1 Stofwisseling. JasperOut.nl

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Stofwisseling. JasperOut.nl"

Transcriptie

1 1

2 Introfilmpje: 1

3 1.1 Verzuurde spieren 1

4 Verzuring van je spieren Je spieren verbruiken energie komt vrij tijdens de verbranding (dissimilatie) in je cellen. Bij deze verbranding zetten je spiercellen de energie uit glucose om in bewegingsenergie. Voor deze vorm van verbranding is zuurstof nodig en er komt CO 2 en water bij vrij. Aerobe dissimilatie (Verbranding) Glucose + Zuurstof CO 2 + water + (Bewegings)energie De glucose en zuurstof worden aangeleverd via je bloed. Wanneer de vraag naar energie groter is dan je cellen kunnen leveren (door een tekort aan zuurstof) schakelen je cellen over op anaerobe dissimilatie ( verbranding zonder zuurstof). Hierbij wordt glucose gesplitst in melkzuur; hierbij komt energie vrij, maar wel minder dan bij aerobe dissimilatie. De ophoping van melkzuur kan pijn in je spieren veroorzaken, dit is de verzuring van je spieren. Anaerobe dissimilatie Glucose Melkzuur + (Bewegings)energie 1.1 Verzuurde Spieren

5 1.2Wat is stofwisseling? 1

6 In je cellen worden stoffen omgezet in andere stoffen, hiervoor is óf energie nodig óf er komt energie bij vrij. Al deze processen worden stofwisselingsprocessen genoemd. Het totaal van alle chemische processen in de cellen van een organisme noemen we stofwisseling. Opname uit de omgeving Cel Afgifte aan de omgeving Grondstoffen Energie Onbruikbare stoffen Warmte Energierijke stoffen Bewegingsenergie 1.2 Wat is stofwisseling?

7 (An)Organische stoffen Elk organisme is opgebouwd uit organische (afkomstig uit de levende natuur, ofwel gemaakt door organisme) en anorganische stoffen (afkomstig uit de levenloze natuur). Alle stoffen zijn opgebouwd uit moleculen, en moleculen op hun beurt weer uit atomen. Watermolecuul (H 2 O) Organische stoffen bestaan altijd uit koolstof- (C) en waterstofatomen (H) en vaak bevatten ze ook zuurstofatomen (O). De verbindingen tussen koolstof- en waterstofatomen bevatten veel chemische energie. Tijdens de verbranding van organische stoffen komt deze energievrij door de verbindingen te verbreken. Glucose is een voorbeeld van een organische stof (C 6 H 12 O 6 ) en is door de verbindingen van de kool- en waterstofatomen een belangrijke energieleverancier voor het lichaam. Zuurstofatoom (O) Water is een anorganische stof bevat dus ook géén koolstofatomen. Eiwitmoleculen bestaan vaak uit duizenden atomen en bevatten naast C-, H-, en O-atomen ook N-atomen (stikstof) en vaak S- (zwavel) en P- (fosfor) atomen. 1.2 Wat is stofwisseling?

8 Assimilatie en dissimilatie sprocessen kunnen worden onderverdeeld in twee groepen; assimilatie- en dissimilatieprocessen. Bij assimilatie worden organische moleculen opgebouwd vanuit, kleinere, anorganische moleculen. Voor assimilatie is altijd energie nodig. Deze energie wordt als chemische energie opgeslagen in de ontstane stof. (Fotosynthese is een voorbeeld van een assimilatieproces, hierbij wordt het organische molecuul glucose gevormd vanuit water en zuurstof. De energie die hiervoor nodig is wordt gehaald uit lichtenergie.) Wanneer planten en dieren glucose verder verwerken tot grotere organische moleculen wordt dit voortgezette assimilatie genoemd. Bij dissimilatie worden grote energierijke organische moleculen omgezet tot kleinere moleculen. Hierbij komt de eerder opgeslagen chemische energie vrij in verschillende vormen van energie (warmte, beweging, licht, etc.) Energie Assimilatie Groter organisch molecuul. Klein organisch of Dissimilatie Energie 1.2 Wat is stofwisseling? anorganisch molecuul.

9 Adenosine-trifosfaat (ATP) Omdat de energie die vrijkomt tijdens de verbranding meestal niet nodig is op de plek waar het vrijkomt wordt de energie eerst gebruikt om ATP de vormen. ATP bestaat uit drie (tri) fosfaat groepen (P), wanneer de tweede en derde fosfaatgroep van elkaar loskomen komt er energie vrij. Wanneer er één fosfaatgroep van de ATP afgehaald is blijft er ADP (Adenosinedifosfaat, di = twee) over. De energie uit de verbranding van glucose wordt gebruikt om weer een fosfaatgroep aan de ADP te koppelen en, energierijke, ATP te maken. ATP P = ADP + Energie ADP + P + Energie = ATP ( = dissimilatie) ( = assimilatie) 1.2 Wat is stofwisseling?

10 1.3Dissimilatie 1

11 Aerobe dissimilatie Bij de aanwezigheid van voldoende zuurstof vindt in de mitochondriën de aerobe dissimilatie van glucose plaats. De, tijdens de fotosynthese opgeslagen, chemische energie komt hierbij vrij en wordt tijdelijk omgezet in chemische energie in ATP-moleculen om later te worden benut bij levensprocessen. De chemische energie komt vrij uit de glucose door koolstof- en waterstofatomen te splitsen. Hierdoor ontstaan de verbrandingsproducten koolstofdioxide en water. Deze verbrandingsproducten worden door het lichaam weer aan het milieu afgegeven. Aerobe dissimilatie van glucose Glucose + Zuurstof Koolstofdioxide + Water + Energie C 6 H 12 O O 2 6 CO 2 + 6H 2 O + Energie 1.3 Dissimilatie

12 Anaerobe dissimilatie Wanneer er te weinig zuurstof beschikbaar is voor aerobe dissimilatie schakelen cellen over op anaerobe (zonder-zuurstof) dissimilatie. Bij anaerobe dissimilatie kan, naast melkzuur, ook ethanol ontstaan. Dit proces vindt plaats in bijvoorbeeld gistcellen en heet alcoholgisting. De ontstane ethanol bevat nog veel energie waardoor de anaerobe dissimilatie veel minder energie oplevert dan de aerobe dissimilatie. De alcoholgisting wordt in sommige gevallen ook expres in werking gezet bij het produceren van bijvoorbeeld wijn of bier, maar ook bij brood. Bij brood verdampt de alcohol maar zorgt de koolstofdioxide die vrijkomt er voor het deeg rijst. Anaerobe dissimilatie van glucose (Alcoholgisting) Glucose Ethanol + Koolstofdioxide + Energie C 6 H 12 O 6 2 C 2 H 6 O + 2 CO 2 + Energie 1.3 Dissimilatie

