PROEFTUINEN VERSTERKING PROFESSIONELE DIALOOG BINNEN DOCENTENTEAMS

Transcriptie

1 PROEFTUINEN VERSTERKING PROFESSIONELE DIALOOG BINNEN DOCENTENTEAMS Peter Horsselenberg Lectoraat ghrm Lector Teamprofessionalisering Daniel van Middelkoop Hogeschool van Amsterdam

2 AANLEIDING

3 TEAMPROFESSIONALISERING PROEFTUINEN DE CREATIE VAN EEN SUBSTRUCTUUR DOOR ACTIE ONDERZOEK Docententeams krijgen de ruimte om zelf invulling te geven aan onderwijsontwikkeling en aan de slag te gaan met vraagstukken rond diversiteit en studiesucces. De teams nemen de ruimte (verantwoordelijkheid) om hier invulling aan te geven. Via een actie-onderzoek worden ze hierin begeleid en gemonitord door het lectoraat ghrm van de HvA. Waar nodig wordt extra expertise ingezet.

4 Onderzoeksvraag: Onder welke condities leidt het voeren van een professionele dialoog binnen docententeams van een ROC tot een versterking van het collectieve handelingsvermogen van het team?

5 CONCEPTUEEL RAAMWERK PROFESSIONAL EDUCATIONAL INSTITUTE CULTURE & STRUCTURE Collectief handelingsvermogen docententeam TEAM DIVERSITY PROFESSIONALS STUDENT DIVERSITY

6 PROFESSIONELE DIALOOG TEAM PROFESSIONALS COLLECTIEF HANDELINGS VERMOGEN

7 eemen KENMERKEN COLLECTIEF HANDELINGSVERMOGEN: COLLECTIEVE DOEL VAN HET TEAM DE TEAMCULTUUR EN DIVERSITEIT STRUCTUUR WAARBINNEN HET TEAM OPEREERT

8 Kenmerken professionele dialoog Onderzoekend karakter: ruimte maken voor verschillende perspectieven Gezamenlijk (groter) belang: deelnemers delen een gezamenlijke verantwoording Gelijkwaardigheid: input gesprek onafhankelijk van rol en functie Concrete aanleiding of case: concreet thema daardoor diepgang gesprek Persoonlijke dimensie: gevoelens spelen ook een rol en deze hebben impact op professionele afweging Zorgvuldigheid van spreken: uitstellen van oordelen door aandacht te luisteren en werkelijk gehoord worden Gebaseerd op voion.nl/professionele-dialoog

9 METHODE PROEFTUINEN 5. Kiezen interventies. Individuele interviews Decide how to manage multiple tasks. 0 Organize the work when directions are not specific Observatie Manage resources effectively. 4 Work quickly and effectivel y under Rating Sheet Manage resources effectively. Rating Sheet Scan a multitude of information and decide what is important. Rating Rating Sheet Sheet Manage time effectively Scan a multitude of 45 information and decide what 4 Decide is important. how to manage multiple tasks Organize the work when directions are not specific. 45 Manage time effectively 45 Manage time effectively Manage Manage 45 Scan a multitude time time effectively effectively of information and decide what 45 4 Decide is important. how to manage multiple tasks Organize the work when directions are not Scan Scan a a multitude multitude of of specific. 45 information and decide what information and decide what 4 4 Decide Decide is is important. important. how how to to manage manage multiple multiple tasks. tasks Manage time effectively Organize Organize the the work work when when directions directions are are not not specific. specific Manage Manage 45 time time effectively effectively 45 Manage resources effectively. Manage Manage resources resources effectively. effectively. Scan a multitude of information and decide what is important. Scan Scan a a multitude multitude of of information information and and decide decide what what is is important. important Focus group interview Genereren ideeën. Focus group interview Structureren ideeën

10 PROEFTUINEN ROC Longitudinaal actieonderzoek (8 maanden) bij 4 teams binnen een ROC naar uitrol leereenheden met praktijkopdrachten ROC Vraag: Hoe kan professionele dialoog onder het docententeam Zakelijke Dienstverlening en Communicatie bijdragen aan de uitrol van het nieuwe onderwijsconcept? Vier fasen:. Diagnose en stip op de horizon: gezamenlijke visie en vaststellen richting interventies. Ontwikkelen interventies. Uitvoeren interventies 4. Evalueren interventies 0

11 Diagnosefase TEAMCULTUUR: Veel verschillende manieren binnen het team om leervraag te stimuleren. Deze worden weinig gedeeld. Geen cultuur van elkaar aanspreken/opzoeken op inhoud. TEAMSTRUCTUUR: Bestaande overleg structuur met elke 4 dagen een groot overleg (5 docenten) waarin alle onderwerpen van de afgelopen weken aan bod kwamen zorgde voor disbalans tussen onderwerpen. Wens om meer balans te vinden wat op welk niveau moet worden afgestemd PERSOONLIJK/ROL: Regisseurs die op thema s waren aangesteld voelden veel druk en hadden het gevoel er alleen voor te staan

12 Interventies uit de groepsgesprekken Vorming van professionele leergemeenschappen op thema s die uit de groepsgesprekken naar voren kwamen. Spil is de regisseur en leden zijn docenten die betrokken zijn bij dit thema. Hierdoor meer mogelijkheid om inhoudelijke professionele dialoog te voeren. Richting beslismomenten wordt deze dialoog door het lectoraat begeleid

13 PROCES Tijdens het onderzoeksproces werd een nieuwe onderwijs visie door het management geformuleerd, Daardoor onrust bij de docententeam. Veel rol wisselingen vanuit de structuur door aanstelling teamcoaches op locatie en door incidenten.

14 Resultaten TEAMCULTUUR: Inhoudelijke afstemming rondom leereenheden ligt meer bij de docenten binnen de Professionele Leergemeenschap. Verschillen tussen de PLG s worden nu ook zichtbaarder. Visie op hoe leereenheden in te zetten in het onderwijs wordt meer gedeeld en de onderlinge samenwerking tussen docenten is versterkt. Bij formulering nieuwe visie door het management zijn docenten ook het pro actief en collectief het gesprek aangegaan over wat behouden moet blijven STRUCTUUR: PLG Examinering is voortgezet en heeft een duidelijke agenda voor de toekomst Nog steeds wel verschillen tussen docententeams in implementatie leereenheden PERSOONLIJK: Regisseurs zoeken elkaar meer op. Docenten zien meerwaarde van interdisciplinair werken binnen leereenheden en benoemen dat. Verschillen in uitvoering tussen leereenheden worden ook meer benoemd.

15 Conclusie De totstandkoming van het collectief handelingsvermogen is complex en wordt beïnvloed door meerdere variabelen. Bieden van professionele ruimte en ondersteuning spelen een grote rol. Structuur: De organisatiestructuur een nieuw onderwijsconcept- hinderde tijdens het onderzoek de professionele dialoog en stopte deze zelfs even. De hervatting van de professionele dialoog bracht een discussie met een eenduidige uitkomst op gang tussen docenten om de uitrol van deze visie niet ten koste te laten gaan van wat men had bereikt. De dialoog was hier tegelijkertijd een interventie. De tijdelijke substructuur docententeam bleek robuust genoeg als conditie om docenten proactief het gesprek met management aan te gaan toen een visiewisseling werd gepresenteerd. De uitrol van de visie is nu veel meer gefaseerd met instandhouding van het bereikte.

16 Conclusies vervolg Teamcultuur Teamcultuur was opleidingsgebonden bij start proeftuinen. De opzet van PLG s maakte dat inhoudelijke teams rondom centrale opleidingsoverstijgende thema s werden gevormd. De professionele dialoog werd binnen PLG s meer vanuit rol, belang en aanleiding gevoerd en geborgd. Gezamenlijke presentatie interventies en uitrol was kantelpunt doordat alle PLG s hier een rol in namen en zich richten op agendapunt: de kwaliteit van het onderwijs

17 Conclusies vervolg II Persoonlijk Uitgesproken gedeelde verantwoording bij alle docenten over borgen kennis bij leereenheden

18 Overall Conclusie De condities binnen de professionele dialoog: gezamenlijkheid, case en persoonlijk bleken in dit onderzoek een duidelijk effect te hebben op het handelingsvermogen van het team. Het team verenigde zich rond collectieve doel kwaliteit van onderwijs en bewaakte dit toen de organisatiestructuur dit belemmerde.

19 Implicaties voor rol HRM Signaal rol: onderzoekende houding naar stand van zaken professionele ruimte en docententeams. Proactief gesprek aangaan Facilitator rol: Ondersteuning aan docenten teams bij het bieden en invulling van professionele ruimte Change agent rol: Op een structurele manier optreden als employee champion en daardoor weer een prominentere rol claimen in de organisatie

20 DANK U! VRAGEN?