Eerste (nog onvolledige) concept syllabus geschiedenis (havo en) vwo 2015 ten behoeve van een drietal voorlichtingsmiddagen in mei 2012.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eerste (nog onvolledige) concept syllabus geschiedenis (havo en) vwo 2015 ten behoeve van een drietal voorlichtingsmiddagen in mei 2012."

Transcriptie

1 GESCHIEDENIS (HAVO EN) VWO Eerste (nog onvolledige) concept syllabus geschiedenis (havo en) vwo 2015 ten behoeve van een drietal voorlichtingsmiddagen in mei Deze versie bevat twee uitgewerkte historische contexten. De andere twee historische contexten worden wel benoemd evenals de daarbij horende kenmerkende aspecten. Versie 0, april 2012

2 Toelichting bij de titel van de deze syllabus: De syllabus waar versie 0 een voorloper van is, geldt voor het CE van het jaar Syllabi van de jaren vóór 2015 zijn niet meer geldig. In 2015 zal de tijdelijke afwijking van het examenprogramma geschiedenis havo en vwo opgeheven zijn en het CE betrekking hebben op domein B samen met A. Deze syllabus is tevens uitgangspunt voor het examen 2014 voor ( oude en nieuwe ) pilotscholen die kunnen beschikken over een dispensatie van het Ministerie. In 2015 zijn er geen bezemexamens geschiedenis havo of vwo. Vanaf mei 2012 zal de syllabuscommissie verder werken aan het voltooien van deze syllabus. Tegelijkertijd zullen door voorlichting en veldraadpleging nog aanpassingen mogelijk zijn in de nu voorliggende tekst. De syllabus geschiedenis havo en vwo 2015 zal in het voorjaar van 2013 vastgesteld worden door het College voor Examens.

3 Inhoudsopgave 2. Het centraal examen vwo Specificaties domeinen A en B Domein A voor het CE Domein B Bijlage 1. Examenprogramma geschiedenis vwo Bijlage 2. Voorbeeldopgaven

4 2. Het centraal examen vwo Tijdsduur en zitting Raadpleeg hiervoor Het Examenblad, Domeinen in het nieuwe examenprogramma Domein A: Domein B: Domein C: Domein D: Domein E: Historisch besef Oriëntatiekennis Thema's (4 voor E&M, 5 voor C&M) Geschiedenis van de rechtsstaat en van de parlementaire democratie Oriëntatie op studie en beroep Verdeling CE-stof en SE-stof Voor 2015 geldt de tijdelijke afwijking van het examenprogramma niet meer! Dit houdt in dat voor het centraal examen geschiedenis havo en vwo in 2015 geldt dat Domein A in samenhang met Domein B getoetst zal worden. De andere domeinen worden getoetst in het SE eveneens in samenhang met domein A.. In 2013 zullen (behalve voor een klein aantal pilotscholen) de domeinen voor vwo als volgt over CE en SE verdeeld worden: Domeinen CE SE E&M SE C&M A Historisch besef X X X B Oriëntatiekennis C Twee van de 4 of 5 thema s X X D Geschiedenis van de rechtsstaat en van de parlementaire democratie E Oriëntatie op studie en beroep X X X X X SE en PTA Zie hiervoor Vakspecifieke regels correctievoorschrift Vakinhoudelijke argumenten moeten afkomstig zijn uit gezaghebbende, wetenschappelijke publicaties.

5 3. Specificaties domeinen A en B 3.1. Domein A voor het CE Op dit moment is hier de tekst ingevoegd uit de werkversie syllabus geschiedenis voor de pilot examens van 2008 (deze tekst zal nog enige aanpassing ondergaan). Historisch besef De naam voor wat in domein A wordt beschreven is de afgelopen jaren aan verandering onderhevig geweest. Begrippen als historische vaardigheden, benaderingswijzen en structuurbegrippen en historisch besef werden afzonderlijk en/of samen gebruikt. Met domein A wordt in deze syllabus bedoeld: historisch denken en redeneren. Bronnen Punt 5 van domein A stelt dat de kandidaten een vraag en een daarop aansluitende hypothese moeten kunnen formuleren. Vervolgens moeten zij voor een vraag bruikbare bronnen verwerven en er gegevens uit selecteren. Dit onderdeel van domein A leent zich het best voor het doen van onderzoek in het kader van het schoolexamen. Daarvoor is het nodig dat de kandidaten bronnen verwerven. Op het centraal examen wordt van de kandidaten verwacht dat zij in staat zijn informatie uit gegeven bronnen te selecteren met betrekking tot een gegeven vraag. Bronnen worden altijd beoordeeld vanuit een bepaalde vraagstelling. Daarbij zal de inhoud van de bron moeten worden verbonden met de gegevens over de aard van de bron. Pas wanneer die verbinding goed is gemaakt en ook de juiste historische voorkennis erbij wordt betrokken, kan worden vastgesteld in welke mate de bron betrouwbaar en representatief is (bij die vraagstelling). Een bron is bruikbaar als die betrouwbaar en representatief is en op de gegeven vraagstelling betrekking heeft. Oorzaken en gevolgen Waar in domein A6 gesproken wordt van het onderscheiden van oorzaken dient hieronder verstaan te worden: het onderscheid maken in oorzaken én gevolgen. Politiek, economisch, sociaal, cultureel. Een aantal keren, in de toelichting op domein A4 en A6 en op domein B, tijdvak 4, is sprake van onderscheid in politieke, economische, sociale en culturele dimensies. Onder culturele dimensie moet, voor alle duidelijkheid, ook religie worden verstaan.

6 Domein A Historisch besef A1. De kandidaat kan: 1.1 gebeurtenissen uit zijn eigen leven alsmede verschijnselen, gebeurtenissen en personen uit de geschiedenis met behulp van een tijdbalk of een andere vorm van chronologische schematisering ordenen en daarbij de volgende aanduidingen van tijd en tijdsindeling gebruiken: jaren, eeuwen, tijdvakken, perioden en jaartellingen; 1.2 met gebruik van voorbeelden uit de perioden- en tijdvakkenindeling van eindterm 2, de westers-christelijke jaartelling en een ander voorbeeld van een jaartelling of periodisering/meerdere andere voorbeelden van jaartellingen of periodiseringen uitleggen dat chronologische indelingen interpretatief van aard zijn en (mede) afhangen van de standplaats die men inneemt en/of de vraag die men wil beantwoorden. Toelichting Over 1.1 worden in het centraal examen geen vragen gesteld Zie A7 voor standplaatsgebondenheid A2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekadergebruiken: tijdvak 1: van jagers en boeren ( voor Christus) / Prehistorie; tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen (3000 voor Christus- 500 na Christus) / Oudheid; tijdvak 3: tijd van monniken en ridders ( ) / vroege Middeleeuwen; tijdvak 4: tijd van steden en staten ( ) / hoge en late Middeleeuwen; tijdvak 5: tijd van ontdekkers en hervormers ( ) /renaissancetijd / 16 e eeuw; tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten ( ) / Gouden Eeuw / 17 e eeuw; tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties ( ) / eeuw van de Verlichting/ 18 e eeuw; tijdvak 8: tijd van burgers en stoommachines ( ) / industrialisatietijd / 19 e eeuw; tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen ( ) / eerste helft 20 e eeuw; tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / tweede helft 20 e eeuw. Zie voor het gebruik van de tien tijdvakken als referentiekader de toelichting bij domein B. A3. De kandidaat kan: 3.1 de tijdvakken van eindterm 2 plaatsen in de periodes Prehistorie, Oudheid, Middeleeuwen, Vroegmoderne Tijd en Moderne Tijd; 3.2 uitleggen dat de indeling in perioden en tijdvakken een westers perspectief op de geschiedenis vertegenwoordigt en wat de beperkingen en bezwaren daarvan kunnen zijn. De vragen / opgaven in het CE worden geordend volgens deze periode-indeling. De kandidaat kan tevens uitleggen wat het voordeel is van het ordenen van de geschiedenis in perioden.

7 A4. De kandidaat kan: Toelichting 4.1 in historische processen de samenhang tussen veranderingen en continuïteit beschrijven; 4.2 de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven 4.3 verschillende soorten historische verandering onderscheiden; De kandidaat kan continuïteit en verandering onderscheiden in historische processen. Dit onderdeel van domein A wordt niet getoetst in het centraal examen. Het gaat hierbij om het kunnen onderscheiden van veranderingen naar bijvoorbeeld: 4.4 door het onderscheiden van continuïteiten van langere en kortere duur onderkennen hoe elementen afkomstig uit verschillende tijdvakken zich gelijktijdig in één tijdvak kunnen manifesteren (de gelijktijdigheid van het ongelijktijdige). tempo (bijvoorbeeld tamelijk snel en plotseling of langzaam en geleidelijk) terrein (bijvoorbeeld politiek, economisch, sociaal en cultureel) waardering, denk hierbij aan: de schaal van de veranderingen (hoeveel mensen/landen waren erbij betrokken) de intensiteit (hoe diep werd het leven van mensen er door beïnvloed) de duur Zie toelichting bij 4.1

8 A5. De kandidaat kan: 5.1 een vraag en een daarop aansluitende hypothese formuleren; 5.2 voor een vraag bruikbaar bronnenmateriaal verwerven en gegevens eruit selecteren. Hierover worden in het centraal examen geen vragen gesteld. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen historisch redeneren met en over bronnen. Bij het redeneren met bronnen gaat het om de inhoud van de bronnen. Het gaat om het verwerven van bronnenmateriaal en het selecteren van gegevens daaruit in relatie tot een vraagstelling. Bij de inhoud van de bron gaat het om vragen als: Wat voor (historische) feiten /meningen/interpretaties bevat de bron Wat voor informatie bevat de bron juist niet (terwijl die wellicht verwacht mocht worden) Bij het redeneren over bronnen gaat het om de aard van de bronnen en het analyseren van de bron. Bij de aard van de bron gaat het om vragen als: onder welke omstandigheden is de bron tot stand gekomen wie is de auteur (tijd- en plaatsgebondenheid) wat is het doel voor welk publiek is de bron bedoeld Voor zowel redeneren met als over bronnen moet rekening gehouden worden met de bruikbaarheid. Deze is: groter naarmate de informatie uit de bron betrouwbaarder (of verifieerbaar) is in relatie tot een vraagstelling; groter naarmate de informatie uit de bron representatiever is in relatie tot een vraagstelling.

9 A6. De kandidaat kan: - in het kader van een historische vraagstelling: o verklaringen geven voor historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen; o onderscheid maken tussen verschillende soorten oorzaken en gevolgen. Het gaat om causale (oorzaak/gevolg) verbanden tussen verschijnselen of gebeurtenissen, waarbij rekening gehouden moet worden met motieven van mensen. Het aangeven van oorzaken, motieven en gevolgen is een interpretatie die (mede) afhangt van eigen tijd- en plaatsgebondenheid (zie ook 7) - voorbeelden van oorzaken zijn: structurele (indirecte) en incidentele (directe) oorzaken. Een incidentele of directe oorzaak die onmiddellijk aan een gebeurtenis voorafgaat, wordt ook vaak 'aanleiding' genoemd. politieke, economische, sociale en culturele oorzaken - voorbeelden van gevolgen zijn: direct optredende gevolgen en gevolgen op langere termijn bedoelde en onbedoelde gevolgen politieke, economische, sociale en culturele gevolgen belangrijke en minder belangrijke gevolgen, denk hierbij aan: o de schaal van de gevolgen (hoeveel mensen/landen waren erbij betrokken) o de intensiteit (hoe diep werd het leven van mensen er door beïnvloed ) o de duur

10 3.2 Domein B. Inleiding en toelichting In deze syllabus wordt voor een deel van de kenmerkende aspecten het aantal historische voorbeelden aan de hand waarvan de leerlingen een kenmerkend aspect kunnen verduidelijken ingeperkt en specifieker omschreven. Vanuit een beperkt aantal kenmerkende aspecten zijn drie (havo) en vier (vwo) thematische clusters van tijdvak overschrijdende leidende vragen ontworpen. Deze historische contexten zorgen telkens voor een samenhangende context tussen de kenmerkende aspecten. Voor het centraal examen in 2015 betreft de volgende historische contexten: 1 De Republiek 2 De Amerikaanse en Franse revolutie (alleen voor vwo) 3 Duitsland De Koude Oorlog Per historische context worden historische voorbeelden (gebeurtenissen) genoemd. De genoemde gebeurtenissen kunnen verschillende rollen vervullen in de voorbereiding op het CE: in een latere versie wordt hier nader op ingegaan. Het kader waarin ze gekend moeten worden wordt kort geschetst. De leidende vragen geven richting aan wat er van deze voorbeelden moet worden gekend. De historische contexten zijn gespreid over de tijd, maar dekken niet alle tijdvakken en alle kenmerkende aspecten. In het examen zal ca. 60 à 70 % van de scorepunten betrekking hebben op de nader gespecificeerde kenmerkende aspecten. De rest van de scorepunten betreft kenmerkende aspecten zonder specificatie. Voorbeeldopgaven en een toelichting aarbij in een volgende versie van deze concept syllabus. Pas op: deze versie is dus nog niet compleet: alleen de historische contexten over Duitsland en de Koude Oorlog zijn in deze 0-versie opgenomen. De andere twee historische contexten zijn nog in bewerking. Wel is bij alle vier historische contexten al aangegeven welke kenmerkende aspecten nader gespecificeerd zullen worden.

11 B1 Historische context De Republiek De kenmerkende aspecten die voor deze historische context worden gespecificeerd zijn: 14 Opkomst van de stedelijke burgerij en toenemende zelfstandigheid van steden 17 Het begin van staatsvorming en centralisatie 18 Het begin van de Europese overzeese expansie 21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg heeft 22 Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat 23 Het streven van vorsten naar absolute macht 24 De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei en economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek 25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie Deze specificatie is nog in bewerking B2 Historische context (alleen vwo) De Amerikaanse en Franse Revolutie De kenmerkende aspecten die voor deze historische context worden gespecificeerd zijn: Kenmerkende aspecten 23 Het streven van vorsten naar absolute macht 25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie 27 Rationeel optimisme en een verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen 28 Voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur eigentijdse verlichte vorm te geven (verlicht absolutisme) 29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-atlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36 De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme Deze specificatie is nog in bewerking

12 B.3 Historische Context Duitsland Van keizerrijk naar nationaalsocialistische staat. 1 Duitsland : Het Duitse keizerrijk ( ) Leidende vraag: Wat betekende de vorming van het Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht tussen de Europese grootmachten? Kader Tijdens de Frans-Duitse oorlog ( ) verscheen, onder leiding van Pruisen, het Duitse keizerrijk als verspätete Nation op het Europese toneel. Het nieuwe Duitsland was een politieke, militaire en, door de snelle industrialisatie in de voorgaande decennia, economische grootmacht. Rijkskanselier Otto von Bismarck was tevreden met de bestaande grenzen maar zag Duitsland wel als omsingeld door sterke mogendheden. Het buitenlandse beleid was er daarom op gericht door een alliantiepolitiek het bestaande machtsevenwicht te handhaven. De troonsbestijging van Wilhelm II in 1888 luidde een nieuw tijdperk in. Wilhelm II versterkte de positie van de keizer en zijn regering kreeg steeds meer autocratische trekken. Duitsland was niet langer tevreden met de bestaande situatie maar wilde een belangrijkere plaats op het wereldtoneel. Deze Duitse Weltpolitik was in eerste instantie gericht op overzees imperialisme, waarbij het Groot-Brittannië als koloniale grootmacht tegenover zich vond. In het begin van de twintigste eeuw werd de blik meer gericht op het Europese continent. Deze groeiende internationale ambities ontwikkelden zich, tot verontrusting van Groot-Brittannië en Frankrijk, hand in hand met sterke economische groei en toenemend militarisme. Zowel Duitsland als de andere Europese grootmachten zochten in bondgenootschappen steeds meer steun. De rivaliteit tussen de grote mogendheden kwam in 1914 tot uitbarsting in de Eerste Wereldoorlog. Deze totale oorlog had ingrijpende gevolgen voor zowel soldaten als het thuisfront. In de herfst van 1918 leidde de zware last van de oorlog tot steeds meer onvrede onder de bevolking die culmineerde in een revolutie. Tegelijkertijd werd duidelijk dat Duitsland de oorlog op het slagveld verloren had. Op 9 november 1918 werd de republiek uitgeroepen en op 11 november 1918 tekende de regering van deze republiek de wapenstilstand. Gebeurtenissen 1871 Uitroepen Duitse keizerrijk in Versailles Kenmerkende aspecten 31, Conferentie van Berlijn 33, Vlootwet 33, 36, Von Schlieffenplan treedt in werking 40, De regering van de Republiek van Weimar ondertekent de wapenstilstand in Compiègne 31, 40 2 Duitsland : De Republiek van Weimar ( ) Leidende vraag: Welke factoren leidden tot de ondergang van de Republiek van Weimar? Kader De Republiek van Weimar maakte van Duitsland een parlementaire democratie. De basis van deze democratie was wankel door de machtsstrijd tussen democraten en groepen die een einde wilde maken aan de parlementaire democratie, zoals de oude conservatie elite, extreem- rechtse groepen en communisten. De leiders van de republiek probeerden door middel van een vreedzame politiek weer aanzien te krijgen in Europa. De Duitse bevolking had echter weinig vertrouwen in de Repbliek omdat deze verantwoordelijk werd gehouden voor de vernedering door het Verdrag van Versailles en er niet in slaagde de grote politieke en vooral economische problemen op te lossen. De herstelbetalingen drukten zwaar op de economie en leidden in 1923 tot een grote crisis. Mede door hulp van de Verenigde Staten begon een voorzichtig economisch herstel en konden tussen 1924 en 1929 redelijk stabiele regeringen worden gevormd.

13 De Amerikaanse Beurskrach van 1929 legde de zwakte van de Duitse economie en de politieke instabiliteit bloot. Hiervan profiteerde de nationaalsocialistische partij (NSDAP) onder leiding van Adolf Hitler. Mede door het redenaarstalent van Hitler, grootscheepse propaganda en paramilitair machtsvertoon, groeide de NSDAP uit tot een massapartij. Het Duitse volk werd economisch herstel beloofd, verwerping van het Verdrag van Versailles en sterk leiderschap. Hierdoor zou Duitsland weer de plaats op het wereldtoneel krijgen waar het, volgens Hitler, recht op had. De NSDAP won de verkiezingen en met steun van de conservatieve elite werd Hitler in 1933 rijkskanselier. Vlak na zijn aantreden begon hij met de opbouw van een totalitair regime. Met een noodverordening werd het parlement buiten spel en was de Republiek van Weimar ten einde. Gebeurtenissen 1919 Moord op Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht 1919 Verdrag van Versailles 31, 38, Bierkellerputsch Dawesplan 39, Instelling Rijkscultuurkamer door Goebbels 1933 Rijksdagbrand 38 Kenmerkende aspecten 38 37, 38 3 Duitsland : Het Derde Rijk ( ) Leidende vraag: Welke gevolgen had het nationaalsocialisme voor Duitsland en Europa? Kader Onder leiding van Hitler werd, met grootschalige propaganda, censuur en terreur, de Duitse samenleving genazificeerd. Door het economisch herstel en omverwerping van het Verdrag van Versailles kreeg het regime veel steun van de bevolking. Tot de eerste slachtoffers behoorden degenen die niet pasten in de Duitse Volksgemeinschaft vanwege onder meer ras, fysieke eigenschappen, seksuele geaardheid of politieke opvattingen. In zijn buitenlandse politiek richtte Hitler zich aanvankelijk op de aansluiting van Duitse gebieden maar streefde hij uiteindelijk naar een totale etnische herschikking van Europa waarin het arische ras moest overheersen. Groot-Brittannië probeerde met de politiek van appeasement oorlog te voorkomen. Maar toen Hitler, gedekt door de Sovjet-Unie, in 1939 Polen binnenviel, verklaarden Groot-Brittannië en Frankrijk aan Duitsland de oorlog. De door Duitsland snel veroverde gebieden werden volledig onderworpen aan het nationaalsocialisme; de mate waarin verschilde sterk in West- en Oost-Europa. In 1941 viel Duitsland ook de Sovjet-Unie binnen. Deze oorlog verbond een radicaal anticommunisme met een racistisch wereldbeeld en leidde tot vernietiging op grote schaal. Tijdens deze aanval begon de genocide op de joden in onderworpen gebieden. De ommekeer aan het oostfront vond plaats na de verloren slag bij Stalingrad en in juni 1944 bereikten de geallieerden de definitieve doorbraak in het westen. Gezamenlijk trokken de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie en Groot-Brittannië op tegen Duitsland. Toen in mei 1945 Berlijn was ingenomen door de Russen eindigde de totale oorlog met een totale nederlaag voor Duitsland. De toekomst van Duitsland lag nu in handen van de geallieerden. Gebeurtenissen 1935 Neurenberger wetten 38, Conferentie van München Inval Sovjet-Unie 38, 40, Wannseeconferentie 38, Conferentie van Potsdam 38, 40 Kenmerkende aspecten

14 Overzicht kenmerkende aspecten en gebeurtenissen in de H.C. Duitsland Kenmerkende aspecten 31 De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme. 33 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving. 36 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie. 37 De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie 38 Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme. Gebeurtenissen 1871 Uitroepen Duitse keizerrijk in Versailles 1918 De regering van de Republiek van Weimar ondertekent de wapenstilstand in Compiègne 1919 Verdrag van Versailles Conferentie van Berlijn 1898 Vlootwet Conferentie van Berlijn 1898 Vlootwet 1933 Instelling Rijkscultuurkamer door Goebbels 1919 Moord op Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht 1919 Verdrag van Versailles 1923 Bierkellerputsch 1933 Instelling Rijkscultuurkamer door Goebbels 1933 Rijksdagbrand 1935 Neurenberger wetten 1941 Inval Sovjet-Unie 1942 Wannseeconferentie 1945 Conferentie van Potsdam 39 De crisis van het wereldkapitalisme Dawesplan 40 Het voeren van twee wereldoorlogen Uitroeping Duitse keizerrijk in Versailles 1898 Vlootwet 1914 Von Schlieffenplan treedt in werking 1918 De regering van de Republiek van Weimar ondertekent de wapenstilstand in Compiègne 1919 Verdrag van Versailles 1924 Dawesplan 1938 Conferentie van München 1941 Inval Sovjet-Unie 1945 Conferentie van Potsdam 41 Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden. 43 Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering Neurenberger wetten 1942 Wannseeconferentie 1914 Von Schlieffenplan treedt in werking 1941 Inval Sovjet-Unie

15 B4 Historische context: De Koude Oorlog 1 De verdeling van Europa in ideologische blokken ( ) Leidende vraag: Waardoor raakte Europa na 1945 verdeeld in twee ideologische blokken en waardoor groeide de spanning tussen deze blokken? Kader Na de revolutie van 1917 ontstond in Rusland een nieuw politiek systeem, de Sovjet-Unie, onder leiding van de communistische partij, die streefde naar een klasseloze samenleving en wereldrevolutie. Dit politieke systeem, vanaf 1928 geleid door Stalin, week af van dat van de Verenigde Staten, met zijn nadruk op de politieke rechten van het individu. In de Tweede Wereldoorlog werkten de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten samen in de strijd tegen de asmogendheden. Tegen het einde van de oorlog liep de spanning tussen de twee landen snel op, onder meer door onenigheid over de vredesregeling met Duitsland en de nieuwe machtsverhoudingen in Europa. Het wantrouwen tussen de Sovjet-Unie en de westelijke mogendheden nam verder toe en daarmee de behoefte aan controle over gebieden die van strategisch belang werden geacht. Dit streven naar invloedsferen bevestigde voor elk van beide partijen het vijandbeeld van de andere partij. Onder Sovjet-Russische invloed ontstonden in Oost-Europa volksdemocratieën naar het model van de Sovjet-Unie. De Amerikaanse president Truman stimuleerde de eenwording van West-Europa om een dam op te werpen tegen communistische expansie onder meer met het Marshall plan. Europa raakte verdeeld in twee ideologische machtsblokken, die door de wapenwedloop en de vorming van militaire bondgenootschappen steeds grimmiger tegenover elkaar kwamen te staan. Gebeurtenissen 1945 Conferentie van Potsdam Ka 40, Atoombom op Hiroshima Ka 40, Afkondiging van de Truman Doctrine Ka Blokkade van Berlijn Ka Oprichting van de NAVO Ka Terechtstelling van het echtpaar Rosenberg Kenmerkende aspecten Ka 37, Oprichting van het Warschau-Pakt Ka 45 2 De verdeling van Azië in ideologische blokken ( ) Leidende vraag: Waardoor raakte Azië na 1949 betrokken bij de Koude Oorlog en waardoor groeide de spanning tussen beide blokken in Azië? Kader De verhouding tussen de machtsblokken veranderde in 1949 doordat de Sovjet-Unie eveneens de atoombom ontwikkelde en door het uitroepen in hetzelfde jaar van de Volksrepubliek China onder leiding van Mao Zedong, de tweede communistische grootmacht. De Amerikaanse regering zag de communistische landen tot 1960 als één hecht ideologisch blok. Door de moeizame dekolonisatie en door ingrijpen van de Volksrepubliek China in Korea breidde de Koude Oorlog zich uit naar Zuidoost-Azië. Korea en Vietnam werden in tweeën gedeeld, waarbij in beide landen het Noorden zich richtte op de Volksrepubliek China en de Sovjet-Unie en het Zuiden op de Verenigde Staten. Eisenhower gebruikte de dominotheorie als legitimatie om met militaire steun aan bevriende regimes in Zuid-Korea en Zuid-Vietnam verdere verspreiding van het communisme te voorkomen. De communistische staten zagen deze betrokkenheid als een vorm van Westers imperialisme. Met grote militaire inspanningen van vooral de Verenigde Staten wist een VN-leger Zuid-Korea buiten de communistische invloedssfeer te houden. In Vietnam lukte dit niet. Onder president Johnson escaleerde het conflict, terwijl de zwakke, op Amerikaanse steun leunende Zuid-Vietnamese regimes grip verloren op de eigen bevolking. De guerrilla die de Vietcong voerde, bleek niet te stoppen met grote troepeninzet en zware bombardementen. De

16 publieke opinie in de Verenigde Staten, met name de naoorlogse protestgeneratie, keerde zich tegen het eigen Vietnambeleid, wat bijdroeg tot het besluit van president Nixon om een uitweg te zoeken via de vietnamisering van de oorlog en via de driehoeks-diplomatie. Gebeurtenissen 1949 De S.U. brengt een A-bom tot ontploffing Ka Noord-Korea valt met Chinese steun het zuiden binnen tijdens de Korea-oorlog Kenmerkende aspecten Ka Akkoorden van Genève Ka 45, Tonkin-incident Ka Woodstock Ka Akkoorden van Parijs Ka 45, 46 3 Wapenwedloop en dreiging van een atoomoorlog ( ) Leidende vraag: Waardoor liep de Koude Oorlog op kritieke momenten niet uit op een directe militaire confrontatie tussen beide grootmachten? Kader Nadat de Bondsrepubliek lid was geworden van de NAVO en de DDR van het Warschaupact leek de Oost-Westverhouding in Europa gestabiliseerd. Dit bleek bij de Hongaarse opstand in 1956, toen de Verenigde Staten niet bereid waren om voor de Hongaarse opstandelingen een Derde Wereldoorlog te riskeren. Van haar kant streefde de leiding van de Sovjet-Unie sinds het overlijden van Stalin naar vreedzame co-existentie. Toch kwam het in 1961 onder Kennedy en Chroesjtsjov tot een tweede crisis rond West-Berlijn, dat een belangrijke symboolfunctie had voor de Westerse wereld en bovendien voor DDR-burgers een vluchtweg bood. De crisis eindigde met de bouw van de Berlijnse Muur, die door het Westen werd geaccepteerd maar ook een symbool werd voor datgene waar het Westen tegen streed. De meest riskante confrontatie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie ontstond in oktober 1962 door de voorbereidingen door de Sovjet-Unie voor installatie van Russische raketten op Cuba. Beide partijen namen tijdens de Cubacrisis grote risico s en een atoomoorlog leek dichterbij dan ooit. Gebeurtenissen 1956 Hongaarse Opstand wordt neergeslagen Ka Bouw van de Berlijnse muur Ka Cuba-crisis Ka 45 Kenmerkende aspecten 4 Aanhoudende wapenwedloop, afnemende dreiging van een atoomoorlog ( ) Leidende vraag: Waardoor nam de dreiging van een atoomoorlog na 1963 af? Kader Na de Cubacrisis drong bij beide partijen het besef door dat de Koude Oorlog uit de hand dreigde te lopen en een bedreiging vormde voor de wereldvrede. Dit leidde tot initiatieven om de wapenwedloop te beperken, met name de atoombewapening. Door de toenemende reikwijdte en vernietigingskracht van de moderne wapens nam de intensiteit van de wapenwedloop niet af, maar door de Détente ontstond wel een verbetering in de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. De strijd om uitbreiding van de eigen invloedssfeer verplaatste zich in deze periode naar Afrika waar de dekolonisatie een einde maakte aan de overheersing door het Westen. Begin jaren tachtig leek de wapenwedloop een nieuwe dimensie te krijgen met het Amerikaanse SDI-project, opgezet onder het bewind van president Reagan, waarover de meningen in het Westen sterk verdeeld waren. Dit project veroorzaakte grote onrust in de Sovjet-Unie, omdat de Russische economie deze nieuwe concurrentieslag niet aankon. Met de komst van Michael Gorbatsjov en zijn beleid van Glasnost en Perestrojka ging de Koude Oorlog de laatste fase in. Het loslaten van de Breznjev-doctrine stelde Oostbloklanden in de gelegenheid een eigen politieke koers te gaan volgen, al dan niet geïnitieerd door binnenlands protest. In

17 Polen nam de vakbond Solidarnosc onder leiding van Lech Walesa hierin het voortouw. Nadat Hongarije de grens met het Westblok had geopend viel de Muur tussen West- en Oost-Duitsland. Gorbatsjov werd afgezet, waarna een staatsgreep onder leiding van Boris Jeltsin een einde maakte aan het communistisch bewind in de Sovjet-Unie. Door het uiteenvallen van het Oostblok was er een einde gekomen aan de Koude Oorlog. Gebeurtenissen 1968 Praagse lente Ka 45, Na de dekolonisatie breekt in Angola een burgeroorlog uit tussen MPLA en FNLA 1968 Het non-proliferatieverdrag wordt getekend Kenmerkende aspecten Ka 45, 46 Ka lancering van SDI Ka legalisering Solidarnosc Ka 45, Val van de Berlijnse muur Ka 45, 47, 48 Overzicht van de gespecificeerde kenmerkende aspecten en de daarbij gekozen gebeurtenissen. Kenmerkende aspecten 37 De rol van moderne propagandaen communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie 40 Het voeren van twee wereldoorlogen Gebeurtenissen 1953 Terechtstelling van het echtpaar Rosenberg Conferentie van Potsdam Atoombom op Hirosjima De S.U. brengt een A-bom tot ontploffing (V) 43 Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering 45 De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog. 46 de dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in Atoombom op Hirosjima Afkondiging van de Truman Doctrine Blokkade van Berlijn Oprichting van de NAVO Terechtstelling van het echtpaar Rosenberg Oprichting van het Warschau-Pakt Noord-Korea valt met Chinese steun het zuiden binnen tijdens de Korea-oorlog De Fransen verlaten Vietnam (V) Tonkin-incident (V) Akkoorden van Parijs (V) Hongaarse Opstand wordt neergeslagen Bouw van de Berlijnse muur Cuba-crisis Praagse lente Na de dekolonisatie breekt in Angola een burgeroorlog uit tussen MPLA en FNLA Het non-proliferatieverdrag wordt getekend Lancering van SDI/of toch Afghanistan? Legalisering Solidarnosc Val van de Berlijnse muur De Fransen verlaten Vietnam (V) Akkoorden van Parijs (V)

18 de wereld 1975 Na de dekolonisatie breekt in Angola een burgeroorlog uit tussen MPLA en FNLA 47 De eenwording van Europa De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen Legalisering Solidarnosc Val van de Berlijnse muur Woodstock (V) Val van de Berlijnse muur Praagse Lente

19 B5. Kenmerkende aspecten algemeen In het schema op de volgende bladzijde is te zien welke kenmerkende aspecten zijn gespecificeerd en welke niet. Welke plaats hebben de niet gespecificeerde kenmerkende aspecten in het centraal examen? Zoals in het advies aan de Minister is aangegeven: Om het karakter van de oriëntatiekennis te garanderen, dienen de leerlingen alle kenmerkende aspecten ook op een algemener niveau te kunnen herkennen en uitleggen aan de hand van nieuwe contexten en onbekende voorbeelden. Dat geldt voor zowel de uitgewerkte als de niet nader gespecificeerde kenmerkende aspecten. K.A. HC I HC II HC III H IV X X 18. X X 22. X 23. X X 24. X 25. X X X 28. X 29. X 30. X 31. X 32. X 33. X X X 37. X X 38. X 39. X 40. X X 41. X X X X 46. X 47. X 48. X 49.

20 Bijlage 1. Examenprogramma geschiedenis vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Historisch besef Domein B Oriëntatiekennis Domein C Thema's Domein D Geschiedenis van de rechtsstaat en van de parlementaire democratie Domein E Oriëntatie op studie en beroep. Het centraal examen Het centraal examen heeft betrekking op de Domeinen A en B. De CEVO stelt het aantal en de tijdsduur van de zittingen van het centraal examen vast. De CEVO maakt indien nodig een specificatie bekend van de examenstof van het centraal examen. Het schoolexamen Het schoolexamen heeft betrekking op Domein A en: - de domeinen en subdomeinen waarop het centraal examen geen betrekking heeft; - indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: een of meer domeinen of subdomeinen waarop het centraal examen betrekking heeft; - indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: andere vakonderdelen, die per kandidaat kunnen verschillen. De examenstof Wat in onderstaande tekst gecursiveerd is, geldt alleen voor het examenprogramma vwo. Domein A: Historisch besef 1. De kandidaat kan: - gebeurtenissen uit zijn eigen leven alsmede verschijnselen, gebeurtenissen en personen uit de geschiedenis met behulp van een tijdbalk of een andere vorm van chronologische schematisering ordenen en daarbij de volgende aanduidingen van tijd en tijdsindeling gebruiken: jaren, eeuwen, tijdvakken, perioden en jaartellingen; - met gebruik van voorbeelden uit de perioden- en tijdvakkenindeling van eindterm 2, de westers-christelijke jaartelling en een ander voorbeeld van een jaartelling of periodisering/meerdere andere voorbeelden van jaartellingen of periodiseringen uitleggen dat chronologische indelingen interpretatief van aard zijn en (mede) afhangen van de standplaats die men inneemt en/of de vraag die men wil beantwoorden. 2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken: - tijdvak 1: van jagers en boeren ( voor Christus) / Prehistorie; - tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen (3000 voor Christus-500 na Christus) / Oudheid; - tijdvak 3: tijd van monniken en ridders ( ) / vroege Middeleeuwen; - tijdvak 4: tijd van steden en staten ( ) / hoge en late Middeleeuwen; - tijdvak 5: tijd van ontdekkers en hervormers ( ) / Renaissancetijd / 16 e eeuw; - tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten ( ) / Gouden Eeuw / 17 e eeuw;

21 - tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties ( ) / eeuw van de Verlichting/ 18 e eeuw; - tijdvak 8: tijd van burgers en stoommachines ( ) / industrialisatietijd / 19 e eeuw; - tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen ( ) / eerste helft 20 e eeuw; - tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / tweede helft 20 e eeuw. 3. De kandidaat kan: - de tijdvakken van eindterm 2 plaatsen in de periodes Prehistorie, Oudheid, Middeleeuwen, Vroegmoderne Tijd en Moderne Tijd; - uitleggen dat de indeling in perioden en tijdvakken een westers perspectief op de geschiedenis vertegenwoordigt en wat de beperkingen en bezwaren daarvan kunnen zijn. 4. De kandidaat kan: - in historische processen de samenhang tussen veranderingen en continuïteit beschrijven; - de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven; - verschillende soorten historische verandering onderscheiden; - door het onderscheiden van continuïteiten van langere en kortere duur onderkennen hoe elementen afkomstig uit verschillende tijdvakken zich gelijktijdig in één tijdvak kunnen manifesteren (de gelijktijdigheid van het ongelijktijdige). 5. De kandidaat kan: - een vraag en een daarop aansluitende hypothese formuleren; - voor een vraag bruikbaar bronnenmateriaal verwerven en gegevens eruit selecteren. 6. De kandidaat kan: - in het kader van een historische vraagstelling verklaringen geven voor historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen; - onderscheid maken tussen verschillende soorten oorzaken en gevolgen 7. De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met: - het onderscheid tussen feiten en meningen; - tijd- en plaatsgebondenheid van interpretaties en oordelen afkomstig van personen uit het verleden en afkomstig van hedendaagse personen, onder wie hij zelf; - de rol van waardepatronen in heden en verleden; - het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten. Domein B: Oriëntatiekennis 8. De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2: - de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen; - bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken; - uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt; - uitleggen dat de betekenis die aan tijdvakken wordt toegekend mede afhangt van de tijd, plaats en omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden. Voor tijdvak 1 gelden de volgende kenmerkende aspecten: - de levenswijze van jagers-verzamelaars; - het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen; - het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

22 Voor tijdvak 2 gelden de volgende kenmerkende aspecten: - de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat; - de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur; - de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde; - de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest- Europa; - de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten. Voor tijdvak 3 gelden de volgende kenmerkende aspecten: - de verspreiding van het christendom in geheel Europa; - het ontstaan en de verspreiding van de islam; - de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid; - het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur. Voor tijdvak 4 gelden de volgende kenmerkende aspecten: - de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarischurbane samenleving; - de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden; - het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben; - de expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten; - het begin van staatsvorming en centralisatie. Voor tijdvak 5 gelden de volgende kenmerkende aspecten: - het begin van de Europese overzeese expansie; - het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling; - de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid; - de protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had; - het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat. Voor tijdvak 6 gelden de volgende kenmerkende aspecten: - het streven van vorsten naar absolute macht; - de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek; - wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie; - de wetenschappelijke revolutie. Voor tijdvak 7 gelden de volgende kenmerkende aspecten: - rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen; - voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme); - uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme; - de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

23 Voor tijdvak 8 gelden de volgende kenmerkende aspecten: - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving; - discussies over de sociale kwestie ; - de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie; - de opkomst van emancipatiebewegingen; - voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces; - de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme. Voor tijdvak 9 gelden de volgende kenmerkende aspecten: - de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie; - het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme; - de crisis van het wereldkapitalisme; - het voeren van twee wereldoorlogen; - racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden; - de Duitse bezetting van Nederland; - verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering; - vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme. Voor tijdvak 10 gelden de volgende kenmerkende aspecten: - de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog; - de dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld; - de eenwording van Europa; - de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen; - de ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen. Domein C: Thema's 9. De kandidaat kan: - aan de hand van vijf (voor profiel cultuur en maatschappij) / vier (voor profiel economie en maatschappij) nader omschreven concrete thema's met gebruikmaking van de eindtermen uit Domein A een beargumenteerd antwoord geven op inhoudelijke vragen over het betreffende thema; - op grond van situaties in de verschillende tijdvakken ontwikkelingen op langere termijn beschrijven. Domein D: Geschiedenis van de rechtsstaat en van de parlementaire democratie 10.De kandidaat kan: - verband leggen tussen het ontstaan van vrijheidsrechten en politieke rechten in bepaalde historische tijdvakken en kenmerkende aspecten van die tijdvakken; - belangrijke denkers noemen en hun opvattingen over de relatie tussen staat en onderdanen; - uitleggen onder invloed van welke factoren de rechtsstaat zich in Nederland heeft ontwikkeld en welke actoren erbij betrokken waren; - uitleggen onder invloed van welke factoren de parlementaire democratie zich in Nederland heeft ontwikkeld sinds 1795;

24 - de ontstaansgeschiedenis van de belangrijkste politieke stromingen en partijen weergeven sinds Domein E: Oriëntatie op studie en beroep

25 Bijlage 2. Voorbeeldopgaven. Op dit moment werkt het Cito aan een aantal voorbeeldopgaven en een daarbij horende toelichting.

26 College voor Examens , Postbus 315, 3500 AH Utrecht

Examenprogramma geschiedenis havo

Examenprogramma geschiedenis havo Examenprogramma geschiedenis havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Domein B Domein C Domein

Nadere informatie

Examenprogramma geschiedenis havo/vwo

Examenprogramma geschiedenis havo/vwo Examenprogramma geschiedenis havo/vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Historisch besef

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie 1. De levenswijze van jager-verzamelaars. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Nadere informatie

Examenprogramma geschiedenis vwo vanaf CE 2015

Examenprogramma geschiedenis vwo vanaf CE 2015 Examenprogramma geschiedenis havo/vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Historisch besef

Nadere informatie

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. De Tien Tijdvakken Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. KA1: De levenswijze van jagersverzamelaars KA2: Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen KA3: Het ontstaan van de eerste stedelijke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18139 5 september 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 4 juli 2012, nr. VO/419920, houdende

Nadere informatie

Leerplan geschiedenis tweede fase. Albert van der Kaap

Leerplan geschiedenis tweede fase. Albert van der Kaap Leerplan geschiedenis tweede fase Albert van der Kaap Leerplan geschiedenis tweede fase Albert van der Kaap Enschede, juli 2008 Verantwoording 2008 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle

Nadere informatie

Leerplan geschiedenis voor de tweede fase havo en vwo. Albert van der Kaap

Leerplan geschiedenis voor de tweede fase havo en vwo. Albert van der Kaap Leerplan geschiedenis voor de tweede fase havo en vwo Albert van der Kaap Enschede, april 2009 Verantwoording Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt

Nadere informatie

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvak 1: Tijd van Jagers en Boeren. Periode: Prehistorie 1 De levenswijze van jagers-verzamelaars (Hoe zag deze samenleving eruit?) 2 Het ontstaan van landbouw en

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9955 23 februari 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 februari 2017, nr.

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 Versie: 2 april 2019 De vakinformatie is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt)

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt) Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt) Samenvatting door S. 850 woorden 25 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 01 De levenswijze van jagers-verzamelaars Het

Nadere informatie

Vaste voorbeelden. 1. Tijd van jagers en boeren. Tot 3000 v.c. (prehistorie) De levenswijze van jager-verzamelaars.

Vaste voorbeelden. 1. Tijd van jagers en boeren. Tot 3000 v.c. (prehistorie) De levenswijze van jager-verzamelaars. Begrippenlijst door Manon 1370 woorden 17 februari 2016 7.6 17 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Tijdvakken / Perioden Kenmerkende aspecten Vaste voorbeelden. 1. Tijd van jagers en boeren. Tot 3000 v.c.

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V18.03.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Het nieuwe eindexamen geschiedenis

Het nieuwe eindexamen geschiedenis Het nieuwe eindexamen geschiedenis Stephan Klein Rotterdam, 4 oktober 2013 Gesprek in de klas (2013) Docent: Wie kan uitleggen wat standplaatsgebondenheid inhoudt? (stilte van enkele seconden) Leerling

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V17.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Renaissancetijd Gouden Eeuw eeuw van de Verlichting industrialisatietijd

Renaissancetijd Gouden Eeuw eeuw van de Verlichting industrialisatietijd Kaartjes tijdsperiodes Prehistorie Oudheid vroege Middeleeuwen hoge en late Middeleeuwen Renaissancetijd Gouden Eeuw eeuw van de Verlichting industrialisatietijd eerste helft 20 e eeuw tweede helft 20

Nadere informatie

Geschiedeniswetenschap streeft ernaar waarheden vast te stellen over het verleden!

Geschiedeniswetenschap streeft ernaar waarheden vast te stellen over het verleden! Geschiedeniswetenschap streeft ernaar waarheden vast te stellen over het verleden! Geschiedenis Waarheden Verleden = beelden van het verleden van de menselijke cultuur. = relatie tussen vroeger en nu,

Nadere informatie

LESTIP bovenbouw havo/vwo: Tijdvakken oefenen

LESTIP bovenbouw havo/vwo: Tijdvakken oefenen LESTIP bovenbouw havo/vwo: Tijdvakken oefenen Half mei worden leerlingen van 5 havo en 6 vwo onder meer getest op hun kennis van de tijdvakken en de kenmerkende aspecten. In deze les gaan leerlingen een

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V17.05.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V18.03.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1 GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Hieronder worden de keuzes die de syllabuscommissie heeft gemaakt punt voor punt toegelicht.

Hieronder worden de keuzes die de syllabuscommissie heeft gemaakt punt voor punt toegelicht. Toelichting bij de werkversie syllabus geschiedenis nieuwe stijl 1 ten bate van de pilotscholen In het schooljaar 2007-2008 is een syllabuscommissie, ingesteld door de CEVO, aan het werk gegaan om te bepalen:

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1. pagina 1 van 16

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1. pagina 1 van 16 GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1 pagina 1 van 16 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Leerlijn historisch denken havo

Leerlijn historisch denken havo Leerlijn historisch denken havo Albert van der Kaap vwo Tijd en chronologie klas 1 klas 2 klas 3 vwo 6 gebeurtenissen uit zijn eigen leven alsmede verschijnselen, gebeurtenissen en personen uit de geschiedenis

Nadere informatie

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy In blauw: de tijdvakken en de kenmerkende aspecten (alleen uitgewerkt voor het en ). In oranje: de canonvensters,

Nadere informatie

A Het examenprogramma geschiedenis voor havo en vwo, zoals gepubliceerd door de CHMV in februari 2001:

A Het examenprogramma geschiedenis voor havo en vwo, zoals gepubliceerd door de CHMV in februari 2001: BIJLAGEN 57 Bijlage 1 Examenprogramma s A Het examenprogramma geschiedenis voor havo en vwo, zoals gepubliceerd door de CHMV in februari 2001: Wat in het onderstaan de cursief is gedrukt geldt alleen voor

Nadere informatie

KOUDE OORLOG

KOUDE OORLOG KOUDE OORLOG 1945-1991 Waarom is de gebeurtenis afgebeeld in deze bron zo cruciaal geweest voor de KOUDE OORLOG? 37. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

Nadere informatie

Canon en kerndoelen geschiedenis PO

Canon en kerndoelen geschiedenis PO Canon en kerndoelen geschiedenis PO bron: http://www.entoen.nu/primair-onderwijs/didactisch-concept/leerplan-(slo)/geschiedenis In dit hoofdstuk over canon en geschiedenis wordt eerst ingegaan op de recente

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag van het vak Geschiedenis (Pilot) vwo, eerste tijdvak (2014). In dit examenverslag proberen we zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende vraag:

Nadere informatie

Instroom pabo geschiedenis

Instroom pabo geschiedenis Keuzedeel mbo Instroom pabo geschiedenis gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0050 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op:

Nadere informatie

Koude Oorlog

Koude Oorlog Koude Oorlog 1945-1991 1 Waardoor raakte Europa verdeeld in twee ideologische blokken en waardoor groeide de spanning tussen deze blokken? 1945-1955 1945 Einde Tweede Wereldoorlog 1955 Oprichting Warschaupact

Nadere informatie

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 1. Waardoor brak er een opstand uit in de Nederlanden, 1515-1572? 14 De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden4

Nadere informatie

Conferentie van Potsdam. Communistenjacht. Burgeroorlog in Angola. Castro op bezoek in Angola

Conferentie van Potsdam. Communistenjacht. Burgeroorlog in Angola. Castro op bezoek in Angola Communistenjacht Conferentie van Potsdam Begrippen: Propaganda Door het McCarthyism werden vooral intellectuelen en mensen uit de mediawereld, zoals de Hollywood Ten, verdacht als communisten. Een sterke

Nadere informatie

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00. 1 SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS 31 oktober 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit 38 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Historische context Duitsland h2

Samenvatting Geschiedenis Historische context Duitsland h2 Samenvatting Geschiedenis Historische context Duitsland h2 Samenvatting door D. 819 woorden 5 februari 2017 5,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats GS Historische Context Duitsland Notitie:

Nadere informatie

1 Wat betekende de vorming van het Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht tussen de Europese grootmachten,

1 Wat betekende de vorming van het Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht tussen de Europese grootmachten, Duitsland 1871 1945 1 Wat betekende de vorming van het Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht tussen de Europese grootmachten, 1871-1918 1871 Einde Frans-Duitse oorlog 1918 Einde Eerste Wereldoorlog

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Koude Oorlog

Samenvatting Geschiedenis Koude Oorlog Samenvatting Geschiedenis Koude Oorlog Samenvatting door een scholier 1107 woorden 20 juni 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Geschiedenis samenvattingen Katern Koude Oorlog 1 Blokvorming

Nadere informatie

1 Wat betekende de vorming van het Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht tussen de Europese grootmachten,

1 Wat betekende de vorming van het Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht tussen de Europese grootmachten, Duitsland 1871 1945 1 Wat betekende de vorming van het Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht tussen de Europese grootmachten, 1871-1918 1871 Einde Frans-Duitse oorlog 1918 Einde Eerste Wereldoorlog

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2015 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER)

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2015 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER) GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2015 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER) April 2013 Inhoud Voorwoord 5 1 Inleiding 7 1.1 Korte geschiedenis

Nadere informatie

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 2 Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) Kerndoel(en):

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 2 Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) Kerndoel(en): A. LEER EN TOETSPLAN Vak: Geschiedenis Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600); tijd van regenten en vorsten (1600 1848). 40. De leerling leert

Nadere informatie

SLO-leerdoelenkaart beheersingsniveaus Geschiedenis bovenbouw havo/vwo

SLO-leerdoelenkaart beheersingsniveaus Geschiedenis bovenbouw havo/vwo Kenmerkende aspecten Inhoud Voorbeelden Oriëntatie op heden Betekenis verlenen 1. De levenswijze van jagersverzamelaars B8.1. Je kent de kenmerkende aspecten van alle tijdvakken. B8.2. Je geeft bij elk

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie

Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie Geschiedenis VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Nieuwe ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog Nieuwe machtsverhoudingen: Verenigde Staten en de Sovjet-Unie nieuwe supermachten

Nadere informatie

SLO Leerdoelenkaart geschiedenis: gedifferentieerde beheersingsniveaus voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs

SLO Leerdoelenkaart geschiedenis: gedifferentieerde beheersingsniveaus voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs 1. Jagers en boeren (tot -3000 v C) 2. Grieken en Romeinen ( -3000 v. Chr. - 500 na Chr.) 1. Je plaatst historische gebeurtenissen, in de tijd van jagers en boeren (-3000 v C) en je geeft er betekenis

Nadere informatie

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 Tijdvak Jagers en boeren; van de eerste mensen 3000 v. C. prehistorie; van de eerste mensen - 3000 v.c. Samenlevingstype: eerst jagers/verzamelaars,

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 1.1 Korte geschiedenis van het nieuwe examenprogramma en de syllabus voor het CE

Nadere informatie

Vervolg en einde van De Koude Oorlog: 1953-1995 (10.1 & 10.3)

Vervolg en einde van De Koude Oorlog: 1953-1995 (10.1 & 10.3) Vervolg en einde van De Koude Oorlog: 1953-1995 (10.1 & 10.3) Na de dood van Stalin leek de Sovjet greep op het Oost Europa wat losser te worden. Chroesjtsjov maakte Stalins misdaden openbaar (destalinisatie),

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag door Lotte 1361 woorden 19 juni 2017 6,2 10 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van televisie

Nadere informatie

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? Toestanden, instellingen die gedurende een lange tijd min of meer onveranderd hebben bestaan, een verschijnsel

Nadere informatie

Historisch denken. Historische benaderingen

Historisch denken. Historische benaderingen Historisch denken Inleiding Mensen hebben een besef van verleden, heden en toekomst. Ze hebben een bepaald beeld van wat er in hun leven is gebeurd tot op de dag van vandaag. Ze kunnen hun bestaan in het

Nadere informatie

KOUDE OORLOG. Opgavenblad

KOUDE OORLOG. Opgavenblad ARUBA SE 3 MIDDAGMAVO AVONDMAVO GESCHIEDENIS 2018-2019 Tijdvak-1 KOUDE OORLOG Opgavenblad Dit School Examen (SE) bestaat uit 42 vragen. Voor dit SE zijn maximaal 70 punten te behalen. Dit SE bestaat uit

Nadere informatie

SYLLABUS GESCHIEDENIS VWO 2015

SYLLABUS GESCHIEDENIS VWO 2015 SYLLABUS GESCHIEDENIS VWO 2015 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (dus geen tijdelijke afwijking meer) Versie 1, 01 januari 2013 Inhoud Voorwoord 5 1 Inleiding 7 1.1 Korte geschiedenis

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2015 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER)

GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2015 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER) GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2015 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER) April 2013 Inhoud Voorwoord 5 1 Inleiding 7 1.1 Korte geschiedenis

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER)

GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER) GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER) Versie april 2014 Inhoud Voorwoord 5 1 Inleiding 7 Korte geschiedenis

Nadere informatie

vwo geschiedenis M.M.P.C. Bolink Y. Bouw H. van der Meiden J. Roesink Jouw beste voorbereiding op je examen in 2018

vwo geschiedenis M.M.P.C. Bolink Y. Bouw H. van der Meiden J. Roesink Jouw beste voorbereiding op je examen in 2018 2017 2018 vwo M.M.P.C. Bolink Y. Bouw H. van der Meiden J. Roesink geschiedenis Jouw beste voorbereiding op je examen in 2018 vwo geschiedenis Voorwoord Wanneer je examen gaat doen, wil je natuurlijk vertrouwd

Nadere informatie

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? Toestanden, instellingen die gedurende een lange tijd min of meer onveranderd hebben bestaan, een verschijnsel

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak geschiedenis havo, tweede tijdvak (2017). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak geschiedenis vwo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER)

GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER) GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER) Versie april 2014 Inhoud Toelichting bij de titel van de deze syllabus:

Nadere informatie

havo geschiedenis M.M.P.C. Bolink Y. Bouw H. van der Meiden J. Roesink Jouw beste voorbereiding op je examen in 2018

havo geschiedenis M.M.P.C. Bolink Y. Bouw H. van der Meiden J. Roesink Jouw beste voorbereiding op je examen in 2018 2017 2018 havo M.M.P.C. Bolink Y. Bouw H. van der Meiden J. Roesink geschiedenis Jouw beste voorbereiding op je examen in 2018 havo geschiedenis Voorwoord Wanneer je examen gaat doen, wil je natuurlijk

Nadere informatie

1.1 Leefwijze jagers-verzamelaars

1.1 Leefwijze jagers-verzamelaars 1.1 Leefwijze jagers-verzamelaars Tijd van jagers & boeren - Prehistorie - Tot 3.000 v. Chr. Nomaden + nauwelijks verschil in aanzien, bezit en macht 1.2 Landbouwrevolutie + landbouw Tijd van jagers &

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen HAVO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 9.00-12.00 uur geschiedenis (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN Versie 2, juli 2017 met daarin verwerkt het voorstel tot verlichting van het examenprogramma havo

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN Versie 2, juli 2017 met daarin verwerkt het voorstel tot verlichting van het examenprogramma havo GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2019 Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 1.1 Korte geschiedenis van het nieuwe examenprogramma en de syllabus voor het CE 7 1.2 Verschil havo en vwo 8 1.3 De specificaties

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2020

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2020 GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2020 Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 Korte geschiedenis van het nieuwe examenprogramma en de syllabus voor het CE 7 Verschil havo en vwo 8 De specificaties

Nadere informatie

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014. Historisch Overzicht

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014. Historisch Overzicht SO 1 Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014 Historisch Overzicht 1. Welke doelstelling had Wilhelm II bij zijn aantreden als Keizer van Duitsland? 2. Welk land behoorde niet tot de Centralen tijdens de Eerste

Nadere informatie

De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. Twee grote processen

De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. Twee grote processen Koude Oorlog Amerikaanse buitenlandse politiek communisme rivaliteiten tussen de Sovjet-Unie en China nationalistische bewegingen dekolonisatie Twee grote processen Koude oorlog Nationalisme en dekolonisatie

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO CONCEPTSYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2019

GESCHIEDENIS HAVO CONCEPTSYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2019 GESCHIEDENIS HAVO CONCEPTSYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2019 Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 Korte geschiedenis van het nieuwe examenprogramma en de syllabus voor het CE 7 Verschil havo en vwo 8 De specificaties

Nadere informatie

Versie 2, juli 2017 met daarin verwerkt het voorstel tot verlichting van het examenprogramma havo

Versie 2, juli 2017 met daarin verwerkt het voorstel tot verlichting van het examenprogramma havo GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2019 Beschikbaar gesteld door Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Beschikbaar gesteld door Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Inhoud Voorwoord 6

Nadere informatie

SYLLABUS GESCHIEDENIS HAVO/VWO nieuwe stijl. (WERKVERSIE voor de pilotscholen)

SYLLABUS GESCHIEDENIS HAVO/VWO nieuwe stijl. (WERKVERSIE voor de pilotscholen) SYLLABUS GESCHIEDENIS HAVO/VWO nieuwe stijl (WERKVERSIE voor de pilotscholen) 2008 Syllabus geschiedenis HAVO en VWO (werkversie t.b.v de pilot geschiedenis in havo en vwo) Wordt gepubliceerd op www.cevo.nl

Nadere informatie

Koude oorlog: Periode waarin de VS en Sovjet-Unie elkaar bestreden zonder een rechtstreekse oorlog. Er was constante dreiging.

Koude oorlog: Periode waarin de VS en Sovjet-Unie elkaar bestreden zonder een rechtstreekse oorlog. Er was constante dreiging. Samenvatting door D. 1024 woorden 5 februari 2017 7,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats GS Historische context Koude Oorlog 1945-1991 Notitie: er is ook een samenvatting van de paarse

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis pilot havo 2009 - II

Eindexamen geschiedenis pilot havo 2009 - II Door de tijd heen De volgende historische verdragen staan in willekeurige volgorde: 1 Door de Vrede van Brest-Litovsk tussen het Duitse keizerrijk en het communistische Rusland kunnen de Duitse generaals

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Koude oorlog h1 en h2

Samenvatting Geschiedenis Koude oorlog h1 en h2 Samenvatting Geschiedenis Koude oorlog h1 en h2 Samenvatting door een scholier 568 woorden 9 juni 2016 7,3 15 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Kapitalisme-Communisme: Kapitalisme: West -landen:

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag van het vak Geschiedenis vwo, eerste tijdvak (2015). In dit examenverslag proberen we zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende vraag: In hoeverre

Nadere informatie

Naam:.. Historische Context Duitsland

Naam:.. Historische Context Duitsland Naam:. Historische Context Duitsland 1871-1945 Over dit boekje In dit boekje dien je verplicht aantekeningen te maken ter voorbereiding op het CE. De onderwerpen die in dit boekje worden behandeld, zijn

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2015 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER)

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2015 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER) GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2015 OP BASIS VAN DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA (DUS GEEN TIJDELIJKE AFWIJKING MEER) April 2013 Inhoud Voorwoord 5 1 Inleiding 7 1.1 Korte geschiedenis

Nadere informatie

- Een klasseloze samenleving met gemeenschappelijk bezit zonder klassenverschil(ze haatte de kapitalisten, want die zorgde voor ongelijkheid)

- Een klasseloze samenleving met gemeenschappelijk bezit zonder klassenverschil(ze haatte de kapitalisten, want die zorgde voor ongelijkheid) Samenvatting door Hannah 2893 woorden 14 april 2017 4 3 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De Koude Oorlog Europa/Amerika Tijdens de Eerste Wereldoorlog vocht Rusland met de Fransen en Engelsen tegen Duitsland.

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Rechtsstaat

Nadere informatie

Waardoor raakte Europa verdeeld in 2 ideologische blokken en waardoor groeide de spanning tussen deze blokken, ?

Waardoor raakte Europa verdeeld in 2 ideologische blokken en waardoor groeide de spanning tussen deze blokken, ? Samenvatting door K. 1439 woorden 18 juni 2016 5 5 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De Koude Oorlog (1945-1991) Koude oorlog= Een periode van spanning tussen de grootmachten SU en VS. Zij en hun bondgenoten

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 NADER VASTGESTELD!

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 NADER VASTGESTELD! GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 NADER VASTGESTELD! Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 Korte geschiedenis van het nieuwe examenprogramma en de syllabus voor het CE 7 Verschil havo en vwo

Nadere informatie

Beschrijven en herkennen dat zaken bij geschiedenis veranderen maar ook dat zaken hetzelfde blijven.

Beschrijven en herkennen dat zaken bij geschiedenis veranderen maar ook dat zaken hetzelfde blijven. Historische vaardigheden PO kern subkern inhoud PO tussendoel PO kerndoel Historische vaardigheden Tijdaanduidingen en tijdsindelingen. Tien tijdvakken met bijbehorende kenmerkende aspecten. Het plaatsen

Nadere informatie

Docentenhandleiding toepassen oriëntatiekennis bij het vak Geschiedenis

Docentenhandleiding toepassen oriëntatiekennis bij het vak Geschiedenis Docentenhandleiding toepassen oriëntatiekennis bij het vak Geschiedenis Door Christiaan Heyting V anaf 2015 wordt er van iedere leerling die in Nederland examen doet in het vak geschiedenis verwacht dat

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 NADER VASTGESTELD!

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 NADER VASTGESTELD! GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 NADER VASTGESTELD! Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 1.1 Korte geschiedenis van het nieuwe examenprogramma en de syllabus voor het CE 7 1.2 Verschil havo

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA. Versie 2, juni 2015

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA. Versie 2, juni 2015 GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA Versie 2, juni 2015 Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 1.1 Korte geschiedenis van het nieuwe examenprogramma en de syllabus

Nadere informatie

Nieuwsgierig maken / motiveren voor een tijdvak of historisch onderwerp Vragen / hypothesen kunnen formuleren over historische verschijnselen

Nieuwsgierig maken / motiveren voor een tijdvak of historisch onderwerp Vragen / hypothesen kunnen formuleren over historische verschijnselen Werken met afbeeldingen in het examenprogramma geschiedenis havo/vwo OPDRACHTEN EXAMENPROGRAMMA FUNCTIE AFBEELDING 1. De afbeelding als motivator Tien tijdvakken met kenmerkende aspecten Geschiedenis van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis HC Duitsland

Samenvatting Geschiedenis HC Duitsland Samenvatting Geschiedenis HC Duitsland Samenvatting door een scholier 1855 woorden 24 mei 2016 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Wat betekende de vorming van het Duitse keizerrijk

Nadere informatie

T4 Oefen SED Geschiedenis Module 6

T4 Oefen SED Geschiedenis Module 6 T4 Oefen SED Geschiedenis Module 6 1. Bekijk bron 1. De titel van de onderstaande Russische cartoon is: De Amerikaanse stemmachine. De Verenigde Staten drukken op het knopje voor, dat naast het knopje

Nadere informatie

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag van het vak Geschiedenis havo, eerste tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende vraag:

Nadere informatie

HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen ( )

HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen ( ) HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen (1050-1700) Vraag 1 Wat maakte de opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlanden mogelijk? Periode: 1050-1302 Opkomst van de stedelijke burgerij - De opkomst

Nadere informatie

Examentraining - Geschiedenis. HAVO 5 Republiek Duitsland Koude oorlog

Examentraining - Geschiedenis. HAVO 5 Republiek Duitsland Koude oorlog Examentraining - Geschiedenis HAVO 5 Republiek Duitsland Koude oorlog Doel Bewustwording nieuw programma Kansen zien! Kennis & vaardigheden herhalen Typische examenzaken Vergroten motivatie Inhoud Inhoudelijke

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Koude Oorlog

Samenvatting Geschiedenis Koude Oorlog Samenvatting Geschiedenis Koude Oorlog Samenvatting door Y. 2028 woorden 5 juli 207 8,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 3 Paragraaf : Blokvorming in Europa 945-955 De Koude

Nadere informatie

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag van het vak geschiedenis vwo, tweede tijdvak (2016). In dit examenverslag proberen we zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende vraag: In hoeverre

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 1.1 Korte geschiedenis van het nieuwe examenprogramma en de syllabus voor het CE

Nadere informatie

Waardoor raakte Europa verdeeld in twee ideologische blokken en waardoor groeide de spanning tussen deze blokken, ?

Waardoor raakte Europa verdeeld in twee ideologische blokken en waardoor groeide de spanning tussen deze blokken, ? Boekverslag door D. 2156 woorden 24 mei 2016 6.2 6 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Waardoor raakte Europa verdeeld in twee ideologische blokken en waardoor groeide de spanning tussen

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 1.1 Korte geschiedenis van het nieuwe examenprogramma en de syllabus voor het CE

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA

GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA GESCHIEDENIS HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 DOMEIN A EN B VAN HET EXAMENPROGRAMMA Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 1.1 Korte geschiedenis van het nieuwe examenprogramma en de syllabus voor het CE

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2020

GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2020 GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2020 Inhoud Voorwoord 5 1 Inleiding 7 Korte geschiedenis van het nieuwe examenprogramma en de syllabus voor het CE 7 Verschil tussen havo en vwo 8 De specificaties

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak geschiedenis vwo, tweede tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2019, NADER VASTGESTELD

GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2019, NADER VASTGESTELD GESCHIEDENIS VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2019, NADER VASTGESTELD Inhoud Voorwoord 5 1 Inleiding 7 Korte geschiedenis van het nieuwe examenprogramma en de syllabus voor het CE 7 Verschil tussen havo en

Nadere informatie