Dick van Bekkum Prijs 2006 Stimuleringsprijs voor projecten ter verbetering van de oncologische en palliatieve zorg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dick van Bekkum Prijs 2006 Stimuleringsprijs voor projecten ter verbetering van de oncologische en palliatieve zorg"

Transcriptie

1 Dick van Bekkum Prijs 2006 Stimuleringsprijs voor projecten ter verbetering van de oncologische en palliatieve zorg

2 1

3 Inhoud Voorwoord 3 Oncologisch Verpleegkundig Urologisch Spreekuur 6 De Film 8 Implementatie van hoofdhuidkoeling 9 Implementatie van een nieuwe interventie voor drainage van ascites en pleuravocht 11 Zorgprogramma patiënt met klinische chemokuur 13 Delier Detectie Programma 17 Spuugzat Onduidelijkheid over het gebruik anti-emetica bij cytostaticapatiënten 19 Laagdrempelige toegankelijkheid tot gegevens multidisciplinaire mammateambespreking voor behandelaars patiënt met mammacarcinoom 24 Borstbeelden 27 Anders Werken Hersentumoren 30 Een oncologiedossier binnen het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) 35 2

4 Voorwoord Dit jaar wordt voor de vierde maal de Dick van Bekkum Prijs uitgereikt. Deze tweejaarlijkse regionale stimuleringsprijs werd in 2000 voor het eerst door het IKR ingesteld, ter gelegenheid van het afscheid in 1997 van één van haar oprichters, Dick van Bekkum. Inmiddels blijkt deze prijs zijn bekendheid binnen de regio verworven te hebben; niet alleen vanwege de eer om tot de beste drie genomineerden te behoren, maar zeker ook voor de eerste prijs: , te besteden aan een congres of werkbezoek in het buitenland. Dit jaar werden elf projecten door de jury beoordeeld, die aan de volgende criteria voldeden: - het betreft de ontwikkeling/implementatie van een verbetering/vernieuwing van de oncologische en/of palliatieve zorg - het project valt binnen de doelstellingen van het Integraal Kankercentrum Rotterdam - het project heeft een voorbeeldfunctie voor andere afdelingen, instellingen of beroepsgroepen - het project is afgerond op het moment dat het wordt ingediend - het project wordt ingediend door de organisatie waar het project werd uitgevoerd - het project werd uitgevoerd in de IKR-regio De projectbeschrijvingen in dit boekje zijn overgenomen van de aanmeldingsformulieren die de projectgroepen hebben ingestuurd. De projecten die de jury heeft beoordeeld, kunnen grofweg in vier categorieën worden ingedeeld, te weten: verbetering van de zorg voor de patiënt met kanker (6), voorlichting aan patiënt en omgeving (2), verbetering van het beschikbaar stellen van patiëntgegevens middels ICT-toepassingen (2) en het meer zelfstandig gebruik maken van verpleegkundigen op de polikliniek. Uit de elf projecten heeft de jury drie genomineerd; daaruit werd unaniem de winnaar van de Dick van Bekkum Prijs 2006 gekozen. 3

5 Namens de jury spreek ik de wens uit dat de projecten in dit boekje hun inspirerende werking niet zullen missen en dat over twee jaar het aantal inzendingen minstens zo groot zal zijn. Veel leesplezier en inspiratie voor de komende jaren! dr. J.C.J. Wereldsma, voorzitter jury Dick van Bekkum Prijs 4

6 5

7 Oncologisch Verpleegkundig Urologisch Spreekuur mw. C. de Kloe, oncologieverpleegkundige urologie, mw. M. Koman-Ouwerkerk, oncologieverpleegkundige urologie, mw. A. Veldhoen, oncologieverpleegkundige, drs. P.A. Wertheimer, uroloog, mw. J. Hollander, operationeel manager polikliniek urologie, D. Leuris, operationeel manager afdeling urologie, mw. I. van Rongen, beleidsadviseur oncologie. Het project is uitgevoerd door het Albert Schweitzer ziekenhuis, locaties Amstelwijck, Dordwijk en Zwijndrecht. Aanleiding Het verbeteren van de kwaliteit van zorg aan de oncologische urologische patiënt gedurende het gehele zorgtraject in het Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz). Doelstelling Het doel van het opzetten van een verpleegkundig spreekuur voor urologische oncologiepatiënten in het ASz is meerledig: - het verbreden van de zorg aan de urologische oncologiepatiënten - het waarborgen van de continuïteit van zorg tussen het stellen van de diagnose en de aanvang van de behandeling, of opname in het ziekenhuis - het toelichten van de diagnose en de behandeling - het bieden van psychosociale ondersteuning - waar nodig het verpleegtechnisch ondersteunen van patiënten en familie - het verlenen van nazorg aan de patiënt (en diens naasten) Doelgroep Patiënten met een oncologische urologische aandoening in het ASz. Plan van aanpak Routing van de patiënt Indien een patiënt in aanmerking komt voor het urologisch oncologisch spreekuur wordt de volgende route bewandeld: - de uroloog bespreekt de diagnose en de voorgestelde behandeling of operatie met de patiënt - de uroloog verwijst naar het oncologisch verpleegkundig urologisch spreekuur door het invullen van een verwijsformulier 6

8 - de patiënt komt op het oncologisch verpleegkundig urologisch spreekuur en heeft een gesprek met de oncologieverpleegkundige - nadat de patiënt op het spreekuur is geweest, vult de oncologieverpleegkundige een anamneseformulier en checklist in en maakt een elektronische rapportage van dit gesprek - tijdens de opname bezoekt de oncologieverpleegkundige de patiënt op de afdeling en heeft overleg met de afdelingsverpleegkundige - na het ontslag neemt de oncologieverpleegkundige telefonisch contact op met de patiënt voor een follow-up gesprek - de patiënt komt op het spreekuur van de uroloog waar de PA-uitslag en het vervolg van de behandeling besproken wordt - overige afspraken worden naar behoefte gepland Realisatie van het spreekuur - een werkgroep is samengesteld bestaande uit een uroloog, oncologieverpleegkundige urologie, urologieverpleegkundigen, operationeel managers van de klinische en poliklinische urologie afdelingen en de beleidsadviseur oncologie - een doelstelling, de doelgroep en de routing van de patiënt zijn geformuleerd - de taakafbakening en functie-eisen van de verpleegkundigen zijn geformuleerd - de planning van het spreekuur is gemaakt - formulieren voor verwijzing, anamnese, checklist en verslaglegging zijn ontwikkeld alsmede een applicatie voor de elektronische verslaglegging in het ziekenhuisinformatiesysteem - folders zijn geïnventariseerd en nieuwe folders zijn geschreven - protocollen zijn gemaakt - bekendheid is gegeven aan het oncologisch verpleegkundig urologisch spreekuur door middel van een huisartsenbrief, folder, visitekaartje en multidisciplinaire contacten - het spreekuur is geïmplementeerd - evaluatie geschiedt driemaandelijks door de werkgroep 7

9 De Film mw. G. Verhagen, mw. M. Bulten, PR-medewerkers. Het project is uitgevoerd door Sint Jans Hospice de Casembroot. Aanleiding PR-medewerkers van het hospice geven regelmatig presentaties of voorlichtingsbijeenkomsten over het hospice en wat voor werk er wordt gedaan. Deze film is bedoeld als ondersteuning bij deze presentaties en voorlichtingsbijeenkomsten, zodat er iets van de sfeer binnen het hospice geproefd kan worden. Dit is nodig om vooroordelen rondom het sterven in een hospice weg te nemen. In de film wordt een bewoner van het hospice tot in de laatste dagen van zijn leven in beeld gebracht. Doelstelling Het ondersteunen van presentaties en voorlichtingsbijeenkomsten over het hospice om zo vooroordelen omtrent het sterven in een hospice weg te nemen. Daarnaast geeft de film inzicht in de werkzaamheden van medewerkers van het hospice. Hierdoor kan ook uitleg worden gegeven over hoe palliatieve zorg in het hospice verleend wordt. Doel is niet het tonen van de film op zich, maar de film dient ter ondersteuning van de presentaties en voorlichting. Doelgroep Scholen, huisartsen, andere instellingen en andere algemeen geïnteresseerden. Plan van aanpak Door aanschrijving van scholen de mogelijkheid bieden tot het geven van een voorlichtingsles gecombineerd met het tonen van de film. Daarmee wordt de kennis over het hospice en de palliatieve zorg te vergroot. 8

10 Implementatie van hoofdhuidkoeling in Nederland mw. P. Gerrits-Offerman, coördinerend oncologieverpleegkundige, D.R. Halkema, internist-oncoloog, mw. A.D. Klaren, projectmanager oncologie/radiotherapie, mw. I. van Rongen, beleidsadviseur oncologie, mw. J.H. Wijnja, operationeel manager dagbehandeling oncologie en interne oncologie. Het project is uitgevoerd door het Albert Schweitzer ziekenhuis, locaties Dordwijk en Zwijndrecht in samenwerking met het Sint Elisabeth ziekenhuis te Tilburg. Aanleiding Haaruitval door behandeling voor kanker wordt door patiënten als een van de meest ingrijpende bijwerkingen genoemd. Reeds lang wordt koeling van de hoofdhuid ter preventie van haaruitval door cytostatica in meerdere landen toegepast. Onderzoeken wijzen op een positief resultaat van koeling. In Nederland wordt hoofdhuidkoeling nog maar in enkele ziekenhuizen toegepast. In het Albert Schweitzer ziekenhuis (Asz) wordt hoofdhuidkoeling reeds elf jaar aan patiënten aangeboden. In het ASz is de afgelopen jaren veel praktische ervaring opgedaan met hoofdhuidkoeling door oncologieverpleegkundigen. Deze ervaring wordt momenteel onderbouwd door uitkomsten uit een registratiestudie. Bij deze registratiestudie naar hoofdhuidkoeling worden praktische aspecten van de methode nader onderzocht, zoals: - wat is de optimale koelmethode? - wat is de belasting van koeling voor patiënt en verpleegkundige? Doelstelling Bijdragen aan de implementatie van het gebruik van hoofdhuidkoeling in Nederlandse ziekenhuizen bij patiënten die chemotherapie ondergaan. Doelgroep Alle ziekenhuizen in Nederland die geen gebruik maken van hoofdhuidkoeling. 9

