Verheugt, J.W.P. (2013) Inleiding in het Nederlandse recht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers, ISBN Meerkeuzevragen (20 punten)

Transcriptie

1 Antwoordmodel Antwoordmodel Aan dit antwoordmodel kunnen geen rechten worden ontleend. Het antwoordmodel dient als indicatie voor de corrector. Studiemateriaal Verheugt, J.W.P. (2013) Inleiding in het Nederlandse recht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers, ISBN Meerkeuzevragen (20 punten) Vraag Antwoord Vindplaats in het studiemateriaal Aantal punten 1. b Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 1. par. 6, p b Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 1, par. 4, p b Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 3, par. 1.2, p. 60 en a Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 2, par. 5.2, p c Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 3, par. 4.1, p. 74 NCOI Opleidingsgroep 1

2 Vraag Antwoord Vindplaats in het studiemateriaal Aantal punten 6. a Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 3, par. 4.3, p b Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 4, par. 3.1, p a Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 3, par. 1.1, p. 55 en c Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 14, par. 4, p a Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 2, par. 4.1, p. 34 en 35 2 NCOI Opleidingsgroep

3 Open vragen (40 punten) 1. Verordeningen van de Europese Unie zijn in elke lidstaat rechtstreeks toepasselijk, dat wil zeggen dat de verordening kant-en-klare bevoegdheden en verplichtingen schept, zodat implementatie in het nationale recht niet nodig is. Europese verordeningen hebben rechtstreekse werking voor particulieren en ondernemingen in iedere lidstaat. Dat betekent dat Europese verordeningen bevoegdheden inhouden waarop iedereen zich ten overstaan van de eigen nationale rechter kan beroepen. Omdat Europese verordeningen dus ook bij de Nederlandse rechter zonder meer kunnen worden ingeroepen en deze ze moet toepassen, functioneren ze in ons land als wetten in materiële zin (of zijn het algemeen verbindende voorschriften). Richtlijnen zijn uitsluitend bestemd voor de lidstaten. Zij verplichten alle lidstaten hun nationale wetgevingen op een bepaald terrein aan te passen overeenkomstig de in de richtlijn gestelde voorwaarden. Omdat Europese richtlijnen uitsluitend instructienormen voor de nationale overheden bevatten en zich dus alleen richten tot de lidstaten zelf, bevatten zij in tegenstelling tot verordeningen geen algemeen verbindende voorschriften. Burgers en bedrijven kunnen er in beginsel niet rechtstreeks rechten en plichten aan ontlenen. Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 15, par. 6,3, p. 532 en 533 Verordeningen rechtstreeks toepasselijk/geen implementatie in het nationale recht nodig. Richtlijnen verplichten lidstaten nationale wetgeving aan te passen overeenkomstig de in de richtlijn gestelde voorwaarden 4 punten ( per onderdeel) Verordeningen kunnen bij de Nederlandse rechter worden ingeroepen/verordeningen zijn algemeen verbindende voorschriften/zijn wetten in materiële zin. Burgers en bedrijven kunnen aan richtlijnen in beginsel niet rechtstreeks rechten en plichten ontlenen/richtlijnen zijn geen algemeen verbindende voorschriften 4 punten ( per onderdeel) 2. Menno kan beroep instellen bij de bestuursrechter. Art. 8:1 Awb. De bestuursrechter is absoluut bevoegd. Omdat het beroep is ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders, is de rechtbank van het rechtsgebied waarin het bestuursorgaan zijn zetel heeft bevoegd, in dit geval Amsterdam. Art. 8:7 lid 1 Awb. Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 5, par. 6 en 6.1, p. 175 NCOI Opleidingsgroep 3

4 De bestuursrechter is absoluut bevoegd : 3 punten Art. 8:1 Awb: 1 punt Besluit van college van burgemeester en wethouders, rechtbank van het rechtsgebied waarin het bestuursorgaan zijn zetel heeft bevoegd, in casu Amsterdam: 3 punten Art. 8:7 lid 1 Awb: 1 punt 3. Ja, Johan kan de Kluwer Collegebundel Wetteksten van Theo als zijn eigendom terugeisen. Theo wordt namelijk niet beschermd. De vereisten voor een geldige overdracht zijn volgens art. 3:86 BW: Een feitelijke overgave: hier is aan voldaan; Tegenprestatie: hier wordt niet aan voldaan omdat de overdracht anders dan om niet is geschied; Goede trouw: hier wordt aan voldaan. Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 7, par. 4, p. 247 Ja: 1 punt Feitelijke overgave: Tegenprestatie/anders dan om niet: Goeder trouw: Art. 3:86 BW: 1 punt 4. Ja, Jitske kan de koopovereenkomst meteen ontbinden. Er is sprake van een tekortkoming in de nakoming en er is sprake van een fatale termijn. Een voorafgaande ingebrekestelling is daarom niet nodig. Art. 6:83 sub a BW. Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 8, par. 5, p. 285 Aantal punten: 9 Ja, Jitske kan de koopovereenkomst meteen ontbinden: Tekortkoming in de nakoming: Geen ingebrekestelling nodig: Fatale termijn: Art. 6:83 sub a BW: 1 punt 5. Nee. Hoewel Arnold minderjarig is, is de rechtshandeling geldig. Het gaat hier om een rechtshandeling waarvan de toestemming wordt verondersteld te zijn verleend. De toestemming wordt verondersteld aan een minderjarige te zijn verleend, indien het een rechtshandeling betreft ten aanzien waarvan in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van zijn leeftijd deze zelfstandig verrichten. Een 4 NCOI Opleidingsgroep

