basis van vijf dimensies drie temperamenttypes geïdentificeerd, nl. de gemakkelijke kinderen, moeilijke kinderen en traag op gang komende kinderen (Else-Quest et al., 2006; Thomas & Chess, 1977). Moeilijke kinderen betreffen kinderen die onregelmatig en teruggetrokken zijn, kinderen die weinig aanpassingsvermogen hebben en intense stemmingen vertonen die vaak negatief zijn (Hughes, Shults, Mcgrath, & Medoff-cooper, 2002). Deze cluster van gedragsstijlen wordt verondersteld een uitdaging te vormen voor de omgeving van de kinderen en maakt de kinderen meer kwetsbaar voor het ontwikkelen van probleemgedrag later (De Pauw & Mervielde, 2010). Gemakkelijke kinderen worden daarentegen gekenmerkt door vlotte aanpassing aan verandering, regelmatige biologische functies, positieve toenadering tot nieuwe stimuli en een milde, meestal positieve stemming. De traag op gang komende kinderen hebben minder gebrek aan regelmaat in hun biologische functies, worden gekenmerkt door een milde negatieve respons op sommige nieuwe stimuli en passen zich veeleer moeilijk bij verandering aan. Hun model is vanuit verschillende hoeken bekritiseerd geworden. Buss en Plomin (1975) hebben verschillende criteria naar voor geschoven waaraan een trek moet voldoen om als temperament beschouwd te mogen worden (De Pauw & Mervielde, 2008, 2010; Else-Quest et al., 2006). Zo stelden zij dat temperamentstrekken een erfelijke basis moeten hebben, evolutionair adaptief en relatief stabiel moeten zijn gedurende de kindertijd. Daarnaast moeten deze trekken behouden worden in volwassenheid en ook aanwezig zijn in fylogenetische verwanten. Verder beschouwden zij temperament als de voorloper van volwassen persoonlijkheid en onderscheidden ze aanvankelijk in hun EAS(I)-model vier temperamentfactoren:

10 4 emotionaliteit, activiteit, sociabiliteit en impulsiviteit. Omwille van inconsistente resultaten over de erfelijkheid van deze laatste factor, werd deze weggelaten uit hun model (De Pauw & Mervielde, 2008, 2010; Mervielde et al., 2005). Verder hebben ze later een onderscheid gemaakt tussen sociabiliteit en verlegenheid (Buss & Plomin, 1984). Dit onderscheid is in onderzoek een onderwerp van discussie (De Pauw & Mervielde, 2010). Waar Thomas en Chess sterk de nadruk hebben gelegd op de stilistische componenten van gedrag als kern van temperament en Buss en Plomin het belang van de erfelijkheid van de verschillende temperamentstrekken hebben benadrukt, hebben Goldsmith en Campos het belang van emotionaliteit bij de studie van temperament beklemtoond (Goldsmith et al., 1987). Volgens Goldsmith en Campos (1982) is temperament emotioneel van aard. Zij definiëren temperament als de individuele verschillen in de waarschijnlijkheid om primaire emoties en arousal te ervaren en uit te drukken (Goldsmith et al., 1987). Anger, sadness, fear, joy and pleasure, disgust, interest en surprise zijn de basisemoties die de inhoudsdimensies vormen van hun model (Mervielde et al., 2005). Verder beschouwen zij de temperamentdimensies als de emotionele substraten van enkele latere persoonlijkheidskarakteristieken (Goldsmith et al., 1987). Dit onderzoek zal gebruik maken van de theoretische invulling van Rothbart, daar deze een sterk ontwikkelingsgericht karakter heeft en meer dan andere modellen vragenlijsten ontwikkeld heeft over verschillende leeftijden heen. Rothbart bouwde voort op het model van Thomas en Chess (1977) en ontwikkelde een psychobiologisch model over temperament (De Pauw & Mervielde, 2008, 2010). In tegenstelling tot enkel de stilistische componenten van gedrag, stelt Rothbart dat temperament gedragsmatig over de verschillende leeftijden heen geobserveerd kan worden in termen van emotionaliteit, aandacht en activiteit (Derryberry & Rothbart, 1997). Volgens haar verwijst temperament naar de door aanleg bepaalde individuele verschillen in reactiviteit en zelfregulatie, dat over tijd beïnvloed wordt door erfelijkheid, rijping en ervaringen tijdens de levensloop (Rothbart, 1981, 2007; Rothbart & Ahadi, 1994; Rothbart & Derryberry, 1981; Rothbart et al., 2000). Reactiviteit verwijst naar de

11 5 responsiviteit van emotionele, motorische en aandachtsprocessen van het organisme, dat gemeten kan worden in termen van de responskarakteristieken latentie, intensiteit, drempelwaarde en hersteltijd van de responsen (Rothbart & Derryberry, 1981). Kanalen van reactiviteit omvatten motorische en vocale activatie, lachen en glimlachen, vrees en frustratie (Rothbart, 1986). Verder is reactiviteit in onderzoek gerelateerd aan neurale structuren zoals het functioneren van de amygdala en het dopaminesysteem (Rothbart, 2007). Zelfregulatie wijst op deze processen die de reactiviteit kunnen moduleren. Deze processen omvatten aandachtsregulatie, self-soothing en tendensen tot toenadering en vermijding (Rothbart, 1986, 2004; Rothbart & Derryberry, 1981). Deze zorgen ervoor dat kinderen hun gedrag steeds meer kunnen reguleren. Verder dient Effortful Control (EC) deze functie, die zich pas sterk gaat ontwikkelen over de kleuterjaren en de lagere schooljaren heen (Rothbart, 2007). Het model van Rothbart heeft een sterk ontwikkelingsgericht karakter. Zo heeft zij vooropgesteld dat de reactieve temperamentaspecten vroeger in de ontwikkeling observeerbaar zijn dan de zelfregulerende aspecten. Deze laatste beginnen pas tot ontwikkeling te komen op het einde van het eerste levensjaar. Naarmate kinderen ontwikkelen, stijgt de invloed van zelfregulatie en worden de meer reactieve temperamentkarakteristieken, zoals emotionaliteit, in een sterkere mate gereguleerd door controlemechanismen (Rothbart, 2004; Rothbart, Ellis, Rueda, & Posner, 2003). Meting van temperament. Temperament van kinderen kan op verschillende manieren bepaald worden, met name aan de hand van gedragsobservaties thuis of in een onderzoekssetting en met behulp van ouderrapportages (Rothbart et al., 2000). In onderzoek wordt veelal gebruik gemaakt van ouderrapportages om temparement bij jonge kinderen te bestuderen. Hierdoor kan men zicht krijgen op het gedrag van kinderen in een brede waaier aan situaties (Rothbart, 1981; Gartstein & Rothbart, 2003). Ouders beschikken namelijk over uitgebreide observaties van het gedrag van hun kinderen, waardoor men een idee kan krijgen over het temperament zoals die typisch verschijnt. Temperament kan echter niet onafhankelijk van de omgeving, waar het kind zich in bevindt, worden gemeten (Rothbart, 1981) daar zij het gedrag beoordelen zoals het zich thuis voordoet. Gedrag thuis reflecteert namelijk ook het resultaat van de