11 Plan van aanpak Aangezien in Nederland nog maar weinig ziekenhuizen hoofdhuidkoeling toepassen, zetten de coördinerend oncologieverpleegkundigen van het Albert Schweitzer ziekenhuis zich projectmatig in om landelijk meer bekendheid te geven aan hoofdhuidkoeling. Tevens ondersteunen zij ziekenhuizen die overwegen hoofdhuidkoeling toe te gaan passen en helpen zij met de implementatie door middel van het geven van praktische adviezen en het delen van ervaringen. De coördinerend oncologieverpleegkundigen die werken met hoofdhuidkoeling hebben een aanspreekpunt aangewezen voor de communicatie rond hoofdhuidkoeling. Zo is het zowel intern als extern duidelijk bij wie men terecht kan met vragen op dit gebied. Daarbij onderhoudt het aanspreekpunt actief externe contacten. De coördinerend oncologieverpleegkundigen zijn actief om hun kennis over de hoofdhuidkoeling op de volgende wijzen in Nederland te verspreiden: - presentaties verzorgen op landelijke congressen, bijvoorbeeld het congres van de Vereniging van Oncologieverpleegkundigen - presentaties verzorgen bij landelijke en regionale overlegvormen, bijvoorbeeld het Landelijk Overleg van Oncologieverpleegkundigen en de werkgroep van oncologieverpleegkundigen van het IKN - deelname aan het landelijk overleg van ziekenhuizen die hoofdhuidkoeling toepassen en ziekenhuizen die daarin geïnteresseerd zijn - ambassadeursschap voor hoofdhuidkoeling in Nederland - organiseren van werkbezoek in het Albert Schweitzer ziekenhuis voor ziekenhuizen die geïnteresseerd zijn in hoofdhuidkoeling - uitwisseling van en uitleg over protocollen met betrekking tot hoofdhuidkoeling - samen met het Sint Elisabeth ziekenhuis te Tilburg meer wetenschappelijke kennis opdoen op het gebied van hoofdhuidkoeling - publicatie van artikelen in vakbladen en in de landelijke en regionale pers 10

12 Implementatie van een nieuwe interventie voor drainage van ascites en pleuravocht mw. H. de Graaf, mw. A. de Wit, verpleegkundig consulenten thuiszorgtechnologie en palliatieve zorg. Het project is uitgevoerd door het Erasmus MC, Daniel den Hoed. Aanleiding Ascites en pleuravocht zijn veel voorkomende complicaties bij oncologiepatiënten in de laatste fase van hun leven. Deze klachten geven patiënten een oncomfortabel gevoel en de behandeling ervan is symptomatische gericht. Ter vermindering van klachten wordt meestal intermitterend gepuncteerd. Frequente puncties zijn voor patiënten vervelend, ook al omdat deze vaak in het ziekenhuis worden verricht. Naast intermitterend puncteren is er echter ook een mogelijkheid om een permanent uitwendig drainage systeem te plaatsen. De organisatie hiervan vraagt multidisciplinaire afstemming tussen de behandelend specialist, de verpleegkundig consulent, de interventieradioloog en de verzekering van de patiënt. Bij nietgeprotocolleerde behandeling kost dit veel tijd. Doelstelling Door het toepassen van een ander soort interventie kan de kwaliteit van leven voor patiënten met ascites en pleuravocht in de palliatieve fase van hun leven toenemen. Het geeft een vermindering van de poliklinische bezoeken naar het ziekenhuis. Daarbij wordt de zelfstandigheid van patiënten bevorderd doordat zij zelf aan de hand van hun klachten de keuze kunnen maken de ascites en het pleuravocht te laten aflopen. Doelgroep Oncologische patiënten in de palliatieve fase met ascites en pleuravocht waarvoor frequent puncteren is aangewezen. Plan van aanpak De verpleegkundig consulenten thuiszorgtechnologie en palliatieve zorg hebben in overleg met inhoudsdeskundigen (interventieradioloog, internist, longarts) een zorgplan en handelingsprotocollen opgesteld. Hierin zijn de interventies rondom 11

13 de permanente ascitesdrain en pleurakatheter beschreven en verder uitgewerkt. De taken van de consulenten zijn: het geven van voorlichting over de drain aan patiënt en/of naasten, het instrueren omtrent de verzorging van de drain aan patiënt en/of naasten en, indien nodig, het overdragen van de zorg aan de eerste lijn. De geprotocolleerde zorg rond de interventie is door middel van klinische lessen op de afdelingen en polikliniek geïntroduceerd. De patiëntengroep is gevolgd en medische dossiers zijn bestudeerd ter evaluatie. Hierna zijn het zorgplan en de handelingsprotocollen bijgesteld en opnieuw verspreid. 12

14 Zorgprogramma patiënt met klinische chemokuur mw. M. Raatgever, nurse practitioner. Het project is uitgevoerd door de afdeling Interne geneeskunde/oncologie Franciscus Ziekenhuis Roosendaal. Aanleiding In het visiedocument geeft het Franciscus Ziekenhuis Roosendaal aan de medisch specialistische zorg te willen verbeteren en de samenwerking met de partners in de regio te versterken. Dit betekent verbreden, verdiepen en ervoor zorgen dat processen die de patiënten doorlopen sneller doelmatiger en nog meer patiëntgeoriënteerd verlopen; niet alleen binnen de instelling, maar ook transmuraal. Het streven is de zorg steeds meer rondom de patiënt te organiseren. Met behulp van zorgprogramma s moet de kwaliteit van het zorgverleningproces verder verbeterd worden. In een zorgprogramma staat de totale behandeling rond een patiënt met een bepaalde aandoening centraal. Het zorgprogramma is gericht op integrale zorgverlening en het optimaliseren van zorgprocessen. De bedoeling is door middel van multidisciplinaire zorgprotocollen het gehele zorgtraject te omvatten, zodat de patiënt het proces optimaal en zo comfortabel mogelijk kan doorlopen. Binnen de afdeling interne geneeskunde is ervoor gekozen om een zorgprogramma te ontwikkelen voor de patiënt met chemotherapie, omdat dit een patiëntengroep is waarbij veel disciplines zijn betrokken en waar de nodige verbeteringen in het proces aan te brengen waren. Doelstelling Aan de patiënt met een oncologische aandoening, die klinisch cytostatica krijgt toegediend, wordt multidisciplinaire zorg verleend en is continuïteit in zorg en voorlichting gewaarborgd. Het middel om dit doel te bereiken is de ontwikkeling en implementatie van een zorgprogramma. Het zorgprogramma moet leiden tot effectiviteit en verhoging van de kwaliteit van zorg. Zij moet ook leiden tot een verlichting van het werk, onder andere door vermindering van routine coördinatiewerk en betere communicatie. Dankzij standaardisatie is het niet meer nodig om per patiënt steeds opnieuw de zorg in te vullen. De belangrijkste vervolgstappen staan vast. Dit maakt de zorg transparant, multidisciplinair, patiëntgericht en maakt evidence-based samenwerken mogelijk. Daarnaast zorgt het ook voor minder kans op fouten. 13

15 Doelgroep Patiënten met een oncologische aandoening vanaf de leeftijd van 16 jaar, die klinisch worden opgenomen voor de toediening van cytostatica. Plan van aanpak Voor de ontwikkeling van het zorgprogramma is een plan van aanpak geschreven met als doel de zorgprogramma's op eenduidige, structurele en projectmatige manier te ontwikkelen. Het zorgprogramma is ontwikkeld door een multidisciplinaire werkgroep bestaande uit professionals betrokken bij de zorg voor een patiënt met chemotherapie (afdelingsverpleegkundigen, verpleegkundig consulent oncologiespecialist en paramedici). De ontwikkeling van het zorgprogramma kent de volgende fasen: A. In deze fase is alle relevante informatie over het zorgproces van de genoemde patiëntengroep verzameld (bijvoorbeeld gebruikte formulieren, reeds bestaande procesbeschrijvingen, folders, e.d.). B. Middels een stroomschema is met de multidisciplinaire werkgroep het huidige zorgproces in kaart gebracht om inzicht te krijgen in de route die de patiënt doorloopt van het moment van het eerste contact tot en met het verlaten van de ziekenhuisafdeling. C. In deze fase zijn de stappen van het stroomschema doorgenomen en zijn kritische momenten en knelpunten geanalyseerd. In deze fase wordt inzicht verkregen in de gewenste verbeteringen en/of veranderingen van het huidige zorgproces en de mogelijke consequenties daarvan voor de afdeling. De belangrijkste knelpunten op de afdeling waren: - anamnese is doel en geen middel voor planning van zorg - het ontbreken van multidisciplinair beleid - onvoldoende afstemming van voorlichting - onvoldoende continuïteit van het zorgproces (verpleegafdeling, dagbehandeling en poli) - rapportage onvoldoende om continuïteit te waarborgen D. Op basis van de huidige situatie en de in kaart gebrachte knelpunten is de gewenste situatie beschreven. Hierbij stond centraal: veranderen wat noodzakelijk is, verbeteren wat nodig is en behouden wat goed is. Van de 14

16 gewenste situatie is een nieuw stroomschema gemaakt. Hierbij zijn de volgende doelen geformuleerd ten aanzien van de planning van zorg: - adequaat multidisciplinair en patiëntgericht behandelplan - afstemming van voorlichting en beleid - optimale afstemming van voorlichting, informatie en multidisciplinair beleid - continuïteit van zorg ongeacht de plaats in de zorgketen E. Naar aanleiding van de verbeterpunten en prioriteitstelling in voorgaande fasen zijn multidisciplinaire protocollen ontwikkeld, die taken, beslissingscriteria en werkwijzen voor de verschillende zorgprofessionals vastleggen. Dit heeft onder andere tot gevolg gehad, dat: - er verwijzingscriteria en behandelprotocollen zijn opgesteld voor de paramedische disciplines betrokken bij de zorg voor de patiënt met chemotherapie - er een nieuw oncologisch dossier is ontwikkeld, inclusief een nieuwe oncologische anamnese. Daarnaast wordt nu ook gewerkt met een interim anamnese voor de patiënten die regelmatig terugkomen voor de chemokuren. De punten uit de anamnese vloeien nu uit in een zorgplan waarbij onder andere gebruikt wordt gemaakt van standaard verpleegproblemen. - het voorlichtingstraject opnieuw is ontworpen en beschreven - de chemowijzer is verbeterd en aangepast - er een klinisch pad is ontwikkeld - er een werkgroep is gestart om de communicatie en overdracht binnen de zorgketen te verbeteren. F. Om het zorgprogramma te implementeren en te zorgen dat de professionals ook daadwerkelijk gaan werken via het programma hebben we gebruik gemaakt van: - structurele refereeravonden (driemaal per jaar) - deskundigheidsbevordering door middel van scholingen - het zorgprogramma is opgenomen in het document kwaliteitssysteem. Hierbij is het stroomschema van de gewenste situatie te zien en kan daarin worden doorgelinkt naar de bijbehorende protocollen. Het is voor de 15

17 medewerkers zichtbaar wat van hun verwacht wordt op welk moment in het zorgproces. G. Evaluatie van het zorgprogramma zal in het begin elke zes maanden en vervolgens elk jaar plaatsvinden om het proces te beheersen en te sturen. De komende jaren zullen er voor meer patiëntengroepen zorgprogramma s ontwikkeld worden, die zullen worden ondersteund door ICT. Daarbij zullen we ons steeds meer over de grenzen van het ziekenhuis heen bewegen. De verbeteringen die zijn aangebracht zijn uiteraard specifiek voor deze patiëntengroep, afdeling en instelling. Het concept zorgprogramma is echter toepasbaar voor alle patiëntengroepen en afdelingen. 16

