Het plan van scholen , dat voor 1 augustus 2009 dient te worden vastgesteld, betreft twee basisscholen, te weten:

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL Onderwerp : Plan van Scholen Raadsvergadering : 1 juli 2009 Politieke markt d.d.: 1 juli 2009 Agendapunt : 9 Portef.houder : wethouder Swart Voorstelnummer : BenW-besluit d.d. : 2 juni 2009 Eenheid : Ruimte en Samenleving Voorstel 1. Het verzoek van de Stichting Evangelisch Onderwijs Deventer en omstreken, d.d. 27 januari 2009 tot opneming in het plan van scholen van een Evangelische basisschool in Deventer niet in te willigen. 2. In verband met het door ons aangetekende beroep d.d. 13 mei 2009 bij de Raad van State tegen de beschikking van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, d.d. 6 april 2009, kenmerk CFI/OND-2009/9371M, inzake de opneming van een Islamitische basisschool te Deventer in het plan van scholen , de uitspraak van de Raad van State af te wachten. 3. In verband met de besluiten onder 1 en 2 het overzicht van de niet ingewilligde aanvragen, als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van genoemde wet, vast te stellen (bijlage a). 4. Overeenkomstig artikel 83, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs de indieners van de niet ingewilligde aanvragen voor 15 augustus 2009 een afschrift te zenden van dit raadsbesluit. Inleiding Op grond van artikel 74 van de Wet op het primair onderwijs dient de gemeenteraad jaarlijks voor 1 augustus een plan van nieuwe scholen voor het basisonderwijs vast te stellen, tenzij er geen verzoeken tot opneming in een plan zijn binnengekomen of geen van de ingekomen verzoeken in aanmerking komt. Personele en materiële (rijks)bekostiging van een nieuwe school kan pas een aanvang nemen, indien de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een dergelijk plan waarop een nieuwe school is opgenomen heeft goedgekeurd of indien de Minister een gemeente verplicht om een nieuwe school op het plan op te nemen. Op dat moment dient de gemeente ook invulling te geven aan de bij wet opgedragen zorgplicht voor de onderwijshuisvesting. Het plan van scholen , dat voor 1 augustus 2009 dient te worden vastgesteld, betreft twee basisscholen, te weten: Evangelische basisschool Het verzoek van de Stichting Evangelisch Onderwijs Deventer en omstreken, d.d. 27 januari 2009 tot opneming op het plan van scholen van een Evangelische basisschool. Het verzoek van de Stichting Evangelisch Onderwijs Deventer is getoetst aan de Wet op het primair onderwijs en voldoet niet aan wettelijke bepalingen tot stichting van een basisschool in de gemeente Deventer en moet worden afgewezen. Islamitische basisschool De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft met haar beschikking van 6 april 2009, kenmerk CFI/OND/9371M, het raadsbesluit van Deventer d.d. 25 juni 2008, kenmerk , voor zover dit betrekking had op het verzoek van de Stichting Primair Onderwijs op Islamitische Grondslag in Midden en Oost Nederland (SIMON) vernietigd en bepaald dat de door genoemde stichting verlangde school voor Islamitisch basisonderwijs in Deventer op het eerst komende plan van scholen (in casu het nu voorliggende plan) wordt opgenomen. Tegen de beschikking van de Staatssecretaris is door ons op 13 mei 2009 beroep aangetekend bij de Raad van State. In verband met dit beroep kan eerst de uitspraak worden afgewacht van de Raad van State alvorens de Islamitische basisschool al dan niet op het plan van scholen behoeft te worden geplaatst.

2 2 Vaststelling van het plan van scholen kan in verband met het vorenstaande en gelet op artikel 83, eerste lid van de Wet op het primair onderwijs achterwege blijven. Wel dient gelet op grond van artikel 79, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs binnen twee weken na vaststelling door de Raad het overzicht van niet ingewilligde verzoeken aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te worden gezonden. Artikel 83, vierde lid van de Wet op het primair onderwijs schrijft voor dat de indieners van de niet ingewilligde verzoeken voor 15 augustus 2009 een afschrift toegezonden krijgen van het desbetreffende raadsbesluit. Het is dus niet nodig om nadat de Raad heeft besloten een beschikking aan elke verzoeker te sturen. Een afschrift van het raadsbesluit volstaat in deze. Na vaststelling van het overzicht van verzoeken die niet zijn ingewilligd, wordt dit overzicht en de motivering daarvan binnen 2 weken na het raadsbesluit gezonden aan de Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het overzicht met de niet ingewilligde aanvragen is als bijlage bij dit raadsvoorstel gevoegd (bijlage a). Beoogd resultaat Een adequaat aantal basisscholen in Deventer dat voldoet aan de stichtingsnorm voor een basisschool binnen onze gemeente. Per voedingsgebied een goed gespreid aantal basisscholen waarvan de leerlingenpopulatie een afspiegeling vormt van de inwoners van het voedingsgebied. Kader Wet op het primair onderwijs. De wettelijke stichtingsnorm van een basisschool in Deventer is 208 leerlingen. Argumenten A. Evangelische basisschool Het betreft een hernieuwd verzoek. Vorig jaar is de aanvraag tot stichting van een Evangelische basisschool in Deventer afgewezen, omdat door de Stichting Evangelisch Onderwijs Deventer en omstreken (hierna te noemen: aanvrager ) niet kon worden aangetoond dat het vereiste aantal leerlingen van 208 binnen vijf jaar zouden worden behaald en dat dit aantal leerlingen vervolgens gedurende 15 jaar de school zou bezoeken. Tegen dit besluit tekende aanvrager beroep aan bij de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Dit beroep werd door de Staatssecretaris ongegrond verklaard bij beschikking van 10 februari In Deventer wordt nog geen onderwijs in de richting Evangelisch onderwijs gegeven. Daarom wordt in de overlegde prognose uitgegaan van het belangstellingspercentage van een vergelijkbare gemeente. Volgens aanvrager is de gemeente Arnhem de meest geschikte referentiegemeente. Het belangstellingspercentage voor Evangelisch basisonderwijs in Arnhem is 1,15%. De keuze voor Arnhem en het bijbehorende belangstellingspercentage wordt door ons op zich niet bestreden. Voor het voedingsgebied van een Evangelisch basisschool in Deventer gaat aanvrager evenals in de aanvraag van vorig jaar uit van de volgende gemeenten: Deventer Raalte Epe Lochem Voorst Zutphen Olst-Wijhe.

