Antwoorden door een scholier 722 woorden 23 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdstuk 4 Mens en milieu.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Antwoorden door een scholier 722 woorden 23 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdstuk 4 Mens en milieu."

Peter Claes
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

Antwoorden door een scholier 722 woorden 23 november 2002 4 69 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Mens en milieu Paragraaf 1 Vraag 1: a) Dat zijn de levende onderdelen van de natuur.

1 Antwoorden door een scholier 722 woorden 23 november keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Mens en milieu Paragraaf 1 Vraag 1: a) Dat zijn de levende onderdelen van de natuur. b) Water, bodem, lucht. Vraag 2: Hokje 1 Vraag 3 - Duingebied - Waddenzee - Loofbos Vraag 4: Structuur Vraag 5: a) Geen b) Waterafvoer Vraag 6: a) 1. Planteneters 2. Planten 3. Topvleeseters 4. Vleeseters 5. Reducenten b) 1. Vleeseters 2. Topvleeseters Pagina 1 van 10

2 c) C (A) d) B Vraag 7: C, als er weer teveel wild is, komen er ook veranderingen in het ecosysteem. Vraag 8: a) India, China, Indonesie. b) Omdat daar erg veel mensen wonen, ze hebben niet veel geld dus moeten ze meer uit de natuur halen. Vraag 9: a) Wezel. b) Dat daar meer van zal worden gegeten en misschien worden die dan bedreigd. c) Daar zijn er dan weer teveel van, want er zijn dan niet genoeg muizen om de slakken te eten, er is dan een overschot van slakken. Vraag 10: a) Niet. b) Tot grote bloei. c) Omdat er dan een overschot komt van dieren die de vleeseters normaal eten. Vraag 11.: a) Wolf b) De mens c) Dat er een overschot van herten komt Pagina 2 van 10

3 Paragraaf 2 Vraag 1: Meer. Vraag 2: Veel. Vraag 3: Niet hetzelfde, meer. Vraag 4: a) bos heide Diversiteit hoog laag Complexiteit hoog laag Dynamiek laag hoog b) Hoge, hoge, lage Lage, lage, hoge Vraag 5: D Vraag 6: Tuin links tuin rechts Diversiteit hoog laag Complexiteit hoog laag Dynamiek laag hoog Robuust systeem nee ja Fragiel systeem ja nee Vraag 7: a) B b) nee c) Onkruid d) A Vraag 8: a) De rechtse, meer ruimte. b) Ik denk het niet, veel mensen hebben veel verschillende tuinen, sommige met een vijver, anderen met een fontein, anderen weer met veel gras. Ik vind dat iemand zelf moet weten hoe zijn/haar tuin eruit ziet. Vraag 9: a) bijna totaal gedeeltelijk Vogels x Zoogdieren x Pagina 3 van 10

4 Vissen x Amfibieën x reptielen x b+c) Ik begrijp deze vraag niet, het is niet mogelijk om met een momentopname conclusies voor een langere termijn te trekken; er moet vergelijkingsmateriaal bij. Vraag 10: a) Australië Noord- Amerika b) A Vraag 11: a) Neerslag (3) + verwering (5) = uitstroming (8) b) Wel. c) B d) Groter e) Kleiner f) Groter Pagina 4 van 10

5 Paragraaf 3 Vraag 1: productiefunctie, regulatiefunctie, draagfunctie, informatiefunctie. Vraag 2: A Vraag 3: D Vraag 4: Sneller, eerder. Vraag 5: a) hokje 1 b) hokje 1 c) hokje 3 d) 1 milieubescherming 2 milieuvervuiling 3 milieuaantasting 4 milieu-uitputting e) 2, maar niet onbeperkt luxe goederen kopen, dus die uitspraak past niet precies bij me. Vraag 6 : a) Activiteit functie Het zaaien van maïs op een akker. Productiefunctie Het bouwen van een nieuwe wijk. Draagfunctie Het laten werken van een gemaal. Regulatiefunctie Het instellen van een natuurreservaat. Regulatiefunctie De bouw van een drinkwaterbekken. Draagfunctie De aanleg van een stortplaats. Draagfunctie Het ontginnen van nieuwe grond. Draagfunctie Vraag 7:? Vraag 8: a) 1 Noord-Holland 2 Zuid-Holland 3 Utrecht b) draagfunctie c) toegenomen Vraag 9: a) Noord-Holland Pagina 5 van 10