18 Delier Detectie Programma mw. J.C. Monster-Veldhuijzen, verpleegkundig consulent psychiatrie, mw. dr. M. Bannink, psychiater, mw. dr. C. van Zuylen, internist-oncoloog, mw. H. van Veluw, senior Verpleegkundig consulent unit Palliatieve Zorg en Symptoomcontrole (PZSC), mw. E. van Nierop, regieverpleegkundige radiotherapie. Het project is uitgevoerd door de afdeling Radiotherapie en unit voor PZSC Erasmus MC-Daniel den Hoed in samenwerking met de afdeling Geriatrie en afdeling Nefrologie van het Erasmus MC-centrumlocatie. Aanleiding In het Erasmus MC was er behoefte aan structurele aandacht voor en een betere aanpak van delirium, waaronder: - meer kennis over de oorzaak en de behandeling van een delirium - bewustwording dat het delirium om een multidisciplinaire aanpak vraagt - behoefte aan duidelijke richtlijnen om het risico op een delirium in te schatten en gerichte observaties en interventies te kunnen doen Doelstelling Door vroegtijdige onderkenning en herkenning van een delirium de patiënt zo veilig mogelijk door een ziekenhuisopname heen te helpen. Er kunnen kosten worden bespaard door het voorkomen van complicaties en het verkorten van de hospitalisatie. Hiermee voldoet dit project aan de doelstelling van het IKR, omdat het bijdraagt aan verbetering van kwaliteit, met name de continuïteit van de zorg aan oncologische patiënten. Dit project is zeker een voorbeeldfunctie voor andere afdelingen, zowel binnen het Erasmus MC als voor andere instellingen. Het sluit goed aan het rapport van de Inspectie van de Gezondheidszorg met betrekking tot dit onderwerp door (najaar 2005). Het is een gegeven dat acute verwardheid in het ziekenhuis momenteel veel (media) aandacht krijgt, waarmee dit project zeer actueel is. Doelgroep Artsen en verpleegkundigen. 17

19 Plan van aanpak Het Delier Detectie Programma bestaat uit: - het Risicoprofiel om een verhoogde kans op het ontstaan van een delirium te kunnen scoren - de Delirium Observatieschaal (DOS) t.b.v. monitoring - een multidisciplinair Zorgplan Delirium, inclusief het gebruik van beschermende maatregelen ter voorkoming van onnodig letsel en voorlichting/begeleiding aan naasten De genoemde detectiemethoden werden respectievelijk in 2001 en 2004 geïntroduceerd volgens een tevoren opgesteld implementatieplan. Centraal hierin stond de klinische les, om artsen en verpleegkundigen bij te scholen over het delirium en het gebruik van het risicoprofiel en de DOS uit te leggen. Resultaten Het project heeft als pilot gedraaid op de genoemde afdelingen, hieronder staan enkele cijfers vermeld: PZSC (Unit voor Palliatieve Zorg en Symptoomcontrole) Cijfers verkregen uit de pilot van april 2001 tot april 2002: 138 opnames 104 ingevulde risicoprofielen 71 met een score patiënten kregen een delier 1 patiënt van de groep van 33 patiënten met een lage score ontwikkelde een delier Afdeling Radiotherapie Cijfers verkregen uit de pilot van mei t/m december 2004: 168 ingevulde risicoprofielen 50 met een score 3 11 patiënten ontwikkelden een delirant beeld uit deze groep 1 patiënt met score < 3 ontwikkelde delier De lage score patiënt gebruikte Haldol, dit werd bij opname gestopt. 1 <3 = geen delier, 3 = waarschijnlijk delier en consult vragen bij verpleegkundig consulent psychiatrie of psychiater 18

20 Spuugzat Onduidelijkheid over het gebruik anti-emetica bij cytostaticapatiënten drs. H. Ubbels, apotheker poli-apotheek, mw. J.P. Salomé, nurse practitioner oncologie, mw. E.M. Ponsioen, coördinerend oncologieverpleegkundige, drs. C.F.M. Meijer, ziekenhuisapotheker i.o., drs. F.J. van den Oever, apotheker poliapotheek, drs. J.P. Schouten, ziekenhuisapotheker MBA, dr. J.G. Pegels, voorzitter stuurgroep oncologie. Het project is uitgevoerd door de poliklinieken hemato-oncologie en longgeneeskunde, afdeling hemato-oncologie, poli-apotheek en ziekenhuisapotheek Sint Franciscus Gasthuis. Aanleiding Het gebruik van anti-emetica neemt een belangrijke plaats in bij de profylaxe en symptomatische bestrijding van misselijkheid en braken bij patiënten met cytostaticakuren. De diversiteit van voorschrijven, de veelvoud van medicatie en de verschillende wijze van inname hebben tot onduidelijkheden geleid, niet alleen bij de patiënt maar ook bij de betrokken hulpverleners. Dit is in het Sint Franciscus Gasthuis (SFG) te Rotterdam aanleiding geweest om het project 'standaardisatie anti-emetica beleid te starten. Doelstelling Voor september 2005 een eenduidig (poli) klinisch anti-emetica beleid en voorlichting voor patiënten met cytostaticakuren in het SFG ontwikkelen en implementeren. De volgende zaken zijn ontwikkeld en geïmplementeerd: - anti-emetica beleid - standard recept - medicatiebox anti-emetica - schriftelijke voorlichting gericht op de patiënt Doelgroep Alle oncologische patiënten die in het SFG cytostatica krijgen. 19

21 Plan van aanpak In juni 2005 is een projectgroep gestart bestaande uit: medisch specialisten (oncologen, hematologen en longartsen), apothekers (zowel uit de ziekenhuisapotheek als de poli-apotheek), de nurse practitioner oncologie (NP) en de coördinerend oncologieverpleegkundige (COV). Nulmeting Om inzicht te hebben in wat patiënten vinden van het huidige anti-emetica beleid bij cytostaticakuren is een enquête (als nulmeting) gehouden onder 40 patiënten. Er is gekeken in hoeverre de patiënten vonden dat zij goed geïnformeerd waren over de verstrekte anti-emetica. Het responspercentage van de enquête was 65%. Uit de enquête bleek dat vrijwel alle patiënten op de hoogte waren van de indicatie van de voorgeschreven antiemetica. Voor 10% van de respondenten was echter het tijdstip van inname van sommige middelen niet duidelijk. Tevens gaf 54% van de respondenten aan ondanks de voorgeschreven medicatie misselijk geweest te zijn en 23% van de respondenten had gebraakt. Daarnaast had 72% van de respondenten last van obstipatie. Door de projectgroep is naar aanleiding van de nulmeting het huidige anti-emetica beleid gestandaardiseerd en ingedeeld in vier niveaus op basis van de emetogene activiteit van de verschillende cytostaticakuren. Dit is een geplastificeerd schema wat aan alle betrokkenen is uitgedeeld. Naar aanleiding van het gestandaardiseerde beleid is voor elk niveau een anti-emeticabox ontwikkeld. In deze antiemeticaboxen bevinden zich anti-emetica, premedicatie en laxantia, gesorteerd op dag en tijd en met aparte vakken voor de 'zo nodig' geneesmiddelen.tevens is een standaardrecept ontworpen waarop de arts het gewenste niveau van behandeling kan aankruisen. Voor de patiënt is daarnaast schriftelijke informatie ontwikkeld over de wijze van inname, de werking en de meest voorkomende bijwerkingen van de betreffende geneesmiddelen. Routing De COV informeert de patiënt over de cytostaticakuur en de daarbij behorende anti-emetica. De patiënt ontvangt van de behandelend specialist het recept, gaat daarmee naar de poli-apotheek en ontvangt een van te voren gevulde antiemeticabox met daarin medicatie voor 4-7 dagen (afhankelijk van het niveau). 20

22 Voor de toediening van de eerste cytostaticakuur wordt op de afdeling door de verpleegkundige nagegaan of het gebruik van de anti-emeticabox duidelijk is voor de patiënt. Na iedere cytostaticakuur levert de patiënt de anti-emeticabox in bij de poli-apotheek ter evaluatie van het gevoerde beleid. Deze procedure wordt bij iedere cytostaticakuur herhaald. Implementatie Alle medische disciplines zijn schriftelijk geïnformeerd. Daarnaast zijn de verpleegkundigen van afdeling hemato-oncologie en de daarbij behorende dagbehandeling en de apothekersassistenten middels een klinische les van de COV, de betrokken ziekenhuisapotheker in opleiding en de poli-apotheker geïnformeerd. Op 10 september 2005 zijn alle producten ingevoerd. Resultaten De evaluatie heeft in januari 2006 middels een schriftelijke enquête plaatsgevonden. Deze enquête is gehouden onder de patiënten, verpleegkundigen, specialisten en apothekersassistenten van de poli-apotheek. Evaluatie patiënten Er zijn 100 enquêtes verstuurd naar patiënten die de afgelopen vier maanden chemotherapie hebben ondergaan. Het responspercentage was 55%. Alle patiënten gaven aan dat ze voldoende informatie hebben ontvangen. 39% van de patiënten gaf aan toch nog klachten van misselijkheid te hebben gehad (tegen 54% in de nulmeting). Het percentage dat gebraakt heeft, bleef hetzelfde (24% vs. 23%). Met name bij de FEC-kuren (5-fluorouracil, epirubicine, cyclofosfamide) heeft 80% van de patiënten nog last van misselijkheid en/of braken. Daarnaast had 49% van de patiënten last van obstipatie en dit was bij de nulmeting 72 %. Alle patiënten vinden de anti-emeticabox patiëntvriendelijk en geven een gemiddeld cijfer van 8,2. Evaluatie verpleegkundigen Onder de verpleegkundigen zijn 22 enquêtes uitgedeeld en het responspercentage was 86%. Bij de verpleegkundigen geeft 83% aan dat de anti-emeticabox duidelijk is. Bij de verpleegkundigen geeft 53% aan dat de anti-emeticabox geen tijdwinst oplevert omdat met name niet altijd duidelijk is of bij klinische patiënten 21

23 de medicatiebox in beheer van de patiënt of verpleegkundige moet blijven. Daarnaast vraagt de anti-emeticabox ook extra uitleg van de verpleegkundigen. Ook geeft 41% van de verpleegkundigen aan dat de patiënten aangeven nog last hebben van misselijkheid en 29% van de patiënten geeft bij de verpleegkundigen aan nog last te hebben van obstipatie. De verpleegkundigen geven een gemiddeld cijfer van 7,3 voor de anti-emeticabox. Evaluatie specialisten De enquête is alleen onder de voorschrijvende specialisten gehouden en was de respons 71%. Van de specialisten geeft 80% aan geen klachten meer over misselijkheid, braken en obstipatie te horen van patiënten. Gemiddeld wordt er bij 1-5 patiënten afgeweken van het niveau van de antiemeticabox, omdat de anti-emeticabox in een te hoog niveau zit of omdat er te veel medicatie in zit. Zij schrijven nauwelijks tot geen extra recepten meer uit en het levert voor allen tijdwinst op. Zij geven voor de anti-emeticabox een gemiddeld cijfer van 8,0. Evaluatie apothekersassistenten van de poli-apotheek Het responspercentage onder de apothekersassistenten was 100%. Alle apothekersassistenten geven aan dat de anti-emeticabox tijdwinst oplevert aan de balie, omdat de anti-emeticaboxen van tevoren worden klaargemaakt. 90% van de respondenten vindt het gebruik van de anti-emeticabox een verbetering ten opzichte van de uitgifte van de medicatie in de oude situatie. 25% van de apothekersassistenten hoort van patiënten dat zij nog misselijk zijn, 33% hoort klachten over obstipatie. Daarnaast geven de apothekersassistenten aan dat er nauwelijks of geen recepten meer voorgeschreven worden buiten de anti-emeticabox. Hier werd een gemiddeld cijfer van 7,9 gegeven. Conclusie Alle geënquêteerde groepen zijn tevreden over de anti-emeticabox. Door de implementatie van de anti-emeticabox blijkt de patiënt minder last te hebben van misselijkheid en obstipatie. Het optreden van misselijkheid en braken bij FECkuren kan mogelijk verminderd worden door deze in te delen in niveau 4. Het tijdstip waarop de medicatie moet worden ingenomen is voor alle patiënten nu 22

