Lesbrief 8. Een taxi bellen
|
|
- Silke Timmermans
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Opstartlessen Lesbrief 8. Een taxi bellen Wat leert u in deze les? Een taxi bellen. Het tegenovergestelde van dingen zeggen. Zeggen wat u mooi vindt, of waar u gek op bent. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
2 HET GESPREK Opdracht 1. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren via en HET GESPREK DEEL 1 Herma en Johan de Jager wonen in een dorp. Ze maken een plan voor de avond. Herma heeft zin om uit eten te gaan. Hoe gaan ze naar de stad? Herma: Johan: Herma: Johan: Herma: Johan: Herma: Johan: Herma: Johan: Herma: Johan: Herma: Johan: Zullen we uit eten gaan vanavond? In de stad? Goed idee. Maar waar? Weet jij een leuk restaurant? Tja Eva vertelde over een Italiaans restaurant in het centrum van de stad daar hebben ze heel lekker eten en het is heel gezellig. Hmm, in het centrum, hoe komen we daar? Met de fiets? Met de fiets?! O nee, veel te koud! O, je gaat liever lopen! Wat, lopen? Veel te ver! Nee, dat wil ik niet hoor. Zo n klein stukje.. Vind je dat ver? Tien kilometer! Ik plaag je maar. Met de auto dan? Rij jij dan? Ik wil wel een wijntje Ja, daar heb ik ook zin in.. Mmmm. Zullen we een taxi nemen? Een taxi We nemen een taxi! En ik betaal! 2
3 DE WOORDEN Opdracht 2. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 2. Zet er een streep onder. U kunt de woorden ook beluisteren via uit eten gaan Als je uit eten gaat, dan ga je in een restaurant eten. Je eet niet thuis. Voorbeeld: Eén keer in het jaar gaan we uit eten met de hele familie. Het hele restaurant is dan voor ons alleen. vertellen Als je over jouw werk vertelt dan praat je over je werk. Voorbeeld: Mijn vader kan heel grappig vertellen. Als hij iets vertelt, moet iedereen lachen. gezellig Als het gezellig is, is het prettig en leuk. Voorbeeld: Ik kom graag bij jou. Je huis is warm en gezellig. de fiets Een fiets is een ding waar je op kunt rijden. Veel Nederlanders hebben een fiets. Voorbeeld: Als de zon schijnt ga ik met de fiets naar mijn werk. Als het regent ga ik met de tram. ver Als je werk ver van je huis is, dan is je werk op grote afstand. Voorbeeld: Mijn werk ligt echt ver van mijn huis. Het duurt wel een uur voor ik op mijn werk ben. plagen Plagen is voor de grap boos maken. Voorbeeld: Mijn broer vindt het leuk om mij te plagen. Vandaag had hij mijn jas in de tuin gelegd! zin hebben in Als je zin hebt in koffie, wil je graag koffie. Voorbeeld: Heb je zin in een kop thee? een taxi nemen Als je een taxi neemt, dan ga je met de taxi. Voorbeeld: Als het mooi weer is gaan we met de fiets, en als het slecht weer is nemen we een taxi. 3
4 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 3. Schrijf het goede antwoord op. 1. Wie gaan uit eten?. 2. Waar gaan ze uit eten?. 3. Hoe gaan ze daar naartoe?. Bekijk de antwoorden op p
5 HET GESPREK Opdracht 4. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren via en HET GESPREK DEEL 2 Johan de Jager belt een taxi. Hoe laat staat de taxi voor de deur? Medewerker: Taxi 2000! Wat kan ik voor u doen? Johan: Goedenavond, met De Jager. Ik wil graag een taxi bestellen. Medewerker: Waar wilt u naar toe? Johan: Naar het centrum van Utrecht, naar de Oude Gracht. Medewerker: En wat is uw adres? Johan: De Rozenstraat, nummer 14. Hier in het dorp. Medewerker: Rozenstraat 14. De taxi komt eraan! Johan: Nee, nog niet. Ik wil hem voor straks bestellen. Medewerker: O ja. Voor hoe laat? Johan: Half zes. Gaat dat lukken? Medewerker: Half zes is prima. Komt voor elkaar. Hij komt voor de deur, om half zes. Johan: Oké, vast bedankt. Medewerker: Graag gedaan hoor. En een heel goede avond! Goedenavond, met De Jager. Ik wil graag een taxi bestellen. 5
