Teamleden: Teamleden: punten totaal. punten totaal

Transcriptie

1 Teamleden: Teamleden: Spel Score Spel Score punten totaal punten totaal

2 Hoe ver vliegt Willem Alexander? 2 tjoeks 2 ballen (met afbeelding van Willem Alexander?) tape / lint / pionnen of meetlint om de afstand te bepalen Gooi de bal (met afbeelding van Willem Alexander) zo hard mogelijk in de tjoek. Hoe ver vliegt de bal? Meetpunt is waar de bal voor het eerst de grond raakt. Om het moeilijker te maken kan afgesproken worden dat een teamgenoot de bal moet vangen voordat deze op de grond komt. Hoe ver staat de vangende teamgenoot van de tjoek verwijderd? Op de scorekaart wordt de afstand genoteerd. Als er vakken met een puntenaanduiding zijn gemaakt wordt het aantal punten genoteerd. Elite te paard start en finish lijnen met tape of pionnen 2 sets met vergelijkbare obstakels stopwatch In estafettevorm worden de groepsleden op het paard over het parcours gereden. Het paard wordt gevormd door twee teamleden; de ene staat rechtop, de ander voorover gebogen met de handen op de heupen van het voorste teamlid. De berijder zit op de rug van het voorovergebogen teamlid. Hoeveel tijd is nodig om alle groepsleden een keer over het parcours te laten rijden? Of welk team heeft als eerste x personen vervoerd? Dit spel kan met de hele groep gespeeld worden of met twee groepen tegelijkertijd die tegen elkaar strijden. Makkelijker en moeilijker te maken door meer obstakels in het parcours te plaatsen. Op de scorekaart wordt de totaaltijd genoteerd die het team nodig heeft. De beste poging telt als er meerdere keren gespeeld is.

3 Staatsbezoek in China; Chinees worstelen De pers op afstand hoepel afbakenmateriaal om een speelveld te begrenzen lint (keycord met perskaart) stopwatch Maak één kring met alle spelers van beide teams door elkaar heen. Houd elkaar bij de polsen vast zodat je niet makkelijk losschiet. In het midden van de kring ligt een hoepel. Probeer een speler van het andere team in de hoepel te laten stappen. Eventueel na verloop van tijd de spelers een andere plaats in de kring laten zoeken. Variant A: de spelers blijven allemaal meedoen. Per speler die in de hoepel stapt een punt. Variant B: de speler die in de hoepel stapt gaat uit de kring. Uiteindelijk wint het team dat alle tegenstanders uitschakelt. Op de scorekaart worden de punten genoteerd. Elke keer dat een speler van de tegenpartij in de hoepel stapt krijgt je team een punt of tien punten voor het team dat het langst één of meer spelers in de kring heeft. Twee teams strijden tegen elkaar. Team A maakt een rij waarbij de teamleden elkaar bij de heupen vasthouden. De achterste speler krijgt een lint (keycord met perskaart) aan de broek gehangen. Team A moet binnen het speelveld blijven. De spelers van team B mogen om de beurt vanaf een vast punt het speelveld instappen en proberen zo snel mogelijk het lint te pakken te krijgen. Regelmatig wisselen van positie en rol Op de scorekaart wordt de totaaltijd genoteerd die de spelers nodig hebben om allemaal het lint te pakken. (Als niet elke groep even veel spelers heeft tel dan de tijd van de x beste spelers bij elkaar op voor de totaaltijd)

4 Stoeien voor de gouden bal per tweetal twee turnmatjes ballen van verschillende grootte en mate van zachtheid stopwatch / timer van 2 minuten opbergmanden voor de ballen De spelers proberen binnen de tijd van twee minuten de bal van een speler van de tegenpartij af te pakken. Bij hoeveel spelers lukt dit? Na twee minuten mag het andere team proberen zoveel mogelijk ballen af te pakken. Let op één tegen één op twee matjes en per persoon maar één tegenstander per ronde. (als er niet genoeg matjes zijn stoeien de spelers na elkaar in plaats van gelijktijdig) Kinderen die het lastig vinden om de bal te beschermen mogen een zachtere en/of kleinere bal uitkiezen. Deze zijn over het algemeen makkelijker vast te houden. Familieportret start en finish lijnen met tape of pionnen 2 sets met vergelijkbare obstakels grote afbeelding van de koninklijke familie, in stukken geknipt (puzzel) stopwatch De spelers rennen in estafettevorm het parcours over en halen zo snel mogelijk puzzelstukken op van het familieportret. Iedereen mag per loopbeurt één puzzelstuk meenemen. De groepsleden die wachten mogen de puzzel in elkaar zetten. Welke groep weet het snelst het familieportret compleet te maken? Eenvoudig moeilijker te maken door obstakels in het parcours aan te brengen of door het aantal puzzelstukken te variëren. Op de scorekaart wordt de tijd genoteerd die de groep nodig heeft om het familieportret compleet te maken. Op de scorekaart wordt het totaal aantal door de groep veroverde ballen genoteerd.

