DE KWALITEIT VAN WMO-ONDERSTEUNING DOOR STICHTING MAASSTAD ZORG

Transcriptie

1 DE KWALITEIT VAN WMO-ONDERSTEUNING DOOR STICHTING MAASSTAD ZORG Onderdeel van proactief toezicht naar Pgb-aanbieders in de regio Rotterdam-Rijnmond Toezicht Wmo Rotterdam-Rijnmond 5 juli 2017 C.C. Weeber

2 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING INLEIDING BEVINDINGEN Zorgovereenkomst Veiligheid Afstemming De beroepskracht Respect en rechten Overige zaken: ontwikkelpunten EINDOORDEEL EN VERVOLG BIJLAGEN BIJLAGE 1 VERANTWOORDING BIJLAGE 2 TOEZICHT WMO ROTTERDAM-RIJNMOND

3 SAMENVATTING De toezichthouder Wmo heeft in de periode tussen maart en juni 2017 een toezichtsonderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van ondersteuning, zoals deze wordt gegeven door Stichting Maasstad Zorg (hierna genoemd Maasstad Zorg). De toezichthouder heeft de geboden ondersteuning getoetst aan de wettelijke kwaliteitseisen zoals beschreven in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Op basis van zijn bevindingen concludeert de toezichthouder dat de geboden ondersteuning van Maasstad Zorg deels voldoet 1 aan de wettelijke kwaliteitseisen zoals opgenomen in de Wmo De toezichthouder Wmo verwacht dat Maasstad Zorg voor eind september 2017 maatregelen treft en hierover de toezichthouder informeert. Daarnaast verwacht de toezichthouder dat Maasstad Zorg kennis neemt van de overige in deze rapportage geformuleerde adviezen. 1 De toezichthouder maakt in de beoordeling onderscheid in vijf categorieën, namelijk: voldoet niet, voldoet grotendeels niet, voldoet deels, voldoet grotendeels en voldoet. 2

4 1. INLEIDING Het toezicht Wmo voert vier vormen van toezicht uit: structureel, proactief, preventief en reactief toezicht. Proactief toezicht houdt in dat de toezichthouder Wmo in het kader van een breder onderzoek jaarlijks vaststelt welke (soort) aanbieders het komende jaar bezocht zullen gaan en waarop getoetst zal worden. Voorafgaand aan de serie bezoeken wordt beargumenteerde keuze gemaakt in de te bezoeken aanbieders. Voor 2016 en begin 2017 is vastgesteld dat het toezicht Wmo proactief toezicht uitvoert naar negen Pgb-aanbieders in de gemeente Rotterdam, die op dat moment formele Wmoondersteuning leveren aan tien of meer cliënten op basis van het zorg-en budgetplan dat door de cliënt of diens vertegenwoordiger is opgesteld. De onderzoeken naar de kwaliteit van zorg door deze Pgb-aanbieders zijn gedaan aan de hand van de kwaliteitseisen, zoals genoemd in de Wmo De voorziening is doelmatig, doeltreffend en cliëntgericht (art. 3.1, tweede lid a, Wmo) 2. De voorziening is veilig (art. 3.1, tweede lid sub a, Wmo) 3. De voorziening is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt en andere vormen van zorg of hulp (art. 3.1, tweede lid sub b, Wmo) 4. De voorziening wordt verstrekt in overstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid o.b.v. de professionele standaard (art 3.1, tweede lid c, Wmo) 5. De voorziening wordt verstrekt met respect en in achtneming van de rechten van de cliënt (art. 3.1, tweede lid sub d, Wmo) Daarnaast is gebruik gemaakt van aanvullende eisen en verwachtingen zoals vermeld in de Wmo-verordening van de gemeente Rotterdam, het indicatieprotocol Wmo van de gemeente Rotterdam, de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Rotterdam 2015 (versie na de 4e wijziging) en het toetsingskader Toezicht Wmo. Korte beschrijving organisatie De toezichthouder Wmo heeft in de periode tussen eind maart en begin juni 2017 toezicht uitgevoerd naar de kwaliteit van ondersteuning, zoals deze wordt gegeven door Stichting Maasstad Zorg. Dit gebeurde in het kader van proactief toezicht. Stichting Maasstad Zorg staat sinds bij de Kamer van Koophandel geregistreerd op de Oppert 128 te Rotterdam. Daarvanuit wordt nu alleen nog door de financiële administratie gevoerd. Op hetzelfde adres staat ook Maasstadzorg B.V. geregistreerd. Maasstadzorg B.V. wordt bestuurd door een holding (R.S. Thakoer Holding B.V.) die dezelfde naam draagt als de persoon die bestuurder is van Stichting Maasstadzorg. Stichting Maasstadzorg heeft de huidige kantoorlokatie op de heer Vrankestraat 31B; voornemen om te verhuizen naar een locatie in Zuidwijk. Volgens de informatie bij de Kamer van Koophandel is er een Raad van Toezicht. Eén van de twee leden is een medewerkster, maar deze zegt de rol niet actief te vervullen. Deze laatste persoon is eveneens samen met R.S. Thakoer Holding B.V. bestuurder van MaasstadKids B.V.( Kinderopvang, Bedrijfsopleiding en training, Uitleenbureaus ), die op hetzelfde adres is gevestigd, waar Maasstad Zorg op dit moment kantoor houdt. 3

5 De aanbieder levert op het moment van onderzoek Wmo-ondersteuning op basis van Pgb aan 25 inwoners van de gemeente Rotterdam, 1 inwoner van Nissewaard en 1 inwoner van Den Haag. Ondanks dat Maasstad Zorg liever niet in onderaannemerschap wil werken, levert Maasstad Zorg ondersteuning als onderaannemer van twee aanbieders zorg in natura (Zin): Aafje (13 cliënten) en Stichting Ontmoeting (15 cliënten). Daarnaast werkt Maasstad Zorg samen met Pamijer. Vanaf 1 maart jongstleden heeft Maasstad Zorg 1 cliënt op basis van de WLZ. Maasstad Zorg biedt ook diensten aan in Zoetermeer, maar heeft daar geen cliënten. Op internet is een koppeling te vinden tussen Maasstad Zorg en Hindoestaanse Thuiszorg. Maasstad Zorg zegt zich in het bijzonder te richten op zorgmijders in achterstandswijken. De zorgaanbieder is van mening dat er onder de grote aanbieders een vergeten doelgroep is, namelijk de mensen vanuit het Caribisch gebied. De ondersteuning die Maasstad Zorg op basis van de Wmo levert betreft momenteel met name ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden (diverse tredes). Daarnaast levert Maasstad Zorg Wmo-ondersteuning op het gebied van sociaal en persoonlijk functioneren, individuele begeleiding (waaronder financiën) en dagbesteding. Tevens vermeld Maasstad Zorg op haar website dat de organisatie verpleging aanbiedt. Dit gebeurt nog niet in de praktijk. Voor de uitvoering van de dagbestedingsactiviteiten (3 cliënten) maakt Maasstad Zorg op maandag en donderdag gebruik van een ruimte in het Huis van de Wijk aan de Texelstraat 18 in Charlois (ook wel huis van Carnisse genoemd). Maasstad Zorg heeft de volgende typen medewerkers in dienst: zorgcoördinator, ambulant woonbegeleider (extramuraal), helpende (extramuraal, gericht op bewoners ), hulp in de huishouding, verzorgende IG. De bestuurder zelf heeft een veelzijdig takenpakket, variërend van onder meer de acquisitie en communicatie met betrekking tot het uitbreiden naar meerdere vormen van financiering, de opleiding van personeel, de uitvoering van cliënttevredenheidsonderzoeken en inzet van vrijwilligers. 4

6 2. BEVINDINGEN 2.1 Zorgovereenkomst Eis: De voorziening is doelmatig, doeltreffend en cliëntgericht. (art. 3.1, tweede lid a, Wmo) Oordeel Op dit onderdeel voldoet Maasstad Zorg grotendeels aan de gestelde kwaliteitseisen. Onderbouwing Maasstad Zorg stelt bij cliënten, die persoonlijke begeleiding of dagbesteding volgen, een begeleidingsplan op. Cliënten hebben thuis een zorgmap met diverse informatie, zoals de gegevens van de aanbieder, gegevens van cliënt (persoonlijke gegevens, gezondheid, situatie cliënt), de gegevens van de huisarts, een zorg-/ begeleidingsplan, een Arbo checklist, een formulier ten behoeve van de registratie van risicosignalen en ingevulde rapportages / aftekenlijsten huishoudelijke hulpen en / of begeleiders (in één geval zonder datum). Cliënten hebben thuis niet hun zorg-en budgetplan. Cliënten die een indicatie huishoudelijke ondersteuning hebben, hadden een schoon en leefbaar huis. Zover de toezichthouder in het onderzoek heeft kunnen constateren, zorgt de begeleider tijdens de dagbestedingsactiviteiten ervoor dat de cliënten aandacht krijgen, waardoor voorkomen wordt dat zij nog eenzamer worden en slechter eten. De inhoud van de evaluatieverslagen betreft een tweejaarlijks verslag van de medewerker van de situatie van de cliënt op dat moment; het is geen methodische evaluatie van de ondersteuning die geboden wordt door Maasstad Zorg. 2.2 Veiligheid Eis: De voorziening is veilig. (art. 3.1, tweede lid sub a, Wmo) Oordeel Op dit onderdeel voldoet Maasstad Zorg deels aan de gestelde kwaliteitseisen. Onderbouwing Cliënten ervaren in de ondersteuning door Maasstad Zorg geen onveilige situaties. Dit geldt zowel voor de ondersteuning thuis als voor de ondersteuning op de dagbesteding. Voor de dagbesteding wordt gebruik gemaakt van het Huis van Carnisse. De voorziening, waaronder de dagbestedingsruimte, is voorzien van preventieve maatregelen met oog op het uitbreken van brand. De huidige dagbestedingsruimte is op de 1 e etage en is bereikbaar met een trap die voor een deel is voorzien van een traplift. Voor de wat oudere cliënten kan dit een belemmering vormen als zij bij brand snel een het pand uit moeten. De begeleider heeft geen instructie gekregen omtrent de veiligheid in het pand of hoe te handelen bij noodgevallen. De begeleider is van plan in overleg te gaan om een deel van de dag een ruimte om te begane grond te gebruiken, omdat het daar gezelliger is. In het pand is tijdens de dagbesteding altijd een medewerker van Huis in de Wijk in het pand aanwezig; daarvan volgt een aantal momenteel nog een BHVtraining. 5

7 De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is bekend bij medewerkers en directie. Er is een document ten behoeve van het uitvoeren van een risico-inventarisatie. De toezichthouder heeft niet kunnen achterhalen in hoeverre deze wel of niet wordt toegepast in de gevallen waarbij dit relevant zou zijn. In de onderzochte dossiers is het niet toegepast. Kwaliteitszorg: Maasstad Zorg is sinds januari 2016 Iso9001 gecertificeerd en wordt elk half jaar geauditeerd door een externe partij, Dekra. Tijdens het toezichtsbezoek kon de bestuurder de documenten behorende bij het kwaliteitmanagementsysteem digitaal niet vinden. Er was geen papieren versie beschikbaar. De bestuurder geeft aan hierop maatregelen te nemen. Voortkomend uit de ISO certificering beschikt Maasstad Zorg (op kantoor) over een incidentenprotocol, een gedragscode en een excellbestand om eventuele incidenten te noteren. De gesproken medewerkers zijn niet bekend met deze documenten, danwel andere zaken met betrekking tot het kwaliteitsmanagementsysteem. De gesproken medewerkers hebben ook geen introductietraining of op een later tijdstip training gekregen van Maasstad Zorg inzake procedures en protocollen. Wel is een medewerker mondeling door de directeur bijgepraat over regels. 2.3 Afstemming Eis: De voorziening is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt en andere vormen van zorg of hulp. (art. 3.1, tweede lid sub b, Wmo) Oordeel Op dit onderdeel voldoet Maasstad Zorg grotendeels aan de gestelde kwaliteitseisen. Onderbouwing Cliënten die een indicatie huishoudelijke ondersteuning hebben, zijn op dit moment tevreden over de ondersteuning. Wanneer cliënten niet tevreden zijn, zijn zij in staat hierover te klagen bij de aanbieder. Cliënten op de dagbesteding waren eveneens tevreden. Zij krijgen daar het beetje aandacht, dat ze anders missen, omdat ze geen of nauwelijks familie en vrienden hebben of geen contact met familie hebben. Op de dagbesteding krijgen ze ontbijt, een lunch en ze krijgen eten voor s avonds mee naar huis. De toezichthouder heeft tweemaal de dagbestedingslokatie bezocht tijdens de uren dat er dagbesteding zou moeten zijn. Beide keren is niemand aangetroffen. Maasstad Zorg geeft aan dat cliënten wel eens geen zin hebben; zij bellen dan af. Het kan daardoor gebeuren dat er helemaal geen dagbesteding plaatsvindt (op het moment van onderzoek hebben twee cliënten de indicatie dagbesteding; een derde persoon ontvangt dagbesteding, maar heeft de indicatie in aanvraag). De continuïteit van de dagbesteding niet geborgd voor cliënten; wanneer de begeleidster van de dagbesteding op vakantie is, is er geen vervanging. Dit was het geval in dit voorjaar (3 weken). Cliënten die vormen van individuele begeleiding krijgen, zijn tevreden. Vaak is de aandacht voor hen al voldoende. In sommige gevallen levert Maasstad Zorg administratieve ondersteuning. Wat de medewerkers precies doen, weten cliënten niet. Cliënten zijn allang blij dat de administratieve zaken, die zij toch niet begrijpen, uit handen wordt genomen. 6

8 Er is nauwelijks inhoudelijke afstemming tussen medewerkers in de vorm van intervisie of overleg. Wel is er een korte lijn tussen individuele medewerkers en de zorgcoördinator en/of directeur. 2.4 De beroepskracht Eis: De voorziening wordt verstrekt in overstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid o.b.v. de professionele standaard. (art 3.1., tweede lid c, Wmo). Oordeel Op dit onderdeel voldoet Maasstad Zorg deels aan de gestelde kwaliteitseisen. Onderbouwing Maasstad Zorg geeft aan dat de organisatie bestaat uit de bestuurder zelf, één zorgcoördinator (waarvan wordt aangegeven dat zij tevens de financiën doet) en ongeveer 20 uitvoerend medewerkers. De bestuurder is zelf onder meer verantwoordelijk voor het kwaliteitsmanagementsysteem. De uitvoerende werkzaamheden bestaan uit vooral huishoudelijke ondersteuning. Daarnaast wordt in het kader van de Wmo persoonlijke begeleiding ( 1 a 2 cliënten ) en dagbesteding (één medewerkster) aangeboden. Stichting Maasstad Zorg werkt met medewerkers op basis van tijdelijke contracten. In ieder geval één medewerkster heeft eerder ook 3 keer een tijdelijk contract gehad bij de organisatie, toen deze nog een andere naam had. De meeste medewerkers hebben een opleiding genoten die gerelateerd is aan zorg of welzijn, ook wanneer zij alleen huishoudelijke ondersteuning geven. Eén medewerker ontvangt aanvullende scholing van Maasstad Zorg. Maasstad Zorg heeft een folder die dient als introductiemateriaal voor medewerkers; deze is echter alleen gericht op het Arbo-beleid van de organisatie. Medewerkers hebben geen Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) ingeleverd, behalve één medewerker; zij beschikt over een VOG als lokatiemanager kinderopvang bij Stichting Maasstad Zorg. De aanbieder geeft aan op korte termijn de VOG s op te vragen. 2.5 Respect en rechten Eis: De voorziening wordt verstrekt met respect en in achtneming van de rechten van de cliënt (art. 3.1, tweede lid sub d, Wmo) Oordeel Op dit onderdeel voldoet Maasstad Zorg deels aan de gestelde kwaliteitseisen Onderbouwing Cliënten zijn tevreden over de ondersteuning geleverd door Maasstad Zorg. Er zijn bij een aantal cliënten wel klachten in het verleden geweest (over de wijze van schoonmaken, over 7

9 het te laat komen door een begeleider), maar deze zijn door Maasstad Zorg naar tevredenheid van de cliënten opgelost. Maasstad Zorg heeft op papier en op de website een klachtenprotocol en een klachtenreglement. Dit laatste is bedoeld voor: Persoon aan wie de Aanbieder maatschappelijke zorg en/of andere diensten op het gebied van de arbeidsintegratie heeft verleend. De toezichthouder vindt dit een verwonderlijke doelgroep, aangezien het doel arbeidsintegratie in het onderzoek niet naar voren is gekomen en veel cliënten van Maasstad Zorg een leeftijd hebben waarbij arbeidsintegratie niet van toepassing is. Daarnaast is de informatie over de procedure op de website van Maasstad Zorg tegenstijdig. Wanneer een cliënt niet tevreden zou zijn over de afhandeling van de klacht de medewerker of door Maastadzorg zelf, wordt deze doorverwezen naar de externe klachtenfunctionaris van Quasir. De website van Maasstad Zorg vermeldt de gegevens van Quasir. Wanneer een klacht via Quasir niet naar tevredenheid wordt opgelost, kan Zorggeschil worden ingeschakeld als externe klachtencommissie. Tegelijkertijd is er een externe klachtencommissie die bestaat uit de directie en een adviseur. Eén van de twee gesproken medewerkers is bekend met het klachtenreglement en verwijst bij cliënten indien nodig naar de directeur van Maasstad Zorg. De andere medewerker is niet bekend met het klachtenreglement, maar geeft aan dat dit soort zaken mondeling zijn besproken tussen haar en haar leidinggevende (de directeur). Deze medewerker zal met een cliënt samen proberen een klacht op te lossen of anders doorverwijzen naar de zorgcoördinator. De toezichthouder constateert dat een deel van de gesproken cliënten geen aandacht heeft voor dit soort zaken. Een deel van de gesproken cliënten is in staat eventuele klachten te uiten richting de betreffende medewerker of de zorgcoördinator. Eén cliënt was niet tevreden over de wijze van schoonmaken en heeft een andere ondersteuner gekregen voor de huishouding. Een andere cliënt heeft met de begeleidster gesproken over het feit dat te laat kwam bij afspraken of te laat de afspraak wilde verzetten naar een later tijdstip. Meer dan dat is niet bekend bij de cliënten. De toezichthouder is van oordeel dat een klachtenprocedure bekend moet zijn bij cliënten, danwel op heldere wijze in de zorgmap moet zijn opgenomen, vooral als cliënten geen internet hebben (hetgeen vaak het geval is volgens Maasstad Zorg). Verder zijn cliënten positief over de wijze waarop medewerkers zich naar hen opstellen. Op de dagbesteding komt de medewerker vriendelijk over in het gedrag richting cliënten. Ook deze cliënten zijn tevreden. Er is een privacyreglement. Deze staat op de website, is op kantoor in de dossiers van cliënten opgenomen op kantoor. Het reglement staat niet in de zorgmappen bij de mensen thuis. Op kantoor heeft Maasstad Zorg en een toestemmingsformulier voor de uitwisseling van gegevens. Eén medewerker benadrukt zelf het belang om secuur om te gaan met gegevens. De gedragscode is niet bij alle medewerkers bekend. 8

10 Maasstad Zorg geeft aan een cliëntenraad te hebben, maar deze is momenteel niet operationeel. Er zijn geen documenten aangetroffen met uitkomsten van cliënttevredenheidsonderzoeken. 2.6 Overige zaken: ontwikkelpunten o o o Meerdere cliënten hebben een medewerker van Maasstad Zorg als vertegenwoordiger opgenomen in het zogenoemde zorg-en budgetplan. De toezichthouder wijst erop dat de onafhankelijkheid van het beheer van het pgb daardoor niet geborgd is. Elke vorm van belangenverstrengeling tussen de vertegenwoordiging van een cliënt en Maasstad Zorg als aanbieder dient zorgvuldig te worden vermeden. In paragraaf 2.3 is geconstateerd dat de begeleider van de dagbesteding geen vervanging heeft tijdens vakantie. Hiervan was in het voorjaar dit jaar sprake. De toezichthouder heeft vastgesteld dat desalniettemin op in ieder geval één van de twee cliënten volledige dagbesteding is gedeclareerd. Eén cliënt staat op de onderzoekslijst van de toezichthouder op basis van informatie van de gemeente. Deze cliënt blijkt (inmiddels) samen met Maasstad Zorg een indicatie voor Zin bij een andere aanbieder (Stichting Ontmoeting) te hebben aangevraagd. Reden dat cliënt Zin wilde, betrof negatieve ervaringen met Pgb in het verleden bij een andere aanbieder (cliënt moest bedragen van de pgb terugbetalen ). De indicatie is inmiddels door de gemeente verstrekt. Maasstad Zorg levert in de praktijk als onderaannemer van Stichting Ontmoeting de ondersteuning aan de cliënt. Dit betreft ook de levering van dagbesteding, terwijl hiervoor tijdens het onderzoek nog in aanvraag bij de gemeente was. De toezichthouder constateert in deze casus twee zaken: - Cliënt heeft aangegeven niet bekend te zijn met Stichting Ontmoeting. Alle documentatie met betrekking tot de te leveren ondersteuning heeft cliënt thuis in een map van Maasstad Zorg. - Maasstad Zorg geeft aan nooit ondersteuning in het kader van Pgb te hebben geleverd, maar in de zorgmap van cliënt zitten facturen voor de periode aug-nov 2014 van Maasstad Zorg. Er zijn eveneens Pgb-bestedingen uit 2015 bekend. De toezichthouder laat dit ondanks vraagtekens bij feitelijke constateringen, aangezien er geen directe relatie gelegd kan worden tussen deze zaken en de kwaliteit van ondersteuning. 9

11 3. EINDOORDEEL EN VERVOLG Over de Wmo-ondersteuning door Stichting Maasstad Zorg is het Toezicht Wmo van oordeel dat Stichting Maasstad Zorg deels voldoet aan de wettelijk vastgestelde kwaliteitseisen. Te nemen maatregelen De toezichthouder adviseert Maasstad Zorg voor eind september 2017 de volgende verbetermaatregelen door te voeren en hierover terugkoppeling te geven aan de toezichthouder. - Zorg voor een methodisch aanpak voor het uitvoeren van evaluaties aan de hand waarvan medewerker en cliënt samen de kwaliteit van ondersteuning en de voortgang van de cliënt en de ondersteuning kunnen bespreken. - Zorg ervoor dat deze aanpak geïmplementeerd wordt door medewerkers door hen hier actief van op de hoogte te stellen en te trainen en borg dit door de uitvoering van evaluaties te monitoren. - Zorg voor meer duidelijkheid bij cliënten omtrent de klachtenprocedure en klachtenreglement. Wanneer cliënten geen internet hebben, zorg dat hierover korte en duidelijke informatie in de zorgmap is opgenomen. - Borg de regels omtrent gedrag richting cliënten, zodat medewerkers deze te allen tijde kennen of kunnen raadplegen. - Zorg ervoor dat alle medewerkers kennis hebben en getraind zijn in de inhoud van de protocollen (zoals klachten en bij incidenten) en bekend zijn met de daarbij behorende formulieren. Gebruik daarvoor een introductiemap. - Zorg ervoor dat alle medewerkers een VOG indienen. Daarnaast adviseert de toezichthouder Maasstad Zorg het volgende: - Zorg ervoor dat de Raad van Toezicht bestaat uit onafhankelijke leden; - Zorg ervoor dat het klachtenreglement meer is afgestemd op de doelgroep, zodat zij zich erin herkennen. - Als cliënten zelf niet hun pgb kunnen beheren, zorg er dan voor dat cliënten een onafhankelijke vertegenwoordiging hebben, die in staat is de voortgang van de ondersteuning en het gebruik van het pgb te monitoren. - Zorg voor een back up van belangrijke documentatie. 10

12 BIJLAGE 1 VERANTWOORDING Het Toezicht Wmo heeft proactief toezicht uitgevoerd bij Maasstad Zorg als onderdeel van proactief toezicht naar Pgb-aanbieders in de gemeente regio Rotterdam-Rijnmond. Het toezicht bestond uit de volgende onderdelen: 1. Digitaal onderzoek (KVK, internet, waaronder website aanbieder). 2. Dossieronderzoek: ondersteuningsplannen, zorg-en budgetplannen en / of beschikkingen van 12 cliënten uit Rotterdam (waarvan aan 1 als onderaanbieder ondersteuning wordt geleverd) en 1 cliënt uit Nissewaard. 3. Dossieronderzoek ter plaatse: Kwaliteitsdocumenten, zoals het certificaat kwaliteitsmanagement NEN-EN 15224:2012, het klachtenreglement, privacyreglement, gedragscode, bewijs lidmaatschap BTN Directiebeoordeling 2015 Verslag teamoverleg 31 januari 2017 Cliëntdossiers Personeelsdossiers Functieomschrijvingen Stukken m.b.t. de uitgevoerd audits Algemene informatiebrochure voor medewerkers 4. Onaangekondigd en aangekondigd toezichtsbezoek op het kantoor van Maasstad Zorg, gevestigd aan de heer Vrankestraat 31B. 5. Twee maal onaangekondigd en eenmaal aangekondigd toezichtsbezoek op de dagbestedingslokatie. 6. Interviews met de directeur van en 2 medewerkers van Maasstad Zorg. 7. Interviews met 5 cliënten en 1 persoon, waarvan niet duidelijk is of diegene daadwerkelijk ondersteuning ontvangt / heeft ontvangen van Maasstad Zorg (persoon staat bij de gemeente als cliënt geregistreerd, de beschikbare documenten zijn niet volledig, zowel aanbieder als cliënt zeggen geen zorgrelatie te hebben). 11

13 BIJLAGE 2 TOEZICHT WMO ROTTERDAM-RIJNMOND Gemeenten zijn met ingang van 1 januari 2015 verantwoordelijk voor het organiseren van ondersteuning en zorg op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Zij hebben daarbij ook de taak gekregen om het toezicht op de kwaliteit van uitvoering van de Wmo uit te voeren. De gemeenten in de regio Rotterdam-Rijnmond organiseren dit toezicht samen via de GGD Rotterdam-Rijnmond. Dit zijn de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Westvoorne. Daarnaast heeft de gemeente Nissewaard als centrumgemeente voor de inkoop van Maatschappelijke opvang en beschermd wonen in de gemeenten in de Hoeksewaard het toezicht hierop eveneens via de GGD Rotterdam-Rijnmond georganiseerd. Taken toezichthouder Wmo De toezichthouders Wmo voeren het toezicht uit bij zorgaanbieders waar gemeenten een contract mee hebben, aanbieders die zorg aan cliënten met een persoonsgebonden budget (Pgb) bieden en bij gemeenten zelf vanwege de ondersteuning en zorg die zij zelf in het kader van de Wmo aanbieden. De taken van de toezichthouders Wmo zijn beschreven in het regionaal toetsingskader dat door betrokken gemeenten, professionals en cliëntvertegenwoordigers is ontwikkeld en eind april 2016 is vastgesteld. De uitvoering van het toezicht Er zijn verschillende mogelijkheden waarop het toezicht Wmo kan worden uitgevoerd. Ten eerste bezoeken de Wmo-toezichthouder gecontracteerde aanbieders (zorg in natura) in het kader van structureel toezicht. Deze bezoeken worden aangekondigd. Naar aanleiding van deze bezoeken wordt geen oordeel geveld. Proactief toezicht betekent dat de toezichthouders per jaar vaststellen welke aanbieders zij zullen bezoeken en waarop zij gaan toetsen. Signalen over de kwaliteit van zorg of ondersteuning door een aanbieder kunnen ertoe leiden dat de toezichthouders preventief toezicht uitvoeren. Tot slot vindt er reactief toezicht plaats naar aanleiding van calamiteiten in het kader van de Wmo; aanbieders van Wmo-ondersteuning zijn wettelijk verplicht calamiteiten bij de toezichthouder te melden. Bezoeken in het kader van proactief, preventief en reactief toezicht kunnen aangekondigd, maar ook onaangekondigd plaatsvinden. Tijdens een bezoek spreken de toezichthouders met bijvoorbeeld management, medewerkers en cliënten. Ook kunnen de toezichthouders vragen om documenten in te zien. De bevindingen worden weergegeven in een rapportage. Naar aanleiding van het toezicht kan de toezichthouder Wmo de aanbieder adviseren of stimuleren tot het nemen van maatregelen. Ook kan de toezichthouder de betreffende gemeente adviseren of indringend verzoeken om corrigerende maatregelen te nemen, bijvoorbeeld in het kader van contract- en/of subsidieafspraken. Klachten of onderzoeken naar rechtmatigheid vallen niet onder het toezicht Wmo. Bevoegdheden Het wel of niet meewerken aan een verzoek van de toezichthouder is voor een zorgaanbieder niet vrijblijvend. De toezichthouders hebben bevoegdheden volgens de Wmo en de Algemene Wet Bestuursrecht, zoals het betreden van een instelling of het vorderen van gegevens. Voor meer informatie en meldingen: regionaaltoezichtwmo@rotterdam.nl en 12