Richtlijn persoonsgebonden budget (pgb) voor Jeugdwet en Wmo

Transcriptie

1 Richtlijn persoonsgebonden budget (pgb) voor Jeugdwet en Wmo Auteur Datum Status : Serge de Vlieg/Antonie Bok/Pim de Glas : 17 september 2015 : definitief 1. Wettelijk kader In de Wmo 2015 (Wmo, art lid 2) en Jeugdwet (Jeugdwet art lid 3) worden aan personen een drietal voorwaarden gesteld om in aanmerking te komen voor een pgb. Een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, indien: 1. de cliënt naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, in staat is te achten de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren; 2. de cliënt zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat de individuele voorziening die wordt geleverd door een aanbieder, door hem niet passend wordt geacht (Jeugdwet); de cliënt zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat hij de maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget wenst geleverd te krijgen (Wmo); 3. naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de individuele voorziening behoren en die de cliënt van het budget wil betrekken, van goede kwaliteit (veilig, doeltreffend en cliëntgericht) zijn. Deze voorwaarden zijn in de wet vastgelegd. Het is aan de gemeenten om invulling te geven aan de beoordeling die leidt tot een toetsing van de eerste en de derde voorwaarde. Verschil tussen Jeugdwet en Wmo Het essentiële verschil tussen de Jeugdwet en de Wmo ligt bij punt 2. Voor de Wmo is het voldoende dat de klant met een goed plan komt om de zorg via een vorm van een pgb in te zetten. Voor de Jeugdwet is er de uitdrukkelijke noodzaak dat het aanbod niet in natura kan worden geboden. 2. Lokaal kader Algemene uitgangspunten Bij het nader uitwerken van de kwaliteitscriteria en bij het schrijven van de is er rekening gehouden met de uitgangspunten zoals die opgenomen zijn in het beleidsplan "Kracht van Krimpen". Daarnaast is er rekening gehouden met adviezen welke gegeven zijn door de klankbordgroep pgb. Hierbij een opsomming van de belangrijkste items: - Gesprekken dienen plaats te vinden tijdens een huisbezoek en niet door middel van een telefonisch onderzoek; - Of de cliënt (vaak een kind) waarom het gaat bij het gesprek aanwezig moet zijn is niet duidelijk geworden. De ene ouder vindt van wel terwijl de ander het weer te onrustig vindt; 1