13 Anaerobe dissimilatie Melkzuur in de spieren ontstaat door melkzuurgisting waarbij melkzuurbacteriën de glucose omzetten tot melkzuur. Hierbij wordt, net als bij aerobe dissimilatie en alcoholgisting, de vrijgekomen chemische energie opgeslagen in ATP. De melkzuurgisting levert weinig energie per glucosemolecuul, er is dus véél glucose nodig om voldoende energie te krijgen en er ontstaat dus ook véél melkzuur welke voor de verzuring in je spieren zorgt. De melkzuur die ontstaat in de spieren wordt uiteindelijk afgevoerd naar de lever en daar met behulp van ATP en zuurstof weer omgezet in glucose zodat deze weer doormiddel van aerobe dissimilatie omgezet kan worden in voldoende energie. Anaerobe dissimilatie van glucose (Melkzuurgisting) Glucose Melkzuur + Energie C 6 H 12 O 6 2 C 3 H 6 O 3 + Energie 1.3 Dissimilatie

14 Dissimilatie van vetten en eiwitten Naast glucose kunnen ook andere koolhydraten, vetten en eiwitten worden gedissimileerd. De moleculen van de meeste koolhydraten, vetten en eiwitten zijn veel groter dan die van glucose waardoor er in bij de dissimilatie een aantal tussenstappen plaats vinden. De dissimilatie van vetten duurt veel langer dan die van andere moleculen maar levert per gram meer energie (in de vorm van ATP) op dan de dissimilatie van koolhydraten of eiwitten. Eiwitten worden bij de dissimilatie eerst gesplitst in aminozuren. Bij deze splitsing ontstaat ammoniak, deze ammoniak bevat veel stikstof en wordt bij de mens vaak omgezet in ureum. Zowel ureum als ammoniak zijn afvalstoffen voor ons lichaam en worden via de urine uitgescheiden. 1.3 Dissimilatie

15 1.4 in planten 1

16 Fotosynthese Glucose wordt gevormd in de bladeren van een plant doormiddel van fotosynthese, naast glucose ontstaat er hierbij ook zuurstof. Fotosynthese Water + Koolstofdioxide + Lichtenergie Glucose + Zuurstof 6 H 2 O + 6 CO 2 C 6 H 12 O O 2 De bladeren gebruiken zelf ook een deel van deze glucose voor dissimilatie waarbij weer water en koolstofdioxide vrijkomen. De afgifte en opname van zuurstof en koolstofdioxide vindt plaats via de huidmondjes, doormiddel van diffusie worden zuurstof en koolstofdioxide uitgewisseld met de langs het blad stromende lucht. De huidmondjes zijn omgeven door twee sluitcellen waardoor de huidmondjes s nachts afgesloten kunnen worden zodat er geen water, wat ook via de huidmondjes weg druppelt, verloren gaat omdat er bij gebrek aan licht toch geen fotosynthese plaats kan vinden. 1.4 in planten

17 Transport van assimilatie producten De glucose kan in de bladeren worden omgezet in andere producten (voorgezette assimilatie). Al deze assimilatie producten moeten ook terecht kunnen komen in andere plantdelen. Transport in planten moet vaak over grote afstanden plaats vinden waardoor diffusie, osmose en actief transport geen optie zijn. Het transport in planten vindt dan ook vooral plaats door stroming. Deze stroming gaat via de vaten in stengels (vaatbundels) en bladeren (nerven). De vaatbundels in stengels bestaan uit houtvaten en bastvaten. In de houtvaten vindt anorganische sapstroom plaats, via de houtvaten worden water en mineralen vanuit de wortels naar de stengels en bladeren vervoerd. In de bastvaten worden de assimilatieproducten vanuit de bladeren naar andere delen van de plant vervoerd, dit noemen we de organische sapstroom. 1.4 in planten

18 Bouw van het blad + stengel Zie Binas Tabel 91A voor de bouw van het blad en Tabel 91C.1 voor de doorsnede van een stengel 1.4 in planten

19 Transport door houtvaten Vanuit de wortels worden water en mineralen naar de bladeren vervoerd door de houtvaten. Water komt niet zomaar omhoog. Er zijn drie processen verantwoordelijk voor het vervoer van water vanuit de wortels omhoog: 1. Capillaire werking; Door de aantrekkingskracht van de wand van de houtvaten naar water worden watermoleculen omhoog getrokken. Doordat watermoleculen onderling een sterker aantrekkingskracht hebben wordt al het water als een soort draad omhoog getrokken door de houtvaten. 2. Verdamping; Vanuit de celwanden in de bladeren verdampt water naar de intercellulaire ruimte, hierdoor ontstaat een soort zuigkracht waardoor nieuw water wordt aangetrokken vanuit de houtvaten. 3. Worteldruk; Wortels nemen d.m.v. actief transport mineralen op. Doordat de osmotische waarde van de houtvaten daardoor hoger wordt dan die in het opgenomen water door de wortelharen wordt er een opwaartse kracht van de anorganische sapstroom gecreëerd. 1.4 in planten

20 Transport door bastvaten De chloroplasten in bladeren produceren overdag meer glucose dan in de bladeren nodig is voor de dissimilatie. De overtollige glucose wordt omgezet in zetmeel wat opgeslagen kan worden in de bladcellen. Doordat zetmeel slecht oplosbaar is in water zorgt zetmeel ervoor dat de osmotische waarde in de cellen niet te hoog wordt. De opgeslagen zetmeel wordt (vooral s nachts) omgezet in sacharose. De sacharose kan via de bastvaten worden afgevoerd naar andere delen van de plant. In bijvoorbeeld de stengels, wortels of bloemen wordt de sacharose vervolgens middels actief transport opgenomen in de cellen en weer omgezet in glucose. In deze cellen kan de glucose dan gebruikt worden voor dissimilatie. Transport energierijke stoffen door bastvaten Glucose Zetmeel Sacharose Glucose ATP / Energie In de bladeren / bladcellen Via bastvaten In overige plantdelen 1.4 in planten

21 Opslag van assimilatieproducten De meeste assimilatieproducten zijn niet direct nodig in de plantencellen en worden daarom voor enige tijd opgeslagen in de verschillende plantdelen. Een klein deel van deze assimilatieproducten wordt opgeslagen in de cellen zelf maar de meeste worden via transport naar specifieke plantdelen gebracht. En in bijvoorbeeld verdikte ondergrondse delen of zaden opgeslagen. Zetmeel; Zetmeel wordt opgeslagen in zetmeelkorrels, deze zetmeelkorrels bevinden zich vooral in bijvoorbeeld aardappelknollen en zaden van granen. Glucose, fructose, sacharose; De meeste suikers worden opgeslagen in het vacuolevocht. Glucose en fructose in het vacuolevocht van vruchten. Sacharose ( tafelsuiker ) in bijvoorbeeld de stengels en wortels van suikerriet of de knollen van suikerbieten. Vetten; Vetten worden als vetdruppels opgeslagen in het cytoplasma van bijvoorbeeld zaden van zonnebloemen en koolzaad of in pinda s. Eiwitten; In zowel het vacuolevocht en het cytoplasma kunnen opgeloste eiwitten voorkomen. Deze zijn bijvoorbeeld terug te vinden in de cellen van peulvruchten en granen. 1.4 in planten