3 3 Gelet op de beschikking van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen d.d. 10 februari 2009, kenmerk CFI/OND-2009/7475M, mag voor de prognose van het aantal leerlingen gebruik worden gemaakt van de verhouding tussen leerlingen die wonen binnen de gemeente van vestiging en leerlingen die wonen buiten de gemeente van vestiging van een bestaande Evangelische school. In Arnhem is het percentage leerlingen dat buiten Arnhem woont en in Arnhem naar de Evangelische school gaat, berekend op 34,5%. Indien dit percentage wordt toegepast op de te verwachte leerlingen van een Evangelische basisschool in Deventer wordt in geen enkel jaar van de prognose van 2010 t/m 2030 het vereiste aantal leerlingen van 208 behaald. Ter adstructie is de berekening voor het jaar 2014, zijnde het jaar waarin het aantal van 208 leerlingen dient te worden behaald hieronder opgenomen: jaar 2014 Deventer *1,15% = 117 Raalte 3676 *1,15% = 42 Epe 2930 *1,15% = 34 Lochem 2952 *1,15% = 34 Voorst 1995 *1,15% = 23 Zutphen 4861 *1,15% = 56 Olst-Wijhe 1672 *1,15% = Leerlingen buiten gemeente Deventer 208 * 34,5% = 72 Berekend aantal leerlingen uit Deventer 117 Prognose voor het jaar Het aantal van 189 leerlingen ligt onder de stichtingsnorm van 208 leerlingen. In plaats van uit te gaan van een meetelling van 34,5% van leerlingen afkomstig van buiten Deventer heeft aanvrager op basis een aantal zelf vastgestelde criteria de volgende percentages voor de gemeenten buiten Deventer vastgesteld: Raalte 0-5% Epe 0-5% Lochem 65% Voorst 20% Zutphen 100% Olst-Wijhe 85% Indien deze percentages worden toegepast op de basisgeneraties van de gemeenten van buiten Deventer wordt de stichtingsnorm van Deventer wel gehaald. De criteria die aanvrager voor deze belangstellings-percentages heeft gehanteerd kunnen wij niet onderschrijven. Voor de bepaling van de belangstellingspercentages hanteert aanvrager de volgende criteria: 1. Het aantal ontvangen intentieverklaringen van ouders; 2. De afstand en bijhorende reistijd per auto naar Deventer; 3. De natuurlijke barrière van de IJssel 4. Het al dan niet beschikbaar zijn van een alternatieve school voor Bijbelgetrouw onderwijs. Ten aanzien van deze criteria merken wij het volgende op:

4 4 Ad 1. Het aantal intentieverklaringen uit de gemeenten van buiten gemeente Deventer is volgens de gegevens uit de aanvraag: Raalte 0 Epe 0 Lochem 1 Voorst 0 Zutphen 10 Olst-Wijhe 0 Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat de berekende belangstellingspercentage van Olst-Wijhe en Lochem in elk geval niet op basis van het aantal intentieverklaringen stoelt. Ad 2. De reistijden uit de gemeente buiten Deventer naar Deventer zijn volgens de routeplanner als volgt: KM Minuten Raalte 19,4 24 Epe 23,7 26 Lochem 23,6 30 Voorst 12,1 15 Zutphen 15,4 21 Olst-Wijhe 17,3 21 Uit deze tabel blijkt dat de reistijden ten hoogste 15 minuten verschillen. Zoals in de aanvraag ook is aangegeven zien ouders die opteren voor een Bijbelgetrouwe school 30 minuten reistijd niet als een bezwaar. Het criterium van afstanden en reistijd heeft onzes inziens dan ook geen invloed op de vaststelling van het belangstellingspercentage uit deze gemeenten. Ad 3. Om de IJssel als natuurlijke barrière te noemen is volgens ons niet relevant, omdat dit blijkens de objectieve gegevens van de routeplanner (zie de bovenstaande tabel) deze rivier geen invloed heeft op reistijden en afstanden. Ad 4. Ten aanzien van de keuzes van de ouders in de gemeenten Raalte en Epe geeft aanvrager aan dat daar kennelijk alternatieve Bijbelgetrouwe basisscholen, weliswaar van een andere richting dan van aanvrager aanwezig zijn. De aanwezigheid van deze Bijbelgetrouwe basisscholen van een andere richting dan van aanvrager zijn er de oorzaak van dat ouders geen of een verminderde belangstelling hebben voor de gevraagde school in Deventer van aanvrager. Dit lijkt ons een aannemelijke aanname van aanvrager. Uit de aanvraag blijkt echter niet waarom deze aanname er voor de belangstelling vanuit de gemeente Zutphen niet toe doet. In Zutphen is immers een Bijbelgetrouwe school, te weten De Bongerd, gevestigd. De door aanvrager aangebrachte verfijning van de belangstellingspercentages uit het voedingsgebied lijkt bij nadere beschouwing niet objectief meetbaar. Dit brengt ons tot de conclusie dat uitgegaan dient te worden van de gegevens van de referentiegemeente Arnhem, waarbij conform de situatie in Arnhem gerekend moet worden met een factor van 34,5% voor de leerlingen buiten het voedingsgebied. Deze methodiek wordt immers ook door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in haar beschikking van 10 februari 2009, als zijnde een correcte manier van vaststelling van het belangstellingpercentage genoemd.

5 5 Directe meting. Tot slot geeft aanvrager aan dat blijkens een directe meting die vorig jaar in Deventer is uitgevoerd naar aanleiding van het verzoek om in Deventer een Islamitische basisschool te mogen stichten een belangstellingpercentage van 2,1% voor Evangelisch onderwijs van toepassing is. Gelet op onze overwegingen bij de beoordeling van de aanvraag van het Islamitisch basisonderwijs kunnen wij de uitkomst van de directe meting niet bij de aanvraag van het Evangelisch onderwijs betrekken. Ten aanzien van deze meting heeft de Staatssecretaris bovendien uitgesproken dat zij alleen van belang is als indirecte meting onvoldoende gegevens oplevert voor de bepaling van de behoefte. In dit geval is dat gezien het bovenstaande niet aan de orde. Gelet op het vorenstaande en de bepalingen in de Wet op het primair onderwijs kan de aanvraag dan ook niet worden ingewilligd, omdat niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat de verlangde school binnen 5 jaar het aantal 208 leerlingen zal behalen en dit aantal leerlingen vervolgens gedurende 15 jaar de school zal bezoeken. B. Islamitische basisschool De uitspraak van de Raad van State op het door ons aangetekende beroep d.d. 12 mei 2009 tegen de beschikking van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, d.d. 6 april 2009, kenmerk CFI/OND-2009/9371M, inzake de opneming van een Islamitische basisschool te Deventer op het plan van scholen , wordt afgewacht. Financiële consequenties Er zijn geen financiële consequenties. Aanpak/uitvoering De aanvragers ontvangen nadat dat de Raad heeft besloten een afschrift van het Raadsbesluit en dit voorstel. Het overzicht niet ingewilligde aanvragen wordt binnen 2 weken na het raadsbesluit ter goedkeuring aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen toegezonden. Burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer, de secretaris, de burgemeester, mr. Th. Bakhuizen ir. A.P. Heidema

6 6

7 RAADSBESLUIT Onderwerp : Plan van Scholen Raadsvergadering : 1 juli 2009 Politieke markt d.d.: 1 juli 2009 Agendapunt : 9 Portef.houder : wethouder Swart Voorstelnummer : BenW-besluit d.d. : 2 juni 2009 Eenheid : Ruimte en Samenleving De raad van de gemeente Deventer, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 juni 2009, nummer , eenheid Ruimte en Samenleving. BESLUIT 1. Het verzoek van de Stichting Evangelisch Onderwijs Deventer en omstreken, d.d. 27 januari 2009 tot opneming in het plan van scholen van een Evangelische basisschool in Deventer niet in te willigen; 2. In verband met het door ons aangetekende beroep d.d. 13 mei 2009 bij de Raad van State tegen de beschikking van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, d.d. 6 april 2009, kenmerk CFI/OND-2009/9371M, inzake de opneming van een Islamitische basisschool te Deventer in het plan van scholen , de uitspraak van de Raad van State af te wachten; 3. In verband met de besluiten onder 1 en 2 het overzicht van de niet ingewilligde aanvragen, als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van genoemde wet, vast te stellen (bijlage a); 4. Overeenkomstig artikel 83, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs de indieners van de niet ingewilligde aanvragen voor 15 augustus 2009 een afschrift te zenden van dit raadsbesluit. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 juli De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, drs. A.G.M. Dashorst ir. A.P. Heidema