maken de kinderen een dierenmasker en kruipen in de huid van het dier dat op het masker staat.

Transcriptie

1 5. Een beestenboel Tijdens deze activiteit: maken de kinderen een dierenmasker en kruipen in de huid van het dier dat op het masker staat. Inrichting speelleeromgeving Deze activiteit begint in de safarihoek, met Sil en Lis. Hierna gaan de kinderen in de knutselhoek aan de slag om zelf dierenmaskers te maken. Als deze af zijn, spelen zij hun spel, met masker, in de safarihoek. Taal Mondelinge taalvaardigheid Mening uiten en vragen stellen Groep 1 Groep 2 Drukt n.a.v. vragen zijn Stelt vragen en gebruikt gevoelens of mening verbaal vraagzinnen om ergens meer correct uit: bang, blij, boos, over te weten te komen voorkeur voor activiteit (hoeveel, waarom, waarmee, aangeven. welke, wanneer). Drukt gevoelens of een mening op een voor onbekenden begrijpelijke wijze, uit. Sociaal emotionele ontwikkeling Sociaal gedrag/ ontwikkeling van sociale vaardigheden Groep 1 Groep 2 Aardig doen Troost iemand die gevallen is. Troost iemand die bang of verdrietig is. Houdt rekening met de gevoelens en wensen van anderen. pagina 1 van 7

2 de achterpoot de voorpoot de bek (de tanden, de tong, open, dicht) de vacht het masker stevig papier elastiekjes of touwtjes om de maskers vast te kunnen maken kleurtjes, lijm, gekleurd papier, en andere knutselspullen filmcamera mallen van dierenmaskers (zie voorbeelden in de bijlage) Print verschillende maskers uit (zie de voorbeelden in de bijlage) en maak alvast gaatjes aan de zijkanten voor het elastiekje. Leg de elastiekjes en de knutselspullen klaar. Maak alvast een klein dierenmasker voor Sil en Lis. Hier kunt u ook de maskers van de bamboeclub voor gebruiken. Zet Sil en Lis allebei in de safarihoek met een masker op. Leg de filmcamera klaar. Kijk nu toch eens, er wonen twee nieuwe dieren in het safaripark. Zien de kinderen welke dieren dit zijn? Vinden zij dat Sil en Lis er eng uitzien? Laat Sil en Lis bewegen en klinken als de dieren op hun masker. Spelen de kinderen mee? Laat de kinderen vrij om zelf een dier te spelen of een knuffel uit de safarihoek te pakken om mee te spelen. Vraag na een tijdje of de kinderen het leuk vinden om zelf ook, net als Sil en Lis, een dierenmasker te maken. Dan kunnen zij dat dier nog beter naspelen. Laat de kinderen kiezen welk masker zij willen maken. Geef hen kleurtjes en eventueel papier en lijm en andere knutselspullen die nodig kunnen zijn om de mooiste dierenmaskers te maken. Help de kinderen waar nodig met het bedenken hoe het dier eruit ziet of kan zien. Wat voor vacht heeft een beer? Heeft een tijger scherpe tanden in zijn bek, of juist niet? Als de maskers klaar zijn kunt pagina 2 van 7

3 u de elastiekjes door de gaatje doen en kunnen de kinderen de maskers op hun hoofd zetten. Gaan alle dieren mee naar het safaripark? Is er ook een filmploeg in het safaripark om de dieren te filmen? Wat vinden jullie van de maskers? Lijken ze op wilde dieren? Help de kinderen hun gevoelens met betrekking tot de maskers te uiten. Spelbegeleiding door de leerkracht Laat de cameraman het spel in de safarihoek filmen. Het spel zou als volgt kunnen verlopen: Verkennen Laat de kinderen in het safaripark spelen. Verken wat zij doen. Spelen zij nog hetzelfde spel als toen zij geen masker ophadden? Welke nieuwe elementen hebben zij erbij verzonnen? Welke materialen gebruiken ze hierbij? Verdelen zij rollen? Wisselen de kinderen van rol? Wisselen zij dan ook van masker? Speelt de cameraman ook mee, of staat hij meer aan de zijlijn? Begrijpt u het spel van de kinderen? Verbinden Speel zelf mee met de kinderen en benoem wat u ziet. Ga mee in het spel van de kinderen en sluit aan bij hun interesse. Ga mee in de aandacht van de kinderen. Probeer alle kinderen bij het spel te betrekken, ook de cameraman. Maak verbindingen met de doelen. Dit zou als volgt kunnen gaan: Leerkracht: Even mijn verrekijker pakken. Zie ik daar nu een wild dier? Cameraman: Ik zie hem, daar loopt een leeuw. Ik ga filmen! Leerkracht: Ja, nu zie ik hem ook. En kijk, er is ook een jachtluipaard. Ze komen naar ons toe, doe voorzichtig! Leeuw: Grrrrrr, ik ruik een mens. Mmmm, lekker. Kom jachtluipaard, we sluipen naar ze toe. We zetten heel zachtjes onze voorpoten en achterpoten neer. Verrijken Naast het verkennen en verbinden is het voor de ontwikkeling van de kinderen van belang dat u als leerkracht het spel gaat verrijken. Verrijken is veel doen, vooral meedoen en meepraten. Het meepraten is met name van belang voor de taalontwikkeling van de kinderen. Verwoord steeds wat u doet en verwoord ook wat de kinderen doen. Door mijn verrekijker zie ik twee dieren lopen. Daar loopt een leeuw met grote manen op zijn kop. Wat een brede poten zeg. En daar loopt ook een jachtluipaard. Die herken ik aan de zwarte strepen op zijn gezicht. Dat lijken net zwarte sporen van tranen. Het lijkt wel of de dieren gaan sluipen, ze lopen bijna met hun buik op de grond. Verrijken is ook samen denken met de kinderen, bijvoorbeeld over iets dat gebeurd is, of over pagina 3 van 7

4 iets dat nog gaat gebeuren, maar het kan ook gaan over gevoelens. Ik zou die dieren wel eens echt van dichtbij willen zien, maar ze zijn natuurlijk heel erg gevaarlijk. Wat kan ik doen om ze wel te zien maar toch veilig te blijven? In dit laatste stukje ziet u dat verrijken ook bestaat uit de kinderen vragen stellen over hoe, wat, waar, wanneer en waarom, woorden geven aan ervaringen, kinderen uitdagen en iets nieuws toevoegen. Ga met de kinderen bij elkaar zitten. Vraag hen één voor één hun masker op te zetten. Wat vinden de andere kinderen van het masker? Vinden ze het een beetje eng om te zien? En hoe is het voor het kind met het masker op? Hoe voelt het om dat wilde dier te spelen? Als afsluiting kunnen de kinderen aan de wilde dieren vragen stellen. Bijvoorbeeld waar hij slaapt of wat zijn lievelingseten is. Intensief arrangement Stap bij deze kinderen al tijdens de verkenfase in het spel. U kunt het spel voorspelen en benoemen wat u doet of ziet. Benoem hierbij ook uw gevoelens van bijvoorbeeld angst of schrik. Help de kinderen hetzelfde te doen, door hen te vragen om te verwoorden wat zij voelen. Ook kunt u ervoor kiezen om aanwijzingen te geven zodat het spel op gang komt. Benoem ook hierbij zoveel mogelijk handelingen en voorwerpen. Verdiept arrangement U speelt het spel in het safaripark volgens de stappen in de spelbegeleiding. In de afsluiting laat u de kinderen op gestructureerde wijze vertellen wat ze hebben gespeeld. Stimuleer hen hierbij vragen aan elkaar te stellen om er bijvoorbeeld achter te komen waarom de dieren iets deden. Sluit af door de kinderen naar elkaars mening te laten luisteren. Wat vinden zij bijvoorbeeld het mooist aan de maskers van de anderen? Waarom? Op de site van de bamboeclub staan ook dierenmaskers die geprint kunnen worden. Deze zijn Maskers echter al helemaal af en kunnen niet meer naar eigen creativiteit ingekleurd worden. Maak foto s van de kinderen met hun maskers op. Als groep, maar ook individueel. Deze kunnen opgehangen worden in de klas. pagina 4 van 7

5 pagina 5 van 7

6 pagina 6 van 7

7 pagina 7 van 7