22 1.5Koolstofassimilatie 1

23 Koolstofassimilatie Assimileren is het maken van een (grotere) organische stof uit kleinere organische of anorganische stoffen. Bij de koolstofassimilatie worden koolstofatomen (C) vanuit de anorganische stof koolstofdioxide omgezet in de organische stof glucose. Voor dit proces is, naast de koolstofdioxide, ook water nodig en wordt behalve de glucose ook zuurstof geproduceerd. Koolstofassimilatie komt alleen voor bij autotrofe ( zelf voedende ) organisme. Net als bij alle andere vormen van assimilatie is voor de koolstofassimilatie energie nodig. De meeste autotrofe organisme gebruiken licht als energiebron voor de koolstofassimilatie, fotosynthese. Reactievergelijking koolstofassimilatie 6 H 2 O + 6 CO 2 C 6 H 12 O O 2 Oftewel; er worden 6 watermoleculen en 6 koolstofdioxidemoleculen omgezet in 1 glucose molecuul en 6 zuurstofmoleculen. Het aantal atomen waterstof (H), koolstof (C) en zuurstof (O) is dus zowel voor de streep als achter de streep gelijk. De lichtenergie die nodig is voor dit proces wordt als chemische energie opgeslagen in de bindingen tussen de koolstof- en waterstofmoleculen in de glucose. 1.5 Koolstofassimilatie

24 Fotosynthese Organisme die lichtenergie gebruiken voor de koolstofassimilatie worden foto-autotroof genoemd (foto=licht). Deze vorm van assimilatie vindt plaats in chlorofyl. Bij planten zit dit chlorofyl in de chloroplasten (bladgroenkorrels). Naast het chlorofyl bevatten de chloroplasten ook verschillende enzymen die een rol spelen bij de fotosynthese. Het grootste deel van de ontstane glucose wordt in de bladcellen direct omgezet in zetmeel zodat het kan worden opgeslagen en op een later moment (omgezet in sacharose) kan worden vervoerd naar de andere plantdelen voor de dissimilatie. Zie Binas tabel 79D voor bouw chloroplast 1.5 Koolstofassimilatie

25 Licht Bij de fotosynthese wordt lichtenergie omgezet in chemische energie en opgeslagen in de glucose moleculen. Het licht wat op een blad valt bevat alle kleuren licht (wit licht). Elke kleur heeft zijn eigen golflengte. Het totaal van alle kleuren heet het spectrum. Chloroplasten absorberen alle kleuren licht behalve groen licht. Doordat het groene licht weerkaatst hebben bladeren voor ons een groene kleur (dit is namelijk de enige kleur licht die onze ogen bereikt). De energie uit het geabsorbeerde licht wordt eerst vastgelegd in ATP, de ATP-moleculen worden vervolgens gebruikt bij de vorming van glucosemoleculen. Zie Binas tabel 72 voor absorptiespectrum De hoeveelheid lichtenergie die wordt opgenomen door de verschillende soorten chlorofyl kan worden uitgezet in een absorptiespectrum. Hieruit blijkt dat chlorofyl nauwelijks energie haalt uit groen / geel licht. 1.5 Koolstofassimilatie

26 1.6 Voortgezette assimilatie 1

27 Voortgezette assimilatie Glucose is de grondstof voor de vorming van de meeste andere organische stoffen in planten. Planten kunnen vanuit glucose andere koolhydraten, eiwitten en vetten maken. Het vormen van grotere organische stoffen vanuit glucose (of andere kleinere organische stoffen) wordt voortgezette assimilatie genoemd. Ook in heterotrofe organisme vindt voortgezette assimilatie plaats. De organische stoffen uit planten dienen als grondstof. Heterotrofe organisme kunnen vanuit glucose alleen koolhydraten en vetten vormen. Koolhydraten Koolstofdioxide + Water Glucose Eiwitten Vetten Koolstof assimilatie Voortgezette assimilatie 1.6 Voortgezette assimilatie

28 Koolhydraten Glucose is een monosacharide (oftewel; een enkelvoudige suiker), net als fructose. Wanneer er tijdens de voortgezette assimilatie twee glucosemoleculen aan elkaar verbonden worden ontstaat een molecuul bestaand uit twee suikermoleculen; een disacharide (tweevoudige suiker). Op deze manier kunnen suikers telkens weer aan elkaar verbonden worden. Een keten van meerdere suikers noemen we een polysacharide (meervoudige suiker). In plantaardige cellen kunnen door het koppelen van meerdere monosacharide zetmeel gemaakt worden. Ook glycogeen (reservestof in lever en spieren) en cellulose (bouwstof voor celwanden) zijn polysacharide. Monosacharide (Glucose) Disacharide (Sacharose) Polysacharide (Cellulose) 1.6 Voortgezette assimilatie

29 = Glucose (Monosacharide) C 6 H 12 O 6 Koolhydraten (Sachariden) + = Sacharose (Disacharide) C 12 H 22 O = Cellulose(Polysacharide) (C 6 H 10 O 5 )n Zie Binas tabel 67F voor de structuurformules van sachariden 1.6 Voortgezette assimilatie

30 Vetten Vetten bestaan, net als glucose, uit C-, H- en O-atomen. Alle organismen zijn in staat om glucose via assimilatie om te zetten in vetten. De ontstane vetten kunnen vervolgens worden opgeslagen in het onderhuids bindweefsel en dienen hier als warmteisolerend materiaal maar ook als reservestof voor wanneer het lichaam meer energie nodig heeft dan er vanuit glucose te verkrijgen is. Vetten leveren per gram meer energie dan koolhydraten, maar het verkrijgen van deze energie kost meer tijd. Een veel voorkomende soort vetten zijn de triglyceriden. Deze vetmoleculen bestaan uit een glycerolmolecuul en drie vetzuurmoleculen. Ingewikkelder gebouwde vetten zijn; verzadigde vetzuren, enkelvoudig onverzadigde vetzuren en meervoudig onverzadigde vetzuren. Glycerol Vetzuurmolecuul Tri glycerol 1.6 Voortgezette assimilatie

