Leidinggevende per gemeente

Transcriptie

1 FUNCTIEBESCHRIJVING GEMEENTE SCHOTEN 1. ALGEMEEN 1.1. Departement: Gedeelde diensten Dienst: Integrale veiligheid en noodplanning 1.2. Naam van de functie: Intergemeentelijke noodplancoördinator (INPC) 1.3. Datum: december DOEL VAN DE FUNCTIE De intergemeentelijke noodplancoördinator is verantwoordelijk voor de noodplanning en het crisis- en calamiteitenbeheer in de gemeenten Ranst, Schilde, Schoten en Zandhoven met als doel preventieve, operationele en strategische acties te coördineren, te organiseren, uit te voeren en op te volgen. Doorheen de hele werking moeten alle aspecten van de veiligheidsketen worden gerespecteerd. In deze functie ben je 7 dagen op 7 en 24 uur op 24 oproepbaar en binnen de kortst mogelijk tijd ter plaatse om tijdens incidenten het voortouw te nemen in de multidisciplinaire samenwerking en de zorg voor het effecten impactgebied. Dat kan zowel op de interventieplaats bij een motorkapoverleg, in de commandopost operaties als in het gemeentelijk coördinatiecomité. 3. PLAATS IN DE ORGANISATIE EN RELATIE MET ANDERE TAKEN Leidinggevende per gemeente Overheidsdiensten Externe partners INPC Hulp- en ordediensten De effectief leidinggevende van de intergemeentelijke NPC wordt per participerende gemeente bepaald, omdat dit kan verschillen. De functievervuller heeft voornamelijk contacten met de overheidsdiensten (zowel lokaal als bovenlokaal), hulp- en ordediensten, externe partners, van alle participerende gemeentebesturen.

2 4. TAKEN 4.1. Hoofdtaken 1. Voorbereidend werk inzake de noodplanning en het crisis- en calamiteitenbeheer % 2. De algemene en bijzondere nood- en interventieplannen opmaken en actueel houden % 3. De volledige coördinatie tijdens een incident of evenement incl. nazorg en evaluatie % 4. Diverse taken ter ondersteuning van de goede werking % 4.2. Deeltaken 1. Voorbereidend werk inzake de noodplanning en het crisis- en calamiteitenbeheer met als doel het preventief in kaart te brengen van mogelijke risico s en te nemen acties. Inventariseren van de risico s op het grondgebied. Analyseren van de risico's op het grondgebied en hieraan maatregelen en acties koppelen. Het bestuur adviseren (bv. bij evenementen). Veiligheidsoverleg, voorafgaand aan evenementen, organiseren (startvergadering, coördinatievergadering, evaluatievergadering). Organiseren, coördineren en verslagen van de gemeentelijke veiligheidscel en aanverwante vergaderingen. Organiseren van een permanentiedienst voor de nood- en interventieplanning door samenwerkingsverbanden met andere gemeenten om de continuïteit van de dienstverlening tijdens afwezigheden te garanderen. Beheren, actualiseren en desgevallend corrigeren van diverse databanken (ICMS,...). Voorbereiden, organiseren, coördineren en evalueren van en participeren aan multidisciplinaire noodplanoefeningen. Organiseren van de Psychosociale Hulpverlening (PSH) op lokaal en intergemeentelijk niveau. Opvolgen van de brandpreventieve controles in publiek toegankelijke gebouwen. Intergemeentelijke initiatieven rond de nood- en interventieplanning ondersteunen. De samenwerking met de D5-verantwoordelijke(n) onderhouden en streven naar een intergemeentelijke samenwerking. Het gemeentelijk crisiscentrum optimaal voorzien van de nodige materialen. 2. De algemene en bijzondere nood- en interventieplannen opmaken en actueel houden (in de meest ruime vorm) met als doel ten allen tijde over correcte en praktisch uitvoerbare plannen te beschikken die onmiddellijk in de praktijk kunnen gebracht worden. De algemene noodplannen opmaken en actueel houden. De bijzondere nood- en interventieplannen en daarbij horende veiligheidsdossiers (PRIMA) voor evenementen en bepaalde risico s opstellen, in overleg met de betrokken partners. Adviseren van de burgemeester(s) en de gemeentelijke diensten, bedrijven, instellingen, organisaties en de bevolking op het gebied van de gemeentelijke nood- en interventieplannen, de publieke veiligheid (bv. op het vlak van evenementen) en de volksgezondheid. 3. De volledige coördinatie opnemen tijdens een incident of evenement alsook de nazorg en evaluatie na afloop met als doel de aanpak van een incident of evenement in goede banen te leiden zoals voorzien in de nood-en interventieplannen en voorbereidingen. Informatie verzamelen over het incident en de situatie minutieus opvolgen. Veiligheidscoördinatie tijdens grote evenementen uitvoeren. Ter plaatse gaan, in functie van de mogelijke opstart van een CP-Ops, en hieraan participeren. In geval van verdere opschaling: het CC-Gem opstarten en coördineren.

