Patrick Keymeulen Dialysetechnicus ASZ-Aalst. ORPADT: De Link - 18/5/17 Patrick Keymeulen - ASZ-Aalst

Transcriptie

1 Patrick Keymeulen Dialysetechnicus ASZ-Aalst

2 Smart Device Automatische processen; Vereenvoudigde interface; Dubbele veiligheid; Geheugen; Aanvullende opties; Therapie Checklist;

3 niveau vpl kennis* techniek SN concentraten basis kennis* HF HD UF TMP KN HDF Kwaliteit tijd * persoonlijke mening

4 Manuele therapie Orpadt basiscursus

5 Geautomatiseerde therapie AV dialyse UF (graviteit)

6 Automatisatie

7 Het dialysaatcircuit 3. Ultrafiltratie P dial in P dial uit 610ml/min UF= 10ml/min ml/min 1ml Q dial in - Q dial uit = UF

8 TMP

9 Het dialysaatcircuit 6. TMP regelingen 1. UF = 0 l/h P B : 300mmHg Bloed Dialysaat Q UIT : 600ml/min P D : 280mmHg TMP = 300mmHg 280mmHg = 20 mmhg Q IN : 600ml/min 2. UF = 0,6 l/h P B : 300mmHg Bloed Dialysaat Q UIT : 610ml/min TMP = 300mmHg 240mmHg = 60 mmhg P D : 240mmHg Q IN : 600ml/min

10 Het dialysaatcircuit 6. TMP regelingen Stolling: (TMP plots sterk gestegen) Dichtslibbing van poriën laat de weerstand voor vloeistof door het membraan stijgen (Ufc daalt); Drukken in de Kunstnier: PBloed in ++ PBloed uit + Pdial uit -- Pdial in + /- Controleer snel op afknikking of stolling!

11 Het dialysaatcircuit 6. TMP regelingen Backfiltratie: (TMP erg laag tot negatief) Plaatselijk stroomt dialysaat door het membraan naar het bloed terug (hygiënisch toelaatbaar met ultrapuur dialysaat); Drukken in de Kunstnier: PBloed in ++ PBloed uit + /- Pdial uit -- Pdial in + UF verhogen en verschil compenseren (HDF)

12 Het dialysaatcircuit 5. TMP praktisch Veneuze drukmeter is nat: Zeer onbetrouwbare meting; Controleer steeds bij afwijkende TMP waarden; Kunstnier doorlaatbaarheid: Toleranties tussen membranen van hetzelfde type; Afhankelijk van de kwaliteit van UF! priming!; TMP formule: Beredeneer een TMP evolutie!

13 Dialysaat circuit vullen; UF circuit vullen; Bloedcircuit vullen; + spoelen; Spoelen = Dialyse Stolling + residu; ORPADT: ORPADT: De De Link Link - 18/5/17-18/5/17 Patrick Patrick Keymeulen Keymeulen - ASZ-Aalst - ASZ-Aalst

14 Extra 4 Lucht drijft naar boven en lucht plakt, Een kunstnier spoelt zichzelf niet! Elk heel heel heeel... onwaarschijnlijk residu gaat direct in de bloedbaan van de patiënt.

15 KN

16 De kunstnier 1. Indeling kunstnieren Membraan materiaal en specifieke eigenschappen, Moleculair gewicht cut-off (< 10% doorlaten), Convectie Membraan oppervlakte: 1,2m² tot 2,5 m², Diffusie

17 Hemodialyse 1. Gelijke stroomrichting Onevenwicht concentratiegradiënt Bloedafvoer Ureum Capaciteit niet benut Capaciteit te klein Bloed aanvoer Ureum Dialysaatafvoer Ureum Dialysaataanvoer Ureum

18 Hemodialyse 1. Tegengestelde stroomrichting Evenwichtig concentratiegradiënt, capaciteit ten volle benut Bloed aanvoer Ureum Bloedafvoer Ureum Dialysaatafvoer Ureum Dialysaataanvoer Ureum

19 De kunstnier 1. Indeling kunstnieren Membraan materiaal en specifieke eigenschappen, Moleculair gewicht cut-off (< 10% doorlaten), Convectie Membraan oppervlakte: 1,2m² tot 2,5 m², Diffusie Ultrafiltratie coëfficiënt: Low flux= 10ml/h.mmHg tot 30ml/h.mmHg (Mid flux) Ultrafiltratie High flux= 50ml/h.mmHg tot 80ml/h.mmHg

20 Het dialysaatcircuit 4. Ultrafiltratie coëfficient UFc = Doorlaatbaarheid van KN: (ml / h.mmhg) ml: Hoeveelheid vloeistof dat h: in 1 uur door het membraan stroomt mmhg: bij een drukval van 1 mmhg.

21 Het dialysaatcircuit UFrate = UF TMP praktisch tijd TMP = UFrate UFc 1. UFc: 5ml/h.mmHg HD: 2L over 4h UFrate = 500ml/h 2. UFc: 5ml/h.mmHg HD: 4L over 4h UFrate = 1000ml/h 3. UFc: 50ml/h.mmHg HD: 4L over 4h UFrate = 1000ml/h TMP = 100 mmhg TMP = 200 mmhg TMP = 20 mmhg

22 Het dialysaatcircuit TMP 5. TMP praktisch UF Tijd UFc Pven of Part Stolling in KN Stolling in luchtkamer Afknikking voor KN Bloed of dialysaatflow Qbloed <<<< UF TMP onstabiel TMP

23 SN

24 Het bloedcircuit Een-naald Recirculatie Arteriële en veneuze klep voorkomen circulatie van bloed; Er is altijd een klein volume recirculatie per art/ven fase; Positieve veneuze druk negatieve arteriële druk

25 Het bloedcircuit Bloedvolume Arteriële fase bloed in de expansiekamer ; Veneuze fase bloed uit de expansiekamer ; expansiekamer Slagvolume = bloedvolume van één art/ven fase; Totaal bloedvolume = Slagvolume x aantal art/ven fases;

26 Het bloedcircuit Efficiëntie van éénnaaldtherapie Gemiddelde bloedflow = maximale bloedflow 2 Vast volume recirculatie per art/ven fase: Hoger slagvolume minder fases minder recirculatie meer kans op stilstand (P art en P ven ) Bloedflowstilstand ten alle tijden vermijden;

27 Extra 5 Een efficiënte Eennaalds therapie is een goede NOOD oplossing bij patiënttoegang problemen.

28 Het bloedcircuit Enkelpomp drukverloop Druk P pre KN <400mmHg P ven 150 tot 350mmHg P art -100 tot -300mmHg Positie negatieve arteriële druk drukstijging over de arteriële pomp drukdaling over de kunstnier positieve veneuze druk

29 Het bloedcircuit Bloedpompsnelheid Druk P pre KN <400mmHg P ven 150 tot 350mmHg P art -100 tot -300mmHg Positie negatieve arteriële druk drukstijging over de arteriële pomp drukdaling over de kunstnier positieve veneuze druk

30 Concentraten A + B

31 Dialysaat 2. Dialysaatsamenstelling Geleidbaarheid (Siemens S ); Maatstaf voor alle vrije ionen;» RO water = 5µS (0, Siemens);» A + RO = 11mS» B + RO = 3mS» Dialysaat = 14mS (0,014 Siemens);

32 Fysische metingen Lage geleidbaarheid

33 Fysische metingen Hoge geleidbaarheid

34 Dialysaat 2. Dialysaatsamenstelling Geleidbaarheid (Siemens S ); Maatstaf voor alle vrije ionen;» A + RO = 11mS» B + RO = 3mS Volumetrische menging; Gekende samenstelling per ml concentraat; A-concentraat = (Na +, Ca ++, Mg ++, Cl -, ) exl. HCO 3- ; Azijnzuur 4 CH 3 COOH 4 CH 3 COO H + 4 Co 2 Citroenzuur 1 C 6 H 8 O 7 1 C 6 H 5 O H + 3 Co 2 B-concentraat = NaHCO 3

35 Extra 3 Voor een correcte menging van concentraten moet het toestel de concentraten kennen. Selecteer correct de gebruikte concentraten in het toestel!

36 HDF HDF = HD + HF >20 L/h convectie Minder diffusie <5L/h convectie Betere diffusie

37 Kwaliteit Water H 2 O HDF Kg BV UF Therapie controle

38 Hemodialyse 4.1A. Klaringsmeting: Qb Meting van natrium diffusie als maatstaf voor ureum diffusie; Na+ Na+ Bloed Na+ Na+ Na+ Na+ Dialysaat Kunstnier

39 Hemodialyse 4.1C. Klaringsmeting: KN Meting van natrium diffusie als maatstaf voor ureum diffusie; Na+ Na+ Bloed Na+ Na+ Na+ Na+ Dialysaat Kunstnier

40 Hemodialyse 4.1D. Recirculatiesmeting: Meting van natrium diffusie als maatstaf voor ureum diffusie; Na+ Na+ Bloed Na+ Na+ Na+ Na+ Dialysaat Kunstnier

41 < 1940 = Manuele therapie; > 1940 = Geautomatiseerde therapie; > 1950 = Geautomatiseerde UF; > 1960 = TMP; > 1970 = Kunstnieren / Eennaaldsdialyse; > 1980 = Concentraten A+B; > 1990 = HDF; > 2000 = Kwaliteit (BV, KT, Hygiëne, ); > 2010 = Standardisatie

42 * persoonlijke mening

43 Doe wat je zegt & Zeg wat je doet * persoonlijke mening

44 Smart Device Begrip? Accuraat? Controle? Automatische processen; Vereenvoudigde interface; Dubbele veiligheid; Geheugen; Nodig? Aanvullende opties; Gebruik? Therapie Checklist; Nadenken of meedoen? Meedenken of nadoen?

45 Doe wat je zegt weet & Weet Zeg wat je doet * persoonlijke mening

46 niveau vpl kennis* techniek SN concentraten basis kennis* HF HD UF TMP KN HDF Kwaliteit tijd * persoonlijke mening

47 Dank U voor uw aandacht.

48 The greatest enemy of knowledge is not ignorance, it is the illusion of knowledge. Stephen Hawking