24 duidelijk. Ze geven aan voldoende informatie te hebben gekregen. Zowel de artsen als de apothekersassistenten boeken tijdwinst. Voor verpleegkundigen is dit nog onduidelijk. Aanbevelingen Op dit moment wordt aandacht besteed aan de logistiek rondom de antiemeticabox bij de opgenomen patiënten. Er worden afspraken gemaakt en de routing en het beheer van anti-emeticabox bij klinische patiënten wordt beschreven. De patiënten zullen ook in de klinische situatie de anti-emeticabox in eigen beheer krijgen. In de verpleegkundige vervolganamnese zal gevraagd worden aan de patiënten of deze een anti-emeticabox heeft en of het gebruik ervan duidelijk is. De indeling van de niveaus van de cytostaticakuren in emetogene activiteit en het aantal eenheden per geneesmiddel moet worden herzien, waardoor minder patiënten teveel medicatie krijgen. Daarnaast heeft implementatie van het antiemetica beleid gezorgd voor herziening van de cytostaticaprotocollen. 23

25 Laagdrempelige toegankelijkheid tot gegevens multidisciplinaire mammateambespreking voor behandelaars patiënt met mammacarcinoom mw. R. Rozendaal, coördinerend laborant mammapoli, dr. P.W. Plaisier, chirurg, dr. P.J. Westenend, patholoog, dr. R.K. Storm, radioloog. Het project is uitgevoerd door de mammapoli Albert Schweitzer ziekenhuis, locatie Amstelwijck. Aanleiding Waar de adjuvante behandeling van het mammacarcinoom inmiddels een complexe aangelegenheid is (aanvullende chirurgie, adjuvante radiotherapie en/of chemotherapie, hormonale behandeling, immuunmodulatie en combinaties van eerder genoemde therapieën), is inmiddels ook de indicatiestelling rondom mammapathologie zélf er niet eenvoudiger op geworden (afwachten, puncteren, biopteren, wel/niet sentinel node, wel/niet mammasparend behandelen; wel/niet neo-adjuvante behandeling). Gezien de complexiteit van de behandeling van de patiënt met een mammatumor is een multidisciplinaire benadering een must. De meerwaarde van deze multidisciplinaire benadering is onomstotelijk bewezen en wordt dan ook met klem geadviseerd in de NABON-richtlijnen. De verzamelde multidisciplinaire gegevens betreffende de patiënt met mammacarcinoom dienen dan ook goed te worden gedocumenteerd. Naast deze documentatie is ook een goede en laagdrempelige toegankelijkheid tot deze gegevens voor betrokken behandelaars noodzakelijk om zo tot een optimale effectuering van het voorgestelde beleid te komen, zodat de patiënt de meest geschikte behandeling krijgt. Ook het aanzienlijk aantal patiënten dat op het mammateamoverleg jaarlijks wordt besproken (1.400 patiënten van de bezoekers aan de mammapoli), waarbij documentatie in een simpel 'schriftje' niet meer volstaat, was een belangrijke prikkel dit project te realiseren. Met name de laatst genoemde zaken, dus een goede documentatie en goede en laagdrempelige toegankelijkheid tot de gegevens van het multidisciplinair overleg, zijn de aanleiding geweest voor dit project. 24

26 Doelstelling Realiseren van een goede documentatie van gegevens van het mammateamoverleg en het realiseren van een laagdrempelige toegankelijkheid tot deze gedocumenteerde informatie voor alle betrokken behandelaars in het af te leggen traject van de patiënt met mammacarcinoom. Doelgroep Patiënten met mammacarcinoom. Betrokken specialisten/behandelaars rondom patiënt met mammacarcinoom. Plan van aanpak Geëvolueerd uit een vriendelijk 'onderonsje' in de begin jaren tachtig tussen een (mamma)chirurg en (mamma)radioloog is in de huidige setting een professioneel opgezet multidisciplinair mammateamoverleg ontstaan, waarbij alle patiënten besproken worden waarbij een cytologische punctie en/of biopsie is verricht (zowel benigne als maligne pathologie uitslagen). De bespreking vindt tweemaal per week plaats en wordt bijgewoond door een vast team bestaande uit een (mamma)chirurg, (mamma)radioloog, patholoog, gespecialiseerd mammalaborant en een nurse practitioner mammachirurgie. Tijdens overleg worden gegevens zoals anamnese, lichamelijk onderzoek, bevindingen bij beeldvormend onderzoek (mammografie/echografie), pathologieuitslag en behandeladvies structureel vastgelegd op een hiervoor speciaal ontwikkeld mammateamformulier. Het ingevulde mammateamformulier wordt aansluitend aan de mammateambespreking gescand en geïmporteerd in het PACS (opslagsysteem voor digitale beeldvorming). Het formulier is op deze wijze door alle betrokken collega s via een ziekenhuiscomputer /werkstation in te zien tezamen met de beeldvormende informatie (mammografie en echo). De meerwaarde ligt vooral in het feit dat de informatie laagdrempelig kan worden geraadpleegd door behandelaars/betrokkenen die zelf niet bij het mammateamoverleg aanwezig zijn geweest. Zo is men niet meer afhankelijk van alleen het 'papieren' patiëntendossier en is ook de locatie waar de informatie wordt geraadpleegd geen beperkende factor meer indien er een ziekenhuis-computer aanwezig is. In de spreekkamer beschikt de behandelend specialist over zowel 25

27 fotomateriaal als alle beschikbare informatie van het mammateamoverleg en kan dit gebruiken om efficiënt het geadviseerde beleid met de patiënt te bespreken. Ook de nurse practitioner, de anesthesist en de assistent-chirurgie kan op eenvoudige wijze de informatie, waar dan ook in het ziekenhuis, raadplegen. Tot nu toe is de doelstelling gerealiseerd, maar deze is onderdeel van een groter geheel en zal verder worden doorontwikkeld. In het geheel van multidisciplinair mammateamoverleg, documentatie gegevens mammateamoverleg en laagdrempelige toegankelijkheid zal nog een aantal verbeterpunten worden doorgevoerd, te weten: - het multidisciplinair overleg zal worden aangevuld met een radiotherapeut en medisch oncoloog - er zal een feedback systeem worden opgezet indien de uiteindelijke (chirurgische) behandeling afwijkt van die van het gegeven advies na mammateamoverleg - de papieren versie van het mammateamformulier zal gedigitaliseerd worden; inscannen is dan niet meer noodzakelijk, invullen geschiedt m.b.v. computer tijdens bespreking - uiteindelijk zal het formulier in SAP worden opgenomen, dit is nog toegankelijker dan PACS - Wanneer het mammateamformulier gedigitaliseerd is, zal gekoppeld aan de bespreking automatisch verslaglegging plaatsvinden naar de verwijzend huisarts 26

28 Borstbeelden mw. dr. I. Mares-Engelberts, chirurg. Het project is uitgevoerd door het Vlietland Ziekenhuis, locatie Schiedam in samenwerking met de BorstkankerVereniging Nederland. Aanleiding Patiënten die geconfronteerd worden met de diagnose borstkanker beslissen vaak in een korte tijd welk type behandeling zij kiezen: borstsparende behandeling of niet-borstsparend (ablatio mammae), borstreconstructie of juist niet. Deze vrouwen nemen die beslissing vaak zonder dat zij zich een realistische voorstelling hebben kunnen maken van hoe het uiterlijk verandert door de verschillende behandelmethoden, terwijl het onderscheid tussen deze behandelingen op langere termijn vooral is gelegen in de cosmetische gevolgen. De huidige voorlichting aan borstkankerpatiënten is alleen gebaseerd op tekst: tekst die mondeling wordt overgedragen tijdens de gesprekken tussen chirurg of mammacareverpleegkundige en de patiënt, of tekst in geschreven vorm zoals die is te vinden in de vele voorlichtingsfolders. Deze geschreven tekst is veelal een opsomming van medisch-technische termen met een uitleg wat deze woorden betekenen. De patiënt staat voor de opgave om deze tekst in zich op te nemen en om te zetten in een beeld. Ik heb gemerkt dat zij dat vaak slecht doet. Doelstelling Het doel is om aan de hand van een boek waarvan de eerste helft bestaat uit foto's van vrouwen die behandeld zijn voor borstkanker, vrouwen die voor de behandelkeuze staan te helpen zich een beeld te vormen van hoe het lichaam verandert door de verschillende behandelmogelijkheden. De bijschriften bij de foto's beschrijven wat de behandeling behelsde, waarom deze keuzes zijn gemaakt, wat er goed ging en wat er verkeerd ging. In de tweede helft van het boek worden de verschillende behandelmogelijkheden beschreven, waarbij de nadruk wordt gelegd op de emotionele en cosmetische consequenties. Een nevendoelstelling is om iets te doen aan het negatieve beeld dat bestaat over wat het betekent om borstkanker te hebben. Dit wordt bereikt door op de foto's niet alleen de borstwand af te beelden, maar de geportretteerde vrouwen te laten 27

29 zien als personen met een vaak krachtige, vitale soms zelfs uitdagende, maar in ieder geval steeds heel vrouwelijke uitstraling. Ook de warme en aantrekkelijke vormgeving dient bij te dragen aan een gunstiger beeld. De keuze die een vrouw met borstkanker maakt, zou daardoor een meer positieve keuze kunnen worden in de zin dat het leven na de behandeling daar ook in is verdisconteerd. Tot slot hopen de makers van het boek een dialoog op gang te brengen tussen degene die behandeld moet worden voor borstkanker en haar naasten, met name de partner. Ervaring heeft geleerd dat het voor de vrouw met borstkanker moeilijk kan zijn om haar emoties te delen en haar partner vanaf het begin te betrekken bij de behandelkeus die zij moet maken. De gewenste dialoog kan bevorderd worden door het boek mee te geven aan de patiënt zodat zij de foto's kan bekijken en in eigen kring bespreken. Doelgroep Vrouwen die geconfronteerd worden met de diagnose borstkanker en voor een behandelkeuze staan en hun naasten. Ook vrouwen die na de behandeling van borstkanker nadenken over een borstreconstructie en vrouwen met een BRCA-l of BRCA2 genmutatie die preventieve chirurgie overwegen kunnen voordeel hebben van dit boek. Plan van aanpak Nadat door vragen en gesprekken met borstkankerpatiënten het probleem is onderkend dat deze patiënten veelal geen realistische voorstelling kunnen maken van de fysieke veranderingen als gevolg van de verschillende borstkankerbehandelingen, is in 2004 en 2005 dit boek gemaakt. Het is verschenen op 1 oktober Sjaak van Beek, fotograaf van het Vlietland Ziekenhuis, heeft 22 vrouwen die behandeld zijn voor borstkanker gefotografeerd. De tekst is geschreven door dr. I. Mares-Engelberts en vervolgens door een tweetal borstkankerpatiënten gelezen en van commentaar voorzien, teneinde de inhoud van het boek zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de behoefte aan informatie van de patiënt zelf. Dr. E. J. Th. Rutgers, chirurgisch-oncoloog, Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, heeft de tekst gecorrigeerd op eventuele medische 28