2 - Allen hebben aangegeven dat wanneer pgb omgezet kan worden in ZIN zij daar voor openstaan als er sprake is van de inhuur van een professional; - Of een persoon die behoort tot het sociale netwerk een vergoeding dient te krijgen is volgens betrokkenen per situatie verschillend; - Op de vraag of er aan personen die behoren tot het sociale netwerk kwaliteitseisen gesteld moet worden is geen eenduidig antwoord gekomen. Ook dit is per situatie verschillend. - Er is een voorkeur om de duur van de indicatie voor een langere periode af te geven. Elk jaar wederom het gesprek aangaan wordt niet als zinvol ervaren. Daarnaast is men van mening dat bij kort lopende indicaties geen structurele hulp geboden kan worden vanwege de onzekerheid over het al dan niet (opnieuw) verkrijgen van een indicatie. - Trekkingsrecht via de SVB wordt als positief ervaren ondanks de problemen die nu bij de SVB spelen. Zorgplan Elke pgb houder dient vooraf een zorgplan op te stellen. Nadat het gesprek met een medewerker van de KrimpenWijzer heeft plaatsgevonden stelt de klant een zorgplan op. Indien gewenst kan vanuit de KrimpenWijzer ondersteuning worden geboden bij het opstellen van het plan, echter de pgb houder behoudt altijd de regie. Op basis van het door de klant opgestelde plan wordt het pgb definitief vastgesteld. Indien noodzakelijk vind er vooraf nog een gesprek plaats tussen de klant en de medewerker van de KrimpenWijzer om te plan te bespreken. In de bijlage is een format opgenomen van een Zorgplan. Combinatie van pgb en zorg in natura (ZIN) Binnen de AWBZ en Jeugdzorg (voor 1 januari 2015) was het niet mogelijk om een deel van de hulp via ZIN te ontvangen en voor enkele voorzieningen een pgb. Vanaf 1 januari 2015 is deze mogelijkheid er wel. Nadat is vastgesteld welke voorzieningen noodzakelijk zijn kan met de klant beoordeeld worden voor welke voorzieningen een pgb noodzakelijk is en welke voorzieningen een voorziening in de vorm van ZIN wordt ingezet. Deze afweging wordt in overleg met de medewerker van de KrimpenWijzer en de klant besproken. Geen pgb voor een algemene voorziening Indien er een algemene voorziening aanwezig is wordt er geen pgb verstrekt voor dit doel. Denk hierbij aan de inzet van de casusregisseurs binnen het KST. Mocht iemand deze dienstverlening in de vorm van een pgb wensen dan is dit niet mogelijk. Dit betreft immers een algemeen aanbod. Indicatie protocollen en profielen Bij het vaststellen van de omvang van de hulp/begeleiding wordt er op dit moment geen gebruik gemaakt van een protocollen. Hiervoor is bewust gekozen. Op basis van de individuele situatie wordt beoordeeld welke hulp noodzakelijk is. Dit is de basis voor de toekenning. Nadat er sprake is van een noodzaak voor een voorziening wordt bepaald in welke vorm deze wordt verstrekt; ZIN of pgb. Ook wordt er bij de indicatie geen gebruik gemaakt van profielen maar worden de individuele functies geïndiceerd. Pgb beheren en beheersen Een pgb wordt alleen verstrekt aan een aanvrager die zelf in staat is om het pgb te beheren en te beheersen. Er wordt geen pgb verstrekt als uit het onderzoek blijkt dat de cliënt niet in staat is de zorg in te kopen of (gebleken) niet in staat is verantwoord met het budget om te gaan. De aanvrager mag ondersteund worden door een formele vertegenwoordiger, mits de pgb houder zelf de regie kan voeren bij de taken die behoren bij een pgb. Dit betekent dat de pgb houder op eigen kracht verantwoord om moeten kunnen gaan met het pgb, dat de pgb houder kan beargumenteren 2

3 waarom een pgb noodzakelijk is, dat de diensten die gefinancierd worden vanuit de pgb doelmatig, veilig en cliëntgericht zijn. Onder doelmatig wordt verstaan dat de pgb houder concreet aan kan geven wat de te behalen resultaten zijn die tijdens het gesprek (indien aanwezig in het persoonlijk plan) zijn verwoord. De externe professionele vertegenwoordiger kan niet tevens een van de zorgverleners zijn. Ook is het niet mogelijk om de tussenpersonen of belangbehartigers uit het pgb mogen te betalen. Verordening en besluiten Artikel 5. Inhoud beschikking 1. In de beschikking tot verstrekking van een maatwerkvoorziening wordt in ieder geval aangegeven of deze als voorziening in natura of als pgb wordt verstrekt en wordt tevens aangegeven hoe bezwaar tegen de beschikking kan worden gemaakt. 2. Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd: a. welke de te verstrekken voorziening is en wat het beoogde resultaat daarvan is; b. wat de ingangsdatum en duur van de verstrekking is; c. hoe de voorziening wordt verstrekt, en indien van toepassing, en d. welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn. 3. Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd: a. voor welk resultaat het pgb kan worden aangewend; b. welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb; c. wat de hoogte van het pgb is en hoe hiertoe is gekomen; d. wat de duur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld, en e. de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb. 4. Als sprake is van een te betalen bijdrage wordt de cliënt daarover in de beschikking geïnformeerd. Besluit maatschappelijke ondersteuning en besluit Jeugdhulp Artikel 6. Hoogte pgb (besluit Jeugdhulp) 1. De hoogte van een pgb: a. wordt bepaald aan de hand van een door de jeugdige of zijn ouders opgesteld plan over hoe zij het pgb gaan besteden; b. is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede jeugdhulp in te kopen, en c. bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura. 2. De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp onder de volgende voorwaarden betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk: a. dat deze persoon maximaal het op grond van de Wet langdurige zorg geldende pgbuurtarief voor hulp van niet-professionele zorgverleners krijgt betaald voor zijn diensten; b. dat deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de belanghebbende voor hem niet tot overbelasting leidt, en c. dat tussenpersonen of belangbehartigers niet uit het pgb mogen worden betaald. Artikel 7. Hoogte pgb (besluit maatschappelijke ondersteuning) 1. Het uurtarief voor de bepaling van het pgb voor hulp bij het huishouden bedraagt maximaal 7500) van het gemiddelde uurtarief dat met de gecontracteerde zorgaanbieders overeen is gekomen. 2. De hoogte van een pgb: 3