12 6 interactie tussen patronen van sociale stimulatie thuis en de temperamentkarakteristieken van het kind (Rothbart, 1981). Bijgevolg kan de beoordeling van de ouders over het temperament van hun kind niet los worden gezien van de ouder-kindinteractie. Bovendien kunnen ouders een bepaalde trek anders beoordelen dan andere ouders (Rothbart, 1981). Fouten in ouderrapportages kunnen optreden door sociaal wenselijke antwoordtendensen, beperkte kennis over het gedrag van hun kind en de betekenis ervan, onvertrouwdheid met het gedrag van andere kinderen en/of beperkte accuraatheid in herinneringen in verband met gedrag van hun kind (Gartstein & Rothbart, 2003). Deze moeilijkheden kunnen deels vermeden worden door items voorzichtig te presenteren, door enkel concrete gedragingen en recente gebeurtenissen te bevragen, bijvoorbeeld tijdens de laatste week of de laatste twee weken (Gartstein & Rothbart, 2003). Er werd met deze zaken rekening gehouden bij de constructie van de Infant Behavior Questionnaire (Rothbart, 1981). De IBQ is een oudervragenlijst die specifieke gedragingen van baby s tijdens het eerste levensjaar in een brede waaier van situaties nagaat. Aan de ouders/verzorgers wordt gevraagd om op een zevenpuntenschaal de relatieve frequentie van specifieke reacties van hun kind in concrete situaties tijdens de afgelopen week of twee weken aan te geven (Gartstein & Rothbart, 2003; Rothbart, 1986). Op basis van vragenlijstonderzoek werden zes temperamentschalen geïdentificeerd die van belang zijn in het eerste levensjaar (Goldsmith et al., 1987; Rothbart, 1981): Activity Level, Smiling and Laughter, Fear, Distress to Limitations, Soothability en Duration of Orienting. De vragenlijst omvat ook de schaal Vocal Reactivity, die pas later werd toegevoegd (Gartstein & Rothbart, 2003). Door middel van factoranalyse bekomt men algemeen twee factoren die gerelateerd zijn aan Positive en Negative Affectivity (Rothbart, 1986). Hierbij laden de schalen Activity Level, Smiling and Laughter, Soothability en Duration of Orienting op de factor Positive Affectivity. Fear en Distress to Limitations laden op de factor Negative Affectivity (Gartstein & Rothbart, 2003). De Children s Behavior Questionnaire (CBQ) is een oudervragenlijst die temperament bij kinderen tussen drie en zeven jaar nagaat (Rothbart, Ahadi, Hershey, & Fisher, 2001) en waarbij men op basis van onderzoek drie brede dimensies of factoren heeft geïdentificeerd, nl. Surgency/Extraversion, Negative Affectivity en Effortful

13 7 Control (Rothbart, 2007). Deze vragenlijst bestaat uit 15 temperamentschalen. Verschillende factoranalyses hebben aangetoond dat de structuur van temperament bij verschillende leeftijdsgroepen door deze drie factoren gevat kan worden (De Pauw & Mervielde, 2008). Verder heeft men gelijkaardige temperamentdimensies teruggevonden over culturen heen. Culturen verschillen echter wel onderling in de correlatiepatronen tussen deze dimensies (Rothbart, 2007). Deze drie dimensies zijn tevens gerelateerd aan de Big Five persoonlijkheidsfactoren. Zo is Extraversie gerelateerd aan de factor Surgency/Extraversion, Neuroticisme aan Negative Affectivity en Consciëntieusheid aan Effortful Control (Rothbart, 2007). Onderzoek met de CBQ vormde de basis voor de ontwikkeling van de Infant Behavior Questionnaire-Revised (Gartstein & Rothbart, 2003), revisie van de oorspronkelijke IBQ (Rothbart, 1981). Deze vragenlijst gaat temperament na bij kinderen tussen de leeftijd van drie en 12 maanden en bestaat uit 14 schalen: Approach, Vocal Reactivity, High Intensity Pleasure, Smiling and Laughter, Activity Level, Perceptual Sensitivity, Sadness, Distress to Limitations, Fear, Falling Reactivity, Low Intensity Pleasure, Cuddliness, Duration of Orienting en Soothability. Door middel van factoranalyse zijn er in onderzoek drie hoger orde factoren geabstraheerd: Surgency/Extraversion, Negative Affectivity en Orienting/Regulation (Gartstein & Rothbart, 2003). Deze eerste twee factoren zijn vergelijkbaar met andere factoren geabstraheerd in onderzoek in de kindertijd. Conceptuele verschillen vindt men terug tussen de factoren Orienting/Regulation en Effortful Control, zoals bekomen met de CBQ (Gartstein & Rothbart, 2003). Tabel 1 geeft de betekenis van de 14 temperamentschalen weer. Ontwikkeling van temperament. Volgens Rothbart (2007) vertonen pasgeboren baby s vermijdende bewegingen en tekenen van onbehagen (distress). Toenaderingsreacties bij baby s nemen algemeen tijdens het eerste levensjaar toe en worden pas zichtbaar in het glimlachen, lachen en lichaamsbeweging op de leeftijd van twee tot drie maanden. Fysieke toenadering wordt pas zichtbaar naarmate het motorisch systeem zich meer ontwikkelt, dit meestal tussen vier en zes maanden.

14 8 Tabel 1 Omschrijving IBQ-R temperamentschalen (Gartstein & Rothbart, 2003) Temperamentschalen Schaalomschrijving Activity Level Niveau van algemene motorische activiteit van het kind, waaronder bewegingen van de armen en benen. Distress to Limitations Verwijst naar de mate waarin het kind tekenen van distress vertoont of gaat wenen wanneer het bv. een gewenste activiteit niet kan uitvoeren, tijdens verzorging of wanneer het in een benauwde positie of plaats verkeert. Fear Schrik en distress bij plotse veranderingen, confrontatie met nieuwe fysieke objecten of sociale stimuli. Algemeen teruggetrokken bij nieuwe situaties, objecten en onbekende personen. Duration of Orienting Mate waarin het kind aandacht heeft en/of bezig is met één bepaald object voor een langere duur. Smiling and Laughter Lachen en glimlachen tijdens spel en verzorging. High Intensity Pleasure Beleven van plezier en genot bij stimuli gekenmerkt door een hoge mate van intensiteit, nieuwheid en complexiteit. Low Intensity Pleasure Mate waarin het kind plezier en genot heeft bij stimuli gekenmerkt door een lage mate van intensiteit, nieuwheid en complexiteit. Soothability Effectiviteit van troostende technieken in het reduceren van wenen of distress bij het kind. Falling Reactivity Mate van herstel na momenten van opwinding, distress en algemene arousal. Gemak waarmee het kind in slaap valt. Cuddliness Mate van genot en plezier wanneer het kind vastgehouden of geknuffeld wordt en mate waarin het kind de nabijheid van de zorgfiguur wenst. Perceptual Sensitivity Mate waarin het kind kleine, lage intense stimuli in de externe omgeving opmerkt. Sadness Algemeen verminderde gemoedstoestand en verlaagde activiteit gerelateerd aan persoonlijk lijden, fysieke toestand,