6 DE WOORDEN Opdracht 5. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 5. Zet er een streep onder. U kunt de woorden ook beluisteren via bestellen Als je een taxi bestelt, dan laat je een taxi komen. Voorbeeld: Ik wil graag een taxi naar Schiphol bestellen voor morgenochtend om half zes. het adres Het adres is: de straat, het nummer en de plaats. Voorbeeld: Wat is uw adres? Dapperstraat 18 twee hoog, Amsterdam het dorp Een dorp is een plaats waar mensen wonen. Een dorp is kleiner dan een stad. Voorbeeld: Toen ik klein was, woonde ik in een dorp. Dat was heel fijn want daar kon ik altijd op straat spelen. straks Straks is een beetje later. Als je straks komt, kom je later. Voorbeeld: Ik wil de taxi niet nu, maar straks, over een half uur. het komt voor elkaar Als iets voor elkaar komt, dan gaat het zoals je graag wilt of zoals je hebt afgesproken. Voorbeeld: Als ik vraag aan mijn vriend of hij mij wil helpen, dan zegt hij altijd: Komt voor elkaar!`. Hij is echt een goede hulp. Het adres 6
7 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 6. Kruis het goede antwoord aan. 1. Wie belt het taxibedrijf? Johan Herma 2. Waar wil Johan naartoe? Naar het centrum van de stad. Naar het huis van Herma. 3. Waar woont Johan? In de Rozenstraat. In het centrum. 4. Hoe laat komt de taxi? Om zes uur. Om half zes. Bekijk de antwoorden op p
8 Opdracht 7. Samenvatting Schrijf in ongeveer vijf zinnen op waar het gesprek over gaat. Let op: schrijf dus alleen het belangrijkste op! Bekijk de antwoorden op p
9 OEFENING Opdracht 8. Wie zegt het? Als u een taxi bestelt, dan belt u naar het taxibedrijf. U bent aan de telefoon met een medewerker van het taxibedrijf. Wie zegt de zinnen? U of de medewerker? Kijk naar het voorbeeld. Voorbeeld: Goedemiddag, met taxibedrijf t Ritje. U zegt het. De medewerker zegt het. Nu u! Kruis het goede antwoord aan. 1. Goedendag, ik wil graag een taxi bestellen. U zegt het. De medewerker zegt het. 2. Waar wilt u naartoe? U zegt het. De medewerker zegt het. 3. Hoe laat wilt u de taxi bestellen? U zegt het. De medewerker zegt het. 4. Wat is uw adres? U zegt het. De medewerker zegt het. 5. Ik woon in De Tulpenstraat, nummer 12. U zegt het. De medewerker zegt het. 6. Dank u wel, de taxi komt eraan. U zegt het. De medewerker zegt het. Bekijk de antwoorden op p
10 OEFENING Opdracht 9. Goed of fout? Lees de zin. Is de zin goed of fout? Kruis het goede antwoord aan. 1. Als je uit eten gaat, dan eet je thuis. Goed. Fout. 2. Als je je zusje plaagt, dan help je haar. Goed. Fout. 3. Als je iets vertelt, dan praat je. Goed. Fout. 4. Dat is echt heel erg leuk, ik heb er helemaal geen zin in! Goed. Fout. 5. Een taxi is een trein die je overal naartoe brengt. Goed. Fout. 6. Een stad is groter dan een dorp. Goed. Fout. 10
11 7. Als het feest gezellig is, dan is het een leuk feest. Goed. Fout. 8. Ik bestel een taxi, ik ga hem zo ophalen. Goed. Fout. 9. Als je zin hebt in koffie, vind je koffie vies. Goed. Fout. 10. Als je met de fiets naar het werk gaat, dan ga je lopen. Goed. Fout. 11. Als iets voor elkaar komt, dan gaat het zoals je graag wil. Goed. Fout. 12. De buurman woont in een andere stad. Goed. Fout. Bekijk de antwoorden op p
12 SPREKEN Opdracht 10. Wat kunt u zeggen? Groot en klein. Wat is het tegenovergestelde? Kijk naar het voorbeeld. Voorbeeld: groot Het antwoord is: klein. Het tegenovergestelde van groot is klein. Lees de goede antwoorden en praat hardop voor uzelf. 1. koud Het antwoord is: warm. Het tegenovergestelde van koud is warm. 2. hoog Het antwoord is: laag. Het tegenovergestelde van hoog is laag. 3. dichtbij Het antwoord is: ver. Het tegenovergestelde van dichtbij is ver. 4. langzaam Het antwoord is: snel. Het tegenovergestelde van langzaam is snel. 5. vroeg Het antwoord is: laat. Het tegenovergestelde van vroeg is laat. 6. op tijd Het antwoord is: te laat. Het tegenovergestelde van op tijd is te laat. 7. droog Het antwoord is: nat. Het tegenovergestelde van droog is nat. 8. beneden Het antwoord is: boven. Het tegenovergestelde van beneden is boven. Nu u! Geef antwoord op de vragen. Spreek hardop voor uzelf. 12
