Verslag huisartsen (Sub-)regiobijeenkomst Roosendaal

Transcriptie

1 Verslag huisartsen (Sub-)regiobijeenkomst Roosendaal 10 maart Doelstelling Het doel van de door VGZ georganiseerde regiobijeenkomsten is input op te halen bij de huisartsen. In diverse sub-regio s houdt VGZ bijeenkomsten om onderwerpen die huisartsen belangrijk vinden voor de overeenkomst 2016 op te halen en samen te brengen. Tijdens de volgende bijeenkomsten wordt hier vervolgens op teruggekomen. Het is ook de bedoeling om tijdens de bijeenkomsten de conceptovereenkomst te toetsen bij de huisartsen. Het doel is om samen tot een gedragen landelijke overeenkomst te komen, mogelijk met regionale aandachtspunten. 2. Inventarisatie onderwerpen Om er een interactieve bijeenkomst van te maken zijn de huisartsen in de gelegenheid gesteld om onderwerpen ter bespreking naar voren te brengen. Plenair zijn de belangrijkste onderwerpen geprioriteerd en besproken. 3. Bespreking onderwerpen Geprioriteerde onderwerpen: 1. Contractering 2. Praktijkkosten 3. Ouderenmodule 1. Contractering (proces, contracteren op maat, verhouding zorgverzekeraar/huisarts, meerjaren contract) Positief - Het feit dat het contract digitaal afgesloten kan worden via VeCoZo. - VGZ is telefonisch en per mail redelijk goed benaderbaar. - Het persoonlijk contact met VGZ is positief. - Het contract komt te laat. Huisartsen willen elk jaar in staat zijn een zorgvuldige afweging te maken en hebben hier meer tijd voor nodig. - Het proces binnen de digitale contracteeromgeving verloopt niet altijd even goed/gemakkelijk. - Huisartsen missen het gevoel van waardering van de verzekeraar. - Financieel is er steeds meer onzekerheid -> omzet individuele praktijk blijft gelijk/daalt terwijl er steeds meer werk komt o.a. door de verschuivingen naar de eerste lijn. VGZ Zorgverzekeraar NV statutair gevestigd te Arnhem KvK Postbus AK Eindhoven Bezoekadres Kennedyplein VGZ Zorgverzekeraar NV is onderdeel van Coöperatie VGZ UA

2 - Daarnaast komt het voor dat de verzekeraar een nieuwe module in het leven roept, de huisarts hier veel voor investeert, en 2 jaar later de module niet meer beschikbaar is terwijl de financiële gevolgen voor de huisarts doorlopen. - Investeringen i.v.m. meer werk/verschuivingen eerste lijn zijn van langdurige aard (personeel in dienst, uitbreiding ruimtes) terwijl de financiering onzeker is. Gevolg is dat huisartsen het risico vaak te groot vinden om personeel aan te nemen -> dus meer werk zelf of via bestaand personeel uitvoeren met alle gevolgen van dien (overwerkt, niet genoeg tijd voor alle werkzaamheden). - Ontwikkelingen volgen zich snel op. Naast versterken eerste lijn hebben huisartsen nu vooral behoefte aan rust/comfort/continuïteit voor investeringen. Ook tijd om bekend te raken met de nieuwe financiering. Voor huisartsen lijkt de financiering nu wel ingewikkelder geworden/meer gefragmenteerd waardoor ook het risico op onder declareren voor huisartsen is toegenomen. - Administratieve afhandeling duurt vaak te lang zowel bij VGZ als ook bij de verre verzekeraars. - In de regio Brabant hebben huisartsen vaak twee contracten met verschillende inhoud en tarieven wat veel administratieve rompslomp geeft. Voorstellen ter verbetering - Huisartsen willen graag een meerjarig contract. - Differentiatie van het contract op individueel niveau mogelijk maken waardoor een contract op maat gemaakt kan worden. Bijvoorbeeld door een keuze te kunnen maken uit verschillende mogelijkheden/prestaties. - Vaste contactpersonen binnen VGZ voor de huisartsen. - Een gebruiksaanwijzing/faq hoe om te gaan met de digitale tool. - In S1 de praktijkkosten duidelijker onderscheiden zodat het overzichtelijker wordt wat waarvoor betaald wordt. Meer duidelijkheid over hoe betalingen verlopen en garantie voor toekomst i.v.m. innovaties (continuïteit). Op dit moment wordt er gewerkt om een functionaliteit in te bouwen in de digitale tool om het volgen door de verre verzekeraars voor het contract van 2016 ook digitaal te laten verlopen. Dit jaar zijn er veel landelijke veranderingen geweest in de financiering van huisartsenzorg. Dit is een langdurig onderhandelingsproces geweest met alle landelijke partijen wat uiteindelijk ook door alle partijen ondertekend is. VGZ was hier één partij van. Niet alle keuzes worden door VGZ onderschreven, maar het eindresultaat is een compromis. Op een aantal punten is het wel mogelijk voor verzekeraars om daar een eigen kleur aan te geven. Bijvoorbeeld het verdwijnen/aanpassen van de tarieven van prestaties en M&I verrichtingen zijn niet de keuzes van VGZ. Daarom heeft VGZ geprobeerd zoveel mogelijk de tarieven van 2014 aan te houden door te compenseren in S3. 2