15 9 objectverlies en de onmogelijkheid om een gewenste activiteit uit te voeren. Approach Mate van snelheid van toenadering, opwinding en positieve anticipatie bij aangename activiteiten. Vocal Reactivity Vocalisaties van het kind gedurende dagdagelijkse activiteiten. Algemeen wordt positieve emotionaliteit, zoals lachen en vocalisaties, meer geobserveerd tijdens de tweede en derde levensmaand, met een algemene toename in expressie tijdens het eerste levensjaar (Rothbart, 1989, geciteerd in Gartstein & Rothbart, 2003; Rothbart & Ahadi, 1994). Het algemeen activiteitsniveau van baby s, de mate van vrees en woede neemt eveneens tijdens het eerste levensjaar toe, waarbij de ontwikkeling van woede een U-vormige curve kent (Rothbart, 1986). Verder vertoont de ontwikkeling van Duration of Orienting eveneens tijdens het eerste levensjaar een U- vormig ontwikkelingsverloop (Ruff & Rothbart, 1996, geciteerd in Gartstein & Rothbart, 2003). Vocal Reactivity neemt, samen met verwerving van meer communicatievaardigheden, met de leeftijd toe (Gartstein & Rothbart, 2003). Op de leeftijd van zeven tot tien maanden wordt vrees, in de vorm van gedragsmatige inhibitie, gedifferentieerd van algemeen onbehagen (Rothbart, 2007), waarbij baby s meer gaan reageren met gedragsinhibitie op nieuwe objecten of intense stimuli (Rothbart & Ahadi, 1994). Vrees bij zuigelingen voorspelt minder agressiviteit en de mate van vrees op latere leeftijd en oefent een controlefunctie uit bij zowel toenadering als agressie (Rothbart, 2007). Zo gaat vrees toenadering en agressie inhiberen. Ook heeft vrees de mogelijkheid om de aandacht te vangen. Verder is vrees vooral een reactieve dimensie die ook regulerende componenten omvat. Tenslotte ontwikkelt Effortful Control zich sterk over de kleuterjaren tot in de lagere schooljaren. In het onderzoek van Gartstein en Rothbart (2003) met de IBQ-R hadden kinderen in de leeftijdsgroep negen tot twaalf maanden, in vergelijking met kinderen in de leeftijdsgroepen drie tot zes maanden en zes tot negen maanden, hogere scores op de temperamentschalen Approach, Vocal Reactivity, High Intensity Pleasure, Activity Level, Perceptual Sensitivity, Distress to Limitations en Fear. Daarentegen had de jongste leeftijdsgroep hogere scores op de schalen Low Intensity Pleasure, Cuddliness

16 10 en Duration of Orienting. Daarnaast vonden zij in hun onderzoek een geslachtverschil op enkele schalen terug. Zo behaalden de jongens hogere scores op de schalen Activity Level en High Intensity Pleasure, en de meisjes hogere scores op de schaal Fear. In het onderzoek van Parade en Leerkes (2008) beoordeelden vaders hun zonen hoger op Smiling and Laughter, High Intensity Pleasure, Low Intensity Pleasure, Soothability en Falling Reactivity. Er werden geen geslachtverschillen gevonden in de beoordelingen van de moeders. Stabiliteit van temperament. Een longitudinale studie van Rothbart (1981) bij kinderen op de leeftijd van drie, zes, negen en twaalf maanden, waar temperament gemeten werd aan de hand van de IBQ (Rothbart, 1981), toonde substantiële stabiliteit aan van de schalen Activity Level en Smiling and Laughter van drie tot twaalf maanden. De schalen Duration of Orienting en Soothability vertoonden eveneens stabiliteit, maar minder dan de vorige twee schalen. Fear en Distress to Limitations vertoonden enkel stabiliteit na de leeftijd van zes maanden. Scores op drie maanden waren aldus niet predictief voor latere scores. Rothbart (1981) merkte op dat de ouders kunnen bijdragen aan de stabiliteit van het temperament van hun kind. Ouders kunnen namelijk een bepaalde interactiestijl aangaan met hun kind die ofwel hoog stimulerend, moderaat stimulerend of minimaal stimulerend is en waarbij de mate van stimulatie kan aangepast worden om een bepaalde reactie uit te lokken (Rothbart, 1981). Volgens Rothbart blijven deze interactiestijlen voornamelijk stabiel tijdens de eerste levensmaanden waardoor kinderen relatief stabiele gedragspatronen vertonen thuis. Zo gaan sommige ouders bijvoorbeeld hun kind meer stimuleren om te lachen dan andere ouders en zo bijdragen tot de stabiliteit van de temperamentschaal Smiling and Laughter. De bekomen stabiliteitscijfers kunnen echter ook antwoordvertekeningen van de ouders reflecteren. Verder toonde de studie van Rothbart (1981) enkele correlaties tussen de verschillende schalen aan. Zo werden er positieve verbanden gevonden tussen Distress to Limitations en Activity Level, tussen Distress to Limitations en Fear. Een positief verband werd gevonden tussen Smiling and Laughter en Soothability op de leeftijd van zes maanden. Tenslotte werden er negatieve verbanden gevonden tussen Smiling and Laughter en Fear, en tussen Distress to Limitations en Smiling and Laughter op 12 maanden.