30 onjuistheden. Het boek is Nederlands- en Engelstalig om zoveel mogelijk mensen in Nederland begrijpbare tekst aan te bieden. Om het boek zo goed mogelijk bereikbaar te maken voor de doelgroep is gekozen voor distributie via de BorstkankerVereniging Nederland. Het is daar via de website, telefonisch of schriftelijk, te bestellen door iedereen die dat wil. Ook is in oktober 2005 aan de raden van bestuur van elk Nederlands ziekenhuis een exemplaar van Borstbeelden opgestuurd met het verzoek dit boek ter hand te stellen van de mammacareverpleegkundige van het aangeschreven ziekenhuis. Er is gekozen voor een zo laag mogelijke prijs van het boek. Door financiële ondersteuning van het Vlietland Ziekenhuis en de BorstkankerVereniging Nederland kan het boek ruim onder de kostprijs worden aangeboden. De BorstkankerVereniging Nederland heeft via de zuster-patiëntenverenigingen in het buitenland de indruk dat ook in Engeland, Frankrijk en Duitsland behoefte bestaat aan dit boek. 29

31 Anders Werken Hersentumoren mw. M. Faber, zorgmanager cluster 1. Het project is uitgevoerd door de afdeling Neurochirurgie van het Erasmus MC-centrumlocatie en de afdeling Neurooncologie van het Erasmus MC-Daniel den Hoed. Aanleiding Per jaar worden 127 nieuwe patiënten aangemeld bij de neurochirurgie met de diagnose: glioom. (bron: Business Objects verrichtingen 2004). Voor deze patiëntengroep is het van belang dat het behandeltraject zo snel en adequaat mogelijk wordt ingezet. Vanuit medisch oogpunt is dit van belang omdat een glioom een agressief groeiende tumor is die mortaliteit tot gevolg heeft, waarbij de levensverwachting sterk beïnvloed wordt door het moment van behandeling. Voor de patiënt is een snelle behandeling naast de overlevingskans ook in psychologisch oogpunt van belang. Een glioom is een tumor die zich ontwikkelt uit steuncellen in het hersenweefsel, de zogeheten gliacellen. De mate van kwaadaardigheid wordt uitgedrukt in gradaties. De zogeheten laaggradige gliomen die langzaam groeien en hooggradige gliomen, die snel en ongecontroleerd groeien. De klachten die ontstaan door een glioom zijn afhankelijk van de plaats in de hersenen, de grootte ervan en de druk die in het hoofd ontstaat. De klachten die kunnen ontstaan zijn hoofdpijn, misselijkheid en braken, maar ook ernstigere verschijnselen als verlammingen, epilepsie, persoonlijkheidsveranderingen en gedragstoornissen. De standaard behandeling van de meeste gliale tumoren bestaat uit een zo uitgebreid mogelijke resectie gevolgd door radiotherapie en mogelijk chemotherapie. De huidige behandelwijze binnen het Erasmus MC laat enkele knelpunten voor zowel patiënt als Erasmus MC (Bent 2003, Faber 2004, Veelen 2004) zien: - de doorlooptijd is te lang, zowel naar de operatie als de radiotherapie - geen inzicht in de huidige gang van zaken, wie doet wat op welk moment en waarom? - de patiënt moet hierdoor onnodig vaak naar het ziekenhuis komen en lang op uitslagen wachten 30

32 - geen psychosociale begeleiding - de registratie van resultaten en complicaties laat te wensen over Dit is de aanleiding om een projectgroep te installeren door de afdelingen neurologie en neurochirurgie. De opdracht, van het management, aan de werkgroep luidt: 'Richt de zorg rond en voor patiënten met een glioom in volgens de principes van Anders Werken'. Doelstelling Implementatie van het project Anders Werken Hersentumoren. Dit is gericht op een sterke verbetering van de zorg voor patiënten met een glioom. Deze zorg kan op een hoger niveau gebracht worden door realisatie van de volgende subdoelstellingen: 1. Verkorten doorlooptijd Per 1 januari 2006 geldt dat bij 80% van de bij de afdeling neurochirurgie aangemelde nieuwe patiënten met een glioom, de doorlooptijd van triage (een dag) en intake maximaal een week is. Dat wil zeggen dat de patiënt vanaf het moment van verwijzing binnen een week een behandeladvies heeft. Per 1 januari 2006 de operatie maximaal twee weken na afronding van de intake plaatsvindt. Dat wil zeggen dat de patiënt twee weken nadat met de patiënt het behandeladvies is besproken, de operatie plaatsvindt. Per 1 januari 2006 de tijd tussen de operatieve ingreep en de start van de radiotherapie maximaal 14 dagen bedraagt. 2. Beperking herhalingsbezoeken en afstemming vergroten Per 1 januari 2006 is het aantal bezoeken tijdens triage en intake maximaal een per patiënt. Per 1 januari 2006 worden afspraken tijdens de behandeling bij de verschillende specialismen aansluitend uitgevoerd. Per 1 januari 2006 worden triage, intake en behandeling op elkaar afgestemd, zodat patiënten maar een keer informatie hoeven te verstrekken. 3. Betere psychosociale begeleiding Per 1 januari 2006 heeft iedere patiënt met een glioom voor de operatie minimaal een keer een afspraak bij de nurse practitioner. Afhankelijk van de vraag van de patiënt, kan dit uitgebreid worden. De patiënt en zijn/haar 31

33 partner worden tijdens het gehele traject begeleidt door de nurse practitioner, zij is tevens telefonisch bereikbaar voor het geven van informatie en bij het optreden van complicaties 4. Registratie resultaten en complicaties Per 1 januari 2006 geldt een volledige registratie van alle nieuwe patiënten ten aanzien van: - medische diagnoses - behandeltrajecten/zorgprogramma's - complicaties - doorlooptijden, door weergeven van data eerste polibezoek, MRI, operatie, start radiotherapie en chemotherapie Doelgroep Alle patiënten met een glioom en hun partners binnen het Erasmus MC. Plan van aanpak Om te komen tot een eenduidig zorgproces rond de patiënt met een glioom is een projectgroep samengesteld waarin de meest betrokken disciplines zitting hebben. Deze bestaat uit medewerkers uit verschillende beroepsgroepen die met elkaar de huidige processen en afspraken beoordelen en uitwerken naar nieuwe werkwijzen. Daarbij is gekozen voor een integrale aanpak. De nieuwe werkwijzen bestaan uit het stroomlijnen van veelvoorkomende behandeltrajecten, samenwerking binnen en tussen afdelingen, 'over' bestaande structuren heen, met de route van de patiënt als leidraad. De integrale aanpak betekent dat we naar de organisatie van de zorg kijken, gebruikmakend van een viertal instrumenten, te weten: - standaardisatie - herschikking van taken - integrale planning - procesondersteunende ICT Gedurende de voortgang van het project zijn ook andere medewerkers op afroep gevraagd om de projectgroep bij te staan, gedacht moet hierbij worden aan de radiologie en de OK. Dit om informatie in te winnen over de huidige processen en 32

34 de mogelijkheden, maar tevens om draagvlak te creëren voor verandering. Bij de start van het project is een nulmeting gedaan naar de huidige doorlooptijd om na invoering de resultaten te kunnen meten. De projectgroep heeft gekeken naar de huidige situatie en flowcharts samengesteld voor het vernieuwde traject. Gezamenlijk is gekeken wie welke taken uitvoert en welke taken in aanmerking komen voor substitutie. Verder is met elkaar bepaald welke gegevens in de nieuwe database geregistreerd moeten worden. Hierbij heeft iedereen tijdens het project gebruik gebruikt gemaakt van zijn netwerken, om de informatie zo volledig mogelijk te laten zijn en draagvlak te creëren. Resultaten De aftrap van het project is gegeven op 30 november 2005, door middel van een presentatie aan alle betrokkenen. Het project is op de meeste onderdelen vanaf december 2005 van start gegaan. In september 2006 zal het project opnieuw bekeken worden en zonodig bijgesteld. Na anderhalf jaar zal de definitieve evaluatie plaatsvinden. De behaalde resultaten aan de hand van de opgestelde doelstellingen, tot maart 2006: - Bij 95% van de patiënten die zich via de nurse practitioner aangemeld hebben is de doorlooptijd van triage en intake maximaal een week. Nog een klein percentage wordt niet direct bij de nurse practitioner aangemeld. - Bij ongeveer 50% van de patiënten vindt de operatie maximaal twee weken na afronding van de intake plaats. De verwachting is dat dit binnen een half jaar 80% zal zijn. - De tijd van twee weken tussen de operatie en de start van de radiotherapie bleek niet haalbaar, doordat de wond niet genezen was. Dit hebben we bij moeten stellen naar maximaal vier weken. - Bij 90% van de patiënten die aangemeld worden bij de nurse practitioner is het aantal bezoeken tijdens triage en intake maximaal een per patiënt. 50% van de behandelingen bij de specialisten wordt aansluitend uitgevoerd. Doordat er momenteel nog op twee locaties gewerkt wordt, is 100% nog niet mogelijk. 33

De anti-emeticabox. Nurse practitioner oncologie Sint Franciscus Gasthuis Rotterdam

De anti-emeticabox. Nurse practitioner oncologie Sint Franciscus Gasthuis Rotterdam De anti-emeticabox Geïnspireerd door: Janny Salomé Nurse practitioner oncologie Sint Franciscus Gasthuis Rotterdam Achtergrond De patiënten signaleren problemen t.a.v. het correcte gebruik van anti-emetica

Nadere informatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft samen met de chirurg of verpleegkundig specialist gekozen om de behandeling

Nadere informatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Neo-adjuvante chemotherapie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Waarom vooraf chemotherapie? 1 Onderzoeken en afspraken 1 Evaluatie van

Nadere informatie

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom Kwaliteitsnormen Blaascarcinoom Versie 6 September 2018 Achtergrond herziening 2017 De NVU heeft eind 2010 de eerste kwaliteitsnormen blaascarcinoom openbaar gemaakt en deze in 2012 en 2014 herzien. Sinds

Nadere informatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Neo-adjuvante chemotherapie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Waarom vooraf chemotherapie? 1 Onderzoeken en afspraken 1 Evaluatie van

Nadere informatie

Zorgtraject borstkanker

Zorgtraject borstkanker Zorgtraject borstkanker Wie kunt u bellen als u vragen heeft? Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U wordt behandeld voor borstkanker en die behandeling gaat in stappen.