4 a. wordt bepaald aan de hand van een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden; b. is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en c. bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura. 3. De hoogte van een pgb voor: a. een zaak wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de zaak die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering; 4. De hoogte van een pgb voor: a. individuele begeleiding door een niet daartoe opgeleid persoon die mantelzorger of afkomstig is uit het sociale netwerk van de cliënt, wordt bepaald per uur op basis van het tarief per uur voor mantelzorgers in de Wet langdurige zorg; b. individuele begeleiding: V. door een daartoe opgeleid persoon; of 2. waarvoor bijzondere deskundigheden zijn vereist; wordt per uur of per resultaat voor individuele begeleiding bepaald op basis van het laagste tarief per uur of per resultaat voor individuele begeleiding in natura door een daartoe opgeleide beroepskracht werkzaam bij een door de gemeente gecontracteerde instelling; c. begeleiding groep of dagbesteding met laag intensieve ondersteuning uitgevoerd door vrijwilligers met ondersteuning van een beroepskracht wordt per dagdeel of per groep bepaald op basis van het laagste tarief per dagdeel of per groep voor dergelijke begeleiding in natura door een daartoe opgeleide beroepskracht werkzaam bij een door de gemeente gecontracteerde instelling; d. gespecialiseerde dagbesteding met hoog intensieve ondersteuning uitgevoerd door daartoe opgeleide personen wordt per dagdeel of per groep bepaald op basis van het laagste tarief per dagdeel of per groep voor dergelijke begeleiding in natura door daartoe opgeleide beroepskrachten werkzaam bij een door de gemeente gecontracteerde instelling; e. kortdurend verblijf- en respijtzorg: V. met laag intensieve ondersteuning uitgevoerd door vrijwilligers met ondersteuning van een beroepskracht, of 2. met hoog intensieve ondersteuning uitgevoerd door daartoe opgeleide personen; wordt per dagdeel of per resultaat voor kortdurend verblijf- en respijtzorg bepaald op basis van het laagste tarief per dagdeel of per resultaat voor kortdurend verblijf- en respijtzorg in natura door een daartoe opgeleide beroepskracht(en) werkzaam bij een door de gemeente gecontracteerde instelling; f. vervoer van en naar de dagbesteding wordt bepaald op basis van het tarief voor vervoer per dag van en naar de dagbesteding dat is bepaald op grond van de Wet langdurige zorg of de kilometervergoeding die uitgaat van de dichtst bij de woning van de cliënt gelegen geschikte dagbestedingslocatie en/of de ernst van de beperking die het reizen met het openbaar vervoer door de cliënt belemmert; 5. De hoogte van een pgb voor: 4