17 11 In een latere longitudinale studie met 46 baby s werd de stabiliteit van de verschillende temperamentdimensies onderzocht over de leeftijd van drie, zes en negen maanden (Rothbart, 1986). Op deze drie tijdstippen werden de kinderen thuis door onderzoekers geobserveerd en namen de ouders de IBQ (Rothbart, 1981) af. Men vond relatieve stabiliteit terug voor de factor positieve reactiviteit over de leeftijd van drie, zes en negen maanden. Dit betekende dat de kinderen die hoog scoorden op positieve reactiviteit op de leeftijd van drie maanden, ook hogere scores op positieve reactiviteit behaalden ten opzichte van hun leeftijdsgenootjes op de leeftijd van zes en negen maanden. Daarnaast heeft men enige evidentie gevonden voor de stabiliteit van de schaal Activity Level over de leeftijd van drie tot negen maanden en vond men relatieve stabiliteit terug voor de schaal Vocal Activity tussen de leeftijden drie en negen maanden en tussen zes en negen maanden. Verder was er een algemene toename van de schalen Activity Level, Smiling and Laughter en Vocal Activity over de drie tijdstippen heen. Er werd geen duidelijke stabiliteit teruggevonden voor de schaal Distress to Limitations. Relatie met andere ontwikkelingsdomeinen. Gegeven de relatieve stabiliteit van verschillende aspecten van temperament op vroege leeftijd, is er reeds heel wat onderzoek gebeurd naar het verband tussen temperament en andere ontwikkelingsdomeinen. Onderzoek heeft aangetoond dat temperament gerelateerd is aan verschillende sociale gedragingen. Zo heeft men gevonden dat Fear en Effortful Control (EC) de ontwikkeling van het moreel geweten positief beïnvloedt (Kochanska, Aksan, & Joy, 2007; Rothbart, 2007). Meer angstige jonge kinderen ontwikkelen namelijk een groter geweten tijdens de kleutertijd. Deze twee controlesystemen zorgen eveneens voor minder agressiviteit en hebben een invloed op de ontwikkeling van schuld en empathie. Daarnaast heeft temperament ook een invloed op de incidentie van gedragsproblemen (Rothbart, 2007). Zo is de factor Surgency/Extraversion gerelateerd aan meer externaliserende en minder internaliserende problemen. Woede en frustratie voorspellen zowel meer internaliserende als meer externaliserende problemen. Fear hangt sterk samen met meer internaliserende problemen, zoals angst en een lage zelfwaardering. Lagere scores op EC voorspellen meer externaliserende problemen, waarbij EC tevens de relatie tussen negatieve affectiviteit en het voorkomen van problemen modereert. Zo

18 12 zullen hoog negatieve kinderen minder geneigd zijn om problemen te vertonen wanneer zij hoog scoren op EC. Verder is temperament gerelateerd aan de taalontwikkeling van kinderen. Zo vonden Morales et al. (2000) in hun onderzoek positieve associaties tussen de temperamentschalen Activity Level, Duration of Orienting, Smiling and Laughter enerzijds, gemeten op zes maanden aan de hand van de IBQ (Rothbart, 1981), en meting van receptieve woordenschat op twaalf maanden anderzijds. In de studie van Salley en Dixon (2007) gingen lagere scores op Executive Control en hogere scores op Negative Affect gepaard met een minder gunstige taalontwikkeling op de leeftijd van 21 maanden. Daarnaast houdt temperament verband met aandachtsontwikkeling. Zo hangt temperament samen met de mogelijkheid om de aandacht los te koppelen en kan het loskoppelen van aandacht gezien worden als een eerste manier om gedrag te reguleren. Tot slot zijn er verbanden gevonden tussen temperament en joint- attention vaardigheden, wat verder uitvoerig wordt besproken. Joint attention Joint attention of gedeelde aandacht verwijst naar de menselijke capaciteit tot sociale aandachtscoördinatie (Bakeman & Adamson, 1984) en wordt beschouwd als een fundamenteel aspect van de vroege sociale-communicatieve ontwikkeling (Mundy & Gomes, 1998). Joint attention wordt gedefinieerd als de triadische coördinatie van aandacht tussen een kind, een andere persoon en een derde object, gebeurtenis of persoon, waarbij beide partijen zich bewust zijn van de aandachtsfocus van de ander (Bakeman & Adamson, 1984; Tomasello, 1995). Er wordt naargelang de functie van het gedrag onderscheid gemaakt tussen responsief en initiërend joint- attention gedrag (Seibert, Hogan, & Mundy, 1982; Vaughan Van Hecke et al., 2007). Een kind kan namelijk gedeelde aandacht initiëren (actief) of gedeelde aandacht van een ander persoon beantwoorden (passief) (Roeyers, 2008). Responsief joint- attention gedrag (RJA) verwijst naar de vaardigheid van een kind om de kijkrichtingen, aanwijzingen of wijsgebaren van een ander persoon te volgen (Mundy et al., 2007; Mundy et al., 2003; Mundy & Newell, 2007; Mundy, Sullivan, & Mastergeorge, 2009). Initiërend jointattention gedrag (IJA) (Seibert et al., 1982) verwijst naar de vaardigheid van een kind om gebaren (bv. wijzen en tonen) en oogcontact te gebruiken om de aandacht van een ander persoon te richten op objecten, gebeurtenissen of op henzelf (Mundy et al., 2007;

19 13 Mundy et al., 2003; Mundy & Newell, 2007; Mundy et al., 2009). Bijgevolg dienen deze categorieën van gedragingen belangrijke sociale functies, waarbij het delen van ervaringen met anderen op de voorgrond staat (Mundy, 1995). Deze gedragingen worden in onderzoek ook benoemd als declaratieve gedragingen. Daarnaast kan aandachtscoördinatie ook instrumentele doeleinden dienen (Vaughan Van Hecke et al., 2007), wat in de literatuur omschreven wordt als behavior regulation/requests of gedragregulatie (Seibert et al., 1982). Ook wel imperatieve gedragingen genoemd. Enerzijds weerhoudt men initiërende behavior request (IBR) (Seibert et al., 1982; Mundy et al., 2007) wat wijst op het gebruik van oogcontact en gebaren teneinde hulp te bekomen van een sociale partner om een object of een gebeurtenis te bemachtigen. Anderzijds spreekt men van responding to behavior requests (RBR) (Seibert et al., 1982; Mundy et al., 2007) wat verwijst naar de mogelijkheid om correct te reageren op een verzoek met gebaren. Gedragingen die indicatief zijn voor joint attention verschijnen doorgaans voor het eerst rond de leeftijd van zes maanden (Morales, Mundy, & Rojas, 1998), ontwikkelen zich verder tijdens de eerste drie levensjaren en worden verder gedifferentieerd in verscheidene functionele vormen (Seibert et al., 1982). Het onderzoek van Morales et al. (2000) vond reeds individuele verschillen terug in responsief joint- attention gedrag op de leeftijd van zes maanden. Corkum en Moore (1998) vonden in hun onderzoek dat joint visual attention nog niet consistent bij alle kinderen voor de leeftijd van tien maanden aanwezig was. Volgens Tomasselo (1995) ontwikkelen joint- attention vaardigheden zich tussen de leeftijd van zes en 18 maanden. Volgens De Groote, Roeyers en Warreyn (2006) ontwikkelen vroeg sociaalcommunicatieve vaardigheden zich in de normale ontwikkeling tussen 0 en 24 maanden. Het longitudinaal onderzoek van Mundy et al. (2007) heeft de ontwikkeling van joint attention bij infants (N = 95) over de leeftijd van 9, 12, 15, 18 en 24 maanden in kaart gebracht. Zij vonden een lineaire groei van RJA gedrag over alle leeftijden heen. De groei van IJA gedrag kende daarentegen een kubisch ontwikkelingspatroon met een daling tussen de leeftijd van 12 en 15 maanden en opnieuw een stijging op de leeftijd van 18 maanden. Daarnaast was op elke leeftijd het niveau van cognitieve ontwikkeling