Nadere informatie

Handreiking Kiesgerust

Handreiking Kiesgerust Handreiking Kiesgerust Begeleiding bij het maken van een bewust keuze Quirine van Rossum, internist-oncoloog Vlietland ziekenhuis Ingeborg Mares, chirurg Vlietland ziekenhuis Jorien van den Doel, huisarts

Nadere informatie

Sneldiagnostiek in de oncologische zorg

Sneldiagnostiek in de oncologische zorg Sneldiagnostiek in de oncologische zorg Tessa Bouwhuis, MSc en Martina Hoever, BSc 1 Inhoud presentatie Opdrachtformulering project sneldiagnostiek Werkwijze opzetten sneldiagnostiek Shared resources Uitwerking

Nadere informatie

Echografie + biopsie

Echografie + biopsie Proces Chirurg/verpleegkundige anamnese en lichamelijk onderzoek Mammacare verpleegkundige geeft uitleg over de gang van zaken en begeleidt Mammografie/ echografie en zo nodig direct echogeleid histologisch

Nadere informatie

Integrale farmacie: Rol poliklinische farmacie. Lustrumsymposium St Antonius Apotheek 5 jaar Drs. K.I. (Kristie) Bekkers - Oostrom

Integrale farmacie: Rol poliklinische farmacie. Lustrumsymposium St Antonius Apotheek 5 jaar Drs. K.I. (Kristie) Bekkers - Oostrom Integrale farmacie: Rol poliklinische farmacie Lustrumsymposium St Antonius Apotheek 5 jaar Drs. K.I. (Kristie) Bekkers - Oostrom St Antonius Apotheek 5 jaar RvC De Roerdomp Medisch Specialisten Klinische

Nadere informatie

Aspecten van het zorgpad hersentumor. Fenna Hummel, Neuro-oncologieverpleegkundige

Aspecten van het zorgpad hersentumor. Fenna Hummel, Neuro-oncologieverpleegkundige Aspecten van het zorgpad hersentumor Fenna Hummel, Neuro-oncologieverpleegkundige Aspecten van het zorgpad hersentumor Het zorgpad; wie doet wat/ wanneer/ toegangstijden Neuro-oncologisch verpleegkundige

Nadere informatie

U heeft een afspraak bij de Franciscus Borstkliniek, locatie:

U heeft een afspraak bij de Franciscus Borstkliniek, locatie: MAMAPOLI U heeft een afspraak bij de Franciscus Borstkliniek, locatie: Franciscus Gasthuis Kleiweg 500 3045PM Rotterdam Balie 126, eerste verdieping Franciscus Vlietland Vlietlandplein 2 3118JH Schiedam

Nadere informatie

Mammapolikliniek. Chirurgie

Mammapolikliniek. Chirurgie Mammapolikliniek Chirurgie Wat is een mammapoli? De mammapoli is een polikliniek gespecialiseerd in borstafwijkingen. Mamma is het Latijnse woord voor borst. Wanneer u een klacht heeft aan uw borst, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Polikliniek familiaire tumoren. voor patiënten met familiaire belasting voor borst- en / of eierstokkanker

Polikliniek familiaire tumoren. voor patiënten met familiaire belasting voor borst- en / of eierstokkanker Polikliniek familiaire tumoren voor patiënten met familiaire belasting voor borst- en / of eierstokkanker Inleiding U bent doorverwezen naar de polikliniek familiaire tumoren van het UMC Utrecht, Cancer

Nadere informatie

informatie over uw zorgpad borstkanker

informatie over uw zorgpad borstkanker informatie over uw zorgpad borstkanker Oncologisch Centrum Amsterdam Oncologisch Centrum Amsterdam is het grootste oncologisch samenwerkingsverband van Amsterdam, een initiatief van BovenIJ ziekenhuis,

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de

Nadere informatie

Woord vooraf 1 2. Redactionele verantwoording 1 3. Redactie 1 7. Auteurs 1 8

Woord vooraf 1 2. Redactionele verantwoording 1 3. Redactie 1 7. Auteurs 1 8 Inhoud Woord vooraf 1 2 Redactionele verantwoording 1 3 Redactie 1 7 Auteurs 1 8 1 De verpleegkundige in het algemeen ziekenhuis 1 9 1.1 Inleiding 1 9 1.2 Wat is specifieke ziekenhuiszorg? 2 0 1.2.1 Het

Nadere informatie

Algemeen Aangemaakt: Documentbeheerders. Beoordeling. Opmerkingen. Hyperlinks (Muskee - Ronhaar, B.F. (Ria)) Map:

Algemeen Aangemaakt: Documentbeheerders. Beoordeling. Opmerkingen. Hyperlinks (Muskee - Ronhaar, B.F. (Ria)) Map: Mamma carcinoom nazorg v. 1, te gebruiken tot 24 uur na 08092014 Map: Titel: Saxenburgh Groep\Zorgprocessen\Zorgpaden Mamma carcinoom nazorg Status: Aangemaakt door: Muskee Ronhaar, B.F. (Ria) Algemeen

Nadere informatie

Mammapoli Westfriesgasthuis

Mammapoli Westfriesgasthuis Mammapoli Westfriesgasthuis Patiëntenvoorlichting Mammapoli 1 Mammapoli Westfriesgasthuis U bent bij uw huisarts geweest omdat u een verandering heeft bemerkt aan uw borst, of omdat u bericht heeft gehad

Nadere informatie

Hersentumorcentrum Amsterdam

Hersentumorcentrum Amsterdam Cancer Center Amsterdam Locatie VUmc Hersentumorcentrum Amsterdam De polikliniek 2 Amsterdam UMC Cancer Center Amsterdam Inleiding Neuro-oncologie is het specialisme dat zich concentreert op ziekten van

Nadere informatie

Borstcentrum Bernhoven. Yvonne Paquay Chirurg

Borstcentrum Bernhoven. Yvonne Paquay Chirurg Borstcentrum Bernhoven Yvonne Paquay Chirurg Klachten van de borst? Verwijzing naar het borstcentrum voor analyse en zonodig behandeling 2 3 4 Verwijsredenen: > Knobbeltje voelbaar > BOBZ (de bus) > Controle

Nadere informatie

St. Anna Borstzorg (mammapoli)

St. Anna Borstzorg (mammapoli) St. Anna Borstzorg (mammapoli) Uw huisarts heeft u doorverwezen naar St. Anna Borstzorg (mammapoli), van het St. Anna Ziekenhuis. In deze folder geven wij u meer informatie over de werkwijze binnen St.

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

Tumorspecifieke visitatie longcarcinoom. Dhr. R.J.G. Limbeek, adviseur IKNL, Nijmegen Mevr. J.P. Salomé, VS oncologie, SFG, Rotterdam

Tumorspecifieke visitatie longcarcinoom. Dhr. R.J.G. Limbeek, adviseur IKNL, Nijmegen Mevr. J.P. Salomé, VS oncologie, SFG, Rotterdam Tumorspecifieke visitatie longcarcinoom Dhr. R.J.G. Limbeek, adviseur IKNL, Nijmegen Mevr. J.P. Salomé, VS oncologie, SFG, Rotterdam Inhoud presentatie Wat is visitatie? Waarom tumorspecifieke visitatie?

Nadere informatie

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten

Nadere informatie

9.1 Chemotherapie na een operatie bij borstkanker

9.1 Chemotherapie na een operatie bij borstkanker 9.1 Chemotherapie na een operatie bij borstkanker Uw behandelend chirurg heeft in overleg met u en de internist-oncoloog (internist gespecialiseerd in de behandeling van kanker), besloten om na uw operatie

Nadere informatie

zorgpad kanker aan het spijsverteringskanaal

zorgpad kanker aan het spijsverteringskanaal zorgpad kanker aan het spijsverteringskanaal U bent onder behandeling bij het Oncologisch centrum Amsterdam in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG), het Sint Lucas Andreas ziekenhuis (SLAZ) of het BovenIJ

Nadere informatie

Medische verantwoordelijkheid en werkwijze van een AOA. 25 maart 2010 Marko Wentzel, zorgmanager AOA Erik Kapteijns, longarts en medisch manager AOA

Medische verantwoordelijkheid en werkwijze van een AOA. 25 maart 2010 Marko Wentzel, zorgmanager AOA Erik Kapteijns, longarts en medisch manager AOA Medische verantwoordelijkheid en werkwijze van een AOA 25 maart 2010 Marko Wentzel, zorgmanager AOA Erik Kapteijns, longarts en medisch manager AOA Rode Kruis Ziekenhuis Middelgroot perifeer ziekenhuis

Nadere informatie

Beleidsnota Palliatieve Zorg Maasstad Ziekenhuis

Beleidsnota Palliatieve Zorg Maasstad Ziekenhuis 28 juni 2010 Status definitief Referentie cb 1/7 Auteur(s) Drs. M.B.L. Leys Dhr. E.M. Reijerink Beleidsnota Palliatieve Zorg Maasstad Ziekenhuis Stichting Maasstad Ziekenhuis Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Mammapoli. Poli chirurgie

Mammapoli. Poli chirurgie Mammapoli Poli chirurgie De mammapoli Inleiding U bent doorverwezen naar de mammapoli (mamma=borst) van het Diaconessenhuis Meppel, omdat u een verandering hebt bemerkt aan uw borst, bijvoorbeeld een zwelling,

Nadere informatie

Bijlage 5 Verbeterscores

Bijlage 5 Verbeterscores Bijlage 5 Verbeterscores In deze bijlage wordt een overzicht gegeven van de gemiddelde belangscores, de percentages patiënten die negatieve ervaring rapporteerden en de resulterende verbeterscores. De

Nadere informatie

Borstkanker? meander medisch centrum. Snel duidelijkheid door gespecialiseerd onderzoek van borstafwijkingen. www.meandermedischcentrum.

Borstkanker? meander medisch centrum. Snel duidelijkheid door gespecialiseerd onderzoek van borstafwijkingen. www.meandermedischcentrum. Borstkanker? Snel duidelijkheid door gespecialiseerd onderzoek van borstafwijkingen meander medisch centrum www.meandermedischcentrum.nl Inleiding Uw huisarts heeft u doorverwezen naar de mammapoli van

Nadere informatie

Mammapoli Westfriesgasthuis

Mammapoli Westfriesgasthuis Mammapoli Westfriesgasthuis Patiëntenvoorlichting alle aandacht Mamma poli U bent bij uw huisarts geweest omdat u een verandering heeft bemerkt aan uw borst, of omdat u bericht heeft gehad naar aanleiding

Nadere informatie

Unit voor palliatieve zorg en symptoombestrijding (PZU)

Unit voor palliatieve zorg en symptoombestrijding (PZU) Unit voor palliatieve zorg en symptoombestrijding (PZU) Afdeling 3.37 interne geneeskunde Locatie Veldhoven Unit voor palliatieve zorg en symptoombestrijding U bent of wordt opgenomen op de unit voor palliatieve

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 23-10-2017 2017.1 Vrijwillig/ verplicht toegevoegd DICA 27-11-2017 2017.2 Schrappen van indicatoren

Nadere informatie

Borstkanker? Snel duidelijkheid door gespecialiseerd onderzoek van borstafwijkingen

Borstkanker? Snel duidelijkheid door gespecialiseerd onderzoek van borstafwijkingen Borstkanker? Snel duidelijkheid door gespecialiseerd onderzoek van borstafwijkingen Bezoekadressen: Meander Medisch Centrum Maatweg 3 3813 TZ Amersfoort Locatie Baarn Molenweg 2 3743 CM Baarn Locatie Barneveld

Nadere informatie

behandelingen-bij-borstkanker/

behandelingen-bij-borstkanker/ https://www.isala.nl/patientenfolders/6682-borstkanker-pid-h3- behandelingen-bij-borstkanker/ Borstkanker (PID): H3 Behandelingen bij borstkanker Als borstkanker is vastgesteld, bespreekt een team van

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Chirurgie Mammapoli

Patiënteninformatie. Chirurgie Mammapoli Patiënteninformatie Chirurgie Mammapoli Inleiding Onlangs bent u doorverwezen naar de mammapoli van de Reinier de Graaf Groep. Het team van de mammapoli is gespecialiseerd in het onderzoeken van borstafwijkingen.