5 Sleutel vergeten, over het hek klimmen wandrek met daar tegenaan een vastgemaakte rechtopstaande dikke mat - eventueel met een klimtouw er voor gehangen (steile wand) of een kast of wandrek waar overheen geklommen moet worden of een losse dikke mat die door leerlingen rechtop gehouden wordt (goed beveiligen!) Alle groepsleden moeten zo snel mogelijk over het hek (steile wand, kast of wandrek) heen klimmen. De teamleden mogen elkaar helpen. Makkelijk: door het wandrek heen klimmen of over een kast klimmen. Medium: steile wand van rechtopstaande dikke mat tegen een wandrek, touw ervoor. Moeilijk: steile wand zonder touw of losse dikke mat die door de teamleden rechtop gehouden moet worden (let op veiligheid!!!!!) Op de scorekaart wordt de tijd genoteerd die nodig is om het hele team over het hek te laten klimmen. Sneeuwballen gooien naar de pers Tape of krijt voor een werplijn 6 blikken met afbeeldingen van persbureaus 3 pittenzakjes of zachte ballen eventueel een blinddoek Blikgooien waarbij de blikken beplakt zijn met afbeeldingen van persbureaus Ieder teamlid mag drie maal gooien. Voor de jongere leerlingen een werplijn maken die minder ver van de blikken verwijderd is. Extra moeilijk te maken door leerlingen geblinddoekt te laten gooien op aanwijzingen van de teamleden. Op de scorekaart wordt genoteerd hoeveel blikken er in totaal door alle teamleden zijn omgegooid.

6 Hoogvliegers badmintonrackets of tennisrackets ballonnen, shuttles of tennisballen Maak binnen de teams tweetallen die gaan tennissen/badmintonnen. Speel de ballon/shuttle/bal zo vaak mogelijk over. Op de scorekaart wordt genoteerd hoe vaak de verschillende tweetallen zonder onderbreking hebben overgespeeld. (optellen van de aantallen per tweetal) Koninklijk getouwtrek duidelijk afgebakend spelvak (tape - krijt - pionnen) touwtrektouw 4 pionnen Twee teams staan elk aan een kant van de zaal /het veld klaar. Op het startsignaal rennen ze rond het speelveld (duidelijk aangeven met pionnen) en starten na een ronde gerend te hebben zo snel mogelijk met touwtrekken. Welk team heeft het touw het eerst binnen gehaald? Het team dat de meeste spellen gewonnen heeft krijgt tien punten, het andere team krijgt 2 punten.

7 Koninklijke armkracht Adel in balans tafel of andere vlakke ondergrond hoepels Koninklijk armpje drukken; ellebogen op tafel en de handen in elkaar. Let er op dat de leerlingen tegen iemand van gelijke grootte spelen en dat de leerlingen rechtop zitten. Welke groep heeft uiteindelijk de meeste potjes gewonnen? Op de scorekaart komt het aantal gewonnen potjes te staan. Eventueel twee tegen één als het leeftijdsverschil erg groot is. De spelers gaan allemaal in een hoepel staan. Op het signaal van de spelleider moeten ze op één been gaan staan en mogen ze nergens steun zoeken. Wie kan het langste op één been blijven staan? Opties: tweetallen tegen elkaar jongere leerlingen mogen binnen de hoepel hinkelen, oudere leerlingen moeten stil blijven staan... Op de scorekaart worden de punten genoteerd; 10 punten voor de winnaar en 2 punten voor degenen die eerder op moesten geven.