20 14 gerelateerd aan de frequentie van joint- attention gedrag. Taalontwikkeling op 24 maanden werd, na controle voor het cognitief niveau, voorspeld door responsief jointattention gedrag op 12 maanden en initiërend joint- attention gedrag op 18 maanden. Verder werden er op elke leeftijd geen significante associaties gevonden tussen de metingen van IJA en RJA. Zij stelden dat beide dimensies van joint attention stabiele maar unieke aspecten zijn van joint attention tijdens de eerste 2 levensjaren (Mundy et al., 2007). De studie van Olafsen et al. (2006) bracht tevens evidentie dat initiërend en responsief joint- attention gedrag twee relatief onderscheiden domeinen zijn die een verschillende invloed uitoefenen. Vaughan Van Hecke et al. (2007) vonden in hun onderzoek ook geen significante associatie tussen IJA en RJA terug, het onderzoek van Smith & Ulvund (2003) daarentegen wel. Verschillende studies in de literatuur hebben aangetoond dat joint attention een centrale rol speelt in de taal- en cognitieve ontwikkeling van kinderen (Smith & Ulvund, 2003; Vaughan Van Hecke et al., 2007), en gerelateerd is aan sociale competentie en zelfregulatie in peutertijd en op latere leeftijd (Morales, Mundy, Crowson, Neal, & Delgado, 2005; Mundy & Gomes, 1998; Mundy & Newell, 2007; Sheinkopf, Mundy, Claussen, & Willoughby, 2004). Zo toonde o.a. de studie van Vaughan Van Hecke et al. (2007) aan dat joint attention op de leeftijd van 12 maanden gerelateerd is aan sociale competentie en externaliserend gedrag op 30 maanden. Verder vergemakkelijkt joint- attention vaardigheden het sociaal leren en speelt het een belangrijke rol bij het leren van een taal op jonge leeftijd (Mundy & Newell, 2007). Bijvoorbeeld wanneer een ouder refereert naar een bepaald nieuw object, kan een kind door gebruik te maken van RJA weten over welk object het gaat (Mundy & Newell, 2007). Relatie met temperament. Vaughan et al. (2003) onderzochten in hun longitudinale studie de invloed van temperament op de ontwikkeling van joint- attention vaardigheden bij kinderen (N = 57) over de leeftijd van negen en twaalf maanden. De temperamentschalen Smiling and Laughter en Distress to Novelty werden op de leeftijd van negen maanden gemeten aan de hand van de IBQ (Rothbart, 1981), joint attention werd op negen en twaalf maanden gemeten door de Early Social Communication Scales

21 15 (ESCS) (Mundy et al., 2003). Ze vonden positieve correlaties tussen Smiling and Laughter en initiërend joint- attention gedrag op negen maanden, en tussen Distress to Novelty en initierend joint- attention gedrag op twaalf maanden. Er werd geen relatie gevonden tussen de temperamentschalen en responsief joint- attention gedrag gemeten op negen en twaalf maanden. Verder vond men substantiële stabiliteit van IJA en RJA over de leeftijd van negen en twaalf maanden. Ook hier vond men geen correlatie terug tussen IJA en RJA, wat doet vermoeden dat deze dimensies verschillende aspecten zijn van de ontwikkeling van joint attention tijdens het eerste levensjaar. Dezelfde onderzoeksgroep vond in een latere studie (Vaughan Van Hecke et al., 2007) een relatie terug tussen de temperamentschalen Inhibitory Control en Soothability, gemeten door the Toddler Behavior Assessment Questionnaire-Revised (TBAQ-R) (Rothbart, 1999), en joint- attention vaardigheden gemeten aan de hand van de ESCS (Mundy et al., 2003). Zo waren hogere scores op RJA op de leeftijd van 12 maanden geassocieerd met lagere scores op Inhibitory Control op 15 maanden en meer frequente high level Initiating Behavior Requests (gebruik van gebaren: iets aanwijzen of tonen) op 12 maanden geassocieerd met lagere scores op Soothability op 15 maanden. Verder vond men in deze studie een relatie terug tussen scores op Inhibitory Control op de leeftijd van 15 maanden en sociaal en gedragsmatige uitkomsten op 30 maanden. Na controle voor deze temperamentschaal bleef de relatie tussen joint attention op 12 maanden en sociaal en gedragsmatige competentie op de leeftijd van 30 maanden bestaan, wat impliceert dat deze relatie niet te wijten was aan Inhibitory Control. Verder vond men in de studie van Morales et al. (2000) (N = 52) een significante positieve associatie tussen verschillen in responsief joint- attention gedrag op de leeftijd van zes en twaalf maanden, gemeten in interactie met de moeder, en de temperamentschaal Duration of Orienting op zes maanden, gemeten aan de hand van de IBQ (Rothbart, 1981). Een marginale relatie werd gevonden tussen RJA op zes en twaalf maanden en de temperamentschaal Soothability. De studie van Salley en Dixon (2007) vond negatieve associaties tussen de temperamentfactor Executive Control, zoals gemeten door de Early Childhood Behavior Questionnaire, en frequentie van blikafwisseling (IJA), en tussen de temperamentfactor Negative Affect en totaal IJA op de leeftijd van 21 maanden, gemeten door ESCS. Verder werden er negatieve relaties

22 16 gevonden tussen de temperamentschalen Positive Anticipation, Discomfort, Perceptual Sensitivity, Fear en respectievelijk wijzen met oogcontact, wijzen zonder oogcontact, totaal IJA en wijzen zonder oogcontact. Daarnaast was Frustration positief geassocieerd met blikafwisseling. Vervolgens waren algemeen hogere scores op Negative Affect geassocieerd met lagere scores op initiërende joint- attention gedragingen. Tenslotte werd er geen relatie gevonden tussen RJA en temperament en werd de hypothese dat joint attention de relatie tussen temperament en taalontwikkeling medieert, niet bevestigd. Vroeggeboorte Een normale zwangerschapsduur (gestatioleeftijd of postmenstruale leeftijd) bedraagt gemiddeld 40 weken, wat overeenkomt met het aantal volledige weken tussen de eerste dag van de laatste menstruatieperiode en de geboortedag (Rigter, 2002). Een periode van 37 tot 42 weken wordt beschouwd als een normale duur van de zwangerschap. Kinderen die geboren worden tussen de 37 en 42 weken, worden in de literatuur doorgaans a term, term of fullterm geboren kinderen genoemd. In de wetenschappelijke literatuur worden verschillende definities gehanteerd om prematuriteit te beschrijven, maar algemeen spreekt men van een vroeggeboorte wanneer een baby geboren wordt na een zwangerschapduur van minder dan 37 weken (259 dagen) (Bhutta, Cleves, Casey, Cradock, & Anand, 2002; De Groote, 2006; Rigter, 2002). Men spreekt doorgaans van een ernstige vroeggeboorte wanneer kinderen geboren worden na een zwangerschapsduur van minder dan 32 weken (224 dagen) en worden per definitie dan very preterm genoemd. Kinderen geboren na minder dan 28 weken (196 dagen) worden extremely preterm genoemd. In de literatuur worden ook andere cut-off waarden gehanteerd. Vaak wordt ook geboortegewicht als criterium gehanteerd om vroeggeboorte te definiëren, daar vroeggeboren kinderen vaak een laag geboortegewicht hebben. Algemeen verschillen pasgeboren baby s onderling sterk van elkaar in termen van geboortegewicht. In de literatuur spreekt men van een laag geboortegewicht (LBW) wanneer het kind geboren wordt met een gewicht van minder dan 2500 gram, een zeer laag geboortegewicht (VLBM) betreft een geboortegewicht van minder dan 1500 gram en een kind met een extreem laag geboortegewicht (ELBW) heeft een