6 Zuid-Holland Utrecht b) regulatiefunctie d) veel bouw, veel wegen, veel winkels en fabrieken, dus geen landschap. Vraag 10: a) Het is niet giftig. b)logisch c)dat er teveel nitraat, fosfaat en chloorverbindingen inzitten. Vraag 11: a) verbeterd. b) Winschoten, Stadskanaal(Groningen), Heerlen (Limburg) Vraag 12: a) D b) slecht c) D Pagina 6 van 10

7 Paragraaf 4 Vraag 1: a) A b) wel c) B d) lokaal,regionaal,groter,minder Vraag 2: Inwoner aantal in miljoen rangorde Nederland 15 5 Marokko 17 4 VS Groot-Brit Frankrijk 58 3 Vraag 3: nee, want Nederland is een erg klein landje en bij de rangorde staat die heel laag.amerika is groot en de president van Amerika is bekend over de hele wereld. Vraag 4: groter, meer, kleiner, minder Vraag 5: a) nadelen b) voordeel nadeel A waterwingebied andere grond ja B de mensen die het gif ergens gaan storten derde wereld ja C de mensen die het gif ergens gaan storten zeehonden ja Vraag 6: proces/begrip rangorde Algemene luchtcirculatie 3 Begroeiing 4 Neerslag 2 Zonnestraling 1 Gezondheid 5 Vraag 7: a) er word maar een klein deel aangetast. b) Er wordt gelijk een groot deel aangetast. c) 1 luchtvervuiling 2 smerig grondwater Pagina 7 van 10

8 Vraag 8: a) het warm worden van de aarde of de ozonlaag. b) voor vooral de kinderen en oudere mensen is het een gevaar als zij de lucht inademen. - drinkwater - gewassen in landen worden aangetast c) effect gevolg brandende olie met temperatuur die daalt veel zwavel. Rookwolken kan doodgaan als je veel inademt Veel roet in de lucht vervuild water als de roetdeeltjes naar beneden komen Vraag 9 : a) Duitsland b) Uit Nederland zelf c) Het Noorden d) Door de wind gaat de zure regen naar Nederland en gaat het weg uit het andere land. Vraag 10: Je kan beter gelijk een actie beginnen in Amerika of zo, is veel groter. Nederland is te klein om een actie te beginnen. Pagina 8 van 10

9 Paragraaf 5 Vraag 1: toegenomen, hogere, mestoverschot, intensieve. Vraag 2: stijging aantal dieren,veel kennis,techniek en moderne methoden. Vraag 3: a) bron 13 b) In Nederland zelf (25%) buiten Nederland (75%) c) 1 invoer van grondstoffen voor krachtvoer 2 transport naar de intensieve veehouderij 3 dieren worden gevoederd + resultaat mest 4 mest word uitgereden over het land 5 komt in het oppervlaktewater Vraag 4: a) varkens b) runderen c) C Vraag 5: 1 ammoniak 2 fosfaten 3 nitraten Vraag 6: hokje 2,4 Vraag 7: a) meer ruimte modernere boerderijen overzichtelijk b) verlaging, verslechtert c) milieuaantasting Vraag 8: a) verhoging b) mineralen overschot vervuild water bedreigd milieu c) dat die worden afgemaakt. d) Als boer gaan werken en mest kopen voor op je land. Vraag 9: De groep die wegen wil aanleggen en meer voorzieningen. Pagina 9 van 10

10 Minder vee fokken,minder wegen aanleggen, meer milieuvriendelijke producten maken. Vraag 10: a) B b) Nee, alleen als je er meer op doet dan nodig is c) Gelijkmatig en niet te veel strooien Als boeren teveel mest hebben, aan een andere akkerbouwer in de omgeving geven. d) dan is er niet genoeg afwisseling meer. Pagina 10 van 10

Vergelijkbare documenten

Thema 2 Planten en dieren

Naut samenvatting groep 7 Mijn Malmberg Thema 2 Planten en dieren Samenvatting Eten en gegeten worden Als je de leefomgeving van een plant of dier bestudeert, kijk je naar de levenloze natuur; dus naar