3 Coördineren van de beleidsmatige aanpak en de vergadermomenten (verslaggeving, besluitvorming, communicatie, logistieke ondersteuning in het CC-Gem, afschaling,...). Maatregelen rond schuilen en/of evacueren coördineren. Beheren van diverse databanken (ICMS, Be-Alert,...). Coördineren van de nazorg. Behandelen van de dossiers in het geval van rampenschade (bv. wateroverlast, schade aan teelten,...). 4. Diverse taken ter ondersteuning van de goede werking. Het budget van de dienst Noodplanning beheren. De materialen, noodzakelijk voor de correcte uitvoering van de functie, aankopen/huren/beheren/onderhouden. Campagnes van andere overheden implementeren in de lokale en intergemeentelijke werking. 5.VERLEENDE BEVOEGDHEDEN De functievervuller verdeelt zijn werktijd onder 4 gemeentebesturen volgens de volgende verdeelsleutel: Ranst: 1/5e Schilde: 1/5e Schoten: 2/5e Zandhoven: 1/5e De functievervuller hanteert op zelfstandige basis een gezonde werkverhouding voor deze besturen, rekening houdend met de behoeften, mogelijkheden en prioriteiten voor en binnen elk gemeentebestuur. 6. VEREISTEN FUNCTIEVERVULLER 6.1. Essentiële competenties Adviseren verwerkt informatie en zet deze om in meerjarenplan, afsprakennota, vertaalt het beleid naar concrete doelstellingen houdt rekening met alle relevante aspecten van een dossier onderbouwt zijn/haar oordeel met beschikbare informatie en argumenten betrekt de juiste personen of instanties bij een dossier Besluitvaardigheid kan snel een doordacht standpunt innemen neemt beslissingen op tijd en stelt ze niet onnodig uit kan beslissingen nemen op basis van onvolledige informatie of met onzeker resultaat kan alleen beslissen, zonder overleg met anderen informeert alle betrokkenen verdedigt een beslissing Flexibiliteit verandert op praktische wijze plan of aanpak om het beoogde resultaat efficiënter te kunnen bereiken kan overweg met diverse opdrachten, wisselende prioriteiten en plotse veranderingen herkent weerstand en gaat hier gepast mee om werkt in crisissituaties prioritaire opdrachten goed af toont bereidheid te leren en mee te groeien met veranderingen

4 Mondeling communiceren formuleert helder en duidelijk houdt een samenhangend betoog sluit de boodschap aan op de behoeften van toehoorders en gaat in op reacties kan de aandacht vasthouden, zowel in groep als ten opzichte van één persoon vraagt door op gegeven informatie toetst of de boodschap goed, correct en volledig is overgekomen brengt structuur en geeft houvast gaat strategisch om met argumenten Netwerken legt en onderhoudt relaties met mensen in en buiten de organisatie neemt initiatief tot samenwerking met andere diensten, ook buiten de organisatie kan relaties opbouwen en onderhouden met mensen van allerlei niveaus zoekt naar mogelijkheden om het netwerk te benutten voor het verkrijgen van informatie, steun en medewerking houdt bij eigen beslissingen rekening met de opdracht en belangen van andere diensten doorziet belangen en posities van anderen en kan daarmee omgaan Probleemoplossend werken signaleert problemen op tijd onderzoekt het probleem vanuit verschillende invalshoeken en zoekt naar verbanden kan tot synthese/beoordeling komen onderbouwt zijn/haar oordeel met beschikbare informatie en geldige argumenten betrekt de juiste mensen of instanties bij het probleem formuleert praktische en haalbare oplossingen bedenkt alternatieven en overweegt voor- en nadelen Samenwerken overlegt en maakt afspraken om tot een gezamenlijk resultaat te komen leeft afspraken met leidinggevenden en collega s na blijft meedenken en bijdragen tot een groepsopdracht, ook al is dit niet van persoonlijk belang helpt anderen stelt het gezamenlijk belang boven het eigenbelang stelt zich positief op, brengt energie en dynamiek in de groep zoekt mee naar oplossingen bij conflicten gaat respectvol om met andere(n) en toont waardering voor ieders eigenheid Stressbestendigheid blijft resultaat- en kwaliteitsgericht werken onder tijdsdruk of in moeilijke omstandigheden blijft bij een veelheid aan opdrachten op hetzelfde moment steeds gestructureerd werken signaleert tijdig overmatige werkbelasting blijft kalm en objectief in gespannen situaties hervat moed na een tegenslag of teleurstelling kan de rust behouden bij zichzelf en bij de groep Zelfstandig werken kan met de nodige instructies aan de slag is stipt in het nakomen van afspraken kan werken zonder externe controle stuurt bij indien er fouten optreden werkt taken volledig en tijdig af Belangrijke competenties Integriteit Plannen en organiseren

5 6.3. Fysische vereisten over een goede fysieke conditie beschikken moet zich voor veelvuldige verplaatsingen mobiel kunnen maken per fiets en/of auto 6.4. Specifieke vereisten Belg zijn een passend gedrag vertonen in overeenstemming met de functie (uittreksel strafregister 595 nodig) in het bezit zijn van een rijbewijs B een voorafgaande screening door de politie is vereist bereid zijn om buiten de kantooruren te werken, d.w.z. met een permanentie van 7 dagen op 7, 24 uur op 24 moet binnen een korte tijdspanne de locatie, waar een calamiteit plaatsvindt, fysiek bereiken respectvol omgaan met wetgeving, plichten, procedures en medeburgers beschikken over een zeker inzicht in de werking van overheidsdiensten en hulp- en ordediensten In het bezit zijn van een attest van de opleiding(en) van Postgraduaat Rampenmanagement of bereid zijn deze opleidingen aan te vatten 7. PLAATSVERVANGER (facultatief) 8. WEDDESCHAAL A1a - A1b - A2a 9. HANDTEKENING ALGEMEEN DIRECTEUR Rony Lejaeghere Voormelde functiebeschrijving en taakinhoud zijn niet beperkend en kunnen te allen tijde worden aangepast aan nieuwe evoluties of organisatorische accenten binnen de gemeente.