23 17 geboortegewicht van minder dan 1000 gram (Bhutta et al., 2002; Hoff, Hansen, Munck, & Mortensen, 2004; Saigal & Doyle, 2008). Verder spreekt men van dismature kinderen of dismaturiteit wanneer kinderen een geboortegewicht hebben dat beduidend lager is dan wat verwacht wordt op basis van de gestatioleeftijd of zwangerschapsduur. Dit wordt in de literatuur ook Small for Gestational Age (SGA) genoemd (De Groote, 2006; Rigter, 2002). In onderzoek gebruikt men bij vroeggeboren kinderen doorgaans de gecorrigeerde leeftijd. Hierbij wordt het aantal weken dat het kind prematuur geboren is, afgetrokken van de niet-gecorrigeerde (postnatale) leeftijd, om de leeftijd te bekomen indien het kind a term geboren zou zijn (Blackmon et al., 2008; De Groote, 2006). Dit onderzoek zal gebruik maken van het aantal zwangerschapsweken om vroeggeboorte te bepalen en spitst zich toe op vroeggeboren kinderen die geboren zijn na een zwangerschapsduur van minder dan 37 weken. In België resulteert ongeveer 7% van alle zwangerschappen in een vroeggeboorte, waarbij er ongeveer in 2 tot 3% van alle zwangerschappen extreme prematuriteit optreedt (Devlieger, 2005; Vroeggeboorte of permaturiteit, n.d.). Vroeggeboortes na 32 tot 36 weken komen tot vijf maal meer voor dan geboortes voor 32 weken (Saigal & Doyle, 2008). In 2003, waren 12 tot 13% van alle geboortes in de Verenigde Staten vroeggeboortes. De laatste jaren is het aantal vroeggeboortes sterk toegenomen. Zo is er sinds 1981 in de VS een stijging van 31% van het aantal vroeggeboren kinderen (Saigal & Doyle, 2008). Ook Vlaanderen kent een toename van het aantal vroeggeboren kinderen van ongeveer 34% sinds 1991 (Devlieger, 2005). Een eenduidige verklaring voor deze toename is vandaag de dag niet bekend. Toch kunnen er een aantal mogelijke factoren naar voor geschoven worden die dit fenomeen mede kunnen verklaren. Zo zijn er steeds meer vrouwen die later aan kinderen beginnen en de kans op een vroeggeboorte neemt toe met de leeftijd van de moeder. Ook is er een toename van het aantal medisch begeleide bevruchtingen, waarbij de kans op een vroeggeboorte groter is. Mede hierdoor worden ook steeds meer meerlingen geboren, die eveneens meer kans hebben om te vroeg geboren te worden. De verklaring moet echter vooral gezocht worden in milieufactoren of leefgewoonten, daar men ook een toename vindt van het aantal

24 18 vroeggeboortes bij de groep prematuren waarbij de vorige factoren niet zijn opgetreden (Devlieger, 2005). De overlevingskansen van vroeggeboren kinderen zijn de laatste jaren enorm gestegen, mede door verbeteringen in de postnatale zorgen geleverd in de verloskamers, neonatale intensive care units (NICA) en door allerlei technologische vooruitgangen (Bhutta et al., 2002; Saigal & Doyle, 2008). Deze kinderen blijven echter een risico hebben op verschillende complicaties, ook op lange termijn (Saigal & Doyle, 2008). De interesse naar de ontwikkeling van deze kinderen is dan ook heel groot. Morbiditeit is hierbij omgekeerd gerelateerd aan de gestatioleeftijd, waarbij kinderen die vroeger geboren worden meer kans hebben op morbiditeit (Saigal & Doyle, 2008). Dit betekent echter niet dat a term geboren kinderen geen problemen kunnen hebben of dat alle vroeggeboren kinderen problemen ontwikkelen. In de EPIBEL (Extremely Preterm Infants in Belgium) studie (De Groote et al., 2007) vond men bij twee op drie van de extreem vroeggeboren kinderen (zwangerschapsduur van 26 weken of minder) een vertraging in de ontwikkeling, gemeten door de Bayley Scales of Infant Development-II, op de gecorrigeerde leeftijd van drie jaar. De beperkingen waren vooral terug te vinden op het psychomotorisch gebied, gevolgd door mentale beperkingen. Bij meer dan de helft van deze kinderen vond men gezondheidsproblemen terug, waarbij problemen met luchtwegen het meeste werden gerapporteerd. Ook vertoonden ongeveer één derde van deze kinderen neuromotorische problemen en één vierde beperkingen in het sensorischcommunicatieve domein. Vroeggeboren kinderen hebben een verhoogd risico op postnatale complicaties, zoals intraventriculaire bloedingen, sepsis, metabolische complicaties en chronische longziektes (Bhutta et al., 2002). Ook hebben zij een hoger risico op neurologische beperkingen, zoals cerebrale palsy (hersenverlamming), mentale retardatie en sensorische beperkingen, zoals visuele en auditieve deficieten (Saigal & Doyle, 2008). Verder hebben vroeggeboren kinderen in vergelijking met a term geboren kinderen een hogere graad van temperatuurinstabiliteit, epileptische aanvallen, hypoglycemie en voedingsproblemen (Saigal & Doyle, 2008). Vroeggeboren kinderen hebben eveneens

