ANTWOORDEN TAALCOMPLEET ONA THEMA 1 BEROEPENORIËNTATIE

Transcriptie

1 ANTWOORDEN TAALCOMPLEET ONA THEMA 1 BEROEPENORIËNTATIE Opdracht 13 Beroepssector bouw Beroep postbode detailhandel fysiotherapeut dienstverlening logistiek medewerker zakelijke dienstverlening tuinman gezondheidszorg fietsenmaker ICT steigerbouwer horeca metaalbewerker groene sector appontwikkelaar transport & logistiek barman techniek salarisadministrateur Opdracht een diplomawaardering 2. Een diplomawaardering. Dit diploma heeft hij niet nodig om in de horeca te kunnen werken. Maar met een diplomawaardering kan Abellino aan zijn werkgever laten zien welk niveau de opleiding heeft die hij heeft gedaan. Daarom is het toch slim om een diplomawaardering aan te vragen. 3. een EVC 4. een ION

2 THEMA 2 REALISTISCH BEROEPSBEELD Opdracht 11 Beroep postbode Taak Je doet spullen in vrachtwagens en je zorgt dat pakketjes naar het goede adres gaan. fysiotherapeut Je staat iedere keer op een andere plaats en verkoopt daar spullen. logistiek medewerker Je plakt kapotte banden. tuinman Je brengt brieven naar het goede adres. fietsenmaker Je beantwoordt vragen van klanten die problemen hebben. helpdeskmedewerker Je geeft mensen het drinken waar ze om vragen. marktkoopman Je doet oefeningen met mensen die pijn hebben. barman Je zorgt voor bloemen en planten of groenten.

3 THEMA 3 JE EIGENSCHAPPEN KENNEN Opdracht Eigenschappen: teamplayer Competenties: met zijn handen werken, nauwkeurig werken, repareren, samenwerken 2. Eigenschappen: ambitieus, creatief, sociaal, verantwoordelijk, zelfstandig Competenties: met haar handen werken, met mensen omgaan, Nederlands spreken, ondernemen, tassen maken, verkopen, zelfstandig werken 3. Eigenschappen: klantgericht, sociaal, vriendelijk, vrolijk, zelfstandig Competenties: met mensen omgaan, Nederlands spreken, telefoneren, zelfstandig werken 4. Eigenschappen: creatief, ijverig, vriendelijk, zorgzaam Competenties: kinderen verzorgen, met kinderen omgaan, Nederlands spreken, voorlezen Opdracht 12 Let op: je moet ook nog kruisjes zetten. altijd op tijd ambitieus assertief betrouwbaar communicatief creatief deskundig een doorzetter ervaren flexibel gedisciplineerd geduldig gemotiveerd ijverig klantgericht kritisch positief professioneel rationeel representatief rustig sociaal stressbestendig een teamplayer technisch verantwoordelijk vriendelijk vrolijk zelfstandig zelfverzekerd zorgzaam Opdracht 14 Let op: je moet ook nog kruisjes zetten adviseren analyseren behangen bouwen delegeren dingen creëren goed met mensen omgaan je aanpassen je inleven in andere mensen koken machines bedienen met je handen werken monteren naaien nauwkeurig werken Nederlands spreken en schrijven onderhandelen organiseren overtuigen rekenen repareren samenwerken uitleggen verkopen zelfstandig werken

4 THEMA 4 BEROEPSKANSEN Opdracht verkoopmedewerker 2. Nee, het moet niet. Het is een pre als je een rijbewijs hebt. Dus als je een rijbewijs hebt, heb je wel meer kans om aangenomen te worden. 3. Dordrecht 4. Onder het kopje Salarisindicatie. Je gaat tussen de 1.700,- en 1.900,- verdienen als je 40 uur werkt. Hoeveel geld je precies krijgt, hangt af van je leeftijd, je opleiding en je werkervaring. 5. Nee. Je moet het Nederlands beheersen in woord en geschrift. Dat betekent dat je goed Nederlands moet kunnen spreken en schrijven. 6. Nee. Je moet geen negen-tot-vijfmentaliteit hebben, dus waarschijnlijk moet je ook s avonds werken. En de vacature is niet voor 40 uur in de week, maar voor 32 uur.

5 THEMA 7 WERK VINDEN Opdracht 8 1. Voor Nikay is onbetaald werk niet belangrijk om een baan te krijgen. Hij heeft al ervaring in zijn eigen land en hij kan in Nederland starten. 2. Voor Tizian is onbetaald werk wel belangrijk. Hij heeft een bijbaantje, maar daar doet hij geen ervaring op als schilderen. Om ervaring te krijgen, kan hij bijvoorbeeld gaan schilderen bij vrienden of bekenden. Of hij kan bij een instelling helpen als er geschilderd moet worden. En tijdens zijn opleiding kan hij stage lopen. 3. Voor Lin is onbetaald werk wel belangrijk. Ze heeft wel ervaring, maar niet in Nederland. Daardoor kan ze moeilijk werk krijgen. Ze kan het beste vrijwilligerswerk gaan doen in een Nederlands ziekenhuis. Of ze kan proberen daar een stage of werkervaringsplaats te krijgen. 4. Voor Farisa is onbetaald werk wel belangrijk. Dat is niet nodig om ervaring op te doen, maar wel om Nederlands te leren. Het maakt niet uit wat voor werk ze kiest, als ze maar Nederlands moet praten. Opdracht Antwoord: Tekst Manier om werk te vinden 4.1 via vacatures 6.1 via je netwerk 7.2 via (open) sollicitaties 2. Bijvoorbeeld: Je kunt kort vertellen wie jij bent. Je kunt duidelijk maken waarom jij een geschikte kandidaat bent. Je kunt vertellen wat het bedrijf van jou kan verwachten. De werkgever ziet aan je brief bijvoorbeeld of je goed Nederlands kunt schrijven, of je creatief bent of dat je heel gemotiveerd bent. De werkgever kan de brieven en formulieren met elkaar vergelijken. Daardoor kunnen ze makkelijk kiezen wie ze uitnodigen voor een gesprek. 3. Bijvoorbeeld: Bijvoorbeeld: je kunt een familielid of kennis om hulp vragen. Of je kunt vragen of iemand jouw brief wil nakijken.

6 Opdracht in De Bilt 2. zorghulp 3. Fazile heeft de opleiding voor zorghulp gedaan. Tijdens haar opleiding heeft ze stage gelopen. Ze heeft haar diploma gehaald. 4. Ja, Fazile heeft voor haar oma gezorgd en ze heeft stage gelopen tijdens haar opleiding. 5. in de Volkskrant van 22 maart op 24 maart De Bosrand 8. Ja, onderaan de brief staat: Bijlage: curriculum vitae. Opdracht 26 Rayan Tahiri Narcissenstraat XS Breda Schrijf in plaats van dit adres je eigen adres. Mina Mode T.a.v. Ellen van Staveren Fruithof AP Breda Betreft: vacature verkoper Geachte mevrouw Van Staveren, Opdracht medewerker personeelsadministratie 2. Ja, bij Schippers B.V. Daar werkt hij vanaf Nee, dat staat niet op het formulier. 4. de mbo-opleiding Administratie en een cursus Personeelsadministratie uur per week 6. Hij vindt het een uitdaging dat dit bedrijf veel medewerkers heeft. Opdracht 58 goede indruk slechte indruk 1. De sollicitant is drie minuten te laat. Hij vertelt dat hij het gebouw niet goed kon vinden. 2. De sollicitant heeft een net pak aan en draagt sportschoenen. 3. De sollicitant is van jouw leeftijd. Hij zegt jij tegen je. 4. De sollicitant kijkt je niet aan. 5. Je vertelt welke producten het bedrijf maakt. De sollicitant antwoordt: Ja, dat las ik op de website.