3 In het oude financieringsmodel was er door het gevaar van budgetoverschrijding onvoldoende ruimte om het huisartsenkader te laten groeien door substitutie. In de nieuwe financiering is die mogelijkheid er wel binnen S3. Indien substitutie in andere domeinen aangetoond kan worden kan een deel van de besparingen geïnvesteerd worden in de huisartsenzorg. Daarnaast is er een jaarlijkse groei van 2,5% afgesproken van het totale huisartsenkader. Bij huisartsen leeft het idee dat er steeds minder geld voor huisartsenzorg beschikbaar is. Maar op budgettair niveau is er een substantiële verhoging van de uitgaven aan huisartsenzorg te zien. VGZ investeert 6% meer dit jaar in huisartsenzorg dan in Innoveren in S3 is niet per definitie bestemd voor het inkomen van de individuele huisartsen, maar om de totale zorg doelmatiger en kwalitatief beter te maken. Huisartsen geven aan het gevoel te hebben niet meer vertegenwoordigd te worden door de verzekeraar, gevoel dat veel opgelegd wordt door verzekeraar. Vragen zich af waar ruimte blijft voor innovaties/initiatief vanuit ha. - VGZ heeft zich ten doel gesteld komend jaar meer in gesprek/contact met huisartsen te komen. De bijeenkomsten zoals deze nu gepland zijn, zijn daar een goede start van. - Zorgverzekeraar VGZ zit o.a. maandelijks met de LHV aan tafel. Het is een feit dat alle partijen met een eigen agenda aan tafel zitten. De doelstellingen van VGZ hebben veel overlap met de doelstellingen van huisartsen. Veel maatschappelijke ontwikkelingen komen zowel op zorgverzekeraar als op de huisarts af. - VGZ vraagt de huisartsen om voor de volgende bijeenkomst onderwerpen aan te dragen waar zij willen dat VGZ als verzekeraar op gaat sturen en hoe VGZ dit proces het beste vorm kan geven zodat het zowel recht doet aan de doelen van de huisarts als de doelen van VGZ. Daarnaast is het wenselijk om hierbij rekening te houden met het feit dat individuele onderhandelingen met zoveel huisartsen niet mogelijk zijn. 2. Praktijkkosten Wat gaat wel goed - Het inschrijftarief geeft een bepaalde zekerheid. - Taken voor de huisarts nemen toe en er is een toename van de administratieve lasten. In hoeverre kan VGZ de huisarts daarin tegemoet komen? - De tarieven zijn onduidelijk/onoverzichtelijk geworden. Wat krijg ik als huisarts waarvoor? - Solistische huisartsen/apotheekhoudende huisartsen maken relatief meer kosten dan groepspraktijken. Vooral deze huisartsen willen meer zekerheid voor de toekomst. Oplossingen - Meer eenvoud en duidelijkheid in tarieven. - Meer zekerheid voor de toekomst. 3