Nadere informatie

9.1 Chemotherapie voorafgaand aan de operatie bij borstkanker

9.1 Chemotherapie voorafgaand aan de operatie bij borstkanker 9.1 Chemotherapie voorafgaand aan de operatie bij borstkanker Uw behandelend chirurg heeft na overleg met de internist-oncoloog (internist gespecialiseerd in de behandeling van kanker) en in overleg met

Nadere informatie

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor:

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor: Inleiding Patiënten worden in het ziekenhuis regelmatig door meerdere medisch specialisten tegelijk behandeld. In het verleden is verschillende malen geconstateerd dat de onderlinge verantwoordelijkheden

Nadere informatie

POLIKLINIEK COLONCARE DIKKE DARMKANKER

POLIKLINIEK COLONCARE DIKKE DARMKANKER POLIKLINIEK COLONCARE DIKKE DARMKANKER 17511 Inleiding Als bij het darmonderzoek een afwijking verdacht voor darmkanker bij u wordt geconstateerd, wordt u doorverwezen naar de polikliniek Coloncare. De

Nadere informatie

Nacontrole: scan goed, alles goed? Dr Tom J. Snijders Neuroloog, UMC Utrecht

Nacontrole: scan goed, alles goed? Dr Tom J. Snijders Neuroloog, UMC Utrecht Nacontrole: scan goed, alles goed? Dr Tom J. Snijders Neuroloog, UMC Utrecht Nacontrole De controles na afronding van een behandeling De controles bij een tumor die in eerste instantie niet behandeld wordt

Nadere informatie

Samenwerking binnen het UKC Gespecialiseerde behandelteams

Samenwerking binnen het UKC Gespecialiseerde behandelteams Onze zorg voor u Voor het verlenen van optimale zorg aan patiënten met kanker, werkt HMC (Haaglanden Medisch Centrum) samen met het Leids Universitair Medische Centrum (LUMC) binnen het Universitair Kanker

Nadere informatie

POLIKLINIEK UROLOGIE 17181

POLIKLINIEK UROLOGIE 17181 POLIKLINIEK UROLOGIE 17181 Inleiding U bent verwezen naar de polikliniek Urologie van het Sint Franciscus Gasthuis. In deze folder willen wij u wegwijs maken met de gang van zaken op de polikliniek. De

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

De verpleegkundig specialist in het mammateam. Aukje Does- den Heijer, MANP mammazorg Diaconessenhuis Leiden

De verpleegkundig specialist in het mammateam. Aukje Does- den Heijer, MANP mammazorg Diaconessenhuis Leiden De verpleegkundig specialist in het mammateam Aukje Does- den Heijer, MANP mammazorg Diaconessenhuis Leiden Taakherschikking Betere zorg voor patiënten Nieuwe carrièreperspectieven voor verpleegkundigen

Nadere informatie

Medicatieverificatie op de polikliniek & Continu verbeteren. Audrey Blenke ziekenhuisapotheker/ klinisch farmacoloog i.o.

Medicatieverificatie op de polikliniek & Continu verbeteren. Audrey Blenke ziekenhuisapotheker/ klinisch farmacoloog i.o. Medicatieverificatie op de polikliniek & Continu verbeteren Audrey Blenke ziekenhuisapotheker/ klinisch farmacoloog i.o. 1 Disclosure belangen spreker Geen Scenario-analyse poliklinische medicatieoverdracht

Nadere informatie

informatie over uw zorgpad borstkanker

informatie over uw zorgpad borstkanker informatie over uw zorgpad borstkanker Oncologisch Centrum Amsterdam Oncologisch Centrum Amsterdam is het grootste oncologisch samenwerkingsverband van Amsterdam, een initiatief van BovenIJ ziekenhuis,

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Keuzehulp Borstkanker PATIENT+

Beoordelingsrapport Keuzehulp Borstkanker PATIENT+ Beoordelingsrapport Keuzehulp Borstkanker PATIENT+ De keuzehulp maakt de verschillen en de voor- en nadelen duidelijk tussen borstsparende operatie en borstamputatie. Ga na gebruik van de keuzehulp altijd

Nadere informatie

Vragenlijst. Ervaringen met zorg rondom een borstafwijking

Vragenlijst. Ervaringen met zorg rondom een borstafwijking Vragenlijst Ervaringen met zorg rondom een borstafwijking Bestemd voor personen van 18 jaar en ouder die onderzoek en/ of een behandeling voor een borstafwijking hebben gehad PREM oncologie, module Mammacare

Nadere informatie

Patiënten oordeel huisarts, feedback van de patiënten enquêtes: Poels. Datum aanmaak rapport:

Patiënten oordeel huisarts, feedback van de patiënten enquêtes: Poels. Datum aanmaak rapport: Patiënten oordeel huisarts, feedback van de patiënten enquêtes: Poels Datum aanmaak rapport:28-04-2015 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Patiënten oordeel De Europep patiënten oordeel vragenlijst

Nadere informatie

11 april Annemarie Haverhals Leider programma

11 april Annemarie Haverhals Leider programma 11 april 2017 VBHC@Santeon Annemarie Haverhals Leider VBHC@Santeon programma Santeon: zeven topklinische ziekenhuizen 2 Samen circa 13% van nationale zorg 2,56 miljard omzet 26.600 werknemers 1580 medisch

Nadere informatie

Het verpleegkundig spreekuur hormonale therapie

Het verpleegkundig spreekuur hormonale therapie Het verpleegkundig spreekuur hormonale therapie Voor patiënten met borstkanker Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Uw behandelend arts heeft met u besproken dat

Nadere informatie

Palliatieve zorg in het ZGT

Palliatieve zorg in het ZGT 30 oktober 2014 Mw. Dr. I.M. Oving Internist-Oncoloog Palliatieve zorg in het ZGT Op het juiste moment en de juiste plaats Namens het palliatief consult team Palliatieve zorg, op het juiste moment en de

Nadere informatie

Borstkanker - zorgpad

Borstkanker - zorgpad Oncologisch Centrum Amsterdam Borstkanker - zorgpad U bent vanwege borstkanker onder behandeling in het BovenIJ ziekenhuis, OLVG Oost of OLVG West, samen Oncologisch Centrum Amsterdam. Uw arts heeft met

Nadere informatie

Aanvullende behandeling en controle bij borstkanker

Aanvullende behandeling en controle bij borstkanker Wilhelmina Ziekenhuis Assen Vertrouwd en dichtbij Informatie voor patiënten Aanvullende behandeling en controle bij borstkanker z Chirurg en verpleegkundig specialist 1 Medische ontrole Na een borstsparende

Nadere informatie

Praktijkervaring met taakherschikking. Effecten van de Nurse Practitioner en de Physician Assistant bij de mammapathologie

Praktijkervaring met taakherschikking. Effecten van de Nurse Practitioner en de Physician Assistant bij de mammapathologie Praktijkervaring met taakherschikking Effecten van de Nurse Practitioner en de Physician Assistant bij de mammapathologie Groningen, mei 2007 Wenckebach Instituut Universitair Medisch Centrum Groningen

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.2 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

Vastgesteld verslag thema antistolling Amphia Ziekenhuis locaties Langendijk en Molengracht 25 oktober 2016, 9: uur Breda

Vastgesteld verslag thema antistolling Amphia Ziekenhuis locaties Langendijk en Molengracht 25 oktober 2016, 9: uur Breda Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T 088 120 50 00 F 088 120 50 01 www.igz.nl Omschrijving Instelling Datum/tijd Plaats Vastgesteld verslag thema antistolling Amphia Ziekenhuis

Nadere informatie

Praktische toepassingen in het vergroten van medicatieveiligheid:

Praktische toepassingen in het vergroten van medicatieveiligheid: Praktische toepassingen in het vergroten van medicatieveiligheid: Medicatiemanagers als vaste waarde in het verpleegkundig team ter verbetering van de medicatieveiligheid. Rolf Toornvliet, ziekenhuisapotheker

Nadere informatie

Status: Aangemaakt door: Maathuis, W.J. (Willem) Titel: 27-06-2012 (Maathuis, W.J. (Willem)) Oncologie. Proces. Chirurgie Oncologie

Status: Aangemaakt door: Maathuis, W.J. (Willem) Titel: 27-06-2012 (Maathuis, W.J. (Willem)) Oncologie. Proces. Chirurgie Oncologie Map: Saxenburgh Groep\Zorgprocessen\Zorgpaden Status: Aangemaakt door: Maathuis, W.J. (Willem) Titel: Mammacarcinoom, poliklinische fase Algemeen Aangemaakt: 27062012 (Maathuis, W.J. (Willem)) Wijzigingen

Nadere informatie

Vraag: Hoe is de zorg rond anti hormonale therapie in jouw ziekenhuis georganiseerd?

