HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN"

Transcriptie

1 1 HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN 1. Op de beurs van New York worden de volgende koersen genoteerd : 100 JPY = 0,8 USD ; 1 GBP = 1,75 USD en 1 euro = 0,9273 USD. In Tokyo is de notering 1 USD = 140 JPY. In Londen is 1 USD = 0,55 GBP. In Frankfurt geldt 1 USD = 1,0784 euro. Ga na welke koerswijzigingen er allemaal plaatsvinden als gevolg van arbitrageverrichtingen. 2. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Belgische uitvoerder volgende maand betaald wordt in USD en indien hij een daling van de dollarkoers verwacht, kan hij desgevallend een calloptie kopen. b) Een agio van de koers van de CAD tegenover de JPY betekent dat de CAD goedkoper is bij aankoop op de contantmarkt dan bij aankoop op de termijnmarkt. c) Via het kopen en verkopen van vreemde valuta op de termijnmarkt kan het wisselrisico van respectievelijk toekomstige ontvangsten en uitgaven van vreemde valuta omzeild worden. d) Als de dollar goedkoper kan worden aangekocht op de termijnmarkt dan op de contantmarkt, spreekt men van een disagio. 3. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Goederenarbitrage van Engeland naar Denemarken leidt in het kader van de theorie van de koopkrachtpariteiten tot een waardevermeerdering van het GBP t.o.v. de DKR. b) Een daling van de reële wisselkoers van de JPY tov de EUR kan het gevolg zijn van een daling van het prijspeil in Japan en komt neer op een depreciatie van de euro in reële termen. c) Bij een reële wisselkoers van een munt gelijk aan één, zijn de geobserveerde wisselkoers van die munt en de koopkrachtpariteit aan elkaar gelijk. 4. Oorspronkelijk geldt : 1 GBP = 1,5 USD. De wisselkoers evolueert naar : 1 GBP = 1,6 USD. Die verandering kan het best omschreven worden door : a) een revaluatie van het GBP ; b) een revaluatie van de USD ; c) een appreciatie van de USD ; d) geen van de vorige omschrijvingen. 5. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Op de Beurs van Kopenhagen dreigt de euro buiten de afgesproken marges te komen door een speculatiegolf op een appreciatie van de euro t.o.v. de DKR. Een interventie van de Deense CB vermindert de euro-reserves en verhoogt zodoende het geldaanbod in Denemarken. b) In het EMS kon een speculatiegolf op een depreciatie van de DEM t.o.v. de BEF aanleiding geven tot een devaluatie van de BEF t.o.v. de DEM. c) Op de Beurs van Londen dreigt de euro door een speculatiegolf op een appreciatie van de euro t.o.v. het GBP buiten de afgesproken marges te komen. Een interventie van de Britse CB leidt tot een daling van de Britse intrestvoet.