4 - VGZ kan huisarts ontlasten door patiënten beter te informeren. Nu nog komen teveel vragen bij de huisarts terecht die eigenlijk bij de verzekeraar horen. - Daarbij wordt specifiek aandacht gevraagd voor het preferentiebeleid rondom medicatie. VGZ kan patiënten beter informeren, bijvoorbeeld de helpdesk verbeteren, brieven sturen. Huisartsen willen hier buiten gelaten worden). Of bijvoorbeeld keuze op patiëntniveau maken wat betreft het preferentiebeleid -> alleen eerste uitgifte medicatie meenemen. - VGZ kan strakkere regels opleggen aan de farmaceutische industrie wat betreft het leveren van medicatie. Meerjarencontracten: Afgelopen jaren zijn er veel landelijke wijzigingen in het bekostigingsstelsel geweest en er zijn ook nog nieuwe wijzigingen op komst. VGZ wil graag toewerken naar meerjarige contracten maar dan moet er wel uitzicht zijn dat er voor de af te sluiten periode geen wijzigingen in het financieringsstelsel op komst zijn. Huisartsen zien het als een mooi startpunt voor verbeterde samenwerking en meer vertrouwen. Meer zekerheid voor huisarts, stevige basis voor huisarts om aantal jaar vooruit te kunnen. Terugdringen administratieve lasten. VGZ gaat zich inzetten om daar stappen in te zetten. VGZ wil graag met een vertegenwoordiging van huisartsen een bijeenkomst plannen om de mogelijkheden en onmogelijkheden voor het terugdringen van administratieve lasten te bespreken, hier komt een aparte bijeenkomst/vorm voor. 3. Ouderenmodule Wat gaat wel goed - Het voorziet in een behoefte. Ouderen worden steeds ouder, en er komt steeds meer op het bordje van de huisarts terecht. - De zorg van de huisarts wordt gewaardeerd door patiënten/familie. - Het geeft een positieve mindset in de huisartsenpraktijk voor een andere organisatie van zorg rondom ouderen. - Onvoldoende financiering voor de hele keten, vooral ook voor de SO (specialist ouderengeneeskunde), financiering is nu heel onduidelijk, ondoorzichtig. - Module sluit niet aan bij huidige zorgzwaarte van ouderen. De module gaat alleen over het signaleren van de ouderen, maar als je als huisarts de module optuigt geeft dit veel meer werk/zorg, enorm veel werk na elk MDO, denk aan ondersteuning van bijvoorbeeld mantelzorgers, meer werkzaamheden van de assistente en meer visites. Het geeft wel degelijk meer kwaliteit maar nu te weinig geld om het goed te kunnen regelen. - Zorgzwaarte neemt alleen maar toe. De huisarts krijgt vaker patiënten die voorheen in een instelling verbleven onder ZZP en hoofdbehandelaarschap van de SO. Het is voor huisartsen 4

5 onduidelijk wat er allemaal gedeclareerd kan worden voor deze zwaardere groepen,- hier moet een structurele oplossing voor komen. - Het is een tijdrovende administratieve slag om de module aan te kunnen vragen. - Het aantal ouderen dat deel kan nemen in de module is soms niet toereikend. Een huisarts moet soms patiënten wegstrepen uit de module omdat er volgens de normen van de verzekeraar teveel ouderen geïncludeerd zijn, terwijl er medisch inhoudelijk goede argumenten zijn de oudere wel te includeren. - Regionale verschillen, de huisarts hoort steeds vaker van SO dat hij te grote vraag krijgt. Oplossingen Vooral richten op toekomstbestendigheid: uitbreiden van de module. Zeker richting SO maar ook voor kaderopleiding ouderengeneeskunde: Dat zij kunnen declareren voor arbeid die zij leveren. - Meer vrijheid voor huisartsen om te indiceren, in de regio Roosendaal ook onderzoek geweest dat huisarts hier zeer geschikt voor is. - Hoe financiering voor toekomst? wellicht een DBC maar in elk geval een vaste structuur (structurele financiering!), want dit blijft en wordt alleen maar meer. - Elke module tussen verzekeraars is nu verschillend, bijv. CZ andere criteria, graag gelijk trekken. Er vinden momenteel pilots plaats met de DBC systematiek. VGZ wacht nu op de uitkomsten van onderzoek gedaan in de pilots of en hoe VGZ de DBC-systematiek eventueel verder uit gaat rollen. VGZ is zeer geïnteresseerd in wat de huisartsen wenselijk vinden en wil de huisarts hierbij betrekken. Wat betreft de inzet van de specialist ouderengeneeskunde, is er nu financiering vanuit de Wet Langdurige Zorg beschikbaar voor inzet van de SO in het MDO. VGZ wil in een volgende bijeenkomst concreet bespreken hoe zij de huisartsen concreet kan betrekken bij de ontwikkelingen in S3 als ook innovaties wat betreft de ouderenmodule. Huisartsen geven zorgen te hebben hoe structureel financiering zal zijn van initiatieven in S3. 4. Afsluiting Uit de evaluatie blijkt dat de aanwezige huisartsen het een nuttige bijeenkomst vonden en dat ze goed hun punten hebben kunnen inbrengen. Op de vraag Welk cijfer geeft u het nut van de bijeenkomst? wordt gemiddeld een 7,2 gescoord. De vraag Hoe waardeert u de wijze waarop u uw mening heeft kunnen geven? levert gemiddeld een 7,4 op. Verder wordt de duur, tijdstip, locatie en bereikbaarheid van de locatie over het algemeen als goed gewaardeerd. 5