Vraag: Hoe is de zorg rond anti hormonale therapie in jouw ziekenhuis georganiseerd? Samenvatting Anti-hormonale therapie bij mammacarcinoom: Vraag: Hoe is de zorg rond anti hormonale therapie in jouw ziekenhuis georganiseerd? Vraagsteller: Marieke Schreuder-Cats Verpleegkundig specialist

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

HET ZORGPAD STERVENSFASE

HET ZORGPAD STERVENSFASE HET ZORGPAD STERVENSFASE 7 OKTOBER 2015 RHEA STROES ALINA PIETERMAN ZORGPAD STERVENSFASE WEER IETS NIEUWS Zorgpad, meer dan een checklist Volledig patiëntendossier, een checklist én een evaluatie- instrument

Nadere informatie

Hoofdstuk II. zorgprogramma voor oncologische basiszorg

Hoofdstuk II. zorgprogramma voor oncologische basiszorg Simplificatie ontwerp KB oncologisch zorgprogramma: Hoofdstuk II. zorgprogramma voor oncologische basiszorg Afdeling 1. Doelgroep aard en inhoud Artikel 2 1 Elk ziekenhuis dient te beschikken over programma

Nadere informatie

Gedragsindicatoren HBOV cohort

Gedragsindicatoren HBOV cohort Competentie 1 (HBOV cohort 2010-2014 leerjaar 2) Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de hbo-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op

Nadere informatie

Transmurale zorgbrug

Transmurale zorgbrug Transmurale zorgbrug 13 februari 2014 Geriatriedagen 2014 Renate Agterhof, verpleegkundig specialist Spaarne Ziekenhuis Marina Tol, onderzoekscoördinator AMC Programma Aanleiding, ontwikkeling en stand

Nadere informatie

Een hersentumor Symptomen Doel van de operatie

Een hersentumor Symptomen Doel van de operatie Hersenoperatie Uw neuroloog heeft een tumor in uw hersenen geconstateerd. Hiervoor moet u binnenkort een operatie ondergaan (craniotomie genoemd). De ingreep wordt uitgevoerd door de neurochirurg. In deze

Nadere informatie

Behandeling Kanker aan een spijsverteringsorgaan (anus, darm, lever, alvleesklier, maag en slokdarm)

Behandeling Kanker aan een spijsverteringsorgaan (anus, darm, lever, alvleesklier, maag en slokdarm) Behandeling Kanker aan een spijsverteringsorgaan (anus, darm, lever, alvleesklier, maag en slokdarm) Polikliniek Oncologie Telefoon 020 510 8880 Route 06 Oncologisch Centrum Amsterdam Oncologisch Centrum

Nadere informatie

Polikliniekbezoek Hersentumorcentrum

Polikliniekbezoek Hersentumorcentrum Polikliniekbezoek Hersentumorcentrum Erasmus MC Rotterdam Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U bent opgenomen in het Albert Schweitzer ziekenhuis op verpleegafdeling

Nadere informatie

Kanker in het hoofd-halsgebied

Kanker in het hoofd-halsgebied Kanker in het hoofd-halsgebied Afdeling Keel- Neus- en Oorheelkunde Deze patiënteninformatie map is eigendom van: Naam: Adres: Postcode: Plaats: Telefoon: 10-2015-6094 Geachte... U heeft een bezoek gebracht

Nadere informatie

Zorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten

Zorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten Zorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten Inhoudsopgaven Hoofdstuk 1: Inleiding blz. 3 Hoofdstuk 2: Wat is het MEN1 syndroom? blz. 4 Hoofdstuk 3: Diagnostiek naar het MEN1 syndroom blz. 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

Medische Publieksacademie

Medische Publieksacademie Medische Publiekacademie Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarder Courant Aan de winnende hand Borstkanker 27 oktober 2015 Welkom! #mclmpa 1 Borstkanker aan de winnende hand Marloes Emous, oncologisch chirurg

Nadere informatie

Plan van aanpak. Module Verdieping in de beroepspraktijk. Preventie en behandeling van het delier bij klinische patiënten van 70 jaar en ouder.

Plan van aanpak. Module Verdieping in de beroepspraktijk. Preventie en behandeling van het delier bij klinische patiënten van 70 jaar en ouder. Plan van aanpak Module Verdieping in de beroepspraktijk Preventie en behandeling van het delier bij klinische patiënten van 70 jaar en ouder. Naam : Renate Agterhof Student nummer : 1002628 E-mailadres

Nadere informatie

Zorgpad pancreascarcinoom in beeld. 1 september 2014

Zorgpad pancreascarcinoom in beeld. 1 september 2014 Zorgpad pancreascarcinoom in beeld 1 september 2014 Zorgpad pancreascarcinoom in beeld PATIENT EN NAASTE DEDICATION TOEGANG EN DOORLOOPTIJDEN AFSTEMMING STANDAARDISATIE CONTINU BIJSTUREN EN VERBETEREN

Nadere informatie

VBHC; hoe doe je dat voor borstkanker?

VBHC; hoe doe je dat voor borstkanker? 17 maart 2017 VBHC; hoe doe je dat voor borstkanker? Yvonne van Riet José Meulepas DISCLOSURE: SPREKERS BELANGEN Sprekers hebben voor deze bijeenkomst geen (potentiële) belangenverstrengeling met (commerciële)

Nadere informatie

Waar kunt u terecht als u kanker hebt?

Waar kunt u terecht als u kanker hebt? Wilhelmina Ziekenhuis Assen Vertrouwd en dichtbij Informatie voor patiënten Waar kunt u terecht als u kanker hebt? z Er is kanker bij u geconstateerd. Als gevolg van uw ziekte kunt u te maken krijgen met

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 juni 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 juni 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Welke vragen stel ik mijn dokter?

Welke vragen stel ik mijn dokter? Welke vragen stel ik mijn dokter? INLEIDING Goede algemene voorlichting over het onderzoek en de behandeling van borstkanker is enorm belangrijk. Goede voorlichting over het eigen ziektebeeld is nog belangrijker,

Nadere informatie

Neoadjuvante chemotherapie bij borstkanker

Neoadjuvante chemotherapie bij borstkanker Neoadjuvante chemotherapie bij borstkanker Samen met uw behandelend specialist is gekozen voor neoadjuvante chemotherapie. Dit is chemotherapie voorafgaand aan een operatie. In deze folder leest u meer

Nadere informatie

VBHC; niet te lang over nadenken

VBHC; niet te lang over nadenken 17 maart 2017 VBHC; niet te lang over nadenken Annemarie Haverhals DISCLOSURE: SPREKERS BELANGEN Sprekers hebben voor deze bijeenkomst geen (potentiële) belangenverstrengeling met (commerciële) bedrijven

Nadere informatie

In deze folder leest u meer over het doel en de mogelijkheden van het programma en welke hulpverleners erbij betrokken zijn.

In deze folder leest u meer over het doel en de mogelijkheden van het programma en welke hulpverleners erbij betrokken zijn. Hartrevalidatie Inleiding De cardioloog, de hartfalenverpleegkundige of de ICD-verpleegkundige heeft u geadviseerd het poliklinische hartrevalidatieprogramma te gaan volgen. Het hartrevalidatie-programma

Nadere informatie

Longgeneeskunde en Oncologie

Longgeneeskunde en Oncologie Longgeneeskunde en Oncologie U bent opgenomen op afdeling Longgeneeskunde en Oncologie van Gelre ziekenhuizen Zutphen. Opgenomen worden in een ziekenhuis is niet prettig. U komt niet alleen in een andere

Nadere informatie

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn:

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn: Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

U bent doorverwezen naar de "mammapoli" ("mamma" betekent borst) van SJG Weert. In deze folder staat informatie over de gang van zaken op de

U bent doorverwezen naar de mammapoli (mamma betekent borst) van SJG Weert. In deze folder staat informatie over de gang van zaken op de 00 De Mammapoli 1 U bent doorverwezen naar de "mammapoli" ("mamma" betekent borst) van SJG Weert. In deze folder staat informatie over de gang van zaken op de mammapoli en over de onderzoeken die worden

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015]

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015] Factsheet en NABON Breast Cancer Audit () 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05112015] Inclusiecriteria Nabon Breast Cancer Audit Inclusie Alle primaire invasieve mammacarcinomen volgens de WHO classificatie

Nadere informatie

Belangrijkste punten van deze folder:

Belangrijkste punten van deze folder: Longkanker: wat nu? HMC (Haaglanden Medisch Centrum) en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) werken intensief samen binnen het Universitair Kankercentrum Leiden - Den Haag (UKC). De belangrijkste

Nadere informatie

Hartrevalidatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Hartrevalidatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op Hartrevalidatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding De cardioloog, de hartfalenverpleegkundige of de ICD-verpleegkundige heeft u geadviseerd het poliklinische hartrevalidatieprogramma

Nadere informatie

Ondersteuning van mensen met kanker en hun naasten

Ondersteuning van mensen met kanker en hun naasten Ondersteuning van mensen met kanker en hun naasten Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Algemene informatie 2 Artsen en verpleegkundigen 3 Psychosociale hulpverlening 4 Aanvullende zorg 5 Meer informatie

Nadere informatie

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid Onderzoek, diagnostiek en behandeling bij: onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten combinatie van psychische en lichamelijke klachten Informatie voor cliënten

Nadere informatie

Toestemming Door akkoord te gaan met het onderzoek of behandeling, verleent u toestemming. Uw specialist kan u expliciet om toestemming vragen.

Toestemming Door akkoord te gaan met het onderzoek of behandeling, verleent u toestemming. Uw specialist kan u expliciet om toestemming vragen. Patiënteninformatie Algemene informatie Zorgpaden Het LangeLand Ziekenhuis werkt voor een deel van haar patiëntengroepen met zorgpaden. Een zorgpad beschrijft op een heldere manier de stappen die u als

Nadere informatie

Programma Oncologieweek 2019

Programma Oncologieweek 2019 Oncologie Programma Programma Oncologieweek 2019 4-2-2019 t/m 7-2-2019 www.catharinaziekenhuis.nl Kennisdelen, inspireren en verbinden: doe jij mee? Graag nodigen wij je uit voor de Oncologieweek. Deze

Nadere informatie

Casemanagement. Sandra Oosterlaar Stoma- en DEC verpleegkundige Casemanager Colorectaal

Casemanagement. Sandra Oosterlaar Stoma- en DEC verpleegkundige Casemanager Colorectaal Casemanagement Sandra Oosterlaar Stoma- en DEC verpleegkundige Casemanager Colorectaal Deventer Ziekenhuis 2 dagen stomapoli 2 dagen GE-verpleegkundige spreekuur 1 dag defeacatie expertise centrum Cijfers:

Nadere informatie

De verpleegkundige gynaecologie

De verpleegkundige gynaecologie De verpleegkundige gynaecologie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft zojuist van de gynaecoloog gehoord dat u een operatie moet ondergaan aan de geslachtsorganen

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

Kinderneuro-oncologisch en multidisciplinair team voor kinderen met een Centraal Zenuw Stelsel (CZS) tumor

Kinderneuro-oncologisch en multidisciplinair team voor kinderen met een Centraal Zenuw Stelsel (CZS) tumor Sophia Kinderziekenhuis Uw kind wordt behandeld voor een Centraal Zenuw Stelsel (CZS) tumor. De behandeling van deze tumoren is zeer complex en er zijn veel specialisten bij betrokken. Deze specialisten

Nadere informatie

De psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum. Medische Psychologie

De psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum. Medische Psychologie De psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum Medische Psychologie In deze folder informeren we u over de manier van werken van de psycholoog, verbonden aan de afdeling Medische psychologie van Zuyderland

Nadere informatie

Transmurale werkafspraak Informatieoverdracht mammacarcinoom (regio Helmond)

Transmurale werkafspraak Informatieoverdracht mammacarcinoom (regio Helmond) Transmurale werkafspraak Informatieoverdracht mammacarcinoom (regio Helmond) Aanleiding Door de vergrijzing, vroege opsporing van kanker en effectievere behandelingen zal het aantal patiënten met kanker

Nadere informatie

STARTNOTITIE AMSTERDAMS NETWERK ONCOLOGISCHE ZORG IN DE EERSTE LIJN

STARTNOTITIE AMSTERDAMS NETWERK ONCOLOGISCHE ZORG IN DE EERSTE LIJN STARTNOTITIE AMSTERDAMS NETWERK ONCOLOGISCHE ZORG IN DE EERSTE LIJN Missie & visie Het Amsterdams Netwerk Oncologische Zorg (ANOZ) heeft de volgende visie: Patiënten met kanker krijgen een zo optimaal

Nadere informatie