OVERLEG MET DE WERKVELDEN...

Transcriptie

1 Overlegstructuur onderwijs- werkvelden Clusters gezondheidszorg en welzijnszorg Inhoud 1 INLEIDING ORGANISATIE OVERLEG MET DE WERKVELDEN WERKVELD OVERLEG ZORG (WOZ) WERKVELDADVIESRAAD (WAR) WOZO WERKVELDOVERLEG ZORG ONDERWIJS PRAKTIJKGROEP... 7 Juli 2016 Pagina 1

2 1 Inleiding Afgelopen jaren hebben zowel in het werkveld als ook in de onderwijsinstellingen veranderingen plaats gevonden. Door deze veranderingen worden andere eisen gesteld aan medewerkers en aan het opleiden van toekomstige medewerkers. Het is belangrijk voor beide partijen hierin gezamenlijk op te trekken. Daartoe zijn een drietal structurele overleggen. Overleggen die inhoudelijk het afgelopen jaar zijn aangescherpt. In de praktijkwerkgroepoverleg van juni 2016, is de vraag gesteld om de huidige overlegstructuur tussen de verschillende zorgen welzijnsopleidingen en het werkveld in beeld te brengen. Dit document beschrijft hoe de samenspraak tussen het cluster gezondheids- en welzijnszorg van het Vitalis college en de werkvelden is georganiseerd. Leidend hiervoor zijn het toezichtskader en visie van onderwijs instellingen en het werkveld. 2 Organisatie Het onderwijs binnen het Vitalis college is georganiseerd in 5 clusters. Drie van deze clusters hebben een grote overlap met betrekking tot de werkvelden. Cluster welzijnszorg niveau niveau 1: - Entree opleiding zorgen dienstverlening 2: - Dienstverlening (voorheen helpende) - Kappen - Schoonheidsverzorging Cluster GHZ niveau 3: - Verzorgende-ig - combi-opleiding VZ/MMZ Cluster GHZ niveau 4: - Verpleegkundige en Maatschappelijke Zorg - Maatschappelijke Zorg Deze overlap vraagt om een duidelijke samenhang in de overleg- en besluitvormingsstructuur als het gaat om onderwijs, begeleiding en examenontwikkeling. 3 Overleg met de werkvelden De opleidingsinstelling stelt zich als taak om het curriculum nadrukkelijk af te stemmen op de specifieke behoefte van de student, dit in samenspraak met de werkvelden/instellingen. Het ontwikkelen van goed onderwijs en verantwoorde beoordeling zonder inspraak en samenwerking met de beroepspraktijk is ondenkbaar voor de clusters gezondheidszorg en welzijnszorg. Dit past ook bij de visie op onderwijs en examinering van het Vitalis college, waarbij in een interactieve, krachtige leeromgeving de medewerkers zich samen met de regionale bedrijven inzetten voor de ontwikkeling van studenten zodat zij een toegevoegde waarde hebben voor de arbeidsmarkt. Juli 2016 Pagina 2

3 Daarnaast vraagt zowel onderwijs, begeleiding en examinering afstemming tussen alle partijen. De landelijke ontwikkelingen en regelingen, de wettelijke voorschriften en toezichtkaders én de branchewensen en de brancheontwikkelingen oefenen grote invloed uit op de inrichting van het onderwijs en examineren. Hiervan moet worden kennisgenomen om vervolgens gezamenlijk betekenis aan te geven. De opleidingsinstelling is verantwoordelijk voor de kwaliteit van examinering (afname en beoordeling) in de beroepspraktijk. Dit, terwijl de uitvoering vaak alleen aan het werkveld is. Dit vraagt om afstemming. Juli 2016 Pagina 3

4 Het toezichtskader 2017 MBO 1 is uitgangspunt voor de afspraken die worden gemaakt en beschrijft: Onderwijs/begeleiding 1. De student en het leerbedrijf ontvangen tijdig informatie over de inrichting van de beroepspraktijkvorming. 2. De instelling draagt zorg voor een geschikte beroepspraktijkvormingsplaats. 3. De opleiding realiseert een evenwichtige verbinding tussen het leren in de beroepspraktijk en het leren op school. 4. Leerdoelen en leeractiviteiten zijn gericht op de ontwikkeling van de competenties, kennis en beroepsvaardigheden van de individuele student in de beroepspraktijk. 5. Er is sprake van passende en gestructureerde leeractiviteiten op de werkplek. 6. De instelling zorgt ervoor dat het leerbedrijf de student op de afgesproken wijze begeleidt. 7. De opleiding volgt de voortgang van de student, stuurt zo nodig bij en onderhoudt structureel contact met het leerbedrijf Verantwoording 1. Studenten dienen tijdig en volledig over de bpv te worden geïnformeerd. 2. De instelling draagt onder andere zorg voor de beoordeling van de bpv en de totstandkoming van de praktijkovereenkomst, en dient in dit kader dus ook tijdig en structureel informatie met het leerbedrijf uit te wisselen. 3. Het leerbedrijf is verantwoordelijk voor de begeleiding van de student binnen het bedrijf, maar de instelling blijft eindverantwoordelijk voor de student en (de kwaliteit van) het onderwijsprogramma als geheel. 4. In het kader van de verplichting te zorgen voor een goede organisatie van het onderwijsprogramma (inclusief de bpv) en een evenwichtige indeling daarvan zorgt de opleiding voor een goede verbinding tussen het leren in de beroepspraktijk en op school. Examinering 1. De afnamecondities en beoordelingen zijn voor studenten gelijkwaardig. 2. De condities doen recht aan de context van het toekomstig beroep; onderdelen van het examen vinden in de (reële) beroepspraktijk plaats. 3. Het beroepenveld is bij de examinering betrokken. 4. De beoordeling levert betrouwbare uitkomsten op, vindt deskundig plaats en is gericht op een passende balans in vereiste kennis, houding en vaardigheden. Wettelijke vereisten Het toezicht richt zich volledig en alleen op het voldoen aan de wettelijke vereisten zoals vastgelegd in de WEB. De examencommissie moet zicht hebben op de risicofactoren van examinering in de beroepspraktijk en ervoor zorgen dat deze risico s beheersbaar zijn. Risicofactoren m.b.t. de deugdelijkheid van de afname en/of beoordeling van examens in de beroepspraktijk: 1. Gelijke beoordeling 2. Objectieve en onafhankelijke beoordeling 3. Deskundige beoordeling 1 middelbaar-beroepsonderwijs-concept-12-november-2015.pdf Juli 2016 Pagina 4

5 Het belang dat de opleidingen en werkvelden hebben bij goed onderwijs wordt tot uitdrukking gebracht in de verschillende overlegorganen (Figuur 1). Opleidingen Werkvelden WOZ (adviserend) macro WOZO (informerend) WAR (adviserend) meso Praktijkgroep (adviserend) micro Figuur 1: Overlegorganen met het werkveld 3.1 Werkveld Overleg Zorg (WOZ) Op strategisch niveau van zorg,-en onderwijsinstellingen Doelstelling: Het WOZ streeft naar kwalitatief en kwantitatief passend opleiden voor Zorg en Welzijn in West-Brabant De notitie Regionaal Strategisch Leren West-Brabant beschrijft hiervoor uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn voortgekomen uit werken met het landschapsmodel: hoe ontwikkelt zich de maatschappelijke situatie (burgerlandschap) naar 2020 en wat betekent dat voor het werken en leren in de zorgen welzijnsbranche? Tijdens de branche specifieke dialoogsessies hebben de deelnemers gezamenlijk uitgangspunten voor het wenselijke leerlandschap 2020 genoteerd (een volledige weergave van de input is op te vragen bij Transvorm). Uit deze gezamenlijke uitgangspunten kunnen vijf speerpunten worden gefilterd: 1. Flexibiliteit 2. Continu leren voor allen 3. Werkplekleren 4. Persoonlijke ontwikkeling 5. Afstemming, uitwisseling en samenwerking Leden: Bestuurders en directeuren van onderwijsinstellingen en zorginstellingen van de regio West-Brabant. Op korte termijn worden de volgende thema s onderzocht: 1. Kwaliteit Het in gezamenlijkheid de juiste studenten en werkenden zodanig opleiden dat zij het werk op de nodige en gewenste manier kunnen doen Juli 2016 Pagina 5

6 2. Kwantiteit Bepalen hoeveel mensen (zowel studenten als werkenden) opgeleid moeten worden in welke richtingen. 3. Innovatie Technologische en andere innovaties hebben zowel impact op het werken in zorg en welzijn als het opleiden. Het gaat niet alleen om het leren omgaan met nieuwe technieken, maar verandert het denken, werken en opleiden. 4. Toetsingskader Samen regionaal strategisch opleiden vraag ook om het in gezamenlijkheid ontwikkelen van een toetsingskader bij het kwalitatief en kwantitatief opleiden. 3.2 Werkveldadviesraad (WAR) Op het tactisch niveau De clusters gezondheidszorg en welzijnszorg trekken samen op in het vormgeven aan het opleiden voor de toekomst. 1. Advies met betrekking tot inhoudelijke keuzes van opleidingen. 2. Advies met betrekking tot procesmatige keuzes in het begeleiden en examinering. die gevolgen hebben voor medewerkers vanuit het werkveld. 3. Uitwisseling van ontwikkelingen op het gebied van organisatie veranderingen.(externe en interne factoren) Rol en afbakening: De werkveldadviesraad adviseert het afdelingsmanagement over alle aspecten in het kader van opleiden en examinering. Het advies van de WAR betreft zowel gevraagd als ongevraagd advies. Frequentie: De werkveldadviesraad komt 2 keer per jaar bijeen. Daarnaast wordt een thema bijeenkomst georganiseerd. Resultaat: de afstemming met de beroepspraktijk verbetert omdat het advies van de WAR door de drie clusters wordt vertaald in verbeteracties betreffende examinering en beoordeling. het curriculum van de clusters wordt op een hoger plan gebracht omdat de adviezen van de WAR leiden tot inhoudelijke bijstelling van het curriculum, passend binnen de eisen en kaders van het kwalificatiedossier. de verbeterde samenwerking leidt tot een toename van tevredenheid van onze zorginstellingen over de kwaliteit van opleiden. onderwijs en werkveld komen in gezamenlijkheid tot verbetervoorstellen om veranderingen binnen beide werkvelden betekenis te geven. Discussie WAR: Welke functionarissen van de diverse instellingennemen plaats in de WAR? Leden: Juli 2016 Pagina 6

7 De werkveldadviesraad bestaat uit operationeel managers vanuit het werkveldgezondheidszorg en welzijnszorg,3 clustermanagers en agenda gerelateerde genodigden. Binnen een organisatie heeft het lid van de WAR een regierol met betrekking tot opleiden en/of een lijnfunctie met inzicht in de eisen die aan de beroepsgroep worden gesteld. 3.3 WOZO Werkveldoverleg zorg onderwijs Op het niveau van de onderwijsuitvoering van de clusters Doelstellingen: Begeleiding en examinering in de beroepspraktijk is de eindverantwoordelijkheid van de opleidingsinstelling. De uitvoering is vaak geheel aan het werkveld. Een werkveldoverleg zorg moet het werkveld en opleidingsinstelling in de gelegenheid stellen om kritisch te kijken naar de inhouden en procesgang van het op de afdeling uitgevoerde begeleiding en examinering. Zorg- en welzijnsinstellingen krijgen handvatten aangeboden voor het opleiden, begeleiden en examinering van onze studenten. Daarnaast worden instellingen geïnformeerd over de nieuwste ontwikkelingen met betrekking tot de kwalificatiedossiers van het MBO. Doelstelling: 1. Monitoring door het werkveld van inhoud en procesgang van het uitgevoerde examen. 2. Aantoonbaar maken dat het werkveld vertrouwen heeft in de kwaliteit van de examinering. 3. Advies met betrekking tot studievoortgangsregelingen. 4. Informeren van het werkveld mbt veranderingen in kwalificatiedossiers. (uitwerking vindt plaats in de praktijkwerkgroep) Frequentie: Vier keer per jaar vindt een werkveldoverleg plaats Aangevuld met: - themabijeenkomst - deskundigheidsbevordering van het werkveld op vraag - informatie op de web-site Leden: Opleidingsverantwoordelijke die in zijn/haar taak heeft de achterban (de werkbegeleiders) te informeren Aansturing: stuurgroep onderwijs ( verantwoordelijk clustermanager) Clustermanager bepaalt de agenda in overleg met: accounts Clusterexamen lid vanuit het team praktijkgroep/ coördinator onderwijs vanuit het team teamvoorzitters 3.4 Praktijkgroep Op het niveau van de resultaatverantwoordelijke teams. De praktijkgroep werkt ondersteunend aan het schoolse ontwikkelproces. In gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt vorm gegeven aan het onderwijs. Per kwalificatie dossier is er een praktijkgroep. Juli 2016 Pagina 7

8 Doelstelling: het curriculum van elk kwalificatiedossier sluit aan bij de ontwikkelingen binnen de verschillende werkvelden. Frequentie: 4-6 maal per jaar Leden: Onderwijscoördinatoren Vertegenwoordigers van elke branche De praktijkgroep is adviserend naar het clusteroverleg onderwijs op de volgende gebieden: - branche specifieke inkleuring - leerplanschema s - inhoud onderwijs en bijbehorend onderwijsmagazijn - examenplan - flexibilisering - vrije ruimte - studieloopbaanbegeleiding - uitgangspunten BPV (ritme/ plaats in opleiding) - regionale inkleuring van de kwalificatiedossiers Juli 2016 Pagina 8