2 2 6. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Aanvankelijk brengt een termijnbelegging in JPY meer op dan in euro. Volgens de intrestpariteitstheorie leidt arbitrage uiteindelijk, door een verhoogde opbrengst van de JPYbelegging en een verminderde opbrengst van de euro-belegging, tot een gelijkheid van opbrengsten. b) Volgens de intrestpariteitstheorie is een stijging van de binnenlandse intrestvoet als reactie op een toename van de buitenlandse intrestvoet, ceteris paribus, bij vlottende wisselkoersen meer plausibel dan bij vaste wisselkoersen. c) De intrest op een USD-belegging daalt, bij een gegeven verwachte koers van de USD. Volgens de intrestpariteitstheorie kan de ECB onmogelijk én de binnenlandse intrestvoet én de contantkoers van de USD controleren. d) Er wordt een appreciatie van de NZD tov de EUR verwacht. Volgens de intrestpariteitstheorie neemt, bij een gegeven contantkoers van de NZD tov de EUR, i NZ toe of i EU af. 7. Op de vrije wisselmarkt in Tokyo worden de volgende koersen genoteerd : 1 USD = 130 JPY en 1 euro = 120 JPY. In New York wordt voor 100 JPY 0,8 USD betaald. De koers van de JPY is in Frankfurt 100 JPY = 0,9 euro. Ga na welke koerswijzigingen er allemaal plaatsvinden als gevolg van arbitrageverrichtingen. 8. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Wanneer de USD duurder is op de termijnmarkt dan op de contantmarkt, is er een disagio van de USD t.o.v. de euro. b) Als een Belgische invoerder volgende maand in USD moet betalen en hij verwacht een dollarkoersstijging, dan kan hij best een calloptie kopen. c) Via het kopen van vreemde valuta op de termijnmarkt kunnen we het wisselrisico van toekomstige uitgaven van vreemde valuta omzeilen. d) Via het verkopen van vreemde valuta op de contantmarkt kunnen we het wisselrisico van toekomstige inkomsten van vreemde valuta omzeilen. 9. Is de onderstaande uitspraak juist of fout? Geef een korte Goederenarbitrage van België naar Canada kan het gevolg zijn van een relatief kleinere inflatie in Canada dan in België en zal derhalve leiden tot een appreciatie van de CAD t.o.v. de BEF. 10. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte Een speculatiegolf op een appreciatie van de DKR t.o.v. de euro kan aanleiding geven tot a) een verhoging van de intrestvoet in Denemarken. b) een devaluatie van de euro t.o.v. de DKR. c) een afname van het geldaanbod in de EMU. d) een verhoging van de intrestvoet in de EMU. 11. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Oorspronkelijk bedraagt de intrestvoet in Canada en de V.S. respectievelijk 5 % en 10 %. Stel dat de verwachte depreciatie van de USD tov de CAD stijgt. Volgens de intrestpariteitstheorie zal dan bij een gegeven contantkoers van de USD het intrestverschil (i C i VS ) in absolute termen afnemen.

3 3 b) De intrestpariteitsrelatie gaat ervan uit dat de beleggers risiconeutraal zijn. c) Een termijnrekening in JPY brengt aanvankelijk minder op dan in USD. Volgens de intrestpariteitstheorie leidt arbitrage uiteindelijk, door een verhoogde intrest van de JPYbelegging, tot gelijkheid van opbrengsten BRON Carlier, A., Pepermans, G., Steurs, G. (1997), Economie: van opgave tot uitkomst, Universitaire pers Leuven, 507p. OPLOSSINGEN 1. JPY apprecieert t.o.v. USD in Tokyo JPY deprecieert t.o.v. USD in New York USD deprecieert t.o.v. JPY in Tokyo USD apprecieert t.o.v. JPY in New York GBP apprecieert t.o.v. USD in New York GBP deprecieert t.o.v. USD in Londen USD deprecieert t.o.v. GBP in New York USD apprecieert t.o.v. GBP in Londen Er is geen koersverschil tussen de EUR/USD in New York en de EUR/USD in Frankfurt. Er zal dus geen arbitrage en bijgevolg ook geen koerswijziging zijn Hij kan een putoptie kopen, die hem het recht verleent een bepaalde hoeveelheid deviezen te verkopen tegen een vaststaande koers. Dit stelt hem in staat zich in te dekken tegen mogelijke koersdalingen van de vreemde munt.. Bij een agio betaalt men voor vreemde valuta meer op de termijnmarkt dan op de contantmarkt. Het prijsverschil is dan de prijs die wordt betaald om het wisselrisico te omzeilen. c) Fout. Men koopt (verkoopt) vreemde valuta op de termijnmarkt om het wisselrisico van toekomstige uitgaven (ontvangsten) te omzeilen. d) Juist. Bij een disagio betaalt men voor vreemde valuta meer op de contantmarkt dan op de termijnmarkt. a) Juist. Goederenarbitrage van Engeland naar Denemarken is het gevolg van het feit dat goederen duurder zijn in Denemarken dan in Engeland. De vraag naar Engelse producten vanuit Denemarken stijgt. Door de toegenomen vraag naar ponden stijgt de koers van het pond. De arbitrage gaat door tot de koopkracht van het GBP en de DKR in beide landen opnieuw gelijk worden. b) Fout. Een daling van de reële wisselkoers van de JPY tov de EUR, of van.p P EU J, betekent dat Japanse goederen en diensten, uitgedrukt in euro, goedkoper worden t.o.v. Europese goederen en diensten. Dit kan inderdaad het gevolg zijn van een daling van het prijspeil in Japan P. Maar dit komt neer op een appreciatie van de euro in reële termen. ( ) J