31 Eiwitten Een proteïnemolecuul (eiwitmolecuul) bestaat uit een reeks aminozuren. Deze aminozuren bestaan uit een combinatie van koolstof-, waterstof-, zuurstof- en stikstofatomen (N). Daarnaast bevatten sommige aminozuren ook zwavelatomen (S) en fosforatomen (P). In totaal zijn er op deze manier 20 verschillende aminozuren te vormen. Omdat aminozuren ook andere atomen bevatten dan er in glucose aanwezig zijn kunnen aminozuren niet uit glucose alleen gevormd worden. Planten nemen hiervoor stikstofhoudende verbindingen, zoals nitraationen (NO 3- ), en zwavelhoudende verbindingen, zoals sulfaationen (SO 4 2- ) op uit de bodem. Dieren zijn hierdoor niet in staat zelf eiwitten te vormen uit glucose. Wel kunnen ze vanuit aminozuren uit planten zelf nieuwe aminozuren te vormen. Eiwitten worden gevormd door een specifieke volgorde van aminozuren. Daarnaast neemt een eiwitmolecuul een specifieke ruimtelijke structuur aan waardoor eiwitten veel verschillende functies kunnen vertolken (als enzym, bouwstof of transportenzym) Zie Binas tabel 67H voor aminozuren 1.6 Voortgezette assimilatie

32 1.7Enzymen 1

33 Enzymen Enzymen zijn eiwitten die in de ribosomen worden gemaakt. Een enzym zorgt er voor dat reacties die uit zich zelf niet of heel langzaam zouden verlopen in een cel op gang worden gebracht, ze katalyseren (versnellen) de chemische reacties van stofwisselingsprocessen. Een enzym is altijd specifiek voor een bepaalde stof (het substraat), dit substraat past precies in de ruimtelijke structuur van het enzym (het sleutel-slot principe). Het substraatmolecuul wordt op de bindingsplaats van het enzymmolecuul gebonden waardoor een enzymsubstraatcomplex (E-S-complex) ontstaat. Door het E-S-complex kunnen bindingen tussen atomen makkelijk worden gemaakt of verbroken waardoor een nieuwe stof (het product) ontstaat. De enzymen worden niet verbruikt tijdens de reactie kunnen dus direct weer een nieuwe reactie katalyseren. Substraat Enzym E-S-Complex Producten 1.7 Enzymen

34 Werking enzymen (Dissimilatie sucrose door sucrase) Sucrase (Enzym) Glucose (Product) De producten komen los van het enzym Het enzym blijft werkzaam Substraat bindt aan het enzym op de bindingsplaats Sucrose (Substraat) Fructose (Product) Enzym-Substraat Complex (E-S-Complex) Bindingen tussen de atomen van het substraat worden door het enzym verbroken 1.7 Enzymen

35 Enzymactiviteit (µg substraat/ sec) Enzymactiviteit De snelheid waarmee een enzym een reactie uitvoert wordt enzymactiviteit genoemd. Deze snelheid is afhankelijk van bijvoorbeeld de temperatuur en de zuurtegraad waarin de enzymen zich bevinden. Elk enzym heeft zijn eigen optimumkromme en functioneert dus het beste bij, voor het enzym specifieke omstandigheden. De invloed van de verschillende factoren op de enzymen is erg groot doordat ze kwetsbaar zijn door hun specifieke ruimtelijke vorm; een kleine verandering zorgt er voor dat er geen E-S-complex meer gevormd kan worden en een enzym onwerkzaam is geworden. Verband tussen temperatuur en enzymactiviteit 2 Bij de minimumtemperatuur (1) is er nog niks aan de hand met de vorm van het enzym, de moleculen van het substraat beweeg te traag om een E-S-complex tot stand te brengen. Bij de optimumtemperatuur (2) bewegen de moleculen in het substraat en het enzym goed genoeg om zoveel mogelijk substraat per seconde te verwerken. Wanneer de temperatuur hoger wordt is de bewegelijkheid te hoog en wordt de vorm van sommige enzymen veranderd waardoor ze onwerkzaam worden. Boven de maximumtemperatuur (3) zijn alle enzymen, onherstelbaar, beschadigd en is er geen enzymactiviteit meer. 1 3 Temperatuur ( C) 1.7 Enzymen

36 1.8 De intensiteit van de stofwisseling 1

37 Intensiteit van de stofwisseling De minimale stofwisseling die er in je lichaam plaats moet vinden om basale lichaamsprocessen (zoals hartslag, ademhaling, vertering, werking van je hersenen, etc.) in stand te houden wordt de basale stofwisseling genoemd. De intensiteit (snelheid) van de basale stofwisseling is onder andere afhankelijk van je geslacht, leeftijd, lichaamsgewicht en lichaamstemperatuur. Bij warmbloedige dieren is deze temperatuur min of meer constant waardoor de enzymen werkzaam blijven wanneer het buiten koud is. Wel moeten deze dieren dus een hogere stofwisselingsintensiteit hebben om hun lichaam op temperatuur te houden. Koudbloedige dieren hebben een lichaamstemperatuur die mee veranderd met de omgevingstemperatuur. Bij een lage temperatuur is er dus weinig enzymactiviteit en dus een lage stofwisselingsintensiteit bij deze dieren. Boomkikker (koudbloedig) Lagere stofwisselingsintensiteit Jasper Out (warmbloedig) Hogere stofwisselingsintensiteit 1.8 Intensiteit van stofwisseling

38 Intensiteit van de fotosynthese De snelheid waarmee glucose wordt gevormd bij de fotosynthese is de intensiteit van de fotosynthese. Deze intensiteit is afhankelijk van; de hoeveelheid licht de kleur van het licht de hoeveelheid CO 2 en water de temperatuur de hoeveelheid chloroplasten. Wanneer een van de factoren helemaal ontbreekt vindt er geen fotosynthese plaats. Als een factor maar in beperkte mate aanwezig is dan is dit de beperkende factor; dit zorgt er namelijk voor dat er een lage intensiteit van fotosynthese is (ook al zijn alle ander factoren wel in hoge mate aanwezig). 1.8 Intensiteit van stofwisseling

39 1 Herhaling aan de hand van Examenvragen 1

40 1

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting door Fabienne 1166 woorden 24 oktober 2017 5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting door M. 1566 woorden 14 januari 2017 4,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

Verzuring ontstaat als spiercellen te weinig zuurstof krijgen. Bij inspanning wordt de spiercellenenergie (uit glucose) omgezet in bewegingsenergie.