7 6. Je vraagt: Waarom heb je vorig jaar niet gewerkt? De sollicitant antwoordt: Ik wil het daar liever niet over hebben. 7. De sollicitant vraagt: Krijg ik een auto van de zaak? 8. De sollicitant vertelt: Ik ben nauwkeurig. Als ik een tekst schrijf, staan daar geen fouten in. 9. Je vraagt: Waarom ben je geschikt voor deze baan? De sollicitant antwoordt: Dat is een moeilijke vraag. Ik moet er even over nadenken Ik denk omdat ik precies de goede opleiding heb gedaan voor dit werk. Uitleg: 1. De sollicitant had de route van tevoren goed op moeten zoeken. 2. Onder een pak hoort een sollicitant nette schoenen te dragen en geen sportschoenen. 3. De sollicitant hoort u te zeggen, totdat de werkgever zegt dat hij jij mag zeggen. 4. De sollicitant hoort de werkgever aan te kijken. 5. De sollicitant laat merken dat hij op de website heeft gekeken. Dat is positief. 6. De sollicitant had deze vraag kunnen verwachten. Hij had van tevoren een antwoord moeten bedenken. Nu lijkt het alsof de sollicitant er geen goede reden voor heeft dat hij niet heeft gewerkt. 7. Deze vraag hoort niet in een eerste gesprek. Nu lijkt het alsof dat heel belangrijk is voor de sollicitant. 8. De sollicitant vertelt waar hij goed in is. Dat is belangrijk voor de werkgever om te weten. 9. De sollicitant had deze vraag kunnen verwachten. Hij had hier van tevoren over na moeten denken. Dan had hij nu direct antwoord kunnen geven. Opdracht De sollicitant had de route van tevoren goed op moeten zoeken. 2. De sollicitant had nette schoenen aan moeten doen. 3. De sollicitant had u moeten zeggen. 4. De sollicitant had de werkgever aan moeten kijken. 6. De sollicitant had hier van tevoren over na moeten deken. 7. De sollicitant had deze vraag pas in een volgend gesprek moeten stellen. 9. De sollicitant had hier van tevoren over na moeten denken.

8 THEMA 8 WERKCULTUUR Opdracht 8 uitspraak waar niet waar 1. Het is normaal om je baas aan te spreken met zijn voornaam. 2. Je moet altijd u zeggen tegen je baas. 3. Je hebt ruzie met je partner. Het is raar om dat aan je collega s te vertellen. 4. In een vergadering mag iedereen zeggen wat hij vindt. 5. Je moet tot vijf uur werken. Maar om vijf uur ben je nog niet klaar. Het is normaal om s avonds te blijven werken. 6. Je bent ziek. Het is normaal om aan het begin van de werkdag naar je werk te bellen. 7. Het is normaal om u te zeggen tegen collega s die ouder zijn dan jij. 8. Vrouwen mogen leiding geven in een bedrijf. 9. In een sollicitatiegesprek is het beleefd om de ander een hand te geven. 10. Werkgevers vinden het fijn als werknemers nieuwe ideeën hebben. Opdracht 10 Bijvoorbeeld: RE: sollicitatiegesprek Aan: Onderwerp: duncan.lloyd@mail.com RE: sollicitatiegesprek Hoi Duncan, Met mij gaat het goed. Ik vind mijn werk erg leuk. Sinds vorige week werk ik een dag extra in de week. Daar ben ik erg blij mee. Wat spannend dat je een sollicitatiegesprek hebt! Het is inderdaad belangrijk om tijdens het gesprek een goede indruk te maken. Geef de ander een hand als je binnen komt. Je kunt het beste u zeggen, tot de ander zegt dat je jij mag zeggen. Het is goed om de ander aan te kijken. Anders lijkt het alsof je verlegen bent, of dat je niet geïnteresseerd

9 bent. Trek kleding aan die past bij het bedrijf. Zorg in ieder geval dat je er netjes uitziet. Verder is het belangrijk om eerlijk te zijn in het gesprek. Je mag gewoon vertellen waar jij goed in bent. Vertel niet meer dan nodig is. Heel veel succes met je sollicitatiegesprek. Laat je horen hoe het is gegaan? Groetjes,.