5 boek kopen is een normale rechtshandeling voor mensen van 17 jaar. Art. 1:234 lid 3 BW Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 6, par. 5.1, p. 207 Aantal punten: 7 Nee: 1 punt Toestemming verondersteld te zijn verleend: 3 punten In maatschappelijk verkeer gebruikelijk dat minderjarigen van zijn leeftijd die rechtshandeling zelfstandig verrichten/boek kopen is een normale rechtshandeling voor mensen van 17 jaar: Art. 1:234 lid 3 BW: 1 punt NCOI Opleidingsgroep 5

6 Case: Flipje BV (40 punten) 1. De ouders van Paul zijn aansprakelijk voor de schade die Paul heeft veroorzaakt, omdat Paul jonger is dan 14 jaar. Art. 6:169 lid 1 BW. Omdat Vincent 16 jaar is, is hij zelf aansprakelijk voor zijn onrechtmatige daad. Art. 6:162 BW. Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 9, par. 6.1, p. 324 en 325 Ouders Paul aansprakelijk: Paul is jonger dan 14 jaar: Art. 6:169 lid 1 BW: 1 punt Vincent zelf aansprakelijk, omdat hij 16 jaar is: Art. 6:162 BW: 1 punt 2. Een commanditaire vennootschap (CV) heeft twee soorten vennoten: beherende en stille vennoten. De beherende vennoten voeren het beheer en treden naar buiten toe op. De stille vennoten voeren niet het beheer en treden niet naar buiten toe op. Zij verschaffen de CV geld. Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 11, par , p. 371 Beherende vennoten: Stille vennoten: Beherende vennoten voeren beheer en treden naar buiten toe op: Stille vennoten voeren niet het beheer en treden niet naar buiten toe op: 1 punt Verschaffen van geld: 1 punt 3. Ja, zij kunnen zelf procederen. Het betreft hier een kantonzaak, omdat de vordering lager is dan ,-. Art. 93 Rv. Bij kantonzaken geldt verplichte procesvertegenwoordiging niet. Zowel de eiser als de gedaagde kunnen daar zelf in persoon procederen. Art. 79 lid 1 Rv. Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 10, par. 2, p. 341 en hfdst. 4, par. 3.2, p. 109 en 110 Ja: 1 punt Kantonzaak, omdat vordering lager is dan ,-: 3 punten Art. 93 Rv: 1 punt 6 NCOI Opleidingsgroep

7 Bij kantonzaken geldt geen verplichte procesvertegenwoordiging: Art. 79 lid 1 Rv: 1 punt 4. Nee. Een concurrentiebeding kan alleen schriftelijk met een meerderjarige werknemer worden overeengekomen. Het is in casu niet schriftelijk overeengekomen. Martijn is tevens zeventien jaar, derhalve is het concurrentiebeding niet geldig. Art. 7:653 BW. Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 12, par. 1.2, p. 410 punten Nee: 1 punt Concurrentiebeding kan alleen schriftelijk: 3 punten Met een meerderjarige werknemer: 3 punten Art. 7:653 BW: 1 punt 5. Martijn en Sjef zijn medeplegers. Zij begaan samen een strafbaar feit. Art. 47 Sr. Koos is medeplichtige. Hij is opzettelijk behulpzaam bij het plegen van het misdrijf. Art. 48 Sr. Inleiding in het Nederlandse recht, hfdst. 13, par. 4.2, p. 452 en 453 Martijn en Sjef zijn medeplegers: Ze begaan samen een strafbaar feit: 1 punt Art. 47 Sr: 1 punt Koos is medeplichtige: Hij is opzettelijk behulpzaam bij het plegen van het misdrijf: 1 punt Art. 48 Sr: 1 punt NCOI Opleidingsgroep 7

8 Eindcijferberekening Maximaal aantal te behalen punten: 100 punten Totaal onderdeel meerkeuzevragen: Totaal onderdeel open vragen: Totaal onderdeel case: 20 punten 40 punten 40 punten Let op: Conform artikel 4.8 van het Onderwijs- en Examenreglement (OER) worden de eindcijfers op een decimaal nauwkeurig gewaardeerd. Hierbij wordt niet afgerond, maar afgebroken. Voorbeeld: 5,45 -> 5,4 5,49 -> 5,4 5,52 -> 5,5 5,59 -> 5,5 8 NCOI Opleidingsgroep