Verzuring ontstaat als spiercellen te weinig zuurstof krijgen. Bij inspanning wordt de spiercellenenergie (uit glucose) omgezet in bewegingsenergie. Samenvatting door een scholier 3020 woorden 16 november 2016 7 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 1 Stofwisseling 1 Verzuurde spieren Verzuring ontstaat als spiercellen te

Nadere informatie

-Dissimilatie gebeurd stapje voor stapje. De chemische energie uit de stapjes wordt eerst gebruikt voor de

-Dissimilatie gebeurd stapje voor stapje. De chemische energie uit de stapjes wordt eerst gebruikt voor de Samenvatting door een scholier 1966 woorden 4 oktober 2006 6,7 85 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou SAMENVATTING BIOLOGIE THEMA 1 STOFWISSELING Basisstof 1 -Voedingsstoffen, water

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Stofwisseling

Samenvatting Biologie Stofwisseling Samenvatting Biologie Stofwisseling Samenvatting door een scholier 1466 woorden 13 juni 2006 5,6 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Thema 1 Stofwisseling Doelstelling

Nadere informatie

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1 stofwisseling

Samenvatting Biologie Thema 1 stofwisseling Samenvatting Biologie Thema 1 stofwisseling Samenvatting door M. 3244 woorden 3 januari 2014 5,5 10 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou THEMA 1 STOFWISSELING Bs.1 Wat is stofwisseling

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen: Samenvatting Thema 1: Stofwisseling Basisstof 1 Organische stoffen: - Komen af van organismen of zitten in producten van organismen - Bevatten veel energie (verbranding) - Voorbeelden: koolhydraten, vetten,

Nadere informatie

Examen Voorbereiding Stofwisseling

Examen Voorbereiding Stofwisseling Examen Voorbereiding Stofwisseling Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 1 Stofwisseling Begrippenlijst: Begrip Organische stoffen Anorganische stoffen Enzymen Assimilatie Chemische energie Koolstofassimilatie

Nadere informatie

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen. THEMA 1 1 Stoffen worden omgezet 2 Fotosynthese 3 Glucose als grondstof 4 Verbranding 5 Fotosynthese en verbranding 1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken

Nadere informatie

5 HAVO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW

5 HAVO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW 5 HAVO biologie voor jou uitwerkingenboek BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW havo auteurs ARTEUNIS BOS MARIANNE GOMMERS ARTHUR JANSEN ONNO KALVERDA THEO DE ROUW GERARD SMITS BEN WAAS RENÉ WESTRA VIJFDE EDITIE

Nadere informatie

BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo

BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van foto

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Voeding en energie 5.1

Hoofdstuk 5 Voeding en energie 5.1 Hoofdstuk 5 Voeding en energie 5.1 Energie wordt gehaald uit: vetten in plantaardige oliën, boter en spek reservestof rond organen, onder de huid en in holle beenderen koolhydraten suikers en meelsoorten

Nadere informatie

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie

1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie Samenvatting door A. 1427 woorden 12 april 2013 6,5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie H3 - Energie 1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie Stofwisseling (metabolisme):

Nadere informatie

Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling

Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling Wat is stofwisseling? Wat is stofwisseling? Stofwisseling of metabolisme is het geheel van chemische processen in een levend organisme of in levende cellen Een organisme

Nadere informatie

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart)

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart) Bacterie cel: prokaryoot: geen kern, geen chromosomen zoals wij ze kennen maar cirkelvormig Chromosoom: dus wel DNA Sommige autotroof: als ze pigmenten hebben waarmee ze fotosynthese kunnen uitvoeren Meeste

Nadere informatie

4,5. Samenvatting door L woorden 17 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. 1. Vrije en gebonden energie.

4,5. Samenvatting door L woorden 17 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. 1. Vrije en gebonden energie. Samenvatting door L. 1850 woorden 17 december 2012 4,5 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Vrije en gebonden energie. Vrije energie (kinetische energie) komt voor als warmte en

Nadere informatie

In dieet: Koolhydraten Vetten Eiwitten Brandstof (o.a. in celmembraan en grondstof hormonen)

In dieet: Koolhydraten Vetten Eiwitten Brandstof (o.a. in celmembraan en grondstof hormonen) Boekverslag door Jacomijn 1646 woorden 30 maart 2017 7.4 29 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie hoofdstuk 5 Voeding en energie 5.1 Diëten Voedingsmiddelen = alles wat we doorgaans

Nadere informatie

13 Energietransport in cellen

13 Energietransport in cellen Heterotrofe organismen (bv de meeste bacteriën, schimmels en dieren) kunnen geen organische stoffen vormen uit alleen anorganische stoffen; zij zijn niet in staat tot koolstofassimilatie. Zij moeten organische

Nadere informatie

energiebehoefte. eet je wel energierijke stoffen, maar gebruik je die niet, dan sla je ze op als vetten; je komt aan.

energiebehoefte. eet je wel energierijke stoffen, maar gebruik je die niet, dan sla je ze op als vetten; je komt aan. Boekverslag door Daphne 1878 woorden 15 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Voeding moet voldoende energie bevatten. Energie haal je uit: De 3 groepen organische stoffen: Vetten Koolhydraten

Nadere informatie

Voorbereidende opgaven Examencursus

Voorbereidende opgaven Examencursus Voorbereidende opgaven Examencursus Tips: Maak de volgende opgaven voorin in één van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een som niet lukt, werk hem dan uit tot waar je kunt en

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Doelstelling 1: Stofwisseling (metabolisme): het geheel aan chemische processen in een cel. Via passief en actief transport nemen cellen

Hoofdstuk 1 Doelstelling 1: Stofwisseling (metabolisme): het geheel aan chemische processen in een cel. Via passief en actief transport nemen cellen Hoofdstuk 1 Doelstelling 1: Stofwisseling (metabolisme): het geheel aan chemische processen in een cel. Via passief en actief transport nemen cellen stoffen op uit hun milieu. Enzymen maken de omzettingsprocessen

Nadere informatie

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO BIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling Antwoorden door een scholier 1478 woorden 16 februari 2009 5,6 56 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie voor jouw Havo 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. biologie. Voorbereidende opgaven HAVO. Voordat je begint. De cel. Transport. Assimilatie & dissimilatie

Kerstvakantiecursus. biologie. Voorbereidende opgaven HAVO. Voordat je begint. De cel. Transport. Assimilatie & dissimilatie Voorbereidende opgaven HAVO Kerstvakantiecursus biologie Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus Leuk dat je een cursus biologie komt volgen! Maak deze opgaven als voorbereiding. Zoals je weet moet je veel stof bestuderen voor het eindexamen biologie. Tijdens

Nadere informatie

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN BOUWSTENEN VAN HET LEVEN Pearson Basisboek Biologie 10voorBiologie VWO Hoofdstuk 1 L. Grotenbreg (MSc.) Bouwstenen van het leven Organische moleculen, groot of klein, bevatten chemische energie en zijn

Nadere informatie

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106.