4 c) Juist. Het verband tussen de geobserveerde wisselkoers () en de koopkrachtpariteit (*) PEU van b.v. de USD is = R = R( *). Herschikking geeft de reële wisselkoers PVS R P F = =. Gelijkstelling van de reële wisselkoers aan één impliceert R = 1 of * PB = *. Het pond en de dollar zitten niet in een systeem van vaste wisselkoersen. Van een devaluatie of revaluatie is dus geen sprake. Voor het pond dienen voortaan meer dollars te worden betaald. De dollar is dus in waarde verminderd of gedeprecieerd. Het pond is in waarde vermeerderd of geapprecieerd. Het antwoord is d.. Een speculatie op een appreciatie van de euro verschuift op de Beurs van Kopenhagen de vraagcurve van euro naar rechts en de aanbodcurve van euro naar links. De markt tendeert naar een koers boven de afgesproken bovengrens. Interventie van de CB bestaat dan uit een verkopen van euro of opkopen van DKR. De euro-reserves dalen en het geldaanbod in Denemarken neemt af. b) Fout. Een speculatie op een depreciatie van de DEM tov de BEF verschuift op de Beurs van Brussel de vraagcurve van DEM naar links en de aanbodcurve van DEM naar rechts. In een vast wisselkoerssysteem (zoals het EMS was) doet dit de koers van de DEM tov de BEF onder de afgesproken benedengrens vallen. Indien de centrale banken niet (of onvoldoende) interveniëren, behoort een devaluatie van de DEM t.a.v. de BEF tot de mogelijkheden. c) Fout. Analoog met antwoord b) bestaat een interventie van de CB uit een verkopen van euro of opkopen van GBP. Het geldaanbod in Groot-Brittannië neemt af. Bij eenzelfde geldvraag, verschuift de geldaanbodcurve naar links. De Britse intrest neemt toe. 6.. De aanvankelijk hogere opbrengst doet de vraag naar JPY stijgen. De vraagcurve van de JPY verschuift naar rechts en de contantkoers van de JPY () apprecieert. De opbrengst op e + 1 JPY-beleggingen, gelijk aan ( 1+ ij ), daalt. Dit blijft evenwel zonder gevolgen voor de opbrengst van de euro-belegging als dusdanig. Arbitrage blijft interessant tot de e + 1 intrestpariteitsrelatie 1+ i = ( 1+ ij ) voldaan is. b) Fout. Bij vaste wisselkoersen is de contantkoers gebonden aan gemaakte afspraken. Een toename van i w kan daarom in mindere mate door een stijging van worden opgevangen. Een stijging van de binnenlandse intrestvoet is bij vaste wisselkoersen meer plausibel dan bij vlottende wisselkoersen. c) Juist. Volgens de intrestpariteitstheorie zal wanneer i VS daalt, bij een gegeven verwachte koers van de USD tov de EUR, de USD depreciëren tov de EUR. In dat geval blijft i EUR constant. Wanneer de ECB niet wil dat de USD deprecieert tov de EUR, dan moet zij haar intrestvoet (i EUR ) verlagen. d) Fout. Opdat bij een verwachte appreciatie van de NZD tov EUR de contantkoers van de NZD constant zou blijven, moet volgens de intrestpariteitsrelatie i NZ dalen of i EUR stijgen.

5 5 7. zie uitwerking monitoraat 8. c) Juist d) Fout 9.Fout. 10. c) Juist d) Juist. 11. c) Fout

HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT

HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT 1 HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT 1. PRIJSVORMING OP DE WISSELMARKTEN 1.1. Enkele begrippen Wisselkoers = prijs van de buitenlandse munt, uitgedrukt in nationale munt bv. wisselkoers () van de

Nadere informatie

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. 1 De wisselmarkt 1.1 Begrip Wisselkoers = de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. bv: prijs van 1 USD = 0,7

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Wisselkoersen

Hoofdstuk 5: Wisselkoersen Hoofdstuk 5: Wisselkoersen 1. Begrippen EUR/USD datum: 13/03/2014 23:56 Laatste koers 1.3869 USD % Verschil -0,25 % Vorig Slot 1.3904 Open 1.3904 Bid (biedkoers) 1.3868 Ask (laatkoers) 1.3870 Hoogste-laagtse