13 1. koud Wat is het tegenovergestelde? 2. hoog Wat is het tegenovergestelde? 3. dichtbij Wat is het tegenovergestelde? 4. langzaam Wat is het tegenovergestelde? 5. vroeg Wat is het tegenovergestelde? 6. op tijd Wat is het tegenovergestelde? 7. droog Wat is het tegenovergestelde? 8. beneden Wat is het tegenovergestelde? 13
14 SCHRIJVEN Opdracht 11. Schrijf de goede woorden op de lege plek. U leest het verhaaltje over uit eten gaan. Welke woorden horen op de lege plek? Vul de goede woorden in. Kies uit: de taxi, heb er zin in, het komt voor elkaar, gezellig, het dorp, straks, ver, bestellen. Kijk naar het voorbeeld. Uit eten gaan. 1. Straks ga ik uit eten. 2. Ik ga lekker samen met mijn beste vriend uit eten in de stad. Ja, ik. 3. Wij wonen allebei in.. 4. Gaan we fietsen? Het is wel ver. Of gaan we met.? 5. Als we met de taxi gaan, dan moeten we die wel. Het duurt soms lang voordat de taxi er is. 6. Het taxibedrijf is namelijk best. 7. Maar., dat weet ik zeker. 8. Uit eten gaan met mijn beste vriend is namelijk altijd heel erg Bekijk de antwoorden op p
15 OEFENING Opdracht 12. Het tegenovergestelde Trek lijntjes tussen de woorden die het tegenovergestelde zijn. Kijk naar het voorbeeld. Groot Hoog Dik Ver Mooi Langzaam Straks Gezellig Moeilijk Vroeg Koud Laag Klein Lelijk Dun Dichtbij Ongezellig Makkelijk Snel Warm Nu Laat Bekijk de antwoorden op p
16 OEFENING Opdracht 13. Plattegrond lezen. U bent in het dorp Afferden. U staat bij de witte stip. U moet naar het adres: De Laren 44. De zwarte stip laat zien waar u moet zijn. U wilt geen taxi bellen. U gaat fietsen. U vraagt de weg aan een man. Wat zegt de man tegen u? Zet de zinnen in de goede volgorde. De eerste en de laatste zin staan al goed! Als u bij het R.K. Kerkhof komt, dan gaat u naar links. Ga linksaf De Laren op. Ga rechtsaf de Kerkweg in. Ga de eerste straat weer naar rechts. 1. Fiets door de Koningstraat totdat u de Kerkweg ziet Nummer 44 is aan het eind van de straat. U bent nu op het goede adres. Bekijk de antwoorden op p
17 SPREKEN Meepraten U kunt Meepraten beluisteren via Doe samen met uw taalvriend de spreekopdrachten. Lees samen. De een leest A, de ander B. Vraag uw taalvriend ook of u de woorden goed heeft uitgesproken. Opdracht 14. Lees samen met uw taalvriend. A: Met de taxicentrale! A: Met de taxicentrale! B: Ik wil graag een taxi. B: Ik wil graag een taxi. A: Dat kan. Wat is het adres? A: Dat kan. Wat is het adres? A: Wibautstraat 19? A: Wibautstraat 19? A: Hij komt eraan! A: Hij komt eraan! TOETTOET!! B: Wibautstraat 17 twee hoog. B: Wibautstraat 17 twee hoog. B: Wibautstraat 17!! B: Wibautstraat 17!! B: Dat is snel! B: Dat is snel! 17
18 SPREKEN Opdracht 15. Lees samen met uw taalvriend. A: Met de taxicentrale! A: Met de taxicentrale! B: Ik wil graag een taxi naar Schiphol bestellen. B: Ik wil graag een taxi naar Schiphol bestellen. A: Dat kan. Voor nu of voor later? A: Dat kan. Voor nu of voor later? B: Voor morgenochtend om kwart over vijf. B: Voor morgenochtend om kwart over vijf. A: Morgenochtend om kwart over vijf. Wat is het adres? A: Morgenochtend om kwart over vijf. Wat is het adres? B: Guichelhei 90 hier in de stad. B: Guichelhei 90 hier in de stad. A: Wat zegt u? Huigelgeit 19? A: Wat zegt u? Huigelgeit 19? B: Guichelhei 90!. B: Guichelhei 90! A: Guichelhei 90. Naar Schiphol dus. A: Guichelhei 90. Naar Schiphol dus. B: Morgenochtend om kwart over vijf. B: Morgenochtend om kwart over vijf A: Hij staat voor de deur, morgenochtend om kwart over vijf! A: Hij staat voor de deur, morgenochtend om kwart over vijf! 18
19 LEZEN Opdracht 16. Lees. DE INFORMATIE. Het verkeer Hoe kom je waar je wil zijn? Met eigen vervoer is het makkelijk: je stapt in de auto of je stapt op je fiets of je brommer en je rijdt er naar toe. Je hoeft er alleen voor te zorgen dat je de route kent, dat je weet langs welke weg je gaat rijden. En dat er lucht in je banden zit en benzine in je tank. En dan maar hopen dat er geen file op de weg is die je gekozen hebt! Want vooral in het spitsuur kan het druk zijn op de weg. Je kunt ook met het openbaar vervoer gaan. Met de bus, de tram of de trein. Als je weet hoe laat de bus of de trein vertrekt, hoef je er alleen maar voor te zorgen dat je op tijd bij de halte staat. En dat je een OV-chipkaart bij je hebt. En dan maar hopen dat de bus of de tram op tijd komt. En dat er een plaatsje is om te zitten. Want ook in het openbaar vervoer is het vaak druk in het spitsuur. Heb je daar allemaal geen zin in: benzine in je tank, wachten bij de halte, OVchipkaart, geen plaats om te zitten? Bel dan een taxi: hij komt voor de deur, je gaat lekker zitten, je zoeft weg, en je bent er zo. Alleen maar hopen dat er geen file is op de weg die de chauffeur gekozen heeft. En een taxi is natuurlijk wel duur. Goede reis!?? VRAAG VAN DE LES?? Hoe heet het als u een taxi laat komen? 19
20 TIP VAN DE WEEK 1 Zoek het nummer van een taxibedrijf bij u in de buurt op. Sla het nummer op in uw telefoon of schrijf het bijvoorbeeld in uw agenda. U heeft het nummer op deze manier altijd bij de hand. TIP VAN DE WEEK 2 Op is meer informatie te vinden over de deeltaxi. Bekijk de aflevering de deeltaxi van het programma WMO Wet maatschappelijke ondersteuning. PRAKTIJK Opdracht 17. Kijk in de praktijk. PRAKTIJKOPDRACHT De opdracht bij deze les is: Wat kost een taxi naar het centrum? - Zoek in de telefoongids een taxibedrijf bij u in de buurt op. - Bel naar het bedrijf. - Vraag wat het kost om met de taxi naar het centrum te gaan vanaf uw huis. - Woont u in het centrum? - Vraag dan wat het kost om naar een vriend of vriendin te gaan met de taxi. 20
21 HOE GAAT HET? Opdracht 18. Kent u de woorden? Kruis aan. Uit eten gaan Vertellen Gezellig De fiets Ver Plagen Zin hebben in Een taxi nemen Bestellen Het adres Het dorp Straks Het komt voor elkaar Opdracht 19. Kunt u het in het Nederlands? Deze les ging over een taxi bellen. U heeft geleerd om een taxi te bellen. U heeft ook geleerd wat u kunt zeggen als u iets mooi vindt of als u er gek op bent en we hebben geoefend met het tegenovergestelde. En u? Kunt u nu het tegenovergestelde van woorden opschrijven? En kunt u een taxi bellen en zeggen wat u mooi vindt, of waar u gek op bent? Kunt u dat nu goed? Of een beetje? Of nog niet zo goed? Schrijf het op. Zet een kruisje. Goed Gaat wel Niet zo goed... Ik ken het tegenovergestelde van woorden. Ik kan een taxi bellen. Ik kan zeggen wat ik mooi vind, of waar ik gek op ben. 21
22 ANTWOORDBLAD Opdracht Herma en Johan. 2. In het centrum van de stad. 3. Met de taxi. Opdracht Johan. 2. Naar het centrum van de stad. 3. In de Rozenstraat. 4. Om half zes. Opdracht 7. Let op. Dit is een voorbeeld van een samenvatting. Hierin staan de belangrijkste dingen. Uw zinnen kunnen anders zijn. Herma en Johan willen uit eten in het centrum. Johan vraagt of ze op de fiets gaan. Herma vindt het te ver. Ze praten over hoe ze naar het centrum gaan. Johan besluit dat ze een taxi nemen. Johan belt het taxibedrijf op. Hij vertelt hoe laat en waar de taxi moet zijn. De medewerker vertelt Johan dat het in orde komt. Om half zes staat de taxi voor de deur. Opdracht U zegt het. 2. De medewerker zegt het. 3. De medewerker zegt het. 4. De medewerker zegt het. 5. U zegt het. 6. De medewerker zegt het. Opdracht Fout. 2. Fout. 3. Goed. 4. Fout. 5. Fout. 6. Goed. 7. Goed. 8. Fout. 9. Fout. 10. Fout. 11. Goed. 12. Fout. 22
23 Opdracht Straks. 2. Heb er zin in. 3. Het dorp. 4. De taxi. 5. Bestellen. 6. Ver. 7. Het komt voor elkaar. 8. Gezellig. Opdracht 12. Groot Hoog Dik Ver Mooi Langzaam Straks Gezellig Moeilijk Vroeg Koud Laag Klein Lelijk Dun Dichtbij Ongezellig Makkelijk Snel Warm Nu Laat Opdracht 13. Fiets door de Koningstraat totdat u de Kerkweg ziet. Ga rechtsaf de Kerkweg in. Als u bij het R.K. Kerkhof komt, dan gaat u naar links. Ga de eerste straat weer naar rechts. Ga linksaf De Laren op. Nummer 44 is aan het eind van de straat. U bent nu op het goede adres. Vraag van de les: Een taxi bestellen. 23
24 OEFENEN VOOR HET INBURGERINGEXAMEN Deze les past in het thema aardrijkskunde van KNS van het Inburgeringexamen. OEFENEN VOOR HET EXAMEN LUISTEREN Luister naar het gesprek van de les. Luister via en / of via Maak daarbij de vragen van opdrachten 3 en 6 en maak de oefeningen van Station Nederlands. OEFENEN VOOR HET EXAMEN SPREKEN Zoek een taalvriend, iemand die goed Nederlands spreekt. Doe opdracht 10, 14 en 15 uit deze les met uw taalvriend. OEFENEN VOOR HET EXAMEN SCHRIJVEN Bespreek opdracht 7 uit deze les met uw taalvriend. Ook kunt u oefenen met de extra opdrachten. OEFENEN VOOR HET EXAMEN LEZEN Voor het examen Lezen kunt u oefenen met de opdrachten 3 en 6 bij de tekst van de gesprekken uit deze les. Ook kunt u oefenen met de extra opdrachten. Kijk voor meer informatie over het inburgeringexamen op: Maak de voorbeeldexamens. Beginnersles 42 van Station Nederlands gaat ook over het examen. 24
25 Extra Opdracht 1. Leesopdracht Lees de tekst van internet en beantwoord de vragen. 1. Waar geeft deze pagina informatie over? a. Over openbaar vervoer. b. Over taxi s. c. Over vluchttijden. 2. Welke drie soorten taxi s zijn er? a. Vervoer met anderen, privé vervoer, business vervoer. b. Travel taxi, ophalen & brengen. c. Reisbureau, routeplanner, autohuur. 3. U wilt weten wanneer een vliegtuig vertrekt. Waar kijkt u dan? a. Bij Routeplanner. b. Bij Op Schiphol. c. Bij Vluchttijden. 25
26 26
27 Extra Opdracht 2. Schrijfopdracht. Een goede vriend komt u opzoeken in Nederland. Hij komt donderdag met het vliegtuig aan op Schiphol. U moet die donderdag werken. U kunt dus niet naar Schiphol om hem op te halen. Uw vriend moet daarom een taxi nemen vanaf Schiphol. In een brief vertelt u hoe hij een taxi kan nemen. Schrijf je vriend een brief. Schrijf in de brief: - Dat u het leuk vindt dat hij naar Nederland komt. - Dat u donderdag moet werken. - Dat hij donderdag een taxi kan nemen en hoe dat moet. - Schrijf uw adres op. Dan weet uw vriend waar de taxi naartoe moet. Gebruik de brief hieronder. Let op hoofdletters en punten. Beste..,. 27
28 Extra Opdracht 3. Kijkopdracht Bekijk de film over de deeltaxi van WMO op Geef antwoord op de vraag. Wat is de deeltaxi? 28
29 ANTWOORDBLAD OEFENEN VOOR HET INBURGERINGSEXAMEN Extra Opdracht Waar geeft deze pagina informatie over? b. Over taxi s. 2. Welke drie soorten taxi s zijn er? a. Vervoer met anderen, privé vervoer, business vervoer. 3. U wilt weten wanneer een vliegtuig vertrekt. Waar kijkt u dan? c. Bij Vluchttijden. Extra Opdracht 2. Bespreek met uw taalvriend. Extra Opdracht 3. Wat is een deeltaxi? De deeltaxi is een idee van de gemeente. Het is een taxi die je overal heen brengt voor weinig geld. Soms moet je de taxi delen met anderen. 29
Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.
www.edusom.nl Opstartlessen Les 2. Wonen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
Nadere informatieLes 3. Familie, vrienden en buurtgenoten
www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieOpstartlessen. Les 1. Kennismaken