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106. Examentrainer Vragen Fotosynthese Vanuit tussenproducten van de fotosynthese worden niet alleen koolhydraten gevormd, maar ook vetten, vetzuren, aminozuren en andere organische zuren. Dag- en seizoensgebonden

Nadere informatie

Leerlingenmateriaal II: Practicum, wat gebeurt er met moleculen en energie in een

Leerlingenmateriaal II: Practicum, wat gebeurt er met moleculen en energie in een Leerlingenmateriaal II: Practicum, wat gebeurt er met moleculen en energie in een (brandende) pinda? Inleiding De pinda (Arachis hypogaea), is een peulvrucht. Het bijzondere van de pinda is dat de peul,

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Energie

Samenvatting Biologie Energie Samenvatting Biologie Energie Samenvatting door een scholier 3111 woorden 20 januari 2008 6,9 197 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting biologie Thema 3, Energie Basisstof

Nadere informatie

Biologie VWO thema: Planten Tweede deel. Docent: A. Sewsahai

Biologie VWO thema: Planten Tweede deel. Docent: A. Sewsahai Biologie VWO thema: Planten Tweede deel Docent: A. Sewsahai opname, afgifte, transport en opslag van stoffen, stevigheid en bescherming Doelstellingen: De student moet de processen van ontkieming en groei

Nadere informatie

Examentrainer. Vragen. Broeikasgassen meten in wijn. 1 Uitgeverij Malmberg. Lees de volgende tekst.

Examentrainer. Vragen. Broeikasgassen meten in wijn. 1 Uitgeverij Malmberg. Lees de volgende tekst. Examentrainer Vragen Broeikasgassen meten in wijn Lees de volgende tekst. Sterk toegenomen verbranding van organische stoffen leidt tot een verhoging van de concentratie CO 2 in de atmosfeer. Er is op

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 2060 woorden 22 februari keer beoordeeld. Biologie

5,5. Samenvatting door een scholier 2060 woorden 22 februari keer beoordeeld. Biologie Samenvatting door een scholier 2060 woorden 22 februari 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie 5.1 drie organische stoffen waar je energie uit kan halen: vetten, koolhydraten en eiwitten. - Vetten:

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, 'Fast Food Island' en Hoofdstuk 10, 'Ecologie'

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, 'Fast Food Island' en Hoofdstuk 10, 'Ecologie' Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, 'Fast Food Island' en Hoofdstuk 10, 'Ecologie' Samenvatting door een scholier 1412 woorden 29 juni 2007 6,4 39 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Fast Food Island!

Nadere informatie

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in één van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan uit tot

Nadere informatie

vwo celprocessen 2010

vwo celprocessen 2010 vwo celprocessen 2010 Stofwisseling Een proefpersoon gaat na het nuttigen van een maaltijd twee dagen vasten. Tijdens die 48 uur worden de concentraties van verschillende stoffen in de lever en in het

Nadere informatie

3,3. Samenvatting door D woorden 28 november keer beoordeeld. Thema 3: Chemische samenstelling van organismen 1.

3,3. Samenvatting door D woorden 28 november keer beoordeeld. Thema 3: Chemische samenstelling van organismen 1. Samenvatting door D. 1431 woorden 28 november 2016 3,3 4 keer beoordeeld Vak Biologie Thema 3: Chemische samenstelling van organismen 1. Inleiding Scheikundige samenstelling persoon 70kg Scheikundige samenstelling

Nadere informatie

Mitochondriële ziekten

Mitochondriële ziekten Mitochondriële ziekten Stofwisseling NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de mitochondriële

Nadere informatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Fysiologie les 2 BIO-ENERGETICA Celstofwisseling = cel metabolisme Basis metabolisme: stofwisseling in rust Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Katabolisme:

Nadere informatie

2. Organisch of anorganisch. a) eigenschap anorganische stof organische stof Eenvoudig

2. Organisch of anorganisch. a) eigenschap anorganische stof organische stof Eenvoudig Vragen bij paragraaf 8.1 en 8.2 producenten Organismen zorgen voor de productie van organische stoffen en zo aan de basis van een voedselketen staan biomassa De totale hoeveelheid organische stof van een

Nadere informatie

Meerkeuzevragen. Fotosynthese, celademhaling en gisting. V. Rasquin

Meerkeuzevragen. Fotosynthese, celademhaling en gisting. V. Rasquin Meerkeuzevragen Fotosynthese, celademhaling en gisting V. Rasquin MEERKEUZEVRAGEN FOTOSYNTHESE 1. Een brandende kaars dooft vlug onder een glazen stolp. Plaatst men naast de kaars ook een plant onder de

Nadere informatie

4. Glycogeen is een koolhydraat. Je cellen maken het door glucosemoleculen aan elkaar te koppelen. Je gebruikt het als brandstof voor je lichaam.

4. Glycogeen is een koolhydraat. Je cellen maken het door glucosemoleculen aan elkaar te koppelen. Je gebruikt het als brandstof voor je lichaam. Samenvatting door M. 2658 woorden 20 mei 2015 6,3 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Leerdoelen H5&6 2. BMI= gewicht/lengte 2. Hoe lager de BMI, hoe minder vet je hebt. 3. 1. Monosachariden

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1018 woorden 18 januari 2017 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting H3 3.1 Ecosysteem: afgebakend gebied met

Nadere informatie

De Weende-analyse bij veevoeding. Scheikunde voor VE41, Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans

De Weende-analyse bij veevoeding. Scheikunde voor VE41, Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans De Weende-analyse bij veevoeding Scheikunde voor VE41, 2017-2018 Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans Weende-analyse: DS-gehalte Droge stof (DS): Het materiaal dat overblijft als, door verwarming

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten Dia 1 Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema Dia 2 Wat is voeding: Voeding = alle organische stoffen die je als mens of organisme nodig hebt om energie op te wekken in je

Nadere informatie

Mitochondriële ziekten Stofwisseling

Mitochondriële ziekten Stofwisseling Mitochondriële ziekten Stofwisseling Deze folder maakt deel uit van een serie over mitochondriële aandoeningen. In deze folder leest u meer over de stofwisseling. De stofwisseling is niet eenvoudig daarom

Nadere informatie

1. De invloed van de lichtintensiteit op de zuurstofproduktie bij waterpest (assimilatie)

1. De invloed van de lichtintensiteit op de zuurstofproduktie bij waterpest (assimilatie) Proef door een scholier 1798 woorden 9 augustus 2011 5,4 24 keer beoordeeld Vak Biologie Op school kregen wij een practicumdag, waarbij wij een van de onderstaande proefjes konden krijgen. Daarom had ik

Nadere informatie

Fysiologie / Metabolisme stofwisseling

Fysiologie / Metabolisme stofwisseling Fysiologie / Metabolisme stofwisseling Onder de fysiologie vallen bij de sportmassage de volgende onderdelen: Celleer/cytologie Weefselleer/histologie Stofwisseling/metabolisme Spijsvertering Hart, bloedvaten

Nadere informatie

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Gewassen en hun afwijkingen 9 1.1 Kennismaking met de plant 10 1.2 Afwijkingen in de teelt 17 1.3 Afsluiting 24 2 Afwijkingen voorkomen en bestrijdingsmethoden 25 2.1 Niet-parasitaire

Nadere informatie

Celademhaling & gisting

Celademhaling & gisting Celademhaling & gisting Tekst voor de leerlingen V. Rasquin - 1 - DISSIMILATIE - TEKST VOOR DE LEERLINGEN celademhaling & GISTING Wij weten dat heel wat processen endergonisch zijn (ze vergen energie).

Nadere informatie

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding 2.2 De Weende-analyse bij veevoeding Scheikunde voor VE31-VE41, 2018-2019 Auteur: E. Held; bewerkt door H. Hermans : Hoofdstuk 2 De Weende-analyse (presentatie) 1 Bij het oprispen boeren komt methaan (CH4)

Nadere informatie

Examen Voorbereiding Cellen

Examen Voorbereiding Cellen Examen Voorbereiding Cellen Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 Cellen Begrippenlijst: Begrip Organellen Plastiden Stamcellen Embryonale stamcellen Adulte stamcellen Endoplasmatisch reticulum

Nadere informatie

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice Bij hoeveel procent vochtverlies krijg je een dorstsignaal? Ong. 2% Bewerkt door

Nadere informatie

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar 5.1 4 organen van de plant: Wortels o Opnemen water met voedingsstoffen (mineralen) o Stevigheid o Opslag van reservestoffen Stengel o o Transport van water

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 96 woorden 2 juni 2007 7,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf 9.1 Gist: Eencellige schimmelsoort die in gedroogde

Nadere informatie

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT 2.1 Namen 1 Hoe zoek je de naam van een organisme op? De naam van een plant of een dier kan: * uit een andere taal komen * een eigenschap weergeven

Nadere informatie

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Inspanningsfysiologie Hoofdstuk 5 Energiesystemen 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Fosfaatpool Anaërobe alactische systeem Energierijke fosfaatverbindingen in de cel Voorraad ATP en

Nadere informatie

Alles over KOOLHYDRATEN. E-book

Alles over KOOLHYDRATEN. E-book Alles over KOOLHYDRATEN E-book WAT ZIJN KOOLHYDRATEN? KOOLHYDRATEN ZIJN VOEDINGSSTOFFEN DIE ENERGIE LEVEREN AAN HET LICHAAM, NET ALS EIWITTEN EN VETTEN. KOOLHYDRATEN ZITTEN VOORAL IN GRAANPRODUCTEN ZOALS

Nadere informatie

Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp

Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp Inleiding voor de docent: Onverwachte gaten in het curriculum en in BINAS In deze opdracht gaat de aandacht naar de samenhang tussen de processen die een

Nadere informatie

Zijn er bij deze onderwerpen deficiënties, dan kun je via de volgende sites je kennis vergroten: - -

Zijn er bij deze onderwerpen deficiënties, dan kun je via de volgende sites je kennis vergroten: -  - VOORKENNIS BIOLOGIE Inhoud Organen en Cellen... 2 Voortplanting... 3 Erfelijkheid... 3 Planten... 4 Verbranding en ademhaling... 5 Voeding en vertering... 5 De cursus biologie, die je voorbereidt op het

Nadere informatie

anorganische stoffen = stoffen die voorkomen in organismen en in de levenloze natuur verschillende atomen

anorganische stoffen = stoffen die voorkomen in organismen en in de levenloze natuur verschillende atomen Samenvatting door een scholier 15024 woorden 11 mei 2005 5,7 88 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Stofwisseling = totaal van alle chemische processen in een organisme Stofwisselingsprocessen

Nadere informatie

Stofwisseling. Chantal Wilens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Stofwisseling. Chantal Wilens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Chantal Wilens Laatst gewijzigd 29 August 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/64486 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Koolhydraten. Voeding en Welzijn

Koolhydraten. Voeding en Welzijn Koolhydraten Voeding en Welzijn Koolhydraten Welke koolhydraten kennen jullie al? Verschillende koolhydraten Op te delen in 3 groepen Monosachariden Disachariden Polysachariden Op te delen in deze groepen

Nadere informatie

Waar leven is, zijn ook Enzymen

Waar leven is, zijn ook Enzymen Waar leven is, zijn ook Enzymen De verschillende functies van de Enzymen zijn ontelbaar veelzijdig, net zo als bij Microorganismen, maar Enzymen zijn geen Micro organismen. Het betreft hier dus geen levende

Nadere informatie

Koolhydraten en suikers in brood

Koolhydraten en suikers in brood Inhoudsopgave en 3 Verschil tussen koolhydraten en suikers 3 en suikers in het lichaam 4 en suikers op het etiket 5 in brood 5 Functie van 6 Beweringen over suikers 7 en brood in een gezond en gevarieerd

Nadere informatie

ANORGANISCHE STOFKLASSEN

ANORGANISCHE STOFKLASSEN ANORGANISCHE STOFKLASSEN 1. ATOMEN... 3 1.1. STRUCTUUR VAN HET ATOOM...3 1.2. DE ELEKTRONCONFIGURATIE...4 2. STOFFEN EN MENGSELS...5 2.1. ZUIVERE STOFFEN... 5 2.1.1. Soorten zuiveren stoffen...5 2.1.2.

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 11 Biomoleculen bladzijde 1 Opgave 1 Geef de reactie van de verbranding van glucose (C 6H 12O 6) tot CO 2 en water. C 6H 12O 6 + 6 O 2 6 CO 2 + 6 H 2O Opgave 2 Hoe luidt de reactie (bruto formules)

Nadere informatie

BASISSTOF. 1 Omstandigheden van de zetmeelsynthese Functionele bouw van een chloroplast Fotosynthesereacties 48

BASISSTOF. 1 Omstandigheden van de zetmeelsynthese Functionele bouw van een chloroplast Fotosynthesereacties 48 3 1 De cel 3 Autotrofe voeding 1 De cel gezien door de lichtmicroscoop 06 1 Omstandigheden van de zetmeelsynthese 44 2 De cel gezien door de elektronenmicroscoop 09 3 Verband cel - weefsel - orgaan - stelsel

Nadere informatie

Fysiologie les 3 BIO-ENERGETICA

Fysiologie les 3 BIO-ENERGETICA Fysiologie les 3 BIO-ENERGETICA Celstofwisseling = cel metabolisme Basis metabolisme: stofwisseling in rust Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Katabolisme:

Nadere informatie

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde verzicht van reactievergelijkingen Scheikunde Algemeen Verbranding Een verbranding is een reactie met zuurstof. ierbij ontstaan de oxiden van de elementen. Volledige verbranding Bij volledige verbranding

Nadere informatie

23 keer beoordeeld 18 juni Plantaardige stoffen.

23 keer beoordeeld 18 juni Plantaardige stoffen. 7,9 Samenvatting door F. 1034 woorden 23 keer beoordeeld 18 juni 2013 Vak Scheikunde Methode Nova Scheikunde hoofdstuk 7. 7.1. Energie haalt je lichaam uit brandstoffen: - Koolhydraten bestaan uit koolstof,

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting door E. 1500 woorden 6 maart 2014 5,7 16 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Energie en warmte 3.1 warmte

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Planten

Antwoorden Biologie Planten Antwoorden Biologie Planten Antwoorden door een scholier 1287 woorden 21 december 2006 6,9 97 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1. Als een deel van een individu uitgroeit

Nadere informatie

BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen

BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen www.dlwbiologie.wordpress.com BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen Havo 4 Thema 2 Basisstof 5 (blz. 68 en 69) De submicroscopische cel. Binas 79 B, C, D. Vwo 4 Thema 2 Basisstof 5

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1499 woorden 22 december 2004 6,4 120 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Organismen zijn: planten, dieren en mensen

Nadere informatie

Fotosynthese vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62437

Fotosynthese vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62437 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 05 juli 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62437 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Samenvatting Biologie h 5-8

Samenvatting Biologie h 5-8 Samenvatting Biologie h 5-8 Samenvatting door Esmee 2847 woorden 15 januari 2018 5,9 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie H5 (2/3/4/5) 2. Plantaardig en dierlijk voedsel Vitaminen A/B/C/D/K

Nadere informatie

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over voedingsleer: over voedingsstoffen en de manier waarop ons lichaam met deze stoffen omgaat. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart

Nadere informatie

Studiehandleiding Biochemie I

Studiehandleiding Biochemie I Studiehandleiding Biochemie I 2006-2007 1 Proeftentamen Biochemie I 1. Vul de juiste term uit de lijst op de open plaatsen in onderstaande tekst in. Elke term mag maar éénmaal worden gebruikt maar niet

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden Vraag 1 Geef het symbool van: Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden I. IJzer Fe Aluminium Al Koolstof C IV. Lood Pb V. Chloor Cl VI. Silicium Si Vraag 2 Geef de naam van de atoomsoort.

Nadere informatie

Module: Suiker - h45. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/63265

Module: Suiker - h45. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/63265 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 25 juli 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/63265 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL) Docent: A. Sewsahai

Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL) Docent: A. Sewsahai Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL) Docent: A. Sewsahai Thema: Planten Boek: 5H Doelstellingen: De student moet weten hoe geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

Nadere informatie

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken. Begrippenlijst door Lauke 1056 woorden 23 oktober 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Begrippen biologie hoofdstuk 2 Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en

Nadere informatie

Scheikundige begrippen

Scheikundige begrippen Scheikundige begrippen Door: Ruby Vreedenburgh, Jesse Bosman, Colana van Klink en Fleur Jansen Scheikunde begrippen 1 Chemische reactie Ruby Vreedenburgh Overal om ons heen vinden er chemische reacties

Nadere informatie

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * * * 2 Hoe kun je de naam van een organisme opzoeken?

Nadere informatie

Praktische opdracht Biologie Cellen

Praktische opdracht Biologie Cellen Praktische opdracht Biologie Cellen Praktische-opdracht door een scholier 1674 woorden 12 juni 2004 5,9 513 keer beoordeeld Vak Biologie Cellen Elk organisme op aarde is opgebouwd uit één of meer cellen.

Nadere informatie

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden BK402: PLANTEN Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Kader maakt de vragen 1 t/m 45. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Beantwoord de volgende vragen. 1 Een

Nadere informatie

Ecosysteem in een fles

Ecosysteem in een fles Ecosysteem in een fles Door: Femke Hoeksma 1 Voorwoord: De keuze van een onderwerp voor mijn profielwerkstuk was best moeilijk. Na een uitgebreide oriëntatie ben ik tot de keuze van een gesloten ecosysteem

Nadere informatie

Aan de slag met Fotosynthese

Aan de slag met Fotosynthese Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres E i Kiwijs 27 september 2011 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/32977 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

4.3 Noodzakelijke voedingsstoffen

4.3 Noodzakelijke voedingsstoffen 4.3 Noodzakelijke voedingsstoffen Er zijn veel verschillende voedingsstoffen. Voorbeelden van voedingsstoffen zijn water, eiwitten, koolhydraten, vetten, mineralen en vitamines. Deze voedingsstoffen krijg

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

ENZYMEN. Hoofdstuk 6

ENZYMEN. Hoofdstuk 6 ENZYMEN Hoofdstuk 6 H6 ENZYMEN opbouw en werking mechanisme Invloeden op de enzymactiviteit Temperatuur ph Enzym-substraatconcentratie Remstoffen Naamgeving Toepassing mogelijkheden enzymen Spijsverteringsenzymen

Nadere informatie

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1 de cel Elk levend wezen is opgebouwd uit cellen. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat over de verschillende onderdelen van een cel. We bespreken het celmembraan, het cytoplasma en de belangrijkste organellen.

Nadere informatie

Eindexamen biologie pilot havo I

Eindexamen biologie pilot havo I Bromelia s Van haar oma werd gezegd, dat ze groene vingers had. Ook haar moeder is dagelijks in de weer om planten te verzorgen. De nieuwste rage bij haar thuis zijn Bromelia s (zie afbeelding 1 en 2).

Nadere informatie

Biologie ( havo vwo )

Biologie ( havo vwo ) Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

Vragen bij paragraaf 3.1

Vragen bij paragraaf 3.1 Vragen bij paragraaf 3.1 1. Organen en orgaanstelsels a) Beenderstelsel/botttenstelsel b) ademhalingsstelsel en bloedvatenstelsel c) Longen, nieren en huid (de blaas is FOUT) d) spier, klier en bloedvatweefsel

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema Vertering

Samenvatting Biologie Thema Vertering Samenvatting Biologie Thema Vertering Samenvatting door een scholier 999 woorden 11 december 2012 7,5 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou basisstof 1; Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Nadere informatie

SE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel

SE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel SE voorbeeldtoets 5AV antwoordmodel Stikstof Zwaar stikstofgas bestaat uit stikstofmoleculen waarin uitsluitend stikstofatomen voorkomen met massagetal 15. 2p 1 oeveel protonen en hoeveel neutronen bevat

Nadere informatie