5 a. taxikosten en rolstoeltaxikosten wordt bepaald op basis van een onderzoek naar marktconforme tarieven en uitgaande van een maximaal aantal kilometers per jaar; b. een autoaanpassing wordt bepaald op basis van het programma van eisen voor de aanpassing en de laagste kostprijs voor een vergelijkbare aanpassing in natura opgenomen in het door de gemeente gesloten contract met een leverancier van autoaanpassingen; 6. De hoogte van een pgb voor: a. verhuiskosten wordt bepaald op basis van: V. de omvang van de verhuizing; 2. de keuze van de cliënt om al dan niet gebruik te maken van een erkende verhuizer, en 3. de laagste kostprijs van een verhuizing in natura opgenomen in het door de gemeente gesloten contract met een verhuizer; b. aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel wordt bepaald op basis van het laagste tarief voor een sportrolstoel in natura opgenomen in het door de gemeente gesloten contract met een leverancier van hulpmiddelen; c. het bezoekbaar maken van een woning wordt bepaald op basis van: V. de omvang van de aanpassing; 2. het programma van eisen voor de aanpassing; 3. de keuze van de cliënt om al dan niet gebruik te maken van een erkende aannemer, en 4. de laagste kostprijs voor het bezoekbaar maken van een woning opgenomen in het door de gemeente gesloten contract met een erkende aannemer. 3. Kwaliteitscriteria binnen een pgb Bij de inzet van een pgb moeten er voldoende zekerheden zijn dat de zorg die met het pgb wordt ingezet voldoet aan de wenselijke kwaliteitsnormen. Puntsgewijs worden hieronder de mogelijke kwaliteitseisen ten aanzien voor de inhuur van een persoon die behoort tot het sociale netwerk weergegeven Pgb voor de inhuur die behoort tot het sociale netwerk. Het uitgangspunt van de wetgever is dat het pgb voor niet-professionele zorgverleners beperkt dient te blijven tot die gevallen waarin dit aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt en aantoonbaar doelmatiger is. Tot het sociale netwerk worden personen gerekend uit de huiselijke kring en andere personen met wie iemand een sociale relatie onderhoudt. Bij deze laatste groep kan gedacht worden aan familieleden die niet in hetzelfde huis wonen, buren, vrienden, kennissen, etc. Voor gezinsleden binnen hetzelfde huishouden als de aanvrager kan de gemeente gebruik maken van de bepalingen rond gebruikelijke zorg die zijn vastgelegd in het protocol Gebruikelijke Zorg van het CIZ. Dit protocol wordt reeds binnen de huidige WLZ gehanteerd en door veel gemeenten ook voor de hulp bij het huishouden in de Wmo. Onder de Wmo 2015 wordt niet meer gesproken van gebruikelijke zorg maar van gebruikelijke hulp. Het betalen van hulp die anders zonder betaling geleverd zou worden uit het sociale netwerk van de cliënt wordt als niet wenselijk geacht. Derhalve is het voorstel om een pgb niet te verstrekken aan een niet-professionele zorgverlener als de mate van verplichting gering is. Dit is het geval als de hulp overgeslagen kan worden zonder dat gevolgen heeft voor de cliënt. (voorbeelden: hulpverlener is ziek of op vakantie waardoor de hulp wordt overgeslagen, cliënt is op vakantie, etc.). 5

6 Een pgb wordt alleen ten behoeve van een persoon uit het sociaal netwerk verstrekt als de cliënt afhankelijk is van de continuïteit van de ondersteuning. Er wordt geen pgb verstrekt aan een nietprofessionele zorgverlener als de mate van verplichting gering is. 6

7 3.2. Kwaliteitseisen aan sociaal netwerk Er ontbreken nu kwaliteitscriteria waaraan een persoon moet voldoen als de desbetreffende persoon een familielid, kennis of een mantelzorger is. Eisen zoals die gesteld worden aan een professional kunnen in dit geval niet gesteld worden. Wanneer een pgb wordt ingezet voor een persoon behorend uit het sociale netwerk moet aangetoond worden dat de geleverde zorg minimaal gelijk is dan de zorg die via de gemeente (via een professional) wordt geleverd. Dit dient u kenbaar te maken tijdens het "keukentafelgesprek" en/of in het zorgplan. In het besluit maatschappelijke ondersteuning en het besluit Jeugdhulp zijn de volgende eisen opgenomen: 1 bij de inhuur via een pgb voor de persoon behorend tot het sociale netwerk gelden de volgende eisen: a. de verplichting heeft om verantwoorde hulp te bieden; b. er geen pgb wordt verstrekt als uit het onderzoek blijkt dat de cliënt niet in staat is de zorg in te kopen of (gebleken) niet in staat is verantwoord met het budget om te gaan; c. de cliënt mag ondersteund worden door een formele vertegenwoordiger, mits de pgb houder zelf de regie kan voeren bij de taken die behoren bij een pgb; d. een pgb wordt alleen ten behoeve van een persoon uit het sociaal netwerk verstrekt als de cliënt afhankelijk is van de continuïteit van de ondersteuning; e. er wordt geen pgb verstrekt aan een niet-professionele zorgverlener als de mate van verplichting gering is; f. dat tussenpersonen of belangbehartigers niet uit het pgb mogen worden betaald; g. dat het pgb wordt verstrekt bij langdurige ondersteuning (langer dan 6 maanden) tot maximaal de duur van de indicatie, tenzij anders besloten wordt. Ad b en c Dit betekent dat de pgb houder op eigen kracht verantwoord om moeten kunnen gaan met het pgb, dat de pgb houder kan beargumenteren waarom een pgb noodzakelijk is, dat de diensten die gefinancierd worden vanuit de pgb doelmatig, veilig en cliëntgericht zijn. Onder doelmatig wordt verstaan dat de pgb houder concreet aan kan geven wat de te behalen resultaten zijn die tijdens het gesprek (indien aanwezig in het persoonlijk plan) zijn verwoord. Ad d en e Het betalen van hulp die anders zonder betaling geleverd zou worden uit het sociale netwerk van de cliënt wordt door het college als niet wenselijk geacht. Derhalve wordt een pgb niet verstrekt aan een niet-professionele zorgverlener als de mate van verplichting gering is. Dit is het geval als de hulp overgeslagen kan worden zonder dat gevolgen heeft voor de cliënt. (voorbeelden: hulpverlener is ziek of op vakantie waardoor de hulp wordt overgeslagen, cliënt is op vakantie, etc). 1 Op het moment dat deze notitie is opgesteld is deze passage formeel nog niet opgenomen in het besluit. Eind september 2015 wordt dit meegenomen in een herziening van beide besluiten. 7

8 4. De hoogte van een pgb Voor de hoogte van het pgb gelden de volgende uitgangspunten: a) Beoordeling van voorziening in natura In eerste instantie wordt beoordeeld welke voorzieningen noodzakelijk zijn en voor welke voorzieningen een pgb noodzakelijk of wenselijk is. In alle gevallen kan een pgb nooit hoger zijn dan een voorziening in natura. Hierbij gelden de uitgangspunten uit artikel 6 en 7 zoals beschreven in paragraaf 2. Bij de beoordeling van de kostprijs van een voorziening in natura wordt uitgegaan van het laagste tarief van een door de gemeente gecontracteerde instelling. Indien er meerdere leveranciers voor het zelfde product zijn gecontracteerd met verschillende prijzen is het laagste tarief bepalend. b) Invulling van het zorgplan De aanvrager heeft een zorgplan opgesteld en beoordeeld waar hij/zij welke zorg wil/kan inkomen tegen welk bedrag. Mogelijk is dit bedrag lager dan de maxima die wordt gehanteerd in het besluit. In die gevallen wordt het pgb vastgesteld op de hoogte van het bedrag waarop de aanvrager het kan inkopen. c) Informele zorg De hoogte van het pgb voor informele zorg wordt per uur bepaald, op basis van het tarief per uur voor mantelzorgers in de Wet langdurige zorg. Dit tarief bedraagt per 1 januari 2015 C 20,- per uur (bruto). d) Maatwerk In sommige gevallen heeft de aanvrager een oplossing die helemaal niet verkrijgbaar is in ons ZIN-pakket of ook maar enigszins vergelijkbaar is met een dergelijke voorziening. In deze gevallen wordt er op basis van een zorgvuldige afweging de hoogte van het pgb bepaald. 5. Werkinstructie pgb Inleiding Onderstaande is alleen bedoeld voor het herindicatieproces herbeoordeling van overgangscliënten met een pgb. Uitgangspunt van deze zijn de rapporten herindicatie pgb jeugd en Wmo. Werkinstructie Het herindicatieproces voor overgangscliënten met een pgb betreft zowel cliënten die vallen onder de Jeugdwet als cliënten die vallen onder Wmo. De voorwaarden voor een pgb Wmo en pgb jeugd zijn in grote lijnen hetzelfde. Bij de herbeoordelingen wordt er gebruik gemaakt van een tweetal rapportages, te weten: - rapportage herindicatie pgb jeugd; - rapportage herindicatie Wmo. Vragen vanuit de rapportages die betrekking hebben op een pgb worden hieronder nader toegelicht. a. Wat is de aanleiding geweest voor de aanvraag van een pgb? Om deze vraag te kunnen beantwoorden dienen de volgende vragen gesteld te worden: 8

9 1. Koopt u de zorg in via een pgb omdat de hulp van een professional niet te verkrijgen is via zorg in natura? Zo ja, dan moet overwogen worden of de zorgverlener/leverancier gecontracteerd kan worden. Of desbetreffende leverancier ook daadwerkelijk gecontracteerd wordt, is afhankelijk van meerdere factoren (omvang hulp, duur van de hulp, uurprijs van de hulp, etc). Per situatie moet dit beoordeeld worden. 2. Koopt u de zorg in via een pgb omdat de inzet van een professional niet mogelijk/nodig is? Zo ja dan moet bepaald worden of de hulp die gegeven wordt door een persoon behorend uit het sociale netwerk voldoet aan de eisen welke zijn opgenomen onder artikel 12 lid 3 a t/m e. In de afweging/conclusie moet per eis aangegeven worden of de cliënt daaraan voldoet en zo niet waarom niet. Deze afweging kan vervolgens gebruikt worden in de beschikking. Er ontbreken nu kwaliteitscriteria waaraan een persoon moet voldoen als de desbetreffende persoon een familielid, kennis of een mantelzorger is. Eisen zoals die gesteld worden aan een professional kunnen in dit geval niet gesteld worden. Dit betekent dat door de cliënt aangetoond moet worden dat de hulp wat ingezet wordt door een persoon uit het sociale netwerk minimaal gelijk is aan de zorg die via de gemeente (via een professional) geleverd kan worden. Voorbeeld: Het betreft een kind met autisme van 8 jaar. Oma komt tweemaal in de week om het gezin te ondersteuning bij de dagelijkse gang van zaken. Geconstateerd is dat de hulp/begeleiding die Oma geeft noodzakelijk is om het gezin draaiende te houden. De door Oma geleverde hulp/begeleiding is meer dan de "gebruikelijke zorg" die je van een Oma mag verwachten. Wanneer Oma weg zou vallen moet het werk overgenomen worden door een professional. Derhalve bestaat er een indicatie voor begeleiding/hulp omdat: - Er is aangetoond dat de cliënt hulp nodig heeft; - De hulp is structureel nodig; - Bij het wegvallen van de hulp ontstaan er problemen in het gezin - Oma is in dit geval een ervaringsdeskundige. In dit geval ontvangt Oma wel het lage pgb tarief omdat ze geen professional is. Wanneer Oma in bovenstaande situatie een enkele keer komt helpen bestaat er geen indicatie voor begeleiding. b. Van welke problematiek is sprake? Het is noodzakelijk dat hier alleen de door cliënt ervaren belemmeringen/participatieproblemen op de leefgebieden van de Wmo worden weergegeven. c. Wat voor netwerk heeft cliënt? Zijn er betrokkenen die worden betaald middels een pgb? Wanneer er een persoon uit sociale netwerk betaald wordt vanuit het pgb moet exact omschreven worden wie dat is, welke relatie die gene heeft t.o.v. de cliënt, welke hulp geboden wordt aan de cliënt, wat de omvang van de hulp is en hoe vaak dit gebeurt. d. Wat wordt aangevraagd en waarom? Hier moet vermeld worden wat de cliënt aanvraagt. Dus welke vorm van hulp hij wenst, de omvang van de hulp, wie de hulp gaat geven en op welke wijze het gefinancierd moet worden (ZIN of pgb). e. Waar bestaat de begeleiding uit? Wat doet de persoon in deze tijd? Deels van deze informatie is al uitgevraagd onder c. Aangevuld moet worden de hulp die geleverd wordt via ZIN. Ook nu weer exact omschrijven wie de hulp levert, wat de omvang en de frequentie van de hulp is. 9

10 f. Aan welke doelen wordt gewerkt? Elk uur wat door de gemeente verstrekt wordt aan hulp/begeleiding dient onderbouwd te worden met een resultaatverplichting. Het moet bij aanvang duidelijk zijn wat de doelstellingen zijn die behaald moeten worden gedurende de indicatie. De wijze waarop het gefinancierd wordt (ZIN of pgb) is niet relevant. g. Advies/Afweging Door de beperkingen ervaart cliënt belemmeringen op het gebied van: U vraagt aan Er is wel/geen noodzaak voor een voorziening vanuit de Wmo/Jeugdwet want, Bij een positief besluit omschrijven waarvoor er een indicatie bestaat. In omschrijving opnemen type voorziening, omvang hulp, voor de duur van indicatie en in welke vorm het vertrekt wordt (ZIN of pgb). Vervolgens moet aangeven worden: - wie de zorg gaat geven; - welke doelen er behaald dienen te worden; - etc. Bovenstaande afweging volstaat als toegekend wordt wat aangevraagd wordt. Het kan ook voorkomen dat er iets wordt toegekend wat niet is aangevraagd. Er wordt bijvoorbeeld een ander type voorziening toegekend, omvang van de hulp is minder of de financieringsvorm is anders. In die gevallen moet naast dat positief beschikt wordt ook heel goed beargumenteerd worden waarom er afgeweken wordt van hetgeen is aangevraagd. h. wijze van verantwoording pgb De wijze waarop het pgb verantwoord moet worden staat omschreven in de pgb brochure. 10

11 BIJLAGE 1 ZORGPLAN Voor u ligt het zorgplan voor een persoonsgebonden budget (pgb). U vult dit zorgplan in als u zelf uw ondersteuning wilt regelen met een pgb. De basis voor dit plan is het gesprek dat u hebt gehad met uw contactpersoon van de KrimpenWijzer en het gespreksverslag dat daarvan is opgesteld. In het gespreksverslag staat beschreven welke ondersteuning u nodig hebt. Er staat ook in beschreven wat u met deze ondersteuning moet bereiken. Dit is voor iedereen anders. Het zorgplan helpt u en uw zorgverlener(s) om doelen te stellen en hier de planning en invulling van de ondersteuning op af te stemmen. Tevens moet u hebben vastgesteld dat de zorgverlener(s) voldoen aan de kwaliteitseisen die de gemeente stelt aan zorgverleners die hulp bieden via een pgb. STAPPENPLAN: 1. Vul het zorgplan (samen met uw zorgverlener(s)) in. 2. Stuur het zorgplan samen met de ingevulde zorgovereenkomst(en) en het ondertekende gespreksverslag terug naar uw contactpersoon bij de gemeente. 3. Uw contactpersoon bekijkt of u alles juist heeft ingevuld en of uw zorgplan past bij het gespreksverslag. 4. Op basis van het zorgplan en het gespreksverslag wordt op de aanvraag beslist middels een beschikking. 5. De beschikking wordt per post naar u verzonden. 6. U wordt door de gemeente aangemeld bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De SVB beheert uw budget. De rekeningen van uw zorgverlener stuurt u naar de SVB en zij betalen vervolgens uw zorgverlener. Zie voor verdere informatie hierover de site van de SVB: 11

12 ZORGPLAN 1. Persoonsgegevens. Voorletters en achternaam: Geboortedatum: BSN: 2. Gezinssituatie. Is er in het gezin iemand anders die al een persoonsgebonden budget ontvangt? n Ja n Nee 3. De hulp- of ondersteuningsbehoefte. Vul hier per onderdeel het gevraagde aantal in en vervolgens de met de zorgverlener(s) afgesproken prijs per uur/dagdeel/etmaal. Soort hulp of ondersteuning Begeleiding individueel: uur per week. Bruto uurloon: C Begeleiding groep: Kortdurend verblijf: dagdelen per week. Vergoeding per dagdeel: C etmalen per week. Vergoeding per etmaal: C Hulp bij het huishouden: uur per week. Bruto uurloon: C 4. Doel(en) van de hulp of ondersteuning. 5. Het volgende ga ik samen met mijn zorgverlener(s) doen om dit te bereiken. 12

13 6. Ik heb wel / niet (*) onderzocht of de zorg die ik wil gaan inkopen ook kan worden geleverd door zorgaanbieders die gecontracteerd zijn door de gemeente. Met welke organisaties heeft u contact opgenomen en wat was daar het resultaat van? 7. Om welke reden(en) kan of wil ik geen gebruik maken van zorgaanbieders die gecontracteerd zijn door de gemeente? D De zorgbehoefte is vooraf slecht in te plannen n Er is zorg nodig op verschillende tijden van de dag op veel korte momenten van de dag D Er is zorg nodig op ongebruikelijke tijden -uurszorg nodig D Er is zorg nodig op meerdere locaties D Er is behoefte aan structuur en vastigheid van een vaste zorgverlener n Anders, namelijk: 10. Ondertekening Naam: (Aanvrager, ouder, verzorger of bewindvoerder (*) Datum: - - Plaats: Handtekening: (*) Doorhalen wat niet van toepassing is. 13