Nadere informatie

Valutamarkt. fransetman.nl

Valutamarkt. fransetman.nl euro in dollar wisselkoers Wisselkoers (ontstaat op valutamarkt) Waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt Waardoor kan de vraag naar en het aanbod van veranderen? De wisselkoers van de euro in

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 17: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 17: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 17: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte verklaring bij je antwoord. a) Door zijn liquiditeit is geld altijd een uitstekend

Nadere informatie

wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590?

wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? 1,3644 * 590 = $805 2300 is dan 1,3644 * 2300 =$3138,12 Hoeveel euro is $789? 1,3644 dollar = 1 euro $789 / 1,3644 =578,28 euro Bereken

Nadere informatie

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Amerikaans toerist op de Grote Markt van Brussel een Deens bier drinkt,

Nadere informatie

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Vraag 1 Bin. Munt/Buit. munt Hoeveelheid buitenlandse munt Beschouw bovenstaande grafiek met op de Y-as de hoeveelheid binnenlandse

Nadere informatie

Auteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSING OEFENINGEN HOOFDSTUK 24

Auteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSING OEFENINGEN HOOFDSTUK 24 OPLOSSING OEFENINGEN HOOFDSTUK 24 Open Vragen OEFENING 1 a) Daar 1 dollar 0,7699 euro waard is, is 1 euro 1/0,7699=1,2989 dollar waard. Vanuit Europees standpunt zetten we dus de wisselkoers met vaste

Nadere informatie

Eindtermen VWO. Domein E. Wisselkoersen

Eindtermen VWO. Domein E. Wisselkoersen Eindterm VWO Domein E Wisselkoers Domein E Wisselkoers Eindterm 19: e valuta (van e bepaald land): De vraag naar e valuta wordt bepaald door: a) Export op de lopde reking (van de betalingsbalans) Het buitland

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) VERSIE DEEL : Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 8 punten). Veronderstel een economie waar drie goederen worden geproduceerd. Alles wat in een jaar

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) 1. De grafiek hieronder geeft de participatiegraad voor Nederland, de V.S. en de 12 kernlanden

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Valutamarkt

Hoofdstuk 24 Valutamarkt Hoofdstuk 24 Valutamarkt Open vragen 24.1 Een valutahandelaar van een bank die in dollars handelt, krijgt op een gegeven moment de volgende gegevens op zijn beeldscherm (we gaan ervan uit dat het verschil

Nadere informatie

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere

Nadere informatie

Macro-economie examenvragen

Macro-economie examenvragen Macro-economie examenvragen Deel II 1. Indien de reële productie en het arbeidsaandeel constant blijven, dan kan het aantal tewerkgestelde personen van het ene jaar op het andere slechts toenemen indien.

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) VERSIE 1 DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) 1. Veronderstel een economie waar drie goederen worden geproduceerd. Alles wat in een

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale handel

Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting door een scholier 1484 woorden 7 oktober 2003 5,5 44 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Internationale handel HS 1 Nederland handelsland Par.

Nadere informatie

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8 betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste

Nadere informatie

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

ERRATUM Economische Topper 6 Algemene Economie

ERRATUM Economische Topper 6 Algemene Economie ERRATUM Economische Topper 6 Algemene Economie Er zijn enkele foutjes geslopen in de eerste druk van het leerwerkboek Economische Topper 6 Algemene economie. Hier vind je een overzicht per thema. Als je

Nadere informatie

Productinformatieblad Valutatermijntransactie. Vooraf zekerheid over betalingen en ontvangsten in vreemde valuta

Productinformatieblad Valutatermijntransactie. Vooraf zekerheid over betalingen en ontvangsten in vreemde valuta Productinformatieblad Valutatermijntransactie Vooraf zekerheid over betalingen en ontvangsten in vreemde valuta Franx B.V. Hogehilweg 5L 1101 CA Amsterdam 088-440 5500 service@franx.com Valutatermijntransactie

Nadere informatie

HOOFDSTUK 21: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 21: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 21: OEFENINGEN 1 In een gesloten economie zonder overheid, en waar de ondernemingen niet afschrijven noch winst reserveren, geldt : BNP = Y = consumptie + investeringen, BNP = Y = consumptie

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo II

Eindexamen economie vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 47,5 27,5 100% = 72,73% 27,5

Nadere informatie

Macro-economie voor AEO (225P05) Proeftentamen 1

Macro-economie voor AEO (225P05) Proeftentamen 1 Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Macro-economie voor AEO (225P05) Proeftentamen 1 November 2008 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus lijsten

Nadere informatie

6.1. Boekverslag door N woorden 15 juni keer beoordeeld

6.1. Boekverslag door N woorden 15 juni keer beoordeeld Boekverslag door N. 3102 woorden 15 juni 2006 6.1 33 keer beoordeeld Vak Economie In dit Leerarrangement ga ik het hebben over internationaal betalen, over transacties en over de wisselkoersen. Nederland

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg

Nadere informatie

Valutaoptie. Bescherming tegen koersschommelingen. Wat is valutarisico? Wat is een valutaoptie?

Valutaoptie. Bescherming tegen koersschommelingen. Wat is valutarisico? Wat is een valutaoptie? Bescherming tegen koersschommelingen Dit productinformatieblad is bedoeld voor ondernemers die internationaal zaken doen. In het kort leest u hierin wat een valutaoptie is, hoe het werkt en wat de voordelen,

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Internationale Handel

Begrippenlijst Economie Internationale Handel Begrippenlijst Economie Internationale Handel Begrippenlijst door een scholier 1948 woorden 10 maart 2004 6,4 29 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1, Nederland Handelsland arbeidsproductiviteit De

Nadere informatie

Propedeusecursus Macro-economie (6011P0025) Proeftentamen 2

Propedeusecursus Macro-economie (6011P0025) Proeftentamen 2 Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Propedeusecursus Macro-economie (6011P0025) Proeftentamen 2 Lente 2013 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting door een scholier 1819 woorden 4 mei 2004 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie INTERNATIONALE HANDEL COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefening 1: Geef grafisch weer welke wijziging de vraag- en/of aanbodcurve zal ondergaan in volgende gevallen

Nadere informatie

auteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 18

auteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 18 OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 18 Open vragen OEFENING 1 a) Inkomen is de stroomvariabele, vermogen is de voorraadveranderlijke. Het vermogen is de optelsom van al je inkomens tot nog toe, die je gespaard

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART 2016 08.45-10.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Woensdag 9 maart 2016 B / 9 2015 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (21

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Proefexamen Macro-economie: verbetering

Proefexamen Macro-economie: verbetering Proefexamen Macro-economie: verbetering Deel 1: Drie open vragen op telkens 6 punten. 1. H9 a) Leid wiskundig de Philipscurve af uit de prijszettingsrelatie op de arbeidsmarkt. Verklaar de gebruikte symbolen.

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Rek in het arbeidsaanbod 1 maximumscore 2 Doordat het aanbod van

Nadere informatie

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.

Nadere informatie

Valutatermijntransactie

Valutatermijntransactie Valutatermijntransactie Vooraf zekerheid over betalingen en ontvangsten in vreemde valuta Dit productinformatieblad is bedoeld voor ondernemers die internationaal zaken doen. In het kort leest u hierin

Nadere informatie

PERSCOMMUNIQUÉ. Driejaarlijkse enquête over de valutamarkt en de markt van de afgeleide producten: resultaten voor België

PERSCOMMUNIQUÉ. Driejaarlijkse enquête over de valutamarkt en de markt van de afgeleide producten: resultaten voor België Brussel, 25 september 2007. PERSCOMMUNIQUÉ Driejaarlijkse enquête over de valutamarkt en de markt van de afgeleide producten: resultaten voor België In april 2007 hebben vierenvijftig centrale banken en

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Driejaarlijkse enquête over de valutamarkt en de markt van de afgeleide producten: resultaten voor België

Driejaarlijkse enquête over de valutamarkt en de markt van de afgeleide producten: resultaten voor België 2013-09-05 Driejaarlijkse enquête over de valutamarkt en de markt van de afgeleide producten: resultaten voor België In april 2013 hebben drieënvijftig centrale banken en monetaire autoriteiten, waaronder

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 2: OEFENINGEN HOOFDSTUK 2: OEFENINGEN. Bij welke marktvorm is de individuele vraag tevens de marktvraag en is het individuele aanbod tevens het marktaanbod? a) Bij een bilateraal monoolie. b) Bij een monoolie. c) Bij

Nadere informatie

Lesbrief Buitenland 2

Lesbrief Buitenland 2 Lesbrief Buitenland 2 Hoofdstuk 1 Internationale handel 1.1 Uitvoer en invoer Invoervolume ( = importvolume): Uitvoervolume (= exportvolume): de hoeveelheid goederen en / of diensten gekocht uit het buitenland

Nadere informatie

Macro-economie (6011P0125) Proeftentamen 1

Macro-economie (6011P0125) Proeftentamen 1 Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Macro-economie (6011P0125) Proeftentamen 1 Lente 2013 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus een blad met antwoordmogelijkheden

Nadere informatie

HOOFDSTUK 17: DE GELDMARKT

HOOFDSTUK 17: DE GELDMARKT 1 HOOFDSTUK 17: DE GELDARKT 1. GELDSOORTEN 1.1. De geldhoeveelheid in enge zin (1) 1 = CP + D met CP = Chartaal geld, in handen van het Publiek D = giraal geld, in handen van het publiek Chartaal geld

Nadere informatie

6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod

6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod 6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod Opgave 1 a Noem vier factoren die bij een gegeven prijsniveau tot een verandering van de Effectieve Vraag kunnen leiden. b Met welke (macro-economische) instrumenten

Nadere informatie

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen De voorbeelden in de casussen zijn verzonnen door de auteurs en komen niet noodzakelijkerwijs

Nadere informatie

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur Samenvatting door een scholier 1067 woorden 13 juli 2001 4 44 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting:Internationale Handel Hoofdstuk 1: ****Nederland Handelsland**** 1.1 Export/Import: de waarde van

Nadere informatie

Hoofdstuk 25 Valutarisico en valutabeleid

Hoofdstuk 25 Valutarisico en valutabeleid Hoofdstuk 25 Valutarisico en valutabeleid Open vragen 25.1 Philips Electronics is een van de grootste producenten van elektronica ter wereld. In het jaarverslag over 2005 schrijft het concern onder andere

Nadere informatie

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden? 1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?. een daling van het aantal werklozen B. een toename van de emigratie uit het betreffende land. de

Nadere informatie

Hedging strategies. Opties ADVANCED. Een onderneming van de KBC-groep

Hedging strategies. Opties ADVANCED. Een onderneming van de KBC-groep Hedging strategies Opties p. 2 Index 1. Hedging met opties 3 2. Hedging met put opties 4 3. Hedgen met valutaopties 6 Drie valutaoptiecontracten 6 p. 3 Hedging met opties Hedging komt van het Engelse to

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten) VERSIE 1 DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten) 1. Zijn de volgende stellingen waar of niet waar? I. Voorraadinvesteringen kunnen negatief

Nadere informatie

Euro en andere valuta vmbo-b34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Euro en andere valuta vmbo-b34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 27 September 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62253 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit Samenvatting door een scholier 1633 woorden 8 juni 2007 6,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel. Hoofdstuk 1 Nederland handelsland. Nederland afhankelijk van handel omdat het

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Zakelijk boeren 1 maximumscore 1 A, B, D, E, F, H Opmerking

Nadere informatie

Oefeningen vraag en aanbod

Oefeningen vraag en aanbod Oefeningen vraag en aanbod Oefening 1: Geef grafisch weer welke wijziging de vraag- en/of aanbodcurve zal ondergaan in volgende gevallen (telkens ceteris paribus). a. De productiviteit van een groot aantal

Nadere informatie

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Remediëringstaak: Vraag en aanbod Remediëringstaak: Vraag en aanbod Oefening 1: a. Stijging olieprijs blijft beperkt. Je moet een grafiek tekenen waarin je je aanbod naar links laat verschuiven (aanbod daalt) (wegens pijpleidingen die

Nadere informatie

6,8. Als je de stof van 37.1 beheerst, kun je. Antwoorden door een scholier 3896 woorden 16 mei keer beoordeeld. Checklists Thema 8.

6,8. Als je de stof van 37.1 beheerst, kun je. Antwoorden door een scholier 3896 woorden 16 mei keer beoordeeld. Checklists Thema 8. Antwoorden door een scholier 3896 woorden 16 mei 2003 6,8 37 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Checklists Thema 8. Als je de stof van 37.1 beheerst, kun je 1. het verschil uitleggen tussen een

Nadere informatie

Samenvatting Economie H1, paragraaf 1 t/m 7, de Samenleving

Samenvatting Economie H1, paragraaf 1 t/m 7, de Samenleving Samenvatting Economie H1, paragraaf 1 t/m 7, de Samenleving Samenvatting door Jiske 1820 woorden 26 juni 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.1 Hoe belangrijk is de wereld voor Nederland?

Nadere informatie

Hedging strategies. Opties ADVANCED. Member of the KBC group

Hedging strategies. Opties ADVANCED. Member of the KBC group Hedging strategies Opties p. 2 Index 1. Hedging met opties 3 2. Hedging met put opties 4 3. Hedgen met valutaopties 6 Twee valutaoptiecontracten 6 p. 3 Hedging met opties Hedging komt van het Engelse to

Nadere informatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M) 1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom

Nadere informatie

Opties. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Een onderneming van de KBC-groep. Gepubliceerd door KBC Securities

Opties. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Een onderneming van de KBC-groep. Gepubliceerd door KBC Securities Brochure bestemd voor particuliere beleggers Gepubliceerd door KBC Securities p. 2 Index 1. Inleiding 3 2. Valutaopties 4 Drie valutaoptiecontracten 4 Waarom valutaopties gebruiken 4 3. Indexopties 5 Kenmerken

Nadere informatie

Economie. Vreemde valuta Klas 2, M&M Hooghuis Heesch

Economie. Vreemde valuta Klas 2, M&M Hooghuis Heesch Economie Vreemde valuta Klas 2, M&M Hooghuis Heesch 2 Deel 1 Omdat niet alle landen dezelfde munt hebben, zul je soms geld moeten wisselen. De bank heeft verkooplijstjes gemaakt. Hierop staat wat je moet

Nadere informatie

Voorbeeld examenvragen Boekdeel 2 en special topics

Voorbeeld examenvragen Boekdeel 2 en special topics Voorbeeld examenvragen Boekdeel 2 en special topics Vraag 1 Stel dat je 10 aandelen Fortis in portfolio hebt, elk aandeel met een huidige waarde van 31 per aandeel. Fortis beslist om een deel van haar

Nadere informatie

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Remediëringstaak: Vraag en aanbod Remediëringstaak: Vraag en aanbod Oefening 1: Verklaar bondig waarom de prijzen in onderstaande tekstjes veranderd zijn door middel van een grafiek met vraag- en aanbod(wijzigingen). a. Stijging olieprijs

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 2653 woorden 21 januari 2002 7 392 keer beoordeeld Vak Economie Internationale handel Hoofdstuk 1 Nederland Handelsland Er is

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo I

Eindexamen economie vwo I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave maximumscore 2 Door de vermindering van

Nadere informatie

Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets

Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets December 2008 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus een lijst

Nadere informatie

Valuta U verkoopt U koopt. Amerika - dollar 1,2444 1,1488. Australië - dollar 1,7232 1,5296. Canada - dollar 1,5658 1,3893

Valuta U verkoopt U koopt. Amerika - dollar 1,2444 1,1488. Australië - dollar 1,7232 1,5296. Canada - dollar 1,5658 1,3893 Koersen lezen Valuta U verkoopt U koopt Amerika - dollar 1,2444 1,1488 Australië - dollar 1,7232 1,5296 Canada - dollar 1,5658 1,3893 China - yuan renminbi 11,0400 9,0700 Denemarken - kroon 7,9794 7,0811

Nadere informatie

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld Samenvatting door een scholier 1909 woorden 17 april 2007 4,8 30 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Import: goederen uit het buitenland kopen Export: producten aan het buitenland verkopen Uitvoersaldo:

Nadere informatie

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Remediëringstaak: Vraag en aanbod Remediëringstaak: Vraag en aanbod 1. Studeer opnieuw de leerstof van vraag en aanbod in. Tracht steeds zeer inzichtelijk te studeren: ga na dat je alle redeneringen die we in de klas / cursus maakten snapt.

Nadere informatie

Vraag 1: PRIJSVORMING

Vraag 1: PRIJSVORMING Naam:.. Datum: 03/12/2013 Klas:... Klasnummer: Vak: SEI Leerkracht: K. Wambeke Opdrachtenbundel ( /20) Vraag 1: PRIJSVORMING Een "mp3-speler" wil wel iedereen maar tegen welke prijs? Los hierover de volgende

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit

Nadere informatie

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART 2016 08.45-10.15 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle

Nadere informatie

Euronext.liffe. Inleiding Optiestrategieën

Euronext.liffe. Inleiding Optiestrategieën Euronext.liffe Inleiding Optiestrategieën Vooraf De inhoud van dit document is uitsluitend educatief van karakter. Voor advies dient u contact op te nemen met uw bank of broker. Het is verstandig alvorens

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-I 4 Antwoordmodel Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 voorbeelden van juiste antwoorden: Een antwoord

Nadere informatie

Aandelenopties in woord en beeld

Aandelenopties in woord en beeld Aandelenopties in woord en beeld 2 Aandelenopties in woord en beeld 1 In deze brochure gaan we het hebben over aandelenopties zoals die worden verhandeld op de optiebeurs van Euronext. Maar wat zijn dat

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

HT1: Vraag en aanbod - marktevenwicht

HT1: Vraag en aanbod - marktevenwicht Naam: Nummer: HT: Vraag en aanbod - marktevenwicht Klas: 5 ECMT Lkr.: R. De Wever 20 september 202 20 Vraag : (2 ptn) ACTUA: Apple. Wie is de huidige CEO? Tim Cook. 2. Waarom kwam Apple afgelopen week

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten

Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Oefening 1: De overheid treedt onder druk van milieugroepen op tegen vervuilende ondernemingen en legt de ondernemingen een belasting per eenheid

Nadere informatie

Valutatermijn- transactiewijzer

Valutatermijn- transactiewijzer Valutatermijn- transactiewijzer U hebt of verwacht betalingen of ontvangsten in vreemde valuta. U loopt dan een mogelijk koersrisico. U kunt dit koersrisico afdekken met een valutatermijntransactie. Of

Nadere informatie

Productinformatie valutamanagement

Productinformatie valutamanagement Productinformatie valutamanagement Inhoud Uw onderneming en mogelijke valutarisico s 3 Uw valutarisico afdekken: beschermd tegen ongunstige koersontwikkelingen 7 Valutatermijntransactie Valutaoptie Cylinder

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een

Nadere informatie

Propedeusecursus Macro-economie (6011P0125) Proeftussentoets

Propedeusecursus Macro-economie (6011P0125) Proeftussentoets Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Propedeusecursus Macro-economie (6011P0125) Proeftussentoets Lente 2013 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2002-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2002-II 4 Antwoordmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening is: 1,5

Nadere informatie

Valutamarkt. De euro op koers. Havo Economie 2010-2011 VERS

Valutamarkt. De euro op koers. Havo Economie 2010-2011 VERS Valutamarkt De euro op koers Havo Economie 2010-2011 VERS 2 Hoofdstuk 1 : Inleiding Opdracht 1 a. Dirham b. Internet c. Duitsland - Ierland - Nederland - Griekenland - Finland - Luxemburg - Oostenrijk

Nadere informatie

1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet.

1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet. AANVULLENDE SPECIFIEKE TIPS ECONOMIE VWO 2007 1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet. : Leg uit dat loonmatiging in een open economie kan leiden tot

Nadere informatie

a. Geef een indicate van de termijnkoers EUR/USD voor 1, 2 en 3 maanden. b. Waarom is de 1 maands termijnkoers EUR/USD hoger dan de spotkoers?

a. Geef een indicate van de termijnkoers EUR/USD voor 1, 2 en 3 maanden. b. Waarom is de 1 maands termijnkoers EUR/USD hoger dan de spotkoers? Valutarisico 1 Op een bepaald moment zijn de volgende marktgegevens bekend: EUR/USD spotkoers 1,3450 Rente eurogeldmarkt 1 maand (30 dagen) 0,80% 2 maanden (61 dagen) 0,90% 3 maanden (92 (dagen) 1,00%

Nadere informatie

Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie. Prof. Dr. Jan Bouckaert december 2015

Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie. Prof. Dr. Jan Bouckaert december 2015 Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. Dr. Jan Bouckaert 11-14 december 2015 1. Wat wordt niet meegerekend in het netto nationaal inkomen (nni) van België? A. Lonen van Belgische grensarbeiders

Nadere informatie