25 19 een verhoogd risico op het ontwikkelen van retinopathie, een stoornis in de vorming van de bloedvaten van het netvlies. In een meta-analyse, van observationele studies die cognitieve en/of gedragsuitkomsten bij vroeggeboren en a term geboren kinderen hebben onderzocht (Bhutta et al., 2002), vond men dat kinderen die te vroeg geboren waren een verhoogd risico hadden op verlaagde cognitieve testscores in vergelijking met a term geboren kinderen op schoolleeftijd. Hierbij was een lager geboortegewicht en gestatioleeftijd gecorreleerd aan dalingen in de cognitieve testscores. Daarnaast toonde de meta-analyse aan dat prematuur geboorte geassocieerd is met een toegenomen risico op Attention Deficit and Hyperactivity Disorder (ADHD) en andere externaliserende en internaliserende gedragingen op schoolleeftijd. Tien van de 15 studies, die het voorkomen van ADHD nagingen, toonden namelijk aan dat vroeggeboren kinderen hogere prevalenties van aandachtsproblemen hebben dan a term geboren kinderen. Er dient echter opgemerkt te worden dat er in deze studie de specifieke impact van demografische variabelen op de gemeten cognitieve en gedragsuitkomsten niet kon nagegaan worden. Familiale-, demografische- en omgevingsfactoren kunnen hier eveneens een belangrijke rol in spelen. Tenslotte toonde onderzoek naar aandachtsontwikkeling bij vroeggeboren kinderen gedurende de eerste vier levensjaren aan dat vroeggeboren kinderen meer problemen hebben met executieve aandacht en het houden van aandacht dan a term geboren kinderen. Ook is hun visuele aandachtsoriëntatie minder efficiënt (van de Weijer-Bergsma, Wijnroks, & Jongmans, 2008). Temperament bij vroeggeboren kinderen. Gegeven de belangrijke relatie tussen temperament en andere ontwikkelingsdomeinen, is het van belang om temperament bij vroeggeboren kinderen te onderzoeken, daar zij algemeen een belangrijke risicogroep vormen voor diverse ontwikkelingsproblemen. Algemeen wordt er bij kinderen die te vroeg geboren worden een moeilijker temperament verondersteld dan bij a term geboren kinderen (Hughes et al., 2002), mede door allerlei biologische en omgevingsfactoren. Zo vonden Hughes et al. (2002) dat vroeggeboren kinderen (N = 74) (gestatioleeftijd tussen 24 en 34 weken) op de leeftijd van zes weken, aangepast aan

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Een aandachtige blik op

Een aandachtige blik op INLEIDING Een aandachtige blik op temperamentt Valerie Van Cauwenberge Prof. Dr. Roeljan Wiersema SWVG Studiedag Leuven, 2 december 21 Temperament = individuele id verschillen tussen kinderen in reactiviteit

Nadere informatie

Algemeen. Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren. Leen De Schuymer

Algemeen. Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren. Leen De Schuymer Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren Leen De Schuymer Algemeen Deze resultatenbundel is gebaseerd op het doctoraatsonderzoek van Leen De Schuymer. Dit

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Growing into a different brain

Growing into a different brain 221 Nederlandse samenvatting 221 Nederlandse samenvatting Groeiend in een ander brein: de uitkomsten van vroeggeboorte op schoolleeftijd De doelen van dit proefschrift waren om 1) het inzicht te vergroten

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Academiejaar Eerste examenperiode

Academiejaar Eerste examenperiode Academiejaar 2014-2015 Eerste examenperiode Temperament bij vroeggeboren kinderen: relatie met gedragsmoeilijkheden en met ouderlijk gedrag tijdens de vroege moeder- kind interactie. Masterproef neergelegd

Nadere informatie

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als 1 Temperament van het kind en (adoptie)ouderschap Sara Casalin Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als verlegen, blij, impulsief, zenuwachtig, druk, moeilijk, koppig,

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

CHAPTER 12. Samenvatting

CHAPTER 12. Samenvatting CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Herbert Roeyers Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen VVL Congres, Berchem, 14 maart 2014 Pervasieve

Nadere informatie

INLEIDING. Samenvatting

INLEIDING. Samenvatting INLEIDING Iedereen die ooit heeft gezien hoe een baby van enkele weken oud zijn omgeving verkent en bekijkt, heeft ongetwijfeld opgemerkt dat het kijkgedrag van een pasgeborene zich sterk onderscheidt

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) SAMENVATTING Jaarlijks wordt 8% van alle kinderen in Nederland prematuur geboren. Ernstige prematuriteit heeft consequenties voor zowel het kind als de ouder. Premature

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Excessief huilen

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Excessief huilen Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Excessief huilen Onderbouwing Uitgangsvraag Welke effectieve methoden voor preventie, signalering, diagnostiek en behandeling van een baby die excessief huilt zijn

Nadere informatie

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN?

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN? VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF-

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

JOnG!0: Longitudinale ontwikkeling van opvoeding, kindgedrag en zorg

JOnG!0: Longitudinale ontwikkeling van opvoeding, kindgedrag en zorg Steunpunt WVG Minderbroedersstraat 8 B-3000 Leuven +32 16 37 34 32 www.steunpuntwvg.be swvg@kuleuven.be Rapport 42 JOnG!0: Longitudinale ontwikkeling van opvoeding, kindgedrag en zorg Onderzoeker: Promotor:

Nadere informatie

Dutch summary. Nederlandse samenvatting

Dutch summary. Nederlandse samenvatting Dutch summary Nederlandse samenvatting 127 Kinderen die te vroeg geboren worden, dat wil zeggen bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken, worden prematuren genoemd. Na de bevalling worden ernstig

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Samenvatting 207 Samenvatting Zijn vaders belangrijk? De relatieve invloed

Nadere informatie

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E.

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Aktar Summary 1 Summary in Dutch (Samenvatting) Summary

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

GROTE VARIATIE. Determinanten van gedragsontwikkeling bij kinderen en jongeren met cerebrale parese KENNISMAKING KINDEREN MET CEREBRALE PARESE

GROTE VARIATIE. Determinanten van gedragsontwikkeling bij kinderen en jongeren met cerebrale parese KENNISMAKING KINDEREN MET CEREBRALE PARESE VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK VAKGROEP S-, PERSOONLIJKHEIDS- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE Determinanten van gedragsontwikkeling bij kinderen en jongeren met cerebrale parese Prof. dr. Sarah De Pauw - Dra. Lisa Dieleman

Nadere informatie

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM 7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Achtergrond In 2016 werden in Nederland 169.136 kinderen geboren; hiervan werden 11.622 kinderen prematuur ofwel te vroeg geboren (na minder dan 37 weken zwangerschap) en 2.295 extreem prematuur (na minder

Nadere informatie

EVOLUTIE IN TEMPERAMENT TIJDENS HET EERSTE LEVENSJAAR EN HET VERSCHIL BIJ JONGENS EN MEISJES

EVOLUTIE IN TEMPERAMENT TIJDENS HET EERSTE LEVENSJAAR EN HET VERSCHIL BIJ JONGENS EN MEISJES Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin EVOLUTIE IN TEMPERAMENT TIJDENS HET EERSTE LEVENSJAAR EN HET VERSCHIL BIJ JONGENS EN MEISJES Valerie Van Cauwenberge Prof. dr. Jan Roel Wiersema Prof. dr. Karel

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting Verschillende internationale studies toonden socio-economische verschillen in gezondheid aan, zowel in mortaliteit als morbiditeit. In bepaalde westerse landen bleek dat, ondanks de toegenomen welvaart,

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord About the author

Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting 177 Samenvatting Overgewicht en obesitas worden gedefinieerd op basis van de body mass index (BMI) (hoofdstuk 1). Deze index wordt berekend door het

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20683 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Griffith-Lendering, Merel Frederique Heleen Title: Cannabis use, cognitive functioning

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind Samenvatting Coparenting en Angst van het Kind In dit proefschrift worden verschillende associaties tussen coparenting en angst binnen het gezin getoetst, zoals voorgesteld in het model van Majdandžić,

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Temperamentsprofielen bij verslaving

Temperamentsprofielen bij verslaving 17 februari 2017 Temperamentsprofielen bij verslaving Dr Els Santens Psychiater Team Verslavingszorg Inhoud Kader doctoraatsonderzoek Verslaving Gray s Reinforcement Sensitivity Theory (RST) Temperamentsprofielen

Nadere informatie

PITTIG KIND, MOEILIJKE OPVOEDING? Een studie met het temperamentsmodel van Rothbart

PITTIG KIND, MOEILIJKE OPVOEDING? Een studie met het temperamentsmodel van Rothbart Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007-2008 Eerste examenperiode PITTIG KIND, MOEILIJKE OPVOEDING? Een studie met het temperamentsmodel van Rothbart Scriptie neergelegd tot

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd

Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd Meike Bartels en Thérèse M. Stroet Inleiding Vijf tot vijftien procent van de Nederlandse kinderen in de leeftijd van drie tot twaalf jaar

Nadere informatie

Opvoedingsvragen, nood aan ondersteuning en preventieve gezinsondersteuning bij gezinnen met jonge kinderen

Opvoedingsvragen, nood aan ondersteuning en preventieve gezinsondersteuning bij gezinnen met jonge kinderen Opvoedingsvragen, nood aan ondersteuning en preventieve gezinsondersteuning bij gezinnen met jonge kinderen Prof. dr. Karla Van Leeuwen Dit onderzoek is uitgevoerd door: Karla Van Leeuwen (Promotor) Sofie

Nadere informatie

Tweelingen in de groei

Tweelingen in de groei Tweelingen in de groei Henriëtte A. Delemarre-van de Waal Zoals bekend ontstaat een twee-eiige tweeling wanneer tegelijkertijd twee eicellen worden bevrucht door twee zaadcellen. Beide embryo s hebben

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Dit proefschrift heeft als doel de zorg voor prematuur geboren kinderen te verbeteren. Het gaat in dit proefschrift om kinderen die geboren zijn na een zwangerschapsduur van minder

Nadere informatie

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift richt zich op het individuele, dyadische, en groepsniveau van complexiteit binnen gezinnen met adolescente kinderen. De gezinnen die werden bestudeerd bestonden

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

"Persoonlijkheid bij peuters?" Een longitudinale studie over het vijf-factoren model bij jonge kinderen.

Persoonlijkheid bij peuters? Een longitudinale studie over het vijf-factoren model bij jonge kinderen. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2008-2009 Eerste examenperiode "Persoonlijkheid bij peuters?" Een longitudinale studie over het vijf-factoren model bij jonge kinderen.

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD

AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD Prof. dr. Roeljan Wiersema Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr.

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. Nieuwsbrief voor ouders De sociale ontwikkeling van kinderen Universiteit van Amsterdam Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. 1 Beste ouder, Door middel van deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting De groei en de ontwikkeling van diverse orgaansystemen en regelmechanismen in de foetus tijdens de periode in de baarmoeder worden verstoord door vroeggeboorte.

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

Zindelijkheidstraining

Zindelijkheidstraining Zindelijkheidstraining Wanneer starten met het zindelijkheidsproces? Nore Kaerts Wanneer is het het juiste moment om te starten met het zindelijkheidsproces bij jonge, gezonde kinderen? Wanneer is het

Nadere informatie

ZELFREGULERENDE VAARDIGHEDEN BIJ VROEGGEBOREN PEUTERS

ZELFREGULERENDE VAARDIGHEDEN BIJ VROEGGEBOREN PEUTERS UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007-2008 Eerste Examenperiode ZELFREGULERENDE VAARDIGHEDEN BIJ VROEGGEBOREN PEUTERS Scriptie neergelegd tot het behalen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Wetenschappelijke kijk op hoogsensitiviteit. Xandra van Hooff GaveMensen

Wetenschappelijke kijk op hoogsensitiviteit. Xandra van Hooff GaveMensen Wetenschappelijke kijk op hoogsensitiviteit Xandra van Hooff GaveMensen Sensory Processing Sensitivity Sigmund Freud Introversie/extraversie Jung Innate sensitiveness Eysenck Linkt introversie/extraversie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) 1 Vroeggeboorte na antenatale inflammatie bronchiale hyperreactiviteit als onderliggende oorzaak van Vroeggeboorte Over vroeggeboorte, ook wel prematuriteit genoemd,

Nadere informatie

SAMENVATTING Introductie

SAMENVATTING Introductie Introductie Affect heeft een belangrijke functie in de organisatie van gedrag. Affect moet en kan in principe gereguleerd worden, als dit voor iemands doelen van belang is. Dysregulatie van effect verwijst

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Dutch summary 1. Dutch summary. Dutch summary

Dutch summary 1. Dutch summary.   Dutch summary http://hdl.handle.net/1765/105797 Dutch summary Dutch summary 1 Dutch summary 2 Erasmus Medical Center Rotterdam Dutch summary 3 Introductie Kinderen die in de neonatale periode zeer ernstig ziek zijn

Nadere informatie

Psychotraumatologie: eenheid en verscheidenheid in een veelstromenland. Prof. dr. Rolf Kleber Ede, 19 april 2012

Psychotraumatologie: eenheid en verscheidenheid in een veelstromenland. Prof. dr. Rolf Kleber Ede, 19 april 2012 Psychotraumatologie: eenheid en verscheidenheid in een veelstromenland Prof. dr. Rolf Kleber Ede, 19 april 2012 Waarom werd PTSS destijds geïntroduceerd? Gevolgen van de Vietnam-oorlog Task force in de

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 1 leidt het onderwerp van dit proefschrift in, te weten het bestuderen van de Gezondheidsgerelateerde Kwaliteit van Leven bij kinderen van 0 tot 12. Doordat het aantal medische successen toenam,

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Samenvatting Een vroeggeboorte heeft een grote impact op het kind en zijn ouders, zelfs na de opname op de neonatologieafdeling. Te vroeg geboren kinderen laten meer gedragsproblemen zien dan op tijd geboren

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie