KIJK! KLEUTERS. Vind je de natuur mooi? Kijk je in de verte of zoek je een mooie bloem of tak dichtbij?

Transcriptie

1 KIJK! KLEUTERS Mooi gekiekt eventueel ipad van klas Vind je de natuur mooi? Kijk je in de verte of zoek je een mooie bloem of tak dichtbij? Neem eventueel een foto met de ipad van iets dat jullie mooi vinden als demonstratie voor de volgende opdracht. De kinderen werken per 2: een kind is de fotograaf, het andere kind is het fototoestel. De fotograaf staat achter het fototoestel. Het fototoestel houdt zijn ogen dicht en laat zich leiden door de fotograaf. De fotograaf richt het fototoestel op iets dat hij mooi vindt door het hoofd voorzichtig te sturen van links naar rechts en van boven naar onder. Als de fotograaf op de schouder van het fototoestel tikt, dan doet het toestel zijn ogen open. Beide kinderen klikken met hun tong of zeggen klikklak. Daarna wisselen de kinderen van rol. K1

2 Ingekaderd (en veranderd) takken onderweg/ ter plaatse Elk kind zoekt een tak die niet groter is dan hijzelf. De takken worden niet gebruikt om te vechten of te gooien, wel om iets moois in te kaderen. Je kan: Samen zoeken op de grond naar een mooi plekje en het inkaderen met de takken. Een kader leggenmet de takken. Scharrel samenallerlei natuurlijk materiaal bijeen en maak iets moois in het kader. Geniet van dit stukje kunst en praat er even over. Op het einde sluiten de kinderen de ogen en verandert de begeleider vijf dingen. Wie ziet wat? K2 Plakkunst papieren hangers met dubbelklevende plakband afvalzakje schudbus toverzand Elk kind krijgt een hanger rond de hals. De begeleider verwijdert de beschermstrook van de plakband en stopt deze in het afvalzakje. De kinderen maken een plakkunstwerkje met materiaal dat ze vinden in de natuur. Opgelet: er mag niks worden geplukt, enkel opgeraapt. Als het kunstwerkje af is, wordt het licht bestrooid met toverzand, zodat het niet meer kleeft. K3

3 Kleuren met bloemen blaadjes papier met schilderspalet Verf gemaakt van planten werd vroeger gebruikt om te schilderen en kleren te kleuren. Wat is jouw lievelingskleur? Ken je de kleur van de paardenbloem? En van het madeliefje? Welke kleur heb je nog nooit gezien in de natuur? Zou je kleuren op papier krijgen door met delen van een plant over het papier te wrijven? De begeleider deelt de blaadjes met het schilderpallet uit. De kinderen zoeken en testen verschillende planten om de bolletjes van het pallet mee te kleuren. Opgelet: laat de volledige plant staan, pluk 1 bloem of blaadje. Tip: ook met aarde kan je kleuren. K4 Beestenboel dierkaartjes (koekoek, kikker, hond, slang, bij, koe) --> in zijvak oor. De begeleider kijkt samen met de kinderen naar de dierkaartjes. De dieren worden benoemd. Elk kind krijgt een dierkaartje. Sssssssssst, niet verklappen, het moet geheim blijven. De kinderen verspreiden zich over het terrein. Na een signaal bootsen alle kinderen de bewegingen van hun dier na. Ze gaan op zoek naar hun soortgenootjes. K5

4 Moddersmoelen en sporen voorbeeld Activiteit als er modder is. Dit kan ook met klei. De begeleider maakt samen met de kinderen een moddersmoel met ogen, oren, mond, neus op een boom of op de grond. Daarna gaan de kinderen alleen aan de slag. Wie heeft de mooiste smoel? Wie de engste? Je kan ook sporen maken in de modder. Hoe zien die eruit als je stapt, loopt, springt,..? Kan je aan de voetsporen zien van wie ze zijn? Zijn er ook sporen van dieren? Fop de kinderen met een nepdierenspoor. Wie ziet er andere sporen? Nesten, voedselresten, veren, holletjes, molshopen, poep Bedenk samen een leuke manier om jullie handen proper te maken. K6 Praten met je lijf geen We praten niet alleen met onze mond, ook met ons lichaam. Voor veel dieren is lichaamstaal heel belangrijk. Hoe tonen dieren dat ze boos/verdrietig/bang/blij zijn? De kinderen verspreiden zich in de ruimte. De begeleider geeft een opdracht om iets uit te beelden: een bange hond een boze kat een verliefde vogel een verdrietig kindje een plantje dat water nodig heeft... K7

5 Verstoppertje en pasmaaroppertje loeppotjes Wat is belangrijk als je verstoppertje speelt? Felle kleuren zijn niet interessant, want dan ben je snel gezien! Sommige dieren zijn fel gekleurd. Opgelet! zegt een wesp met haar geel-zwarte strepen ik kan steken. Laat mij met rust. De kinderen gaan op zoek naar kriebeldiertjes onder hout, tussen bladeren en in struiken. Ze bekijken de diertjes in de loeppotjes. Willen de dieren zich verstoppen of vallen ze juist op? Verzin een leuke naam voor de kriebeldiertjes en toon ze aan elkaar. Laat de diertjes weer vrij en leg het hout en de bladeren terug. K8 Spoor zoeken 2 touwen 4 kijkbuizen Torenvalken zijn roofvogels en hebben goede ogen. Hoog in de lucht speuren ze naar prooien, zoals muisjes. Ze hebben hierbij nog een extra troef: ze kunnen speciale kleuren zien. Zo kan hij de pipi van muizen opmerken en de muis makkelijker vinden! De begeleider legt twee kronkelende sporen met touw op de grond. De kinderen verdelen zich in twee groepen en gaan in een rij bij een spoor staan. Ze volgen elk om beurt het spoor van hun groep met de kijkbuis. De kijkbuis wordt doorgegeven. Wat heb je gezien? Zou je dat ook gezien hebben als je gewoon voorbijliep? K9

6 Wolken geen Activiteit enkel als het waait en de grond droog is.. De kinderen liggen op hun rug twee minuten stil en kijken naar de hemel. De begeleider stelt zacht volgende vragen: Kijk eens naar die mooie wolken. Zou je daar nu niet graag in willen liggen? Doe maar net alsof je op zo n mooie wolk ligt. Waar denk je nu aan? Hoe voelt dat? Zie je iets in de wolken? Een dier of een gezichtje misschien? Laat je fantasie de vrije loop. Zijn alle wolken helemaal wit of zijn er ook andere kleuren? De kinderen vertellen wat ze zien en voelen. K10 Natuur- en Milieucentrum De Bourgoyen Driepikkelstraat Mariakerke bourgoyen.educatie@gent.be nme.stad.gent

7