www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK
Nadere informatieLes 4. De fysiotherapeut.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Bashir, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij zegt
Nadere informatieThema Gezondheid. Les 2. De wachtkamer
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Bashir, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er
Nadere informatieLes 5. Tijd & het weer
www.edusom.nl Opstartlessen Les 5. Tijd & het weer Wat leert u in deze les? Praten over het weer. Praten over de tijd. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
Nadere informatieThema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. Ze belt naar een kinderdagverblijf. Is er een plaats vrij? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat
Nadere informatieThema Op het werk. Les14. Opdrachten
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Daarna
Nadere informatieThema Op het werk. Les 15. Vrij vragen
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.
Nadere informatieThema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine?
www.edusom.nl Thema Op het werk Les 13. Hoe werkt de machine? Kofi is op het werk. Kofi moet aan de machine werken. De chef vertelt Kofi eerst hoe de machine werkt. Dan werkt Kofi met de machine. De machine
Nadere informatieLes 1. Bij de huisarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts
Nadere informatieThema In en om het huis.
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 12. In de pauze. Wat leert u in deze les? Iemand gelijk geven. Nee zeggen. Uw mening geven. Van twee woorden één woord maken. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Nadere informatieLes 34. Meedoen in het verpleeghuis
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 34. Meedoen in het verpleeghuis Wat leert u in deze les? Informatie over de activiteiten in het verpleeghuis begrijpen Van twee woorden één lang woord maken Vragen
Nadere informatieLesbrief 3. De fysiotherapeut.
MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij
Nadere informatieThema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. Kofi gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Nadere informatieThema In en om het huis.
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 23. Veilig verkeer Wat leert u in deze les? Hoe kinderen veilig kunnen spelen op straat Praten met de buren over de buurt en het verkeer Woorden met een
Nadere informatieLes 2. Naar het ziekenhuis.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes!
Nadere informatieLesbrief 6. Gezondheid
www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 6. Gezondheid Wat leert u in deze les? Praten met de dokter. Zinnen maken. Zeggen dat iets niet zo is. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Nadere informatieThema Gezondheid. Les 5. De tandarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Bashir komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Daarna laat Soumiya
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw, Maria, gaat weer naar de winkel om over werk te
Nadere informatieLesbrief 1. Bij de huisarts
Thema Gezondheid Lesbrief 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts beantwoorden. Veel
Nadere informatieLes 4. Eten en drinken, boodschappen doen
www.edusom.nl Opstartlessen Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u iets lekker vindt of ergens van houdt. Praten over eten en drinken. Praten over boodschappen
Nadere informatieHerhalingsles van het thema Gezondheid
http://www.edusom.nl Herhalingsles van het thema Gezondheid Les 6. Herhaling thema gezondheid Inleiding Deze les is een herhalingsles van de zes gesprekken uit les1 tot en met 5. Wat leerde u in deze lessen?
Nadere informatieLes 35. Een nieuw paspoort
http://www.edusom.nl Thema Het stadhuis Les 35. Een nieuw paspoort Wat leert u in deze les? Informatie over het aanvragen en verlengen van uw paspoort of identiteitskaart. Vragen stellen bij het loket.
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 29. Bellen over een probleem Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over een probleem op het werk. Woorden die aangeven hoe vaak
Nadere informatieThema Nederlandse cultuur en gewoontes
http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les
Nadere informatieLes 4. Naar de apotheek.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. Naar de apotheek. Wat leert u in deze les? Waarschuwen. Een bijsluiter lezen. Informatie vragen en om hulp vragen. Wat u kunt zeggen als u iets niet weet of
Nadere informatiede aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.
Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.
Nadere informatieThema Gezondheid. Les 3. De huisarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Bashir, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Wong, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen.
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieThema Gezondheid Beginnerslessen
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Beginnerslessen Les 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken.
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.
Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert
Nadere informatieThema Kinderen en school. Les 18. Voor het eerst naar school
Thema Kinderen en school. Les 18. Voor het eerst naar school Taban brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat
Nadere informatieThema Kinderen en school.
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 20. Op het schoolplein Taban brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet Meryem. Waar
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Vervoer
Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.
Nadere informatieThema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang
Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven
Nadere informatieThema Kinderen en school. Les 21. Herhaling thema
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 21. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van ouders gelezen. U heeft in les 17, 18, 19 en 20 veel geleerd over kinderen en school.
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek
Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama
Nadere informatieBeginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen
Beginnerslessen Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Wat leert u in deze les? Gesprekken over het inburgeringsexamen begrijpen. Welke examens bij het inburgeringsexamen horen. Waar u kunt oefenen met de
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Meneer Bashir gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten.
Nadere informatieThema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25 Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Nadere informatieLesbrief 35. AOW aanvragen.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 35. AOW aanvragen. Wat leert u in deze les? Informatie over AOW begrijpen. Uitleg vragen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den
Nadere informatieLesbrief 14. Naar personeelszaken.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Opbellen naar een bedrijf. Wat leert u in deze les? Een telefoongesprek naar een bedrijf begrijpen. Een gesprek over een advertentie begrijpen.
Nadere informatieThema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 24. Boodschappen doen in de supermarkt Wat leert u in deze les? Welke zinnen en woorden u kunt gebruiken tijdens het boodschappen doen. Welke producten
Nadere informatieLesbrief 7. Leren & werken
www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 7. Leren & werken Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over leren en werken. Zeggen dat iets mooier of leuker is. Goede zinnen maken. Veel succes! Deze les is
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het
Nadere informatieHerhalingsles van het thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Les 11. Herhaling Inleiding Deze les is een herhalingsles van de vier gesprekken van les 7 tot en met 10. Wat leert u in deze les? Vragen
Nadere informatieActielessen. Lesbrief 1. Nederlands leren. Wat leert u in deze les? Veel succes!
http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 1. Nederlands leren Wat leert u in deze les? Op welke manieren je Nederlands kunt leren. Zinnen met als. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 11. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 7, 8, 9 en 10. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria
Nadere informatieThema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts
Thema Gezondheid Lesbrief 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Wong, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieLesbrief 41. Verhuizen
http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 41. Verhuizen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over verhuizen. Zinnen maken met: als dan. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Nadere informatieLes 33. Zwangerschap
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 33. Zwangerschap Wat leert u in deze les? Informatie begrijpen over zwanger zijn. Zeggen dat u zwanger bent of dat u zich niet lekker voelt. Woorden die hetzelfde
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 3. Bij de specialist.
Thema Gezondheid Lesbrief 3. ij de specialist. Wat leert u in deze les? Een omschrijving geven. Een gesprek voeren met de specialist. dvies vragen. Iets afraden. Veel succes! Deze lesbrief is ontwikkeld
Nadere informatieEen retour Rotterdam
71 71 HOOFDSTUK 5 Een retour Rotterdam WOORDEN 1 Wat hoort bij elkaar? 1 zebrapad a pinnen 2 auto b binnengaan 3 automaat c oversteken 4 ingang d parkeren 2 Kies uit: tram vertraging door de week strippenkaart
Nadere informatieLes 6. Herhaling thema.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 6. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 1, 2, 3, 4 en 5. Vragen beantwoorden. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in
Nadere informatieLesbrief 4. Naar de apotheek.
Thema Gezondheid Lesbrief 4. Naar de apotheek. Wat leert u in deze les? Waarschuwen. Een bijsluiter lezen. Informatie vragen en om hulp vragen. Wat u kunt zeggen als u iets niet weet of begrijpt. Veel
Nadere informatieOpstartlessen. Lesbrief 9. Muziek. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl
www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 9. Muziek Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u iets mooi vindt. Een gesprek voeren over muziek. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek. Wat leert u in deze les? Een sollicitatiegesprek voeren. De voltooide tijd gebruiken. Vragen naar interesse stellen en
Nadere informatieThema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag
Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school
Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het
Nadere informatieLesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken
http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken Wat leert u in deze les? Waar u op kunt letten als u een nieuwe woning zoekt. Een gesprek voeren over een nieuwe woning. Uitdrukkingen!
Nadere informatieThema 3 Vervoer. Inhoudsopgave
Thema 3 Vervoer Inhoudsopgave 3.1 Met de taxi 155 3.2 Regels in het verkeer 156 3.3 De tijd 157 3.4 Reizen met de trein 160 3.5 Wie, wat, waar? 161 3.6 Komen en gaan 163 3.7 Reizen met de auto 165 3.8
Nadere informatieThema Kinderen en school
http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 18. Het 10-minutengesprek. Wat leert u in deze les? Vergelijkingen maken. Zeggen hoe vaak iets gebeurt. Verkleinwoordjes. Veel succes! Deze les is
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau.
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Naar het uitzendbureau. Wat leert u in deze les? Een gesprek bij het uitzendbureau begrijpen. Hoe je je kunt inschrijven bij het uitzendbureau. Wat u
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 10. Het eindgesprek. Wat leert u in deze les? Een eindgesprek voeren. Informatie vragen en geven. Het verschil tussen werk en vrijwilligerswerk. De
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 30. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Informatie vragen bij een instelling. Veel succes! Deze
Nadere informatieJeugd Verkeerskrant 1 Hoe ga jij naar school?
Jeugd Verkeerskrant Hoe ga jij naar school? en uitgave van Veilig Verkeer Nederland, schooljaar 07-08 groep 7/8 School Start Geef je mening Bekijk de stellingen. Ben je het eens of oneens met deze stellingen?
Nadere informatieThema Kinderen en school
http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 19. Lid worden van een club. Wat leert u in deze les? Hoe u lid kunt worden van een club. Vragen beantwoorden. Zeggen hoe vaak iets gebeurt. De toekomende
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag
Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt hem
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts
Thema Gezondheid Lesbrief 2. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Kaya, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.
Nadere informatieIN DE TREIN LES 1. Meer of minder
Stad, dorp en platteland LES 1 IN DE TREIN Hoi! Ik ben Benan. Ik ben bij mijn opa en oma in Den Haag geweest. Nu brengt opa mij met de trein naar Zwolle. Ik woon in een dorp in de buurt van Zwolle. JE
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en
Nadere informatieLes 5. In het ziekenhuis.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. In het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? Een gesprek in het ziekenhuis begrijpen. Woorden omschrijven. Welke vragen u kunt stellen in het ziekenhuis. Vragen
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieLesbrief 5. In het ziekenhuis.
Thema Gezondheid Lesbrief 5. In het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren in het ziekenhuis. Woorden omschrijven. Welke vragen u kunt stellen in het ziekenhuis. Vragen beantwoorden. Veel
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Vervoer
Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.
Nadere informatieMelkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann
Melkweg Lezen van Alfa B naar Alfa C Naar de speelzaal Taal en ouders: Peuters Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Colofon Melkweg: Naar de speelzaal, 0 Dit boekje is een uitgave